59s,e Jaar.
Zondag14 October 18U5.
1953.
IJZERENWEG. VERTREKUREN UIT AELST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
't Liberalismus en de
Vrijheid
TIE IDTTTXIR,.
Militaire remplacenienten.
Kiesexamen.
DENDER-BODE.
ABONNEMENTPRIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December.
ANNONCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen op 3'* bladz.50 cent.
Oendermonde. 4-56 6-35 8-45 11-09 3-09 6-40 10.08
Lokeren. 4-56 6-35 8-45 11-09 3-09 6-40
Mechelen. 4-564 6-351 7-30d 8-1 2d Exp. 1« i' 3* kl. 8-451
1l-59d l-04d Exp. 2» 3* kl. 2-51d 3-091 5-08d
6-40/ 10-08d Exp. 1* 2* 3* kl.
\olw. 4-561 6-35/ 7-30d 8-l2dExp. 3 kl. 8-451 l-04dExp.
1*2» 3* kl. 2-51d 3-09/ 5-58d6-4uM0-08d Exp.
1« 2* 3* kl.
Brussel, langs Denderleeuw. 4-23 7-30 0-00 8-12
E 3 kl.9-13 10-25dir. 11-59 1-04 E3 kl. 2-51 5-05 E 3' kl
(5-18 des zondags) 5-58 8-49 direct 9-16 10-08 E 3 klas.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-iad 4-5616-38/ 8-12d
E 3 kl. 8-451 O-OOd 9-13d (H-59d tot Leuven) l-04d
Exp. 1*2» 3'kl. 2-51d 5-58d 8-49d direct 9-16d 10-08 E
3 kl.
(1) Nota De letter 1 beteekent langs Tenuondt en de
Gent, (5-00's vrijd 7-04dir. 7-56 E 3 kl. 8-44 9-41
12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 5-59 E 3kl. 6-04 6-38
8-49 Exp 3 kl. 9-38 en des zondags 12-39
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 38 5 59 E 2' 3» kl. 6-38
Doornyk, Mouscrou, Kortryk, Ryssel langs Gend) 8-47
12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Alh) 5-55 8-12 E.
3 klas lol Denderleeuw 11-59 2-51 6-00
Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-55 7-30 8-12E.3 kl.
tot Dendert. 11-59 2-51 6 00 9-11
Bergen, Quiévrain 5-55 8-12 E.tot Denderl.11-59 2-51 5-58
Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds
bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 5-58
Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02
Hoorsel.Opwyck.Methelen,Antwerpen 5,07 9,27 3,21 6,09
letter d langs Denderleeuw.
Unique Saam
NAAR AELST UIT
Ath 6.48 10.19 1.18 4.08 7.57 9.15
Anlw. 5.15 6,30 9,15 9.50 10.50 E. 1« 2* 3» jl. 12-22
3-15 E. 1°2#3* kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. 2° 3* kl.
Brussel 6.19 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 11.06
11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8.10 E3 kl.
8-24 en des zondags 11.45
Dendermonde 7.07 9.41 11.35 2.27 5.28 8.24 10.54
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.48
Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.15 9 43 11.06 12.31 E 3kl.
1.55 5.06 8.11 dir. 8.23 9.35 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.25
Lokeren 6.33 8.48 10.57 1.46 4.44 7.52
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 6.04 6.19E. 3 kl. 9.00 11.12E 3 kl. 11.54 6.04
uit Gent naar
Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-ie-
Corate 5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.59
UIT GEERAERDSBERGEN NAAR
Maria-Lierde.Sollegem, Moortzeele en Gent, 5.15 vryd.
7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 2.58 5.50 E 8.51
uit Dbndbrlbeuw NAAR
Haeltert, Burst, llerzele, Sotteg. Audenaerde, Ansegem
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.C9 7.20 diroot.
uit Sottegem langs denderleeuw naar
Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.49 12.06 1.28 5.00 7.48
uit Antwerpen naar St. Nikolaes, Lokeren en Gent
4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 5.12 E 3 kl.6-35 8-00
9-10 E
uit Gent naar Lokeren, St. Nikolaes bn Antwerpen
4.25 7.05 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 E 2kl.5.25 7,15
bit Sottegem langs Erpe-Meire. 7.50 1.58 7.48
uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Moorsel en
Aelst: 5,50 10,04 4,17 7,12
AELST, 15 OCTOBER 1885.
