«JO'1" «Jaer. Zondag, II Meerl 11506. X" 1021. VERTREKUREN UYT AELST NAER VERTREKUREN UYT VOLGENDE STATIËN 0 FRANKS 'S JAERS. NIEUW LIBERAEL P ROGUES! Leggen, en langsomeer leggen, Nog eenen troos! van leggen ENDER Liiferm 5-20 8-28 9-45 12-20 3-10 6-16 9-12 Gend, Brugge, Oslende 7-47 8-25 (8-44 9-45 Keren 5-20 8-28 0-00 12 20 6-16 Gend) 12-39 3-10 3-18 6-16 6-39 8-37 9-18 'liane fi-39E(1c2ec'J8-058-12 9-38 11-58 12-15 §j Doornvk, Kortryk, Moeseroen, Rvssel (langs (2-38 2 55 5-27 E (ln 2e c') 5-50 6-20 8-50 9-35 Gend) 6-47 8-44 12-39 3-18 6-39 8-39 Hecli. Anivv. 5-20 6-89 7-55 9j45j2-10 12-31 Ooornyk, Rvssel (langs Alh) 7-55 5-35 0-P0 3-10 3-20 5-50 6-16 6-24 8-45 8-50 j| Ninove, Geerardsb., Alh, 7-55 2-55 5-35 8-50 ftpnv Tliienen Luvk Ver v. Land, a-208-12 9-38 r jo ioin Berger., Quievrain, Namen, <-5o 2-do 5-35 9-4a12-iooiu «5 lAN ANTWERPEN NAER St-Nieolaes, Lokeren, Gend, 5-00 8-30 11-00 2-30 4-00 7- 0 9-00. VAN GEND NAER Lokeren, Sl-Nicolaes, Antwerpen. 4-0^ 6-30 9-20 10-35 2-25 6-25 7-25. (Te Lede slaen al de konvoys uylgenomen de vertrekken uyl Brussel van 7-15 8 05 12-00 6-00 8-05 en die van Gend 6 12 11-25 2-05 5-00 6-02 8-05 Te Idegem en Santbergen slaen slil ;,i de de konvoys. Te Gyseghem staen slil al de konvoys. •■fo'Denderleeuw slaen al de konvoys uylgenomen de vertrekken van Brussel 7-15 8-05 12-00 I fi-00 8-05 8-40 en uyt Aelst 6-39 9-38 2-38 5-27 6-29 8-30. [vertrekuren uyl Denderleeuw naer Brussel 8-12 8-17 12-10 12-28 3-08 6 03 6-06 9-05. Dendermonde, Aelst, Ninove, Geeraerdsbergen, Ath, VAN I.OKEREN NAER 7-00 7-00 9-30 0-00 3-05 8-00 7-45 0-00. 0-00. 4-35 4-35 7-25. 4-35 7-25. 7-25. 7-25. VnUjae SéuanBEii. VAN ATH NAER Geeraerdsbergen, Ninove, Aelst, Dendermonde, Lokeren 6-30 10-40 1-40 Lessen, Geeraerdsbergen, Ninove, Aelst 6-30 10-40 1-40 Brussel (langs Denderleeuw) 6-30 10 40 4-35 Gend, Brugge, Oostende (langs Lede). 6-30 10-40 1-40 VAN GEND NAER Audenaerde, 6-45 9-30 1-30 6-00 8.—naer aei.st 8-00 9-00 11-35 4-35 5-00 5-57 6-45 8-tt VAN BRUSSEL NAER Aelst, Gend, 7-15 7-25 8-00 8-05 11 20 12-00 1-20 2-35 4-35 5-00 5-15 6 00 8-05 8-10. Ninove. Geeraerdsbergen, Alh (langs Denderleeuw), 7-30 2-20 5-15 8-15. VAN DENDERMONDE NAER Brussel (langs Aelsb) 7-30 7-55 2-20 5-05 8-25 (langs Meeh.) 5-45 6-37 8-00 10-05 3-30 7-39. Aelst 7-30 7-55 11-58 2-20 5-05 8-25 9-45. AELST, DEN 10 MEERT 1806. Onze geabonneeröen die over 1865 en vroegr-r nog niet voldaen hebben, worden vriendelyk ver- jocbi ons bunnen inschryvingsprys in een man- <laet op den post te lalen geworden, om ons <le moey.le, de onkosten en werk van inzameling le sparen. Wy hebben in - een vorig Nr doen aenmerken dat den kanonminister, over achttieu maenden, de stellige verbindtenis had op zich genomen geenen oorlogsbudget meer voor te stellen, ten zv na een volledig verslag aen de Kamer voorge dragen te hebben over de inrigling van ons mili taire stelsel. Uyt dit verslag moest de Kamer onderzoeken 1" of het niet noodig zou wezen ons nu in voegen Wnde militaire stelsel te wyzigen2n of er geene ïnogelykheyd zou bestaen op den volksverplette- •rendeti oorlogsbudget, die een groot derde van ;al de staetsinkomsten verzwelgt, gespaerzaemhe- den te doen. Gelyk wy dan