1 Jtde'«laer. Zondag, tl September 1864. A 941.
VERTREKUREN UYT AELST NAER
VERTREKUREN UYT VOLGENDE STATIËN
6 FRANKS 'S JAKRS.
Nog 5 millioenen HlSduyzend
franks, en dan nog........
Heeft hg er iels msê gewonnen?
kostelijk, is.
De Kerk en T Volksomlerwys.
DEN DENDEH-BOHE.
MM&erm 5-«0 8-30 9-48 12-25 3-23 6-27 9 10 g) Ui-nd, Brugge, Osloiulu 6-37 8-28 10-iö 12-28
1 okeren 5-20 8-30 0-00 12 23 6-27 fi 3-1S 6-18 l« en i» Idas langs Dendernioutlo.
Rfiiss 8-05 12-10 2-50 5-3S 3-13 8-4S 8-80 9-30 1 Doornyli, KorlryU, Moescroen, Kysscl (langs
B Bras A.HW. 5-20 8-30 9-45 3-20 0-27 (lend) 6-37 8-28 12-28 3-18 6-18.
LOT». Tliicnen l.uyii 8-20 8-30 9-45 3--20 6-27 fi floo.nyk Ryssel (laiip Alh) J-S5 8-35 0-00
Ter». Land. S-Truvén 8-20 8-30 9-45 3-20 0-27 M Nwove, Geerardsb., Alh, 7-,-w 2-40 n:3S 8-nO
Ccnd 6-37 8-28 12-28 3-17 6-18 9-0/ g Bergen, Quiovrain, Namon, 7-53 2-40 5-35
VAN ANTWERPEN NA ER Sl-.Nicolacs, Loliereil, Bend, 6-10 7-30 10-30 3-00 6-10 0-00
VAN GENU NAER Lokeren, SI Nicolaes, Anlwerpen, 6-10 9-05 10-20 2-35 6-1S 7-00.
I Te Lf,de staen al de konvoys. - Te Idegem slaen deze vertrekkende van Alh 6-30 0-00
10-40 4-30 7-25 en al de konvoys vertrekkende van Denderleeuw.
Te Gvseghem slaen stil al de konvoys uylgenoinen deze vertrekkende van Aelst 0 00 des
morgens en 0-00 en van Denderinonde ten 0-00 's morgens en 00 00.
Te SANTBEI1CEN slaen stil de konvoys van Alh 6-30 10-40 's morgens. 4-30 en 7-25 's avonds.
Van Denderleeuw 0-00 8-20 's morgeus, 3-09 6-00 en 9-05 des avonds.
Dendermonde, Aelst,
Ninove, Geeraerdshorgen, Ath
9-30
3-10
7-45
'0-00.
y-3o
3-10
7-43
0-00.
6-30
10-40
4-30
7-25.
6-30
10-40
4-30
7-25.
6-30
10 40
4-30
7 25.
6-10
10-40
4-30
7-23
I nline SuiiiM,
VAN llOKEHEN NA RH
7-00
7-00
VAN ATH NAER
Geeraerdsbergen, Ninove, AelstDendermoude, Lokoren
Lessen, Geeraerdsbergen, Ninove, A cl.si
Brussel (langs Denderleeuw).
Gend, Brugge, Ooslende (langs Lede).
VAN GEND NAER
Audcbaerdc, 6-4*5 9-30 i-30 6-00 8. naer aelst 7>20 11-25 2 05 5-00 5-57 6-45 8-0.
VAN BRUSSEL NAEH
Aelst, Gend, 6-05 7-30 7-50 1120 11-50 2-35 O-öö 5-40 8-15.
Ninove. Geeraerdsbergen, Ath (langs Denderleeuw), 7-30 2-20 5-15 8-15.