Het liberalismus bazuint op alle toonen uit
(P.! bet de ware voorstander, de warmste
verdediger en beschermer der vrijheid is, doch
als men die beweering grondig onderzoekt,
dan heeft men weldra de overtuiging dat er op
de wereld geene sekte bestaat welker aankle-
vers willekeuriger, gebiedender en onver
draagzamer zijn.
Onze liberale tegenstrevers eerbiedigen de
vrijheid gelijk zekere wilde indische stam die
zijnen afgod vereert met hem in 't aangezicht
te spuwen.
Het woordje vrijheid bezit eene tooverkracht
die de volkeren verleidt. Ook heeft het libera
lismus alle zijne krachten ingespannen om
zich dit woordje uitsluitelijk toe te eigenen.
Moest men het gelooven, 't zijn de liberalen
die de vrijheid in de wereld brachten*t is
aan hen dat de volkeren haar behoud verschul
digd zijn; 't zijn zij die haar dagelijks moeten
verdedigen tegen de ultramontaansche kuipe
rijen in de duisternissen gesmeed.
Schoone woorden inderdaad, maar die jam
merlijk door de daadzaken gelogenstraft
worden.
Zoo dan, heeren liberalen, gij zoudt de
voorstaanders, de beschermers der vrijheid
wezen
Zeg liever dat gij de draadpoppen, de poli
chinellen der vrijheid zijt
Wijst ons eens de vrijheid aan welke gij
openlijk en ernstiglijk verdedigd hebt, en die
gij nooit eindigde met te verraden?
't Is de waarheid,uwe ware belangen lokten
u tot verraad, want alle de vrijheden draai
den opvolgen! ijk tegen u uit, en 't is dus niet
te verwonderen dat gij u, op uwe beurt, tegen
haar hebt gekeerd.
Gij zoudt wel onnoozel moeten wezen om
datgene te verdedigen, 't welk uwen onder
gang bewerktIn uwe oogen is de vrijheid de
vijand, zij is uwe dood.... Een uwer meest
befaamde partijgenoten, professor de Laveleye,
bekende het openlijk.
Dat gij in die omstandigheid de vrijheid
zoekt te verworgen, heeren liberalen, dat valt
niet te bewonderen.
Wij begrijpen niet, hoe gij de stoutmoedig
heid durlt nemen aan de Belgen pogen wijs te
maken, dat gij voor onze nationale instellingen
groote genegenheid gevoelt. Hoe durft gij de
schaamteloosheid zou verre drijven u als de
verdedigers onzer grondwet aan te stellen,
wanneer de meeste der vrijheden welke zij
ons waarborgt, in uwe oogen slechts vermolm
de steenen zijn, die er, de eene na de andere
dbor u uitgeworpen worden
Het jonge meisje keek op en er lag tamelijk veel
spot in hare schalke oogen, die zij naar bet teederc
aangezicht van haren aanbidder opsloeg.
Beste heer Rusiuit, sprak zij, het zou mij we
zenlijk een groot genoegen zijn uw geuot to bevor
deren, zooveel ik kan, maar het gaat waarlijk niet,
wijl ik geene andere handen en oogen meer over heb
om voor mij te werken.
Waarom moet gij die prullen du juist afmaken
riep de heer Ruslutl ontstemd uit.
Om de waai heid te zeggen, anlwoordde zij.
omdat wij morgen het geld noodig hebben om
schoolgeld te betalen, om koffie te kunnen drinken,
om te leven in een woord. Dat zult gij nauwelijks
gelooven. Gij ziet mij althans vrij ongeloovig aan,
maar het is zoo, beer Ru3luildaarom moeten mijne
heldere oogen het zich getroosten een weinig dof en
moede ie worden.
Goede hemelriep M. Rustuit, waarom zegt gij
mij dat nietwaarom komt gij niet bij uwen vriend,
die altijd lol uwen dienst is
Hij trok eene zware beurs uit zijneu zak, schoot
de ringen weg en ging ieverig voortNeem er zoo
veel uit als gij wilt, Marielje, neem zooveel als gij
noodig hebt. Neem alles maar en geef mij terug als
het u schikt.
Neen, neen riep de beer Rustuitik dring er
op aan als gij waarlijk gelooft dal ik uw vriend ben,
moet gij hel aannemen. Zonder complimenten, Ma
rietje, hoeveel hebt gij noodig
Als gij mij op mijn eerlijk gezicht en mijn
woord van eer acht gulden leenen wilt, anlwoordde
zij, zal ik bet geld stipt en dankbaar terug betalen.