zegden, had de kamer, op stelli ge belofte van dit verslag te zien voorbrengen, nog voor eenen enkelen keer den oorlogsbudget gestemd. Dit verslag is opgemaekt en is in 's konings handen,, die het Typelyk wilt onderzoeken. Maer n kanonminister wilt niet wachten tot dat den htyoing zyn onderzoek geeyndigd heeft en hy komt maer effen af met dien zelfden ruinerenden, budget voor de pinne. Nu, vooraleer eenen bud get in de kamer kan gestemd worden, moet hy eerst in 't byzonder door de sectiën der kamer onderzocht worden. Deze sectiën zyn ten getalle van zes en samengesteld uyt al de leden der kamer wier getal beloopt tot "146, zegge HON DERD EN.ZESTIEN. Maér in plaets van 116 leden, waren er in de zes sectien te samen slechts 25, zegge VYF EN TWINTIG tegenwoordig, en dit om eenen budget van in de VEERTIG MILLI OENEN FRANKS te onderzoekenDe talrykste sectie bestond uyt zeven leden. Er waren twee ■sectiën waer er maer TWEE leden zich op hun nen post bevonden. Die TWEE sectiën slemden EENPARIGLYK voor den budget en de twee leden die elke sectie uytmaekten benoemden den eenen den anderen altyd EENPARIGLYK tot ver slaggever I!Passez-moi le séné, je vous passe nd la rhubarbe, dit is te zeggen: geef my de (Iruppeltlesch, ik zal u den lekkerkoek overhan digen En wat is nu de oorzaek van dit nieuw libeVael progres? De eene zeggen dat de volksvertegenwoordi gers, die aen de zware militaire belastingen vyan- dig zyn, de sectiën niet hebben willen bywoonen DEN BEDELAERSJONGEN. EENE VERTELLING. Een poer jaren geleden, moest ik eenc reys van eeni- ge dagen per diligenlie" doen. Ieder weet dat by zooda nige gele'genheyd hel reysgezelschap by elke standplaels meestal eene verandering ondergaet en men zelden op eene eenigzius lange haen de mederevzigers behoud die men Van het begin af had. Op deze reys was hel anders. Ik had verschoydeue dagen eenen ouden heer tol reysgenool, wiens inzigten en ervaring my menig tier aengenaefn verkortten. In eene slad, welker voor komen van welvaert getuygdc, wierden de peerden ge wisseld, en, moede van hel lang zitten, slapten wy uyl. Wy hadden niet zoodra onzeu voel op den grond gezet, of een zwerm bedeljongens, wier iiidringendhovd alle grenzen le buvlen ging, omringde ons en begon ons le twellen. Meer om ze kwyl 1c geraKen, dan uyt wezenlvk mede- Ivdeii, lastte ik iu mynen zak, om hun iels te geven. Toen mvn reysgenool dit bemerkte, hield hy myne hand tegen. Om alles in de wereld, geef dat kanailje niets riep hy. Hel is zonde en' schande, eii een zeker bowvs dal liet bestuer van deze slad niet in de beste handen is, dat zoo iels geduld word. Zoo er voor de vvezenlyke armoede .wierd gezorgd. zou zulk schandael niet plaets hebben. Als ik hier aen het hoofd der politie stonde, zou zoo iets niet gebeuren. Maer wacht, ik zal er wel een eynd aen maken Met deze woorden ligtte hy zynen gaenstok op, en «loof op den wilden troep los, die nu lagchende, om aldus te protesteren tegen de schending der beloften van 't ministerie. Maer deze hadden vergeten dat ministersbeloften en rotte appels even veel weerde hebben, byzonderlyk als de beloften betrek hebben met de contributiën des volks te verminderen. Andere zeggen dat de afge- veerdigden