VAN„DENDERMONDE NAER
Brussel (langs Aelst) 7-25 2-20 5-15 8-10 (langs Meelt.) 5-45 8-57 10-05 3-40 01
Aelst
1 00 7-50
7-25 7-55 12-02 2-20 8-1 8-10 9-30.-
AELST, DEN ÏO SEPTEMBER 1804.
R
be
of
Gelyk men weet, had den oorlogsminister gezegd
en herzegd dat hv met de somme van NEGEN EN
VEERTIG MILLIOENEN meer als genoeg zou
gehad hebben om de versterkingen van Antwerpen
te voltrekken en dal hy daermeê de stad zoodanig
zou gemaekt hebben, dat geene magt op de wereld
dezelve zou hebben konnen innemen. Wy rekenden
'op die woorden niet, want het waren ministers-
beloften, die in onze oogen niet meer weerde
hebben dan rotte appels. Wy ondervinden ander-
mael dat onze wantrouw maer al te gegrond was,
want de verledene Week was den geldminister met
een nieuw rekeningsken van VYF MILLIOENEN
VYF HONDERD VYE EN ZEVENTIG DUYZEND
FRANKS afgekomen, al wederom om de kasteden
en lonktorens van Antwerpen te voltrekken .en
oninneemlyk te maken. Verscheydene volksver
tegenwoordigers lieten zich opvyzen dat het nu
zekerde laetste, de allerlaelste mael zou wezen
dat den kanon- en fortenminister aen 't land zou
komen geld vragen om dien dwazen kazematten-
winkel af te maken. Minister Chazal bevestigde by
hoog en by leeg dat hy geen enkelen cent meer zou
vragen, dat men er nu mogt op rekenen, dat de
gevraegde som nu moest dienen eensdeels om de
achterstellen te betalen, en anderdeels om de
werken voor goed te voltrekken, met een woord,
dat het nu de slotsom was om alles te vereffenen
en te vol ledigen
Maer, in caudA venenum, 't venyn zit in den
steert, zegt het spreekwoord, en 't zal ook zoo
wezen met de tegenwoordige belofte van minister
Chazal want na al die stellige verbindlenissen,
kwam M. Chazal met een byvoegselken van eenige
woorden af die voor de Belgen eeuen bitteren
nasmaek zullen hebben.
Wat zegde M. Chazal Ik zal na deze som niets
ineer komen vragen, daermeê heb ik genoeg, ik
kan de zaken daermeê afmaken enz. enz., en ik
HOOP DAT EEN ANDER OOK NIETS MEER ZAL KOMEN
VRAGEN....
Hebt g'het beet, gedrukte contribuabelen M.
Chazal zelf zal niets meer komen vragen voor de
antwerpsche kazematten. Maer als de vyf millioenen
575 duyzend franks niet zullen vergenoegen, het
geen eene stellige zaek is, deskundigen verzekeren
zulks, en als er dus nieuwe millioenen uyt uwe
zakken zullen moeten geklopt worden, dan zal
minister Chazal zvne demissie geven en die nieuwe
millioenen door eenen anderen oorlogsminister
laten vragen, en alzoo zal de komedie gespeeld zyn,
maer de arme Belgen zullen de onkosten vau bas
en viool betalen.
Dit is 't geen den moedigen volksvertegenwoor
diger van Autwerpen, M. De Laet, duydelyk aen
de kamer heeft voor oogen gelegd.
In'hot minste niet. De versla»;!de liberhaters-
meerdei heyd aenhooide met tegenzin de kernige
redevoering van M. De Laet, en als zy gevoelde
dat de zweepslagen van den antwerpsehen volks
vertegenwoordiger te sterk doornepen en nog meer
gingen doornvpen, schreeuwde zy ter stemming
ter stemming om aldus de beraadslaging te ver
smachten en te beletten dat het land over 't gebi uyk
zyn'er afgeperslte millioenen behoorlyk ingelicht
wierde
Dit onedel apenspel is dan geëyndigd met eene
welgeconditionneerdeliberhalersknikkery. Het kop
stuk, haeslig om algauw de millioenen beet te
krygen, nam het poesjenellekoordeken vast en trok
zoo netjes, dat vier en vvflig van de getrouwste
ministerielen knikten gelyk chineesche posturen,
terwyl acht en veertig stemmen eenen moedigen en
gespaerzamen NEEN uylspraken.
