59s,e Jaar Zondag, oi Augusti 1884. lX* 1981. PONT DES ARTS. IJZEREN WEG.— VERTREKUREN til AELST NAAR VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN De anti-pastors. DE BEDELARES DE DENDER-BODE. ABONNEMENTPRIJS6 FRAiNKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 51 December. ANNONCENPRIJS, per drukregeli Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen *p i4® bladz. oenl. Dendermonde. +-56 6-36 8-45 11 -09 3-07 4-35 6-45 9-40 Lokaren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 9-40 Mechelen. 4-561 6-361 7-30J 8-12d Exp. 1«2*3®kl. 8-451 ll-59d 1-04d Exp. 1*2* 3*kl. 2-51 d 3-071 6-451 9-40.1 10-08d Exp. 1*2® 3* kl. \nlw. 4-56t 6-36t 7-30d 8-12dExp. 3 kl. 8-451 l-04dExp. 1" 2» 3® kl. 2-51d 3-071 5-58d 6-451 9-401 10-08d Exp. 1" 2* 3* kl. Brussel, lanqs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12 E 3 kl. 9-20 10-25 dir. 11-59 1-04 E3 kl. 2-51 4-35 E 3« kl 5-18 des zond.) 5-58 7.47 en 8-49 direct 9-16 10-18 E 3 kl. Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-5616-3618-12d E 3 kl. 8-451 0-0üd 9-20d !l-59d l-04d Exp.1*2*3" kl. 2-51d 5-58d 8-49d direct 9-16a' 10 08 E 3 kl. (4) Nota. De letter 1 beteekeut langs Termonde en de Gent, (5-00's vrijd 7-04dir. 7-56 E3kl. 8-459-41 12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-38 8.49 9-38 10-20 Exp 3 kl. en des zondags 12-39 Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21 12-40 11-00 dir. 3 08 El* 2* 3* kl. 6-38 8.49 Doornyk, Mouscrou, Kortryk, Ryssel (langt Gcnd8-47 12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38 Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Alli) 5-55 8-12 E. 3 klas tot Denderleeuw 11-59 2-51 6-00 Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Atb 5-55 7-30 8-12E.3 kl. lol Denderl. 11-59 2-51 6-00 9-16 Bergen, Quiévraio 5-55 8-12 E tot Denderl. 11-59 2-51 5-58 Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 5-58 Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02 Moorsel.Opwyck,Mechelen,Antwerpen 5,07 9,27 3,21 6,09 letter d langs Denderleeuw. Caiqae Sana HAAR AELST UIT Ath 6.48 10.11 1.18 4.06 7.52 9.15 Antw. 5.15 6,30 9,15 9.50 10.50 E. 1'2* 3* kl. 12-22 3-15 E. 1*2*3* kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. 1* 2* 3* kl. Brussel 6.19 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 tl.06 11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8-24en 9.40 E. 3 kl. des zondags 11.45 Dendermonde 5-09 'szaterd. 7.07 9.41 11.35 2.28 5.28 8.25 9.14. Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51 Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.21 9.43 11.06 12.31 E 3kl. 1.55 4 04 5.05 8.11 dir. 8.23 9.45 E 3 kl. Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35 Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55 Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19 Oostende 6.04 6.19B. 3 kl. 9.03 41.12E 3 kl. 11.54 6.05 uit Gent naar Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braiie-le* Comto 5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.50 UIT C8ERAERDSBIRGIN NAAR Maria-Lierde, Sottegem, Moortzeele en Gent, 5.11 vrrA, 7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51 uit Denderleeuw naae Haeltert, Burst, Herzele, Sottog. Audeaasrés, Aetegem Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direet. UIT Sottegim langs binrerluuw naar Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.5C 12.06 1.11 5.00 7.41 uit Antwerpen naar St. Nikolais, Lgkerxn br Gear 4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 5.12 K l k 1.6-35 MO 0-10 K uit Gent naar Lokerbn, St. Nikolais en Amtwirper 4.25 7.05 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 K 2ki.5.25 l~i% Uit Sottegem langs Irpe-Meire. (5.52 *s atsrd.) 