De heer Rustuit telde haar teistond acht gulden.
Strijk op, Marielje, riep hij vroolijk, maar ik
zal een strenge schuldeischer zijn.
Ik zal dus heel nauwkeurig op den dag moe
ten passen, lachte het jonge meisje.
Wat hebt gij, heeren liberalen, met de vrij
heden gedaan welke onze vaderen van 1830
ons ten prijze van hun bloed verschaften
Wat hebt gij bezonderlijk met de vrijheid van
onderwijs uitgerecht? Zijt gij het niet die op
alle toonen uitroept dat de vrije school tegen
strijdig is aan 't algemeen belang, en dus door
alle wettelijke en onwettelijke middelen die gij
ter uwer beschikking hebt, moet bevochten
worden.
Indien gij de vrijheid waarlijk lief bebt
waarom het dan door uwe daden niet ge
toond
Welke krachten hebt gij ooit ingespannen,
hoeveel geld hebt gij opgeofferd om vrije scho
len te stichten Wel liberaal, maar voor
vooveel en zoolang dat men op de geldbeurs
niet klopt of de slotjes waarmee uwe zakken
vastgaan niet poogt open te breken Immers
gij had destijds, heeren liberalen, hier en daar
met veel moeite eenige scholen ingericht, en
reeds hebt gij ze aan de goede zorgen van den
Staat en der gemeenten overgelaten wetende
dat zij kortelings bij gebrek aan de noodige
geldmiddelen van uitputting zouden verdwij
nen 't Is waar er blijft u nog de vrije uni
versiteit van Brussel over die, dank aan de
milde toelagen van provincie en stad, blijft
bestaan, maar die anders ook reeds lang zou
verdwenen zijn
En wij, catholieken, wij hebben de univer
siteit van Leuven, onze kleine seminarien,
onze catholieke collegien en onze twee duizend
lager scholen op den hals, en alle die gestich
ten leven uitsluitelijk door onze giften, zonder
ooit een enkel oordje van de staatskas te
eischen Zeg ons eens, wie van ons beide
is de vrijheid het meest toegenegen Wie
van ons beide mint waarlijk en rechtzinnig de
vrijheid
Het is thans opnieuw gekend dat het minis
terie zich de noodige remplacanten niet heeft
willen verschaffen om in de vragen te kunnen
voorzien die door de milicianen gedaan wer
den.
1515 vragen .wierden ten bekwamen tijde
gedaan en het ministerie van oorlog beschikt
slechts over 727 manschappen, derwijze dat
788 tamilievaders zich in den hoogst moeielij-
lijken en angstvollen noodkeus bevinden, ofwel
ten prijze van groote opofferingen een rem-
placant te zoeken, ofwel hunne zonen naar de
kazernen ie zenden waar zij, gelijk men weet,
volgens de liberale principenverzedelijkt
worden.
't Is nu de vijfde maal sedert de liberalen,
lot ons ongeluk, het bewind hebben in handen
genomen, dat het feit zich voordoet, terwijl
het eatholiek ministerie de zaken derwijze
wist te schikken dat het aan alle de vragen
om een remplacant kon voldoen.
Wat is de oorzaak hiervan
Eenvoudig omdat het liberaal ministerie
Gij maakt mij gelukkig, beste Marietje, riep
de heer Rusiuit. Zie, als men too alleen op de we
reld slaat als ik, is hel een ware troost een wezen
te vinden, dat niet aan ons twijfelt.
Tw.'jfelen dan zooveel menscheu aan u vroeg
zij.
Gij kent de wereld niet, antwoordde hij zuch-
tcude. De menschen zijn valsch en boosaardig. Ik
ben altijd eenvoudig een eerlijk man geweest, die
mijn leven in arbeidzaamheid heb doorgebracht.
Ik heb niets meer gehaat dan lichtzinnigheid, ledig
heid en losse beginselen, maar mijne zienswijze
hevall de menschen niet.
Daarom bevallen de meeste menschen u even
min, antwoordde Marie.