Doch, daermeê was 't verken door den buyk
gesteken, de VYF MILLIOENEN EN HALF zullen
er komen om gelyk de NEGEN EN VEER1IG
andere verknoeyd te worden in afwachting dat er
later nog eene geheele massa zullen gevraegd
worden, als de geesten wat zullen gekoeld wezen,
en als over die rampzalige geldverkwisting het gras
wat zal gegroeyd zyn.
Na dat het liberhatersministerie dezen koek aen
t volk geboterd had, is de kamer tot voorder order
uyteengescheyden, latende aen 't land het volgende
rèkeningsken te betalen 't geen waerlyk
In de kamer word iedere maend die begonnen
is, aen de leden voluyt belaeld. Al ware er maer
eene zitting geweest binst die maend, nog trekt
iederen vertegenwoordiger zyue 200 hollandsche
guldens.
De kamer is byeengekomen den 23 augusty
zy heeft zitting gehouden den woensdag 24, don
derdag 25 en vrydag 26.
Zy heeft geene zitting gehouden den zaterdag
27, den maendag 29, den dynsdag 30, maer wel
den woensdag 31 augusty, den donderdag' 4, den
vrydag 2 en den zaterdag 3 september.
"Zy heeft dus acht zittingen gehouden, 4 in
augusty en 4 in september, en ieder harer leden
heeft regl op 400 hollandsche guldens of 846-56 Ir.
(zoo wat meer dan 100 fr. per zitting).
Hadde de kamer hare zittingen voortgezet den
27, 29, en 30 augusty, zy zou hare werkingen
kunnen eyndigen hebben den 34, en hadde dus
den 1, den 2 en den 3 september niet moeten
zetelen.
Wat er ook van zy, dien uyfstel zal aen de
lastenbetalers zoo wat EEN EN TWINTIG DUY
ZEND VIER HONDERD NEDERLANDSCHE
GULDENS of meer dan VYF EN VEERTIG
DUYZEND FRANKS kosten. Het is wel koslelyk
maer toch gemakkëlyker om opstryken dan om win
nen. Doch, wat geeft dit er aen, Belgiën is immers
een zoo goed melkkoeyken, en nu heeft het zeker
geen klagen daer het wederom onder de liberale
zweep mag dansen gelyk het den geldsmid van
Luyk bejielt le'schïiyjëléu. Schept dai: maer moed,
Belgen, liet zal nog ergeren, want de libei haters-
geld verkwisting is eeiie ziekte die a Pètaï chronique
is overgegaen, dit is te zeggen dat zy ougeneeslyk is.
De kennis der Chrislene leering, de kennis van
God, de versprcyding der liefde lot God en den
evenmensch, de opleyding lot de deugd Zie daer
het huofd-doelwil van alle onderwys.
God is het begin en het eyude van al wat is,
van alle wetenschap.
Ziet hier hoe den U. Vader Pius IX zich des
wegens uyldrukl in eenen brief, tot den Aerts-
bisschop van Freyourg gerigt
Het is vooral in de volksscholen dat de volks-
kinders van allen stand, van hunne leederste 'kindsch-
heyd af, zorgvuldig moeten onderwezen worden in
de mysteriën en voorschriften var. onzen Heyligen
Godsdienst, en opgekweekt worden ter godsvrucht,
eerlykheyd en zodelykheyd. In die scholen moet de
godsdienstige leering de eerste plaets hekleeden m
alles wal betreft de opvoeding of het onderwys, en
derwyze den voorrang hebben, dat do andere weten
schappen, aen de jeugd gegeven, er als byzaken
beschouwd worden. De jeugd is dus aen de grootste
gevaren blootgesteld, wanneer de opvoeding in die
scholen niet nauw aen de Christclyke Leering is
verbonden.