7.M 1.40 7.48 uit Antwerpen (zuid) naar Opwynk, Meersé ea Aelst: 5,45 11,04 4,17 7,12 AELST, 50 AUGUSTI 1884. Vele lieden zelfs liberalen, schrijft LEs- eautwelke zich de moeite gaven het ver toog der beweegreden van de nieuwe school wet te lezen en den redetwist in de Kamer volgen, kunnen niet begrijpen hoe 't mogelijk is dat de liberale opperhoofden met zulke hevigheid opkomen tegen eene wet zoo gema tigd en zoo voordeelig aan de vrijheid. Indien zij de inzichten en liet doeleinde van 't maconniek liberalismus kenden, dan zouden zij die hevige tegenkanting begrijpen. 't Is 't geheime doel der ongelukswet van 1879 dat velen niet kennen. Immers hoevele menschen telt men niet welke nog gelooven dat de wet van 1879 slechts wierd gemaakt om 't openbaar onder wijs uit te breiden en te beletten dat de geestelijkheid zich met hetzelve nog zou kun nen bemoeien Nu, daarin is het ware doel der ongeluks wet, het waar gebruik van 't oorlogsmachien door de logie uitgevonden, niet gelegen. Het eenige eu ware doel van de ongeluks wet was, men heeft het openlijk erkend, van anti-pastors te vormen. De officieele schoolmeester wierd den anti- pastor. Men gaf hem soms een echt paleis tot woning, men betaalde hem dobbel en dik, nam hem in de vrijmetselaarslogie aan en leide hem dan op tot den bestendigen tegen strever, of liever, bevechter van den geeste lijken herder der parochie In de groote of volkrijke gemeenten verme nigvuldigde men de scholen en bij gevolg de officieele onderwijzers of anti-pastors. Men bekommerde zich weinig met de kwestie te weten of deze scholen en meesters geene leerlingen zouden hebben. Dat deed er weinig toe de belastingbetalers moesten maar afdui- men.- De hoofdzaak, het bezonderste was van zooveel anti-pastors en anti-onderpastors moge lijk te doen opstaan. Het wetsontwerp 't welk komt gestemd te worden, randt de anti-pastors in hunne be langen en positie aan die voor 't vermaak van 't maconnismus zoo vet leefden ten laste der ge meenten. Dit is de groot» misdaad van't ca tholiek ministerie die 't maconnismus hem niet vergeven kan. Al het geschreeuw der logien dient tot niets anders dan om de anti-pastors te verdedigen. Nogthans de anti-pastors worden door 't gouvernement op eene vaderlijke wijze behan deld het waarborgt hen een wachtgeld tot dat zij eene nieuwe bediening zullen verkre gen hebben. Maar de maconnieke instelling is bedreigd zietdaar de oorzaak van die woedende gram schap van 't maconnismus.... Verga liever het vaderland, maar dat men zelfs geen schendende vinger aan de anti- pastors der logiën steke. Zij moeten geheiligd en onschendbaar blijven. De belangen van 't onderwijs, de belangen van 't volk, de belangen der belastingbetalers bekommeren bitter weinig de uitvinders en vrienden der anti-pastors. VAN DE Novelle, NAAR HET HOOGDUITSCH VAN WILHELM HAUFF. 20* Vervolg De jonge man geloofde nog altijd op nieuw, le droomen hij zag wantrouwig rood, of zijne fanlazij hem dan zoo geheel vervoerd had, dat hij in eene droom-wereld leefde maar alle voorwerpen rondom hem, het welbekende priëel, de bank, de boomen, hel kasteel in de verte, alles stond nog ale. vroeger hij zag, hij waakte, hij droomde niet. En deze regels waren dus werkelijk voorhanden zij waren geen droombeeld van zijne verbeeldingskracht Heeft men misschien eene scherts met mij willen drijven vroeg hij zich daarop ja gewis het komt misschien wel alles van Jozefa; misschien was ook die verschijniog slechts een masker Torwijl hij het papier ineen rolde, voelde hij den ring, die in hel briefje verborgen geweest was, in zijne hand. Nieuwsgierig baalde hij hem voor den dag, bezag hem, en verbleekte. Neen, dat ten minste was geene misleiding het was dezelfde ring, dien hij aan het meisje in dien nacht gegeven had, toen hij voor altijd afscheid van haar nam. Hoe zeer hij, ook ia den eersten oogenblik in verzoeking Men raakt de anti-pastors aan!... Onheil! Vervloeking Gruwel! Bedreiging van oproer Wat is dit alles toch kleingeestig en ellen dig Gelukkiglijk begrijpt het volk beter dan de liberale burgerij wal de oorsprong en het doel van den liberale opstand is. Het ontdekt in de manifestatiën de onderwijzers en onderwij zeressen en zegt schokschouderend tot zich zelve wij begrijpen, die lieden willen ten