Daar hebt gij gelijk in, riep de heer Rustuit,
ik vertrouw niet gemakkelijk een ander. Wat ziet
en hoort men dagelijks afschuwelijke dingen, ging
hij voort; niemand wil meer werken, maar ieder
wil een vroolijk leven hebben. Zie de jonge meisjes
maar eens, die niets in het hoofd hebben dan opschik
en de nieuwe modes, en de jonge heeren, die aan
niets denken dan aan eenen schoonen baard.
Foei, die baard! riep Marie rilleud.
Niet waar, voer de heer Rustuit bezield voort,
het is schande' Zij loopen langs 's Heeren wegen
als wilde menscheneters, vooral hunne wijsheid zit
in hun baard. Een mensch met den baard is in ieder
geval een verwaarloosd mensch, een deugniet, dien
men niets kan toevertrouwen. Vertrouw nooit iemand
die een baard draagt, Marielje.
Dal doe ik ook niet, stemde zij toe.
Dan bestaat er toch veel sympathie tu3schen
ons, riep de heer Rustuit verheugd.
Ziet gij, vrouw Lork, zoo gelukkig ben ik in
geen tijden geweest. Het is mij alsof ik een lid van
uwe familie ben; uw zoon, of daar ik nu dit eenmaal
niet zijn kan uw schoonzoon 1
Bij die woorden begon de heer Rustuit luid te
lachen; daarna werd hij op eens ernstig en schudde
nadenkend het hoofd, terwijl bij zijne buurvrouw
een zwaarmoedigen blik toezond.
I Wat èen mensch toch al niet in het hoofd
koml, sprak hijja mijn hemel, men mag nog den-
zich geene moeite wil geven om zich de noo
dige remplacanten te verschaffen.
Dat het liberaal ministerie eens de maatre
gelen neme, welke zouden dienen genomen te
worden, en wij durven verzekeren dat liet
weldra het noodige getal remplacanten zal ter
beschikking der familievaders kunnen stellen.
Doch het liberaal ministerie wil dat niet
omdat het stillekens aan den persoonlijken dienst
wil invoeren om aldus later destegemakke-
iijker tot het pruisische stelsel van alle
man soldaat geraken.
Zietdaar de oorzaak van den hoogst moeie-
lijken en angstvollen noodkeus in den welken
tal van familievaders jaarlijks gesteld worden.
Ja, honderden familievaders zullen weer onge
looflijke sommen moeten betalen willen zij
niet dat hunne zonen zeiven naar de kazerne
optrekken. Men spreekt deesjaar van 3 duizend
500 franks voor een remplacant. Dit is ruïnee
rend zelfs voor begoede burgers en landbou
wers, nu bezonderlijk dat de landbouw,
nijverheid en handel door de nalatigheid van
't liberaal ministerie zoo zeer lijden.
Voeg hierbij nog de vermeerdering der be
lasting en rechten van allen aard, waaronder
wij gebukt gaan, en men moet geene groote
cijferaar wezen om te kunnen uitrekenen wat
alle die liberale uopvppm ons weerd zijn.
Maar wat geeft dit alles aan 't liberaal minis
terie de Belgen zijn in hunne oogen niets
anders dan een overwonnen volk dat zij, naar
harte lust, mogen pluimen en blijven pluimen
en dan eindelijk het vel afstroopen....
De liberale ministers bekommeren zich
slechts met de Staatsgeldkist; al wat zij doen
i^ zorgen dat zij altijd wel gevuld weze ten
einde eerst voor hun moederskindje te zorgen
en dan voor de neefjes, kozijntjes en vriende
kens en vooral voor het oflicieele ongediert
dat het klaarste van 's lands inkomsten weg-
knaagt
De nieuwe spelling der Vlaamsche taal, in
in 1864 bij koninklijk besluit aangenomen,
wierd in den beginne, en te recht, veel be
streden. 't Is slechts later dat deze spelling
algemeen bijgetreden wierd. Dit is wellicht
ook de oorzaak dat velen nog zondigen tegen
sommige regels eensdeels door hunne gehecht
heid aan het oude stelsel, en anderdeels door
hunne onachtzaamheid opzichtens de nieuwe
aangenome spelregels, waar zij in den beginne
in 't geheel niet van wilden en die hun dan
ook ontsnapten.
Daarom denken wij het geraadzaam en
nuttig len belange der kandidaten voor het
aanstaande kiesexamen, de oorspronkelijke
spelregels, aangenomen door de Commissie,
bij koninklijk besluit van 25 Januari |1864 aan
gesteld om de regels te bepalen, hier in ons
blad mede te deelen
ken wat men wil. Gedachten zijn vrijmaar hoe
meer men denkt, hoe bedenkelijk de zaken dikwijls
worden.