De volksscholen zyn voornamelyk ingesteld met
het doel om het volk een godsdienstig onderwys te
geven, het de neyging in te planten voor de gods-
te vrucht, en eene zedelyke lucht die wez^nlyk chrislelyk
is het is daerom dat de Kerk allyd hel regl heeft
geëyscht op deze gestichten met meer zorg dan op de
andere te waken, en zc met al hare bczorgdheyd
te omringen.
Het inzigt van de volksscholen te onttrekken aen de
magt der Kerk en de poogftigen in 't werk gesteld om
a dit ten uylvoer té brengen, zyn dus ingegeven door
c< eeuen geest van vyandelykheyd tegen hoer, en door
de begeerte om. by de volkeren hel goddelyk licht
van ons Heylig Geloof uyt ie dooven. De Kerk die
deze scholen met zoo veel" zorg geslicht, en ze allyd
met zooveel iever ondersteund heeft, beschouwt zc
als het beste deel van haer geeslelyk gezag en ver
te mogen, en eiken maetregel welks uytslag eene schon-
ding veroorzackt lusschen deze scholen en de Kerk,
veroorzaekt haer, even ajs aen die scholen zeiven,
het belangryksle nadeel. Zy, die beweren dal de Kerk
afstand doen moet, of haer matigend gezag en hare
heylzame werking op de volksscholen moet opschor-
sen, vragen haer in der waerheyd om de geboden
van haren goddelyken Inslcllcr te vertrappen, en af
te zien van de uytoefening der pligl die haer gegeven
is geweest om op het heyl aller menschen te waken.
t< In alle plaelsen, in alle landen waer men dit nadeelig
e< inzigt om de scholen aen hel gezag der Kerk te ont-
trekken, vormen, en vooral uytvoeren zou, en alwaer,
bygevolg, de jeugd ellendiglvk zou bloot staen aen
et het gevaer van 'l geloof te verliezen, ware hel dan
cc zekerlyk voor dc Kerk eene strenge vcrpligtrng, niet
et alleen om al mogeiyke poogingen aen te wenden ten
evnde aen de jeugd hel uoodig ondervvys en opvoeding
et te bezorgen, maer bovendien al de gcloovigen te
t< verwittigen, en hun te verklaren dat men, volgons
geweten, dergclyke scholen niet bezoeken kan die
legen de Gatholyke Kerk ingesteld zyn.
DE BRUG ViYNf HET ZAELHOF.
De schoonè stad Yperen was eerlyds mcermaels het
geliefkoosd verblyf der vlaemsche vorston. Philips vpn
Elsaoien, die de Yperlingen beminde, liet zich in hunne
stad een kasteel houwen, het welk men het Zaelhof en
ook wel eens het Prinsenhof noemde. Kronykschryvers,
in alles wonderstukken willende zien, hebben gezeyd
dat dit kasteel het werk was van eenen engelsehen
vorst. Yperbolus genaemd, die uyt zyn land gedreven,
in Vlaenderen zoude geweken zyn en er (ie stad, na
hem Yperen genaemd, zoude geslicht hebben. Maer dit
zyn van die vertelselkens, gelyk er in den goeden ouden
tyd zoo veel gemaekt yvierden.
