1 Jtde'«laer. Zondag, tl September 1864. A 941. VERTREKUREN UYT AELST NAER VERTREKUREN UYT VOLGENDE STATIËN 6 FRANKS 'S JAKRS. Nog 5 millioenen HlSduyzend franks, en dan nog........ Heeft hg er iels msê gewonnen? kostelijk, is. De Kerk en T Volksomlerwys. DEN DENDEH-BOHE. MM&erm 5-«0 8-30 9-48 12-25 3-23 6-27 9 10 g) Ui-nd, Brugge, Osloiulu 6-37 8-28 10-iö 12-28 1 okeren 5-20 8-30 0-00 12 23 6-27 fi 3-1S 6-18 l« en i» Idas langs Dendernioutlo. Rfiiss 8-05 12-10 2-50 5-3S 3-13 8-4S 8-80 9-30 1 Doornyli, KorlryU, Moescroen, Kysscl (langs B Bras A.HW. 5-20 8-30 9-45 3-20 0-27 (lend) 6-37 8-28 12-28 3-18 6-18. LOT». Tliicnen l.uyii 8-20 8-30 9-45 3--20 6-27 fi floo.nyk Ryssel (laiip Alh) J-S5 8-35 0-00 Ter». Land. S-Truvén 8-20 8-30 9-45 3-20 0-27 M Nwove, Geerardsb., Alh, 7-,-w 2-40 n:3S 8-nO Ccnd 6-37 8-28 12-28 3-17 6-18 9-0/ g Bergen, Quiovrain, Namon, 7-53 2-40 5-35 VAN ANTWERPEN NA ER Sl-.Nicolacs, Loliereil, Bend, 6-10 7-30 10-30 3-00 6-10 0-00 VAN GENU NAER Lokeren, SI Nicolaes, Anlwerpen, 6-10 9-05 10-20 2-35 6-1S 7-00. I Te Lf,de staen al de konvoys. - Te Idegem slaen deze vertrekkende van Alh 6-30 0-00 10-40 4-30 7-25 en al de konvoys vertrekkende van Denderleeuw. Te Gvseghem slaen stil al de konvoys uylgenoinen deze vertrekkende van Aelst 0 00 des morgens en 0-00 en van Denderinonde ten 0-00 's morgens en 00 00. Te SANTBEI1CEN slaen stil de konvoys van Alh 6-30 10-40 's morgens. 4-30 en 7-25 's avonds. Van Denderleeuw 0-00 8-20 's morgeus, 3-09 6-00 en 9-05 des avonds. Dendermonde, Aelst, Ninove, Geeraerdshorgen, Ath 9-30 3-10 7-45 '0-00. y-3o 3-10 7-43 0-00. 6-30 10-40 4-30 7-25. 6-30 10-40 4-30 7-25. 6-30 10 40 4-30 7 25. 6-10 10-40 4-30 7-23 I nline SuiiiM, VAN llOKEHEN NA RH 7-00 7-00 VAN ATH NAER Geeraerdsbergen, Ninove, AelstDendermoude, Lokoren Lessen, Geeraerdsbergen, Ninove, A cl.si Brussel (langs Denderleeuw). Gend, Brugge, Ooslende (langs Lede). VAN GEND NAER Audcbaerdc, 6-4*5 9-30 i-30 6-00 8. naer aelst 7>20 11-25 2 05 5-00 5-57 6-45 8-0. VAN BRUSSEL NAEH Aelst, Gend, 6-05 7-30 7-50 1120 11-50 2-35 O-öö 5-40 8-15. Ninove. Geeraerdsbergen, Ath (langs Denderleeuw), 7-30 2-20 5-15 8-15. VAN„DENDERMONDE NAER Brussel (langs Aelst) 7-25 2-20 5-15 8-10 (langs Meelt.) 5-45 8-57 10-05 3-40 01 Aelst 1 00 7-50 7-25 7-55 12-02 2-20 8-1 8-10 9-30.- AELST, DEN ÏO SEPTEMBER 1804. R be of Gelyk men weet, had den oorlogsminister gezegd en herzegd dat hv met de somme van NEGEN EN VEERTIG MILLIOENEN meer als genoeg zou gehad hebben om de versterkingen van Antwerpen te voltrekken en dal hy daermeê de stad zoodanig zou gemaekt hebben, dat geene magt op de wereld dezelve zou hebben konnen innemen. Wy rekenden 'op die woorden niet, want het waren ministers- beloften, die in onze oogen niet meer weerde hebben dan rotte appels. Wy ondervinden ander- mael dat onze wantrouw maer al te gegrond was, want de verledene Week was den geldminister met een nieuw rekeningsken van VYF MILLIOENEN VYF HONDERD VYE EN ZEVENTIG DUYZEND FRANKS afgekomen, al wederom om de kasteden en lonktorens van Antwerpen te voltrekken .en oninneemlyk te maken. Verscheydene volksver tegenwoordigers lieten zich opvyzen dat het nu zekerde laetste, de allerlaelste mael zou wezen dat den kanon- en fortenminister aen 't land zou komen geld vragen om dien dwazen kazematten- winkel af te maken. Minister Chazal bevestigde by hoog en by leeg dat hy geen enkelen cent meer zou vragen, dat men er nu mogt op rekenen, dat de gevraegde som nu moest dienen eensdeels om de achterstellen te betalen, en anderdeels