die grondige uytleggingen begeeren naer de sectiën niet hebben willen omzien, om dat zy voorop wisten dat hunne poogingen vruch teloos zouden geweest hebben. Wy zyn van gedacht dat de eene en de andere slecht gedaen hebben, want met het ministerie altyd met zyne slaven alleen in 'tgeheym te laten voorlloeffelen, blyven de misbruyken, degeldver- kwistingen en byzonderlyk de zware lasten altyd de zelve en word het liedeken altyd waer ge- maekt: den boer zal 'tal betalenEn dat het wederom gaet uytkomen op Dit gaet gy zien. Minister shako heeft dus zynen volksverpletterenden oorlogbudget, met eenige duyzende franks VERMEERDERD, in de kamer zien voorbrengen, en daerop zitten de wetmakers nu bezig met klappen, redeneren, discuteren en delibereren. Zelfs is er een lid afgekomen met den voorstel om by de somme van HONDERD DUYZEND FRANKS die men sedert 1861 alle jaren verknoeyd aen het opmaken van eene land kaert, die dus al een HALF MILLIOEN FRANKS gekost heeft, nog jaerlyks het kindergeld van VYF EN ZEVENTIG DUYZEND FRANKS te voegen. Dit achtbaer lid gaf voor troost dat, met de somme van HONDERD DUYZEND FRANKS jaerlyks te verhoogen tot HONDERD VYF EN ZEVENTIG DUYZEND FRANKS ook jaerlyks, men de hoop mogt koesteren die kaert binnen vyf a zes jaren voltrokken te zien! Zoo danvyf honderd duyzend franks voor de vyf afgeloopene jaren en nu nog zes jaren lang, elk jaer, honderd vyf en zeventig duyzend frankszal te samen VYFTIEN, HONDERD VYFT1G DUYZEND FRANKS uytmaken vooreene landkaert Het kamerlid welk deze yerhooging voorgesteld heeft zegt dat het eene allerschoonste landkaert zal wezenWy willen 't gelooven, zy mag wel schoon zyn, want zy zal schroomelyk duer kos tenVYFTIEN HONDERD VYFTIG DUYZEND FRANKS voor eene landkaert, wy hebben't nooyi op eene viool hooren spelenMaer wat is 't, den boer zal't toch al betalen Uyt eene antwoord door den oorlogsminister, deze week, in de kamer gegeven, blykt dat op 4 janry lest, er maer een millioen 446 duyzend 860 fr. meer overblyven van het krediet bestemd om de lonklorens, 'kazematten en kasteelen van Ant werpen te voltrekken. Nu, deze som is als eene vlieg in nen brouwke tel ingezien alles wat er aen die ongelukkige ver sterkingen nog ontbreekt; deze zyn gelyk aen eene mande zonder bodem; hoemeer men er in giet hoe meer er doorvalt en hoe meer er verloren loopt. Doch wat er 'tongelukkigste daer van is, 't is dat er al wederom millioenen in de kamer zullen gevraegd worden om die geldverzwelgeude zot- tigheyd, die weieens het plat schieten of dealge- heele verdelging onzer ryke koophandelstad Antwerpen zou konnen té weeg brengen en daerby den oorlog in 't herte van 't land lokken, voort te zetten en te voltrekken. Maer 'tis al verloren gepraet en geschreven het liberhatersministerie beeft zyn besluyt geno men, en alhoewel de Belgen onophoudelyk kla gen en jammeren over het gedurig aengroeyeu en verzwaren van alle slacb van lasten en contribu tiën, gaet het steeds voort met de zotte uytgaven te vermenigvuldigen net als waren wy hier in een land waer het meermaels in 'tjaer geld regent. Kortom, de millioenen zullen er wederom komen en blyven komen, en de arme schalpligti- gen zullen den aerdigen troost hebben