onzen laste breed blijven leven. Wij begrijpen dat ze schreeuwen, en dat zij manifesteren. Het volk gevoelt zeer goed dat de belangen van eenige personen alleen op 't spel staan en vraagt zich af waarom men zulk groot gerucht maakt voor zulke weinig belangwekkende lieden, die, gelijk zoovele andere, de middel bezitten om naar eene andere bediening uil te zien, en die, nog beter bedeeld dan de meesten, in afwachting eene verminderde maar toch betamelijke bezoldiging zullen genieten. Wanneer mpn tot 't volk zeggen zal, dat men zoo hard schreeuwt en tiert omdat men de anti-pastors begraaft, zal hel dadelijk alles begrijpen en zal het nog krachtdadiger schui felen dan het dezer laatste dagen deed?... Laiidgenoten leest en oordeelt Ter oorzake van de ongelukswet van 1879, bestaan er in 't land 179 officieele scholen die geen enkel leerling tellen en omtrent 250 offi cieele scholen die geeneandere leerlingen heb ben dan de 2 of 5 kinderen van deti onderwij zer zeiven. De uitgaven door deze nuttelooze scholen veroorzaakt beloopen jaarlijks tot de verba zende som van een millioen. Het ministerie stelt voor alle die scholen af te schaffen en aldus een einde aan die schandelijke geldverspillingen te brengen. En wat doen de liberalen, zij die beweeren de belangen van de schatplichtigen het best te kunnen voorstaan Zij protesteren er tegen, roepen dat het een ongehoord schandaal is en bedreigen met oproer!... Moet men niet sohaamtevnj zijn om in die omstandigheid le durven manifesteren?... Boven die ledige scholen waarvan hooger spraak, telt men ook in 't land talrijke scholen die door 10, 20, 50 leerlingen worden bijge woond en twee of soms drij onderwijzers hebben. Men deelde ons dezer dagen de schoolreke- ning meê eener kleine gemeente van ons kanton. De officieele school aldaar wordt door een twintigtal leerlingen der gemeente bijge woond, en voor die twintig leerlingen zijn er 1 hoofdonderwijzer, I hulponderwijzer en een onderwijzeres voor 't handwerk. De schoolonkosten beliepen voor 1883, in 't algemeen tot de som van fr. 4,413.55. Is dat geen schandaal De hoofdonderwijzer ontving voor de dag school fr. 1798 en voor de avondschool fr. 551, te samen fr. 2149. Boven deze som geniet hij eene kostelooze woning met hof en verder vuur en licht. Zijne vrouw streek als onderwijzeres van 't handwerk eene som van 200 franks op, zoo danig dat zij te samen jaarlijks boven de hoo- kwam om hier aan bovennatuurlijke dingen te geloo ven, zoo vervulde hein loch de gedachto, dat hij een leeken van het geliefde wezen had, dat zij hem nabij was, met zulk eene hooge verrukking, dat hij niet meer aan de woorden van den brief dachthij twij felde geen oogenblik, dal hij haar vinden zoude, hij drukte den ring aan zijne lippen, hij snelde uil het priëel in den tuin, en zijne blikken dwaalden langs allewegeD, door alle boschjes naar de dierbare ge daante. Hij onderzocht echter te vergoefs hij onder vroeg de arbeiders in den tuin, de bedienden ui het kasteel, of zij geene vreemde gezien h3dden men had haar niet bemerkt. Ontsteld, en bijna onbekwaam om te overleggen, kwam hij aan tafelte vergeefs onderzocht Faldner naar do oorzaak van zijue ver stoorde blikken, le vergeefs vroeg hem Jozefa, of hij misschien nog van gisteren zoo droevig gestemd was. Er is mij iets gebeurd, antwoordde hij, dat ik een wouder zoude moeten noemen, zoo mijn ge zond verstand zich niet tegen alle bijgeloof verzette. Dit zonderlinge voorval, en de woorden van het briefje, dat hij wel tienmaal daags overlas, hadden den jongen man geheel diepzinnig gemaakt. Hij begon na te denken of het wel mogelijk ware, dat boven- aardschc wezens, in hel leven der stervelingen in grijpen konden. Hoe dikwijls had hij met die dweepers gelachen, die aan verschijningen aan boden uit eene andere wereld, aan beschermgeesten, die den menscb omzweven, als aan een Evangelie geloofden. Hoe dikwijls had hij hun zelfs de physische onmogelijk heid bewezen, dat wezens zonder lichaam toch zigt- baar