om de werken voor goed te voltrekken, met een woord, dat het nu de slotsom was om alles te vereffenen en te vol ledigen Maer, in caudA venenum, 't venyn zit in den steert, zegt het spreekwoord, en 't zal ook zoo wezen met de tegenwoordige belofte van minister Chazal want na al die stellige verbindlenissen, kwam M. Chazal met een byvoegselken van eenige woorden af die voor de Belgen eeuen bitteren nasmaek zullen hebben. Wat zegde M. Chazal Ik zal na deze som niets ineer komen vragen, daermeê heb ik genoeg, ik kan de zaken daermeê afmaken enz. enz., en ik HOOP DAT EEN ANDER OOK NIETS MEER ZAL KOMEN VRAGEN.... Hebt g'het beet, gedrukte contribuabelen M. Chazal zelf zal niets meer komen vragen voor de antwerpsche kazematten. Maer als de vyf millioenen 575 duyzend franks niet zullen vergenoegen, het geen eene stellige zaek is, deskundigen verzekeren zulks, en als er dus nieuwe millioenen uyt uwe zakken zullen moeten geklopt worden, dan zal minister Chazal zvne demissie geven en die nieuwe millioenen door eenen anderen oorlogsminister laten vragen, en alzoo zal de komedie gespeeld zyn, maer de arme Belgen zullen de onkosten vau bas en viool betalen. Dit is 't geen den moedigen volksvertegenwoor diger van Autwerpen, M. De Laet, duydelyk aen de kamer heeft voor oogen gelegd. In'hot minste niet. De versla»;!de liberhaters- meerdei heyd aenhooide met tegenzin de kernige redevoering van M. De Laet, en als zy gevoelde dat de zweepslagen van den antwerpsehen volks vertegenwoordiger te sterk doornepen en nog meer gingen doornvpen, schreeuwde zy ter stemming ter stemming om aldus de beraadslaging te ver smachten en te beletten dat het land over 't gebi uyk zyn'er afgeperslte millioenen behoorlyk ingelicht wierde Dit onedel apenspel is dan geëyndigd met eene welgeconditionneerdeliberhalersknikkery. Het kop stuk, haeslig om algauw de millioenen beet te krygen, nam het poesjenellekoordeken vast en trok zoo netjes, dat vier en vvflig van de getrouwste ministerielen knikten gelyk chineesche posturen, terwyl acht en veertig stemmen eenen moedigen en gespaerzamen NEEN uylspraken. Doch, daermeê was 't verken door den buyk gesteken, de VYF MILLIOENEN EN HALF zullen er komen om gelyk de NEGEN EN VEER1IG andere verknoeyd te worden in afwachting dat er later nog eene geheele massa zullen gevraegd worden, als de geesten wat zullen gekoeld wezen, en als over die rampzalige geldverkwisting het gras wat zal gegroeyd zyn. Na dat het liberhatersministerie dezen koek aen t volk geboterd had, is de kamer tot voorder order uyteengescheyden, latende aen 't land het volgende rèkeningsken te betalen 't geen waerlyk In de kamer word iedere maend die begonnen is, aen de leden voluyt belaeld. Al ware er maer eene zitting geweest binst die maend, nog trekt iederen vertegenwoordiger zyue 200 hollandsche guldens. De kamer is byeengekomen den 23 augusty zy heeft zitting gehouden den woensdag 24, don derdag 25 en vrydag 26. Zy heeft geene zitting gehouden den zaterdag 27, den maendag 29, den dynsdag 30, maer wel den woensdag 31 augusty, den donderdag' 4, den vrydag 2 en den zaterdag 3 september. "Zy heeft dus acht zittingen gehouden, 4 in augusty en 4 in september, en ieder harer leden heeft regl op 400 hollandsche guldens of 846-56 Ir. (zoo wat meer dan 100 fr. per zitting). Hadde de kamer hare zittingen voortgezet den 27, 29, en 30 augusty, zy zou hare werkingen kunnen eyndigen hebben den 34, en hadde dus den 1, den 2 en den 3 september niet moeten zetelen. Wat er ook van zy, dien uyfstel zal aen de