Dit kasteel, waer van er sedert eenige jaren niets
meer overig blyft, was, gelyk men weet, bewesten dc
stad gelegen het was omringd door breede grachten,
welke do Yper-leede met water vervulde 'on welke het
van de stad afzonderden eene brug, deels in kteen
gebouwd en deels in hout getimmerd, welkers mid
dendeel met eene valdeur opgetrokken wierd, maekte
in den beginne den eenigsten ingang uyt vail die
vorsten-woohing, want in de eeuwen der leenbaerheyd
waren de verblyfplaetsen der souvereynen maer treurige
vestingen. In 1*268 stichtte Guido van Dompierre digt
daer by, op twee schreden afstand van stads vesten,
het klooster der Predikheeren. Sedert dit tydstip be
woonde Robrecht van Belhune, zoon van Guido, het
kasteel van Yperen, hel welk hem lief was hy bragt er
het grootste deel zyns levens door en verwisselde er
in 1322 het tydelyk met het eeuwig.
Nu, op eenen schoonen herfsl-dag van 1280, een jaer
het welk den veldslag van Woeringen hoogst geheugens-
weerdig gemaekt heeft, was ér voor dc brug van het
vpersch Zaelhof eenen grooten toeloop van het volk,
'iiêt welk, zonder gedruvsch te maken, heên en weêr
Ziet daer liet oordpel van den grooten Pius IX.
Wy raden de onders tien de woorden van Z. II.
den Paus wel te overwegen vooraleer zy eene be
slissing nemen hunne kinderen naer deze of gene
school te zenden. Mel Pius IX aTs raedgever en
ieydSman te aenhooren, zullen zy \oorzeker niet
dwalen. En 't is wel op onze dagen, nu dal van alle
kanten bedrog, verleyding en srhalklieyd Ie samen
spannen om de ouders te vei blinden dat deze
wyzen, voorzigtigen en z» keren raed uoodig heb
ben. Andermael raden wy hun dan de raedgevingen
van den algemeenen Vader der geloovigen wel iu
acht te nemen en er zich naer te schikken, zy zullen
er niet allepulyk hun eygen geluk maer ook en
byzonderlyk het geluk hunner kinderen in winnen.
.Men schryft uyt Mechelen, 2 september
De laetste algpmecne vergadering van hel Catholyk
Kongres heeft heden placts gehad. ZyAvas lang, schit
terend en vol geestdrift. Meer dan vyf duyzend persóo -
nen woonden ze hy. Zy is geeyndigd met de dondefehde
loejuyehingen welke den eerw. P. Felix gevraegd had
aen zyne bewonderaers, op het eynde der roerende
konferentie welke hy gegeven heeft over de pliglen der
Catholyken, pligten welke hy opsomde in deze dry-
zinsneden In hel hoofdzakelyke, de eenheyd in
hel fwyfelachlige, de vryheyd in alles, de liefde.
Deze konferentie van hel doorluchtig lid der Socioteyt
Jesu, heeft eenen onbeschryflyken geestdrift verwekt.
Toen dén redenaer ten slotte zyner konferentie, aen de
vergadering gevraegd had met hem uyt te roepen Leve
Jesus-ChristusLeve Pius IX Leve de Kerk wierd dé
ruyme zael van het kleyn Seminarie als 't ware omge
keerd. Ganseh de vergadering vloog in eenen onsluy-
migen geestdrift op, de hoeden wierden met geweld in
d'hoogte gezwaeyd en de geroepen van Leve Jesus-Chris-
lus! Leve Pius IXLeve dc Kerk berstten met eene
wonderbare gezamentlvkheyd los, en deden de zael
dreunen en daveren. Het was eene echie fttria. Wat
prachtig tooneel leverde de zael in dit oogenblïk op
wat geestdrift, wat vurigheyd in alle de zielen wat
vreugde en betrouwen in den grond van allo herten
Nooyl, dit moet ik zeggen nooyt zal dit overhecrlyk
cynde der zitting uyt myn geheugen gaen.
De eerw. PP. Dechamps en Hermann, die twee hoogst
vermaerde redenaers, hebben aeu den eerw. P. Felix,
den zoen van broederlyke bewondering gegeven op het
eynde der konferentie.