Men moet niet al te veel in zijn hoofd hebben,
sprak de weduwe verlegen lachende.
Ik vraag u verschooning, antwoordde de heer
Rusiuit beleefd, op mijn leeftijd bedenkt men alles
wel tienmaal. Ik mag zeggan, dal ik niet tot degenen
behoor die lichtvaardig haudelen, en wat trouwen
betreft, dat is iets waartoe de verstandigste mensch
kan komen.
Zeer wijs, zeer waar, viel het jonge meisje in.
Met dat al, vervolgde de heer Rustuit treurig,
is het een ongeluk, zoo geheel alleen op de wijde
wereld te slaan.
Het staat ook geschreven, dat het niet goed is,
hervatte Marie.
M. Rustuit zuchtte.
Ik ben zulk een kinderachtig mensch, zeide
hij, die over zijn hart niet kan zegepralen. Als ik
trouwen wilde, zou ik wel gelukken. Een man van
geld loopt niet gaarne blauwe schenen, niet waar,
Marietje
Vermogen is eene even nuttige «Is aangename
zaak, anlwoordde het steeds naaiende meisje.
Wat hebt gij edele grondbeginsels.' riep de
heer Rustnit Och, grondbeginsels? ging hij opge
wonden voort grondbeginselen zijn kleinigheden;
maar hier zit het bij mij, hier, en hij sloeg hevig
met zijne hand op zijne borst, maar slak onmidde-
lijk daarna zijn langen arm naar haar uit als een
roofvogel zijne klauwen, sloeg hem over haar mid
den en greep met zijne andere hand naar hare
viugertoppen. Uwe bewondering, sprak hij, belet
mij het ademhalen, Marietje; ik weet niet wat ik u
zeggen zal; maar eerlijk duurt het langst en om
schoone woorden is het niet te doen.
Nu berstte Marie in een schaterend lachen uit
op hetzelfde oogenblik lieten zich buiten haastige
luide voetstappen hooren, waarna een klop op de
deur volgde, die weldra geopend werd.
M. Rustuit keek geërgerd om; de stoornis was
zeer noodlottig maar hij werd veel nijdiger, toen
hij een jong mensch zag binnentreden, tegen wien
Spelling der IVederduitsclie
Taal.
De Commissie, bij kouinklijk besluit van 25
Januari 1864 laatstleden gelast imet het onder
zoeken der verschillende wijzigingen welke
het spellingstelsel van het in 1841 te Gent
gehouden Taalcongres heeft ondergaan, en
tevens met het beramen van middelen om tot
de wenschelijke eenparigheid te geraken, aan-
veerdt de volgende regels, die insgelijks door
de Redaclie van het aanstaande Nederlandsch
woordenboek zullen worden in acht genomen.
1. De verlenging der a en u in gesloten let
tergrepen geschiedt door verdubbeling (taak,
taal, bestuur, muur).
2. De dubbele en o worden gebruikt in
opene lettergrepen, wanneer de e en o scherp
lang zijn, alsook in de geklemtoonde basterd
uitgangen eeren (regeeren) eel eelen, eete
houwelhouweelen. officieel, officiëele) en ees
eezen (Portugees, Portugeezen).
5. Het letterteeken ij wordt met twee stip
pen geschreven behalve in woorden van
Griekschen oorsprong en in eigenamen met
de klanken eg, uy,aey,oy. oeyr, ooy, waarin
men de y moet gebruiken (Egypte, Cyrus, tyran,
Huygens, de Keyzer.)
4. Eene enkele a is voldoende in den twee
klank au (pauw, grauw, blauw).
Men schrijft met eene enkele i zoowel wij
vleien, kruien, draaien, groeien, tooien als ik
vlei, krui, draai, groei, tooi.
De geaspireerde keelklank, die zich voor
eerie t bevindt, wordt, zonder op de afleiding
te letten, door ch voorgesteld (kracht, macht,
gezicht, gewicht, bracht, behalve in de regel
matige vervoeging van werkwoorden wier
stam op eene g eindigt (vliegen, hij vliegt, gij
vloogl. wiegen, hij wiegt,) en in de zelfstandige
naamwoorden op g (hoog, hoogte, menig, me
nigte.)
7. De ch is voldoende in lachen, kachel,
lichaam, enz.