lastenbetalers zoo wat EEN EN TWINTIG DUY ZEND VIER HONDERD NEDERLANDSCHE GULDENS of meer dan VYF EN VEERTIG DUYZEND FRANKS kosten. Het is wel koslelyk maer toch gemakkëlyker om opstryken dan om win nen. Doch, wat geeft dit er aen, Belgiën is immers een zoo goed melkkoeyken, en nu heeft het zeker geen klagen daer het wederom onder de liberale zweep mag dansen gelyk het den geldsmid van Luyk bejielt le'schïiyjëléu. Schept dai: maer moed, Belgen, liet zal nog ergeren, want de libei haters- geld verkwisting is eeiie ziekte die a Pètaï chronique is overgegaen, dit is te zeggen dat zy ougeneeslyk is. De kennis der Chrislene leering, de kennis van God, de versprcyding der liefde lot God en den evenmensch, de opleyding lot de deugd Zie daer het huofd-doelwil van alle onderwys. God is het begin en het eyude van al wat is, van alle wetenschap. Ziet hier hoe den U. Vader Pius IX zich des wegens uyldrukl in eenen brief, tot den Aerts- bisschop van Freyourg gerigt Het is vooral in de volksscholen dat de volks- kinders van allen stand, van hunne leederste 'kindsch- heyd af, zorgvuldig moeten onderwezen worden in de mysteriën en voorschriften var. onzen Heyligen Godsdienst, en opgekweekt worden ter godsvrucht, eerlykheyd en zodelykheyd. In die scholen moet de godsdienstige leering de eerste plaets hekleeden m alles wal betreft de opvoeding of het onderwys, en derwyze den voorrang hebben, dat do andere weten schappen, aen de jeugd gegeven, er als byzaken beschouwd worden. De jeugd is dus aen de grootste gevaren blootgesteld, wanneer de opvoeding in die scholen niet nauw aen de Christclyke Leering is verbonden. De volksscholen zyn voornamelyk ingesteld met het doel om het volk een godsdienstig onderwys te geven, het de neyging in te planten voor de gods- te vrucht, en eene zedelyke lucht die wez^nlyk chrislelyk is het is daerom dat de Kerk allyd hel regl heeft geëyscht op deze gestichten met meer zorg dan op de andere te waken, en zc met al hare bczorgdheyd te omringen. Het inzigt van de volksscholen te onttrekken aen de magt der Kerk en de poogftigen in 't werk gesteld om a dit ten uylvoer té brengen, zyn dus ingegeven door c< eeuen geest van vyandelykheyd tegen hoer, en door de begeerte om. by de volkeren hel goddelyk licht van ons Heylig Geloof uyt ie dooven. De Kerk die deze scholen met zoo veel" zorg geslicht, en ze allyd met zooveel iever ondersteund heeft, beschouwt zc als het beste deel van haer geeslelyk gezag en ver te mogen, en eiken maetregel welks uytslag eene schon- ding veroorzackt lusschen deze scholen en de Kerk, veroorzaekt haer, even ajs aen die scholen zeiven, het belangryksle nadeel. Zy, die beweren dal de Kerk afstand doen moet, of haer matigend gezag en hare heylzame werking op de volksscholen moet opschor- sen, vragen haer in der waerheyd om de geboden van haren goddelyken Inslcllcr te vertrappen, en af te zien van de uytoefening der pligl die haer gegeven is geweest om op het heyl aller menschen te waken. t< In alle plaelsen, in alle landen waer men dit nadeelig e< inzigt om de scholen aen hel gezag der Kerk te ont- trekken, vormen, en vooral uytvoeren zou, en alwaer, bygevolg, de jeugd ellendiglvk zou bloot staen aen et het gevaer van 'l geloof te verliezen, ware hel dan cc zekerlyk voor dc Kerk eene strenge vcrpligtrng, niet et alleen om al mogeiyke poogingen aen te wenden ten evnde aen de jeugd hel uoodig ondervvys en opvoeding et te bezorgen, maer bovendien al de gcloovigen te t< verwittigen, en hun te verklaren dat men, volgons geweten, dergclyke