verschijnen, en dit of dat verrichten kunnen, j ger aangehaalde voordeelen van vrije woning, vuur en licht te zamen fr. 2549 getrokken heb ben. Mag men dit niet dobbel en dik betaald zijn I heeten De hulponderwijzer ontving voor de dag- I school fr. 1150 en voor de avondschool fr. I 215,50, te samen fr. 4365,50. Wij vragen het, zou het geene schandalige geldverspilling wezen dien hulponderwijzer I voor dit twintigtal leerlingen te behouden?... Eliwel, de liberalen vinden dat men dien j hulponderwijzer moet blijven behouden, dat het le lastig is voor den hoofdonderwijzer van zoo alleen 20 leerlingen te moeten onderwij zen Volgens ons, moet men niet alleenlijk er den hulponderwijzer van door zenden, maar ook de jaarwedde van den hoofdonderwijzer ver minderen tot de redelijke vergoeding zijner bewezene diensten. Wij willen heden onze bemerkingen hierbij bepalen, doch later komen wij er gewis op terug.... Pnjsdeelingen in de Katholieke Vrije scholen te Aalst. Wij bestatigen thans met het innigste ge noegen dat de prijsdeelingeu in onze Katho lieke Vrije scholen, al wederom, dees jaar, op de meest voldoende wijze zijn afgeloopen. 't Is alsof onze geachtte Meesters en Mees- terssen zich onderlinge een défi hadden ge steld om, elk in zijne school, elk, in zijne klas, elk, in zijn vak de uitmuntendste te wezen eu aan 't publiek een onwedersprekelijk bewijs te geven dat het katholiek vrij onderwijs we zenlijk ter hoogte staat van zijne verhevene, beschavende en verzedelijkende zending. 't Is als of onze deftige Meesters enMees- terssen aan de achtbare weldoeners en wel doensters onzer Katholieke Vrije scholen had den willen zeggen Ziet daar de uitwerksels van uwe nooit volprezene milddadigheid ziet daar een deel der belooning van uwe kostbare ondersteuning; ziet daar den prijs van uwe hoogst loffelijke deelneming in het verdienste lijkste werk dat een christene mensch kan verrichten. En inderdaad, al de tooneelstukjes, al de letterkundige voorstellingendeclamatiën, chooren, ligchaamsoeffeningen, enz., enz., zijn op zoo volmaakte en keurige wijze, door onze kinderen, uitgevoerd geweest, dat de ontelbare toehoorders van alle standen de feestzalen gedurig door toejuichingen, bravogeroepen en frenetiek handgeklapdeden daveren en meestal de spelers en speelsters ten tooneele terug riepen. Waarlijk wij moeten het bekennen, de voortgang der leerlingen in deftige houding, natuurlijke gebaren en zuivere uitspraak is zeer merkweerdig en geeft aan den opletten den toeschouwer de volle overtuiging dat Meesters en Meesterssen hunne taak machtig zijn en zich noch moeite, noch arbeid sparen om de katholieke kweekelingen naar behooren op te leiden en te onderrichten. Kortom, zeg gen wij het maar in een woord Liefde en vlijt voor het goed komen alle hinderpalen, zelfs de grootste, te boven. Wij wenschen dus de geachte Meesters en Meesterssen uitder herte geluk en koesteren de zoete hoop dat zij in dezen weg steeds zullen volherden tol geluk van ouders en kinderen, tot welzijn van Godsdienst en Vaderland. Aan de achtbare geestelijke en wereldlijke overheden, aan de achtbare weldoeners en 1 weldoensters onzer Vrije Katholieke scholen sturen wij onze vurigste dankbetuigingen toe i en smeeken ze voortdurend hunne medewer- king en machtigen bijstand aan de grootste, j de heiligste en verdienstrijkste onderneming, de christelijke opvoeding en 't onderwijs der katholieke jeugd, te willen blijven jonnen. De j Algever zal hiervan nauwkeurige nota houden en hun, ten dage der groote afrekening, zeg gen 't geen gij aan de minsten der mijne ge daan hebt, dit hebt gij aan Mij-Zelven gedaan.. Een onderwijs 't welk geen enkel centiem kost aan den Staat. Zes leerlingen van 't pensionnaat van Ma- lonne komen de volgende examens te onder gaan voor de faculteit der Hoogschool van Leuven, geniescholen M. Pepinster, van Herve, heeft de aller grootste onderscheiding bekomen, en is als eer ste van zijn cursis geplaatst geweest. exa men van 't 2® naar 't 