Den eerw. P. Dechamps, die zoo beminde en sympa
thische stem, heeft zich ook doen hooren in deze zit
ting, voortaen geheugelyk geworden door de mannen
die er het woord hebben gevoerd. Den doorluchligen
redemptorist heeft maer eenige woorden gesproken,
maer hy bragt ze uyt met die overtuygendc uytdrukking
waervan hy het geheyra heeft en die hem eene zoo
groote plae'ts heeft toegekend in het christcne spreek
gestoelte.
Den welsprekenden redenaer heeft de leden van het
Kongres willen bevryden tegen de schynh'eyligheyd
derpenvallen onzer vyanden, die zouden willen doen
gölooven dal de vergadering der Catholyken zich niet
wetenschappelyk genoeg heeft getoond, terwyl zy zich
te veel met politiek heeft bezig gehouden. Men moet de
ooren sluylen voor dien liberhaters praet. liet Kongres
heeft gi-dacn wal hef moést doen het heeft zich bezig
gehouden met godsdienstige en mnelschappelyke wer
ken, die van het catholyk domeyn zyn. Daerna heeft
den eerw. P. Dechamps den lof afgekondigd van M. den
baron De Gerlacbe, die sedert 1825 zoo dapper stryd
in de gelederen van de voorslaendcrs der vryheyd. 'T
ging, stil sprak, en zich langs de beyda kanten van den
weg schaerde, als iu de afyvachting van. iels buy ten-
gewoon, en met een diep denkbeeld bevangen zynde.
Een zwart vaendel wapperde boven de poort, t'eynden
de brug van het Zaelhof gelegen. Dwaers door die vvyde
en geheel openstaende poort zog men niemand op het
voorhof van het kasteelnoglans was Robrecht van
Bethune alleen afwezig. De gravin, zyne gezellin, bevond
er zich met hare talryke huysbedienden. Maer eene
noodlottige gebeurtenis was die edele wooning iu rouw
komen brengen. Den oudsten zoon van Robrecht vau
bethune, eenen twaelljarigcn vorst, op wien zynen
vader de grootste hoop voedde, was schielyk gestorven,
terwyl Robrecht, door Guido van Dompierre die nog
heerschte, te velde gezonden, die van Brugge, wiens
wethouders geene rekenschap van bun bestuer wilden
geven, Ier onderwerping was gaen brengen. Men wachtte
de terugkomst-van Robrecht af, om het kind de laetste
pliglen te hevvyzen.
t En gy zyl van gedacht, zegde een visehwyf aen
eene poorliers vrouw, haer hoofd met een Uapro.en be
dekt hebbende, dat het lief kleyn engelken heel schielyk
overleden is
In min dan eene uer tyds, MiekeEergisteren
morgend, ten acht uren, was het nog frisch en gezond.
Den edelen jongen heer heeft met goeden eetlust geoul-
bylten negen uren was hy reeds dood.
Maer, goeden God, hernam het visehwyf, met wie
heeft hei dan het ontbyl genomen, bet lief engelken
Met vrouw Yolande, zyne stiefmoeder.
Ah ah riep eenen luykenaer uyt, die zich voor
koophandelszaken te Yperen bevond, er is daer eene
stiefmoeder
Wel, mynen God wat doel dat daer aen, zegde
het visehwyf Ik ben ook stiefmoeder, en de kinderen
van mynen nians eerste vrouw zyn my even zoo lief als
de myne ik belet hun graten in le zwelgen.
Het is dat gy geene vorstin zyt, goede vrouw,
zegde den luykenaer, en dat gy geciio kinderen op eenen
graeflyken troon te plaelsen hebt.
Wel gezeyd, riep eenen ouden verminkten soldact,
die tol dan toe alles met een ernstig gelaet afgeluysterd
had zonder den mond te openen.
Zoud gy, vroeg eenen louwslager, geloof geven
aen de kwade geruchten, welke in omloop zyn
Ik zeg niets, haeslte zich den soldaet te ant
woorden, zich legen den muer steunende, oift le hooren,
als eenen man die zou gewild hebben dat andere zyn
gedacht zouden uytgedrukt hebben.