scholen niet bezoeken kan die legen de Gatholyke Kerk ingesteld zyn. DE BRUG ViYNf HET ZAELHOF. De schoonè stad Yperen was eerlyds mcermaels het geliefkoosd verblyf der vlaemsche vorston. Philips vpn Elsaoien, die de Yperlingen beminde, liet zich in hunne stad een kasteel houwen, het welk men het Zaelhof en ook wel eens het Prinsenhof noemde. Kronykschryvers, in alles wonderstukken willende zien, hebben gezeyd dat dit kasteel het werk was van eenen engelsehen vorst. Yperbolus genaemd, die uyt zyn land gedreven, in Vlaenderen zoude geweken zyn en er (ie stad, na hem Yperen genaemd, zoude geslicht hebben. Maer dit zyn van die vertelselkens, gelyk er in den goeden ouden tyd zoo veel gemaekt yvierden. Dit kasteel, waer van er sedert eenige jaren niets meer overig blyft, was, gelyk men weet, bewesten dc stad gelegen het was omringd door breede grachten, welke do Yper-leede met water vervulde 'on welke het van de stad afzonderden eene brug, deels in kteen gebouwd en deels in hout getimmerd, welkers mid dendeel met eene valdeur opgetrokken wierd, maekte in den beginne den eenigsten ingang uyt vail die vorsten-woohing, want in de eeuwen der leenbaerheyd waren de verblyfplaetsen der souvereynen maer treurige vestingen. In 1*268 stichtte Guido van Dompierre digt daer by, op twee schreden afstand van stads vesten, het klooster der Predikheeren. Sedert dit tydstip be woonde Robrecht van Belhune, zoon van Guido, het kasteel van Yperen, hel welk hem lief was hy bragt er het grootste deel zyns levens door en verwisselde er in 1322 het tydelyk met het eeuwig. Nu, op eenen schoonen herfsl-dag van 1280, een jaer het welk den veldslag van Woeringen hoogst geheugens- weerdig gemaekt heeft, was ér voor dc brug van het vpersch Zaelhof eenen grooten toeloop van het volk, 'iiêt welk, zonder gedruvsch te maken, heên en weêr Ziet daer liet oordpel van den grooten Pius IX. Wy raden de onders tien de woorden van Z. II. den Paus wel te overwegen vooraleer zy eene be slissing nemen hunne kinderen naer deze of gene school te zenden. Mel Pius IX aTs raedgever en ieydSman te aenhooren, zullen zy \oorzeker niet dwalen. En 't is wel op onze dagen, nu dal van alle kanten bedrog, verleyding en srhalklieyd Ie samen spannen om de ouders te vei blinden dat deze wyzen, voorzigtigen en z» keren raed uoodig heb ben. Andermael raden wy hun dan de raedgevingen van den algemeenen Vader der geloovigen wel iu acht te nemen en er zich naer te schikken, zy zullen er niet allepulyk hun eygen geluk maer ook en byzonderlyk het geluk hunner kinderen in winnen. .Men schryft uyt Mechelen, 2 september De laetste algpmecne vergadering van hel Catholyk Kongres heeft heden placts gehad. ZyAvas lang, schit terend en vol geestdrift. Meer dan vyf duyzend persóo - nen woonden ze hy. Zy is geeyndigd met de dondefehde loejuyehingen welke den eerw. P. Felix gevraegd had aen zyne bewonderaers, op het eynde der roerende konferentie welke hy gegeven heeft over de pliglen der Catholyken, pligten welke hy opsomde in deze dry- zinsneden In hel hoofdzakelyke, de eenheyd in hel fwyfelachlige, de vryheyd in alles, de liefde. Deze konferentie van hel doorluchtig lid der Socioteyt Jesu, heeft eenen onbeschryflyken geestdrift verwekt. Toen dén redenaer ten slotte zyner konferentie, aen de vergadering gevraegd had met hem uyt te roepen Leve Jesus-ChristusLeve Pius IX Leve de Kerk wierd dé ruyme zael van het kleyn Seminarie als 't ware omge keerd. Ganseh de vergadering vloog in eenen onsluy- migen geestdrift op, de hoeden wierden met geweld