3e studiejaar. MM. F. Moreau, van Ellazelles en A. Dewer- pe, van Jumel werden aangeteekend de eerste met onderscheiding, en de tweede met goeden uitslag. MM. Doutrepont, van Herve, Leon Bidet van Chfltelet, Louis Bauwens van Lier hebben, bij de overgangsexamens van 't eerste naar 't tweede studiejaar, (school der mijnen,) de vol gende uitslagen bekomen de eerste, de aller- grootste onderscheidingde tweede, de groote I onderscheiding, de derde, de onderscheiding. S Bemerken wij dat ieder jaar, en dit bij alle de openbare examens waar de talrijke leer- j lingen van 't gesticht van Malonne zich aan- bieden, zij uitslagen bekomen welke de groot ste eer doen aan hunnen iever tot de studie en de glorie uitmaken van de methoden hunner professors.3 (Amidel'Ordre.) Namen. Een liberale professor der Hoogeschool van Luik, M. Emile de Laveleye, verklaert in een engelsch tijdschrift, de Contemporary Review, dat de intrekking der wet van 4879 een zegen voor Belgie zal zijn. Hij komt tot de volgende besluiten 1. de schoolwet van '79 wierd ge maakt voor een land zonder geloof noch gods dienst 2. de Belgen zijn door en door gods dienstig; 3. de wet had dus voor doel aan Belgie zijn catholiek geloof te ontnemen4. dit doel is niet te bereiken, wijl de meerderheid standvastig is; 5. de wet van 1879 was eene voortzetting der pogingen van de fransche re volutie. De zegepraal der liberalen is gelukkig onmogelijk. Zoo oordeelt een volbloed liberaal over het werk zijner vrienden Ma3r wat hem zeiven gebeurd was, hoe zoude hij dal verklaren Dikwijls nam hij zich voor, alles te vergeten, geheel niet meer daaraan te denken, en in den volgenden oogenblik kwelde hij zich af, om zijne herinnering recht duidelijk voor zijn oog te laten tredenduidelijker dan ooit verschenen dan weder hare trekken, hij had haar immers gezien, toen zij zich aan den hoek nog eens omkeerde; hij had dien liefelijken mond, die rozenwangen, die kin en slanken hals wedergezien' Hij haalde dat portret er bij, hij vergeleek trek voor trek, hij bedekte met zijne hand de oogen eu het voorhoofd der dame, en het was het liefelijke gezichtje, zoo als het onder het halfmasker keek. Hij had zich, wijl Jozefa den volgenden morgend in huis al te zeer bezig was, om hem te onderhou den, weder in bel priëel gezet. Hij las, en onder bet lezen hield hem altijd de gedachte bezig, of zij hem ook weder verschijnen zoude. De hitte van den mid dag werkte verdoovend op hemni6t moeite zocht hij zich wakker le houden, hij las ijveriger en aan houdender, maar langzamerhand zonk zijn hoofd achterover, het boek ontviel aan zijne handen, hij sliep. Bijna op denzelfden tijd als gisteren ontwaakte hij, maar wijd en zijd was er geene gedaante met eenen groenen sluier te zien. Hij glimlachte over zich zeiven, omdat hij haer verwacht had; hij stond treurig en ontevreden op, om in het kasteel te gaan, toen hij nevens zich eenen willen doek zag, dien hij zich niet herinneren kon, daar neder gelegd te hebben hij bezag denzelve, hij moest hem toch wel toebe- hooreD, want in de punt waren de letters van zijnen naam ingenaaid. Hoe komt deze doek hier? riep hij bewogen, loen hij, denzelve nauwkeuriger beziende, ontdekte Medeburgers luistert! De liberale kliek onzer stad, die, weldra 48 jaren geleden, uit hoofde van hare partijdige handelwijze en haar door en door slechts be stuur van ons stadhuis werd gejaagd, spant op 't oogenblik alle hare krachten in om hare ver lorene heerschappij weêrte veroveren. Te dien einde komt zij twee nieuwsbladjes uit te geven, bezonderlijk bestemd om ons Stedelijk Bestuur te bevechten. dat hel een dier doeken was, die het meisje voor hem had moeten vervaardigen, en dio hij als een heilig dom zorgvuldig wegsloot Zoude dit op nieuw een leeken zijn Hij vouwde den doek los, of er niet misschien weder tenige regels ingelegd waren. Hij was ledig; maar in een ander punt van den doek ontdekte hij nog eenige letters, die even als zijn naam daarin genaaid waren; sierlijk en net stonden