van ze aenhoudend te mogen blyven leggen, zoolang de kiezers het ministerieel boelken niet met eenen keer opscheppen en zeggen 't heeft er nu al wel geweest, g' hebt niet alleenlyk al onze vryheden verwurgd en ons tot slaven van een verbeestend francmacousliberhatersdom vernederd, maer gy wilt ons 'tleste spiërken merg uytzuygen en ons effenaf met krot en mot opslikken, dit zullen wy niet gedoogenmet d'eerste kiezing moet dien haspel weg of't woord van keyzer Karei zal geen waer meer zyn, te wélen dat de Belgen getrouwe onderdanen zyn maer noch slaverny noch volks- uytzuygery verdragen. schreeuwende, dreygende en scheidende uyt elkander sloof. Ik wil hel gul bekennen, dal dit my van een zoo achtbaer man in den hoogslen graed mishaegde Er bleef mv echler geen tyd meer, om my hierover uyt te laten; want de versche peerden waren voorgespan nen, en den postillon begon op zvnan hoorn, le blazen. Toen wy weder op onze plaets zalen, vatte mynen reysgenool zelf over deze zaek het woord op. Ik meen bemerkt le hebben, sprak hy, dal mvn gedrag legen die bedeljongens u niet heeft uenge- slaen lk wil niet ontkennen, antwoordde ik, dat ik hel wel wal hard vond wanl ik, voor my, denk in zooda nige gevallen altyd gy geeft met een goed oogmerk. Mogen zy nu ook al de gilt niet naer behooren weer- deren, en misschien niel op de bestewyze besleden, mvn doel was loch goed. En in uw gedrag kan loch eene onregtvcerdighevd liggen er kon toch al ligl een wezenlyken armen onder die allen geweest zyn lk maek lussehen bedelaars maer zelden onder- scheyd, zegde den ouden heer, en dil word slechts door gehrekkelykheyd of hooge jaren uylgelokt, ofschoon ik ook hier, en inzonderhevd hy gebrekkigen, hoogst on- aengonaem leergeld heb betaeld. Hel is my intusschen met onverschillig hoe gy over my oordeell, ik wil u daerom do redenen voor myn gedrag opgeven, en tevens als het u mol verveelt, eene geschiedenis vertellen, lk betuygde myne belangstelling, en hy begon als volgt Het bedelen houd ik, inzonderhevd by kinderen, voor een groot verderf en wel naer ligchaem er naer ziel. Zie die jonge bedelaers maer eens aen! Meestal is hun gezigt bleek en slaen hunne oogen holhun ligchaem is on evenredig dik, by hunne overige raagerheyd. Dat is De Sentinelle kondigi een document af, dat. des te belangryker is, daer men altvd geloochend heeft dat er iets dergelvks bestond. Wy laten evenwel aen het blad de verantwoordelykheyd van 't geen het aenhaelt. Het blad kondigt eene circulaire af, ondertee kend door minister Chazal, waerin men de offi cieren, gelast met het schikken der leeskabinet ten, den raed geeft, by voorkeur die dagbladen te kiezen, welke het Ministerie verdedigen. Verder leest men in die circulair, dat men aen de anderen abonnementen moet afnemen en alzoo zegt. men, zal men de hulpmiddelen der slechte pers verminderen, terwyl men de goede de ministerieële, zal bevaordeelen. Het document is weerdig van te worden aen- gehaeld het doet. andermael zien, hoedanig het Ministerie de vryhevd van denkwys eerbiedigt, zoowel in het leger als in de pers zelve Men denkt dat den Senaet, als hy zich zal bezig houden met de kwestie van kiesbedrog, het prin ciep zal stemmen van schadevergoeding