in d'hoogte gezwaeyd en de geroepen van Leve Jesus-Chris- lus! Leve Pius IXLeve dc Kerk berstten met eene wonderbare gezamentlvkheyd los, en deden de zael dreunen en daveren. Het was eene echie fttria. Wat prachtig tooneel leverde de zael in dit oogenblïk op wat geestdrift, wat vurigheyd in alle de zielen wat vreugde en betrouwen in den grond van allo herten Nooyl, dit moet ik zeggen nooyt zal dit overhecrlyk cynde der zitting uyt myn geheugen gaen. De eerw. PP. Dechamps en Hermann, die twee hoogst vermaerde redenaers, hebben aeu den eerw. P. Felix, den zoen van broederlyke bewondering gegeven op het eynde der konferentie. Den eerw. P. Dechamps, die zoo beminde en sympa thische stem, heeft zich ook doen hooren in deze zit ting, voortaen geheugelyk geworden door de mannen die er het woord hebben gevoerd. Den doorluchligen redemptorist heeft maer eenige woorden gesproken, maer hy bragt ze uyt met die overtuygendc uytdrukking waervan hy het geheyra heeft en die hem eene zoo groote plae'ts heeft toegekend in het christcne spreek gestoelte. Den welsprekenden redenaer heeft de leden van het Kongres willen bevryden tegen de schynh'eyligheyd derpenvallen onzer vyanden, die zouden willen doen gölooven dal de vergadering der Catholyken zich niet wetenschappelyk genoeg heeft getoond, terwyl zy zich te veel met politiek heeft bezig gehouden. Men moet de ooren sluylen voor dien liberhaters praet. liet Kongres heeft gi-dacn wal hef moést doen het heeft zich bezig gehouden met godsdienstige en mnelschappelyke wer ken, die van het catholyk domeyn zyn. Daerna heeft den eerw. P. Dechamps den lof afgekondigd van M. den baron De Gerlacbe, die sedert 1825 zoo dapper stryd in de gelederen van de voorslaendcrs der vryheyd. 'T ging, stil sprak, en zich langs de beyda kanten van den weg schaerde, als iu de afyvachting van. iels buy ten- gewoon, en met een diep denkbeeld bevangen zynde. Een zwart vaendel wapperde boven de poort, t'eynden de brug van het Zaelhof gelegen. Dwaers door die vvyde en geheel openstaende poort zog men niemand op het voorhof van het kasteelnoglans was Robrecht van Bethune alleen afwezig. De gravin, zyne gezellin, bevond er zich met hare talryke huysbedienden. Maer eene noodlottige gebeurtenis was die edele wooning iu rouw komen brengen. Den oudsten zoon van Robrecht vau bethune, eenen twaelljarigcn vorst, op wien zynen vader de grootste hoop voedde, was schielyk gestorven, terwyl Robrecht, door Guido van Dompierre die nog heerschte, te velde gezonden, die van Brugge, wiens wethouders geene rekenschap van bun bestuer wilden geven, Ier onderwerping was gaen brengen. Men wachtte de terugkomst-van Robrecht af, om het kind de laetste pliglen te hevvyzen. t En gy zyl van gedacht, zegde een visehwyf aen eene poorliers vrouw, haer hoofd met een Uapro.en be dekt hebbende, dat het lief kleyn engelken heel schielyk overleden is In min dan eene uer tyds, MiekeEergisteren morgend, ten acht uren, was het nog frisch en gezond. Den edelen jongen heer heeft met goeden eetlust geoul- bylten negen uren was hy reeds dood. Maer, goeden God, hernam het visehwyf, met wie heeft hei dan het ontbyl genomen, bet lief engelken Met vrouw Yolande, zyne stiefmoeder. Ah ah riep eenen luykenaer uyt, die zich voor koophandelszaken te Yperen bevond, er is daer eene stiefmoeder Wel, mynen God wat doel dat daer aen, zegde het visehwyf Ik ben ook stiefmoeder, en de kinderen van mynen nians eerste vrouw zyn my even zoo lief als de myne ik belet hun graten in le zwelgen. Het is dat gy geene vorstin