Jesus, mynen God, sprak nog eens hel visehwyf,
zou het mogelyk zyn dat eene stiefmoeder zoo ontaerd
zoude wezen, goeden God
Neem acht op het geen gy gaet zeggen, riep den
verminkten krygsman het visehwyf toe, haer by den
erm vattende en haer het Zaeïhof lóonén&L'
De goede vrouw zweeg.
Maer nogtans, zegde den luykenaer, na eenen
oogenblik slilzwygens, zou ik willen welen wat men
vermoed.
Gy zyt nieuwsgierig, zeydc den soldaet, zyne
oogen op hem starende nu, ik zal het u verkondigen
Den heer gracf Robrecht van Bethune is eenen vromen
en weerdigen ridder, gelyk gy het zekerlyk wel weet,
alhoewel "gy van Luyk zyt. Ten jare 1266, het is nu
veertien jaren geleden, zag den heer Karei van Anjou,
koning der beyde Sicilën, zich verpligt den heer Mfin-
fried zynen troon te betwisten. Zulke zaken heeft mei)
nog meer gezien. De Sieilianen kregen dc nederiaeg
alles ging slecht. Den heer koning Karei, eenen vcr-
slandigen en'wel bedachten mar., vroeg de Vlamingen,
wier erm hy wist niet vervrozen le zyn, hulp en
bystand. Robrecht van Bethune, mynen weerdigen
meester (deze woorden uytsprekende» hief den ouder»
krygsman met dc hem ovei blyvende hand zyne muts op),
vertrok met Vlamingen, Atrechtcnaren, Walen uyt
Henegauw en uyt het Kaméryksch en Picardicrs. Zoo
haest wy in Italiën vvareh, ik had alsdan een erm, die
my nu ontbreekt, namen de zaken eene andere wending;
hel waren de w apenen van den heer koning Karei die
dc overhand kregen. Den grooten veldslag van Benevent
wierd geleverd alles buygde en vlood voor dc Vlamin
gen. Den heer Meinfried zocht ons dapper legerhoofd op.
Hy ontwaerde Robrecht te midden onzer gelederen. Hy
reed op hem en ging hem met zyn zweerd treffen. Den
erm, die my nu ontbreekt, weerde den slag af, en
alsdan wierd Meinfried gedood door Robrecht, die den
veldslag won en het vyandlyk leger overhoop sloeg.
By onze wederkomst in het Vaderland kreeg ik van
mynen weerdigen meester het kleyn landgoed het welk
my kommerloos doet leven. Maer voor ons vertrek gaf
den heer koning Karei, den dapperen vorst, die zyne
waggelende kroon vnstelyk gestnefd had, willende be
loonden, graef Robrecht zyne dóchter Blanche ten hu-
weiyk. Het was eene- schoone en odelmoedige vorstin.
Robrecht wonliy haer eenen zoon, die in hot jaer 1268
het daglicht onlïmg en clié door zynen mocderlyken
grootvader Karei genaemd wderd maer hy had zyne
moeder het leven gekost. Hy kon alleen de droefiieyd
stuyten vau Robrecht van Bethune, die tw;ee jaren later
mei hem in Vlaenderen terugkeerde. In hel volgende
jaer 1-271 huwde den graef Robrecht, mynen held-
haftigen meester, weduwaer van eene koningsdochter,
de dochter van eenen graef. lly kon de bekoorlykhedeu
van vrouw Yolande niet wéderstacn zy heeft hem ook
eenen zoon gegeven, Lodewyk genaemd, die eenmaels
Vlaendcrer» zal regeren, nu dat den oudsten dood is.
Ik begryp dc zaek, zegde den luykenaer. Maer was
vrouw Yolande den oudsten zoon dan niet toegenegen