voor reys en verblyf, te verleenen aen de kiezers, die in de arrondissementens hoofdplaetsen moeten gaen stemmen. Dit zou niets meer dan billyk zyn. eensdeels hel gevolg van onhohoorlyk en onmalig eten daer zy namclyk meest brood ontvangen, eten zy onop houdelyk de mneg krygt geer.e rust. daer zy altyd ver teren moet, helgeen de eezondhoyd verwoest en lot ontelbare kwalen den grondsteen legt. Anderend eels is bet gevolg van onverzadelvken snoeplust, daer de kinderen het ontvangene geld, in plaets van hel naer hunne ouders le dragen, meestal versnoepen, hetgeen wederom den grond legt tot Inter z<'debederf, tot hc- geerlykheyd en trek naer het een en ander, die tol dief stal voert. Maer dat is niet eens de ergste zyde der bcdelary. Deze ligt nog meer daèrin, dat alle gevoel van schnemte en eer word vernietigd, losbandigbeyd en brutaliieyt de plaets daervoor innemen, en op die wyze voor alle ondeugden do deuren worden open gezet. Hierby komen den afkeer voor werken en de lnydheyd, die hierdoor gegrondvest worden. Wie eenmael dezen weg betreden heelt, en er niel bv tyds van word afge trokken, is voor al zyn leven bedorven. Zeg mei dal er uytzonderingen zyn. Ik reken er slechts één op honderd bedelaers. Wanneer ik dac-rom een stedelyk bestuer inisprys, dal bedelary toelaet en niet zyn best doel om door aenspraek op de weidadig heyd-der hewooners, wanneer andere middelen te kort schieten, het kwaed te stuyten en ondersteunings ver- eeriïgingen le grondv-sten, dan ben ik uyt ervaring in myne volle regt. Daorop. grond ik nu de gevolgtrekking, dal door giften aen zulke jongens, als ik daer straks heb vveggejacgd, en wier onboschaemdbeyd myne ervaring weder op nieuw heeft bevestigd zedebederf word in de hand gewerkt Meenden het bestuer en zy, die aen het hoofd der openbare weidadigheyd staen, hel inder- daed wel met hunne medemenschen, dan moesten zy zulke kinderen zonder komplimenten oppakken, hen in -reddingshuyzen of by brave huysgezinnen en meesiers Onlangs heeft er te Gend eene prysdeeling plaets gehad, niet voor binders maer voor gedi plomeerde schoolmeesterssen van T liberhaters onderwys. En ziet boe behendig men te werke gaet om Geloof en Kerk zydelings te bevechten. Men heeft namelyk als belooningsprys aen die sohooldamen eene nieuwe historie van Keyzer Karei gegeven, waerin dien calholyken en roem- ryken vorst, zoowel als de Roomsche Catholyke Kerk op eene halelyke wyze aengerand en gelas terd worden. L' Echo du Parlement die betaeld word om al tyd vivan de ministers te roepen, dit ministerieel blad vind dien lasterboek tegen Kerk en keyzer zeer goed en voordeelig geplaetst in d'handen van gediplomeerde schoolvrouwen van 't gou vernement. En dit is kiaer. Moeten die gedi plomeerde Madamen van het staetsonderwys niet gedurig meer en meer onderwezen wor den om alzoo trapswyze te konnen opklimmen tot die verhevene schoonheyd van de onaf- hanglyke zedeleer (morale indépendante)? Zonder die morale indépendanle waer zouden de francma- QOtts en solidairen konnen vrouwen vinden die hun gelyken? Nergens. Daerom is't dat zy zoo be zorgd zyn om vrouwen naer hunnen smaek op te vormen. Blyft dil voortgaen, wy zullen geenzins verwonderd zyn aen