8. Op grond der uitspraak verwisselt men
in koninklijk, koninkrijk, jonkheid, enz., de
oorspronkelijke g met k.
9. Achter eenen langen klank of tweeklank,
gebruikt men de s enkel (ruischen, wasem, bloe
sem, Pruisen, Rijsel).
40. Het woord samen wordt met s geschre
ven in samenstellingen, die er mede beginnen
(samenspraak, samenzwering, als ook wanneer
het alleen staat, behalven in te zamen.
11. Men schrijft ontvangen, ontvonken, enz.
met eene v en niet met eene f.
12. Ter voorkoming van eene verkeerde
uitspraak, schrijft men heuglijk, ontzaglijk, on
verdraaglijk, bijvoeglijk, zonder ingeschreven
e achter de g,
15. Men schrijft adellijk, middellijk, onmid
dellijk, teugelloos, enz., met dubbele maar
hemeling, lieuveling, edeling, met eene enkele l
14. Men schrijft naar verkiezing eigentlijk,
opentlijk, wezentlijk of eigenlijk, openlijk, wezen
lijk, met of zonder ingeschreven t.
hij aanstonds vermoeden opvatte.
De krachtige gestalte en het vrijmoedige open
gelaat wekten zijn ergwaan op, maar den baard
dien de vreemde droeg en die zijne geheele kin be
dekte, nog veel meer.
Langzaam nam M Rustuit den arm weg, waarmee
hij Marie vasthield, want deze stond op, en beant
woordde vriendelijk don groet van den binnentre
dende.
Niet zoo luidruchtig en onstuimig, jongeheer,
sprak zij, de kinderen slapen
Goed, Marie, antwoordde hijik kom maar
eens zien boe gij het stelt. En zonder omslag nam
hij een stoel, ging naast Marie zitten, bood hare
moeder de hand en sloeg een vragenden koelen blik
op den heer Rusiuit, die hem met gekruistte armen
en met halfdicht geknepen oogen beschouwde.
II.
Het is onze neef, de heer Ferdinand Weering,
zegde Marie, met de hand naar denjongeD man wij
zende, en hier is de heer Rustuit, onze voortreffe
lijke vriend, wiens edele grondbeginsels wij daar
straks weêr bewonderd hebben.
De jonge Weering buigde, zonder eene spier te
vertrekken de heer Rustuit daarentegen was over
die voorstelling verrukt.
Duizendmaal verschooning, sprak hij, ik weet
waarlijk niet waarmee ik zooveel goedheid verdiend
heb. Maar mijnheer uw neef, heer Weering, is mij
in het geheel niet bekend het verbaasd mij dat ik
u nog nooit over hem heb hooren spreken.
Hij is een veel te onbeduidend persoon, ant
woordde Marie, haren neef schalkachtig aanziende,
om de eer te hebben van bij u bekend te zijn. Hij
is hoog opgegroeid, krachtig van gestalte en wat
wij over den baard gezegd hebben, heeten wij...
Ja wel, ja wel, riep do heer Rustuit, zich ver
genoegd in de handen wrijvende.
Daarmeê is alles gezegd, ging het overmoedige
meisje voort. Onze baardige neef is voor eenigen
tijd uit den achterhoek, waar hij de scheikunde
bestudeerd heeftverbeeld u nu, mijnheer Rustuit,
dat de jongen zich verheelt alle tooverkunljos te
15. Men schrijft alleszins, anderszins, eenigs-
zins, geenszins, veelszins, en niet allezins, an
derzins, eenigzins, geenzins, veelzins.
16. De verkleiningsuitgangen je en ken
worden de eerste zonder, de tweede met eene
eind n gespeld.
17. Men schrijft doorgaans, volgens, wetens,
willens, nopens, thans, althans, en niet door
gaands, volgends, wetende, wilknds, nopends,
tliands en althands.
18. Men schrijft naar verkiezing drie of drij,
bit of bij, iever of ijver.
Aldus vastgesteld in zitting van 7 September
1864.
De Voorzitter,
J. David.
De Ondervoorzitter,
F. Rens.
De Leden
H. Conscience, J. M. Dautsenberg, J. F. J.
Heremans, Ch. Stallaert, J. Van Beers.
De Sekretaris,
Désiré Delcroix.