zyt, goede vrouw, zegde den luykenaer, en dat gy geciio kinderen op eenen graeflyken troon te plaelsen hebt. Wel gezeyd, riep eenen ouden verminkten soldact, die tol dan toe alles met een ernstig gelaet afgeluysterd had zonder den mond te openen. Zoud gy, vroeg eenen louwslager, geloof geven aen de kwade geruchten, welke in omloop zyn Ik zeg niets, haeslte zich den soldaet te ant woorden, zich legen den muer steunende, oift le hooren, als eenen man die zou gewild hebben dat andere zyn gedacht zouden uytgedrukt hebben. Jesus, mynen God, sprak nog eens hel visehwyf, zou het mogelyk zyn dat eene stiefmoeder zoo ontaerd zoude wezen, goeden God Neem acht op het geen gy gaet zeggen, riep den verminkten krygsman het visehwyf toe, haer by den erm vattende en haer het Zaeïhof lóonén&L' De goede vrouw zweeg. Maer nogtans, zegde den luykenaer, na eenen oogenblik slilzwygens, zou ik willen welen wat men vermoed. Gy zyt nieuwsgierig, zeydc den soldaet, zyne oogen op hem starende nu, ik zal het u verkondigen Den heer gracf Robrecht van Bethune is eenen vromen en weerdigen ridder, gelyk gy het zekerlyk wel weet, alhoewel "gy van Luyk zyt. Ten jare 1266, het is nu veertien jaren geleden, zag den heer Karei van Anjou, koning der beyde Sicilën, zich verpligt den heer Mfin- fried zynen troon te betwisten. Zulke zaken heeft mei) nog meer gezien. De Sieilianen kregen dc nederiaeg alles ging slecht. Den heer koning Karei, eenen vcr- slandigen en'wel bedachten mar., vroeg de Vlamingen, wier erm hy wist niet vervrozen le zyn, hulp en bystand. Robrecht van Bethune, mynen weerdigen meester (deze woorden uytsprekende» hief den ouder» krygsman met dc hem ovei blyvende hand zyne muts op), vertrok met Vlamingen, Atrechtcnaren, Walen uyt Henegauw en uyt het Kaméryksch en Picardicrs. Zoo haest wy in Italiën vvareh, ik had alsdan een erm, die my nu ontbreekt, namen de zaken eene andere wending; hel waren de w apenen van den heer koning Karei die dc overhand kregen. Den grooten veldslag van Benevent wierd geleverd alles buygde en vlood voor dc Vlamin gen. Den heer Meinfried zocht ons dapper legerhoofd op. Hy ontwaerde Robrecht te midden onzer gelederen. Hy reed op hem en ging hem met zyn zweerd treffen. Den erm, die my nu ontbreekt, weerde den slag af, en alsdan wierd Meinfried gedood door Robrecht, die den veldslag won en het vyandlyk leger overhoop sloeg. By onze wederkomst in het Vaderland kreeg ik van mynen weerdigen meester het kleyn landgoed het welk my kommerloos doet leven. Maer voor ons vertrek gaf den heer koning Karei, den dapperen vorst, die zyne waggelende kroon vnstelyk gestnefd had, willende be loonden, graef Robrecht zyne dóchter Blanche ten hu- weiyk. Het was eene- schoone en odelmoedige vorstin. Robrecht wonliy haer eenen zoon, die in hot jaer 1268 het daglicht onlïmg en clié door zynen mocderlyken grootvader Karei genaemd wderd maer hy had zyne moeder het leven gekost. Hy kon alleen de droefiieyd stuyten vau Robrecht van Bethune, die tw;ee jaren later mei hem in Vlaenderen terugkeerde. In hel volgende jaer 1-271 huwde den graef Robrecht, mynen held- haftigen meester, weduwaer van eene koningsdochter, de dochter van eenen graef. lly kon de bekoorlykhedeu van vrouw Yolande niet wéderstacn zy heeft hem ook eenen zoon gegeven, Lodewyk genaemd, die eenmaels Vlaendcrer» zal regeren, nu dat den oudsten dood is. Ik begryp dc zaek, zegde den luykenaer. Maer was vrouw Yolande den oudsten zoon dan niet toegenegen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1864 | | pagina 1