de gediplomeerde school meesterssen tot prvzen te zien geven het walge- lykstvoortbr n(:sel \an den bedorven Voltaire, fa Puc-elle, dit meesterstuk zyner vuyligheden, eü de wulpsche boekwerken daerby van Michelet Daermeê zal d'opvoeding kompleet zyn en de vrouw der XIX eeuw opgeleerd en vrygemaekt van de vooroordeelen van andere tydenDan zouden de francmaeons en de morale indepen- danté gasten lachen Den Egoui du Parlement is zot van vreugd om - dat deti Fransbhen volksvertegenwoordiger Mr Glais-Bizoin, in de wetgevende kamer van Vrank ryk over onzen luykschen geldsmid Frère-Orban gesproken en de Belgen verzocht heelt dien groo- ten minister aen Vrankryk over te laten. Den gedienstigen ministerielen Egout zegt ons niet of hy den klugtigen voorstel van M. Glais- Bizoin aenveerd. Wat ons, Belgen, betreft, wy staen met alle bereydwilligheyd toe dat M. Frère met pak en zak naer Vrankryk verlrekke en zullen met handen en voeten zyn paspoort onderteeke nen. En om óns geschenk aen Vrankryk nog kostelyker te maken, zyn wy zelfs bereyd de vyf andere ministers by M. Frère in de zelfde bael in te pakken, tot Rogier en Chazal toe, die zeker met. geluk hun moederland zouden weerzien. Bovendien zullen wy de bael met ministers op onzen kost frankeren en met de groote vitesse naer Parys sturen. Al de menschen van gezond oordeel zyn langs- ommeer verontweerdigd over de domme komedie waerdoor de francmacons te Brussel de gedach- bezorgen, alwaei* voor hunne opvoeding gezorgd wier- de. en dan verder nauwkeurig onderzoek doen, hoe hel er mei de ouders uytziet, aen wie zy loubehooren. Dan zon men maer al te dikwyls vinden, dal het trage, ver wende, nn t zelden verkwistende menschen zvn, die alleen door soberheyd kunnen worden verbeterd. De waerlyk noodlydenden eveniwel behoorden ondersteund te worden. Er was veel waers in helgeen den wakkeren man zegde. Na nog hel een en ander hierover «esproken le hebben, vervolgde hy zyne beloofde geschiedenis, die hy op deze wyze begon Hét plaelsje, waer ik woon, is eene kleyne landstad,, van omstreeks acht duyzend inwooners. Ofschoon* er veelvuldig verkeer plaets vobd, waren er toch ook vele armen, en niel weynig bedelaers. De weidadigheyd der hewooners wierd op zware proeven gesteld. Gy weet, dal men in dergelyke plaelsen zyn vqlk lamelyk van naby kent, en babbelen is eene zaek, die het meest beoefend word. Over eenen bewooner van het stadje waren alle menschen h.Y eens. en hunne uylspraek luydde Den ouden Deuvik is een ergen gie rigaard Dezen ouden Deuvik was inderdaed een raren patroon, zooals men ploegt te zeggen. Hv was een reg ion Nero-niemandsvriend. Hy sprak, als mm hem legen kwam boe noch. ba en had geene andere aen spraek dan zyn oud. n knecht, die zynen kok oppasser, hnysknecht, kortom zyn alles wms. En dien factotum Vaientvn heette den man was een verdraeyd ventje, zoo mogelvk nog barscher en norscher dan zynen beer en meester. Hierby kwam het dat den ouden Deuvik sehalryk was men zegde dat hy zelf niet wist hoe ryk, en dat wilt veel zeggen. En dezen ouden Deuvik gaf nooyt aen eenen bedélaer een penningja den krommen Vaientvn joeg al svat

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1866 | | pagina 1