IVog een officieele vuilbaard
Men weet met welke gretigheid de officieele
luirikken en andere konijnenkweekers, die
wekelijks 't Verbond aaneenfiausen, de nieuws-
kens meêdeelen die zij in de moddergoot der
onzedelijkheid gaan opvisschen....
Vooral wanneer de plichtige zelfs van verre
aan de|catholieke denkwijze raakt, doen de
liberale scribenten die omstandigheid met
merkbaar genoegen uitschijnen.
Doch wanneer het een persoon geldt, tot de
liberale denkwijze behoorende, die zich aan
schanddaden plichtig maakte, dan zwijgen de
liberale zedemeeslers tot dat zij er, om zoo te
zeggen, toe gepraamd worden op hunne beurt
het gepleegde schandaal meê te deelen.
De verledene week werd door de 'rechtbank
van IJperen uitspraak gedaan in het proces
ingespannen tegen den officieelen hulp-onder
wijzervan Dickebuscli.uit hoofde van schandige
feiten. Deze kerel wierd veroordeeld tot 3 jaar
gevangenis en 5 jaar waakzaamheid der politie.
En de Fcrbonr/schrijvelaars die anders, even
als zekere vlieg zoo gretig op zulke vuiligheid
aazen, spreken geen enkel woord over die
veroordeeling.... Dóch ware de plichtige zelfs
een eenvoudige orgelblazer in gene of deze
kapel geweest, ze zouden dit gepeperd nieuws-
keu wel meégedeeld hebben.
Wat er dan- ook van zij, wij roepen de aan
dacht in der officieele luirikken die 't Verbond
aan een haspelen, op 't volgende schrijven
van onzen confrater, liet fondsenblad van
Gent
Wij deelen verder, zoo zegt het blad de,
veroordeeling meê van een officieelen hulp
onderwijzer in het arrondissement Yperen,
tot drie jaar gevangenis en vijf jaar bewaking
der policie, wegens onzedelijke feiten, gepleegd
in de uitoefening van zijn onderwijzersambt.
Het walgt ons, aangaande dergelijke feiten,
in beschouwingen te moeten treden, doch de
kunnen verrichten, allerlei geheimen te weten hij
meent iets onder zijn dichten bos haren te hebben,
wat een eerlijk man.de haren te berge zou doen
rijzen van verbazing. Ik beveel hem zeer aan als gij
hem eens op de proef wilt stellen, maar ik moet u
bekenuen, dat ik niets geloof van wat hij zegt.
Dus is uw neef scheikundige antwoordde de
beer Rustuit, langzaam en met glimlachende deftig
heid.
Ja, scheikundige, antwoordde Weering glim
lachend dat wil zeggen een mensch, die alle zuren
en grondstoffen kent, alle metalen van schuim kan
zuiveren en met alle gisting-processen bekend is.
Zoo riep de lieer Rustuitde scheikunde is
eene goudmijn, maar een gevaariijk beroep.
Die er geen verstand van heeft, kan zich zeker
er de vingers aan verbranden, antwoordde de jon-
man, ofwel in zijn niets opgelost worden.
Daar hebben wij hel, in niets riep de heer
Rustuil, en uil niet heeft God de wereld geschapen.
De chemisteu lossen alles in niets op, daarom blijft
er ook niets voor hen dan wat rook en wat slof. Gij
weet wat ik gezegd heb, Marietje. Allen eerbied
voor uwe diepe wetenschap en uwe hooge kennis,
mijnheer Weering, maar ik bedank u voor uwe proe
ven.
Ik weet niet, waarde beer, antwoordde de
chemist, spottend, welke proeven gij bedoelt.
Dat is juist de zaak riep de heer Rusiuit. Die
heeren cbemisten brengen hun geheel leven in
proefnemingen door, en wat komt er meë voor den
dag Een zeker man houdt niet van dat proefne-
men ik althans niet, want ik beschouw de schei
kunde als een onzeker vak vol twijfel
Geld schieten op huizen, grond koopen en ver-
koopen, woeker drijven, zich met afzetterij ophou
den is misschien veel zekerder, antwoordde Weering
droog. Daarvan heb ik geen verstand maar men
moet niet oordeelen over iets, waarvan men geen
verstand heeft.
Neem mij niet kwalijk, merkte do heer Rustuit
nederig en beleefd aan ik wil niemand beleedigen,
dat strijdt met mijn karakter. Ik zeg maar wat mijn
hart mij ingeeft. (Wordt voortgezet.)