daar de woordeneeuwige dank Dus toch hier geweestriep de jonge man onwillig. En ik kon hare liefelijke verschijning boosaardig verslapen? Waarom geeft zij mij toch een nieuw teeken f Waarom herhaalt zij deze treu rige woorden, die mij reeds toen en eerst gister weder zoo ongelukkig maakten Ook heden vroeg hij naar de rij af aan de bedien den, of er niet eene vreemde persoon in den hof geweest was. Zij ontkenden het eenstemmig, eD de oude hovenier zeide, dat er sedert drie uren niemand door den hof gegaan was, behalve alleen de gena dige vrouw.En hoe was zij gekleed, vroeg FröbeD, op eene zonderlinge manier verrast. Ach mijnheer, nu vraagt gij mij te veel, antwoordde de oude; zij was gekleed met rijke kleederen, maar hoe, dal weet ik niet te beschrijven; toen zij mij voorbijging, knikte zij vriendelijk en zeide Goeden dag, Jacob De jonge man geleidde den oude ter zijde. Ik bezweer u, fluisterde hij; droeg zij eenen groenen slnier Had zij niet eenen grooten zwarten bril op den neus De oude hovenier zag hem wantrouwig aan en schudde hel hoofd. Eenen zwarleu bril? vroeg hij. De genadige vrouw eenen grooten zwarten bril Wel lieve God, waar denkt gij aanzij heeft zulke heldere, scherpe oogen als eene gems, en zij zoudo eenen Geene gegronde of ernstige grieven tegen ons Catholiek Bestuur wetende in te brengen, neemt de geteekende schrijvelaar van een dezer bladjes, wij bedoelen De Fakkel weêr zijne toevlucht tot de walgelijkste beleedigingen en haatvolle lasteringen die meer dan eens door 't Verbond naar 't hoofd der catholieken wier den ge'slingerd maar die meer dan eens ook de verachting van alle deftige lieden verwekten. Wij willen onze geëerde lezers eens laten oordeelen welke schandelijke lasterende lie- leedigingen de verrachtelijke schrijvelaar zich veroorloft met de volgende regelen meè te deelen welke wij letterlijk uit De Fakkel overschrijven Ter gelegenheid der Vlaamsche Kermis, raden wij de politu aan, binnen negen maanden een oog in 't zeil tt houden in de omstreken van 'l kerkhof, om- dat men daar geene pakjes meer vinde, waar- van de moeder onbekend blijft. Is het walgelijk en schandalig genoeg Neen in een artikel zoo walgelijk en schan dalig als 't eerste, schrijft de gemerkte liberale schurflerikonder den titel van Aangenaam heden der Vlaamsche Kermis de volgende kwaadwillige bezonderheden neêr die niet bestaan dan in zijne haatvolle hersenpan. Luistert, Medeburgers, en zegt ons of wij 't recht niet hebben, den kerel die zich veroor loft deftige heeren en juffers wel ten onrechte van liederlijkheid te beschuldigen, geen schurf- terik mag geheeten worden Zaterdag, Kermisavond, alles was gereed ge- maakt en de vrolijkheden mochten beginnen. Jonge heeren en jonge jufvrouwen waren te samen en verheugden zich over 't gedane werk. Eene danspartij wierd ingericht, het was don- ker, degenen die wilden licht brengen, werden weggezonden. Men kan denken welke leute er was en hoe er gegrabbeld werd. Des Zondags veel volk, een groot deel van den hof was wel verlicht, andere deelen waren in eene geheimnisvolle duisternis gedompeld. Verscheidene koppelen zwierven rond. Kwezel- kens en kwezelaars waren losgelaten. Op groo- ten afstand stonden er, den eenen van den anderen, eenige pompiers schildwacht, maar wal gebeurde er al in de duisternissen Geheim en zoete minne. Hier staken wij en laten de overige vuige beleedigingen ter zijde. Wat zegt gij daar van, gij, deftige en eerlijke Burgers die tot het welgelukken en opluis teren der Vlaamsche Kermis hebt medege werkt Wat zegt gij daarvan, gij, ouders, welke uwe kinders hebt te pande gesteld om mede te werken tot het goedgelukken van eene feest welke werd ingericht om een goedwerk te ondersteunen,'t welk door u als het grootste en het beste onzer dagen wordt beschouwd Wat zegt gij daarvan, gij, liberale heeren, die door uw geld een bladje ondersteunt wiens opsteller zulke walgelijke artikels durft uit braken Wij durven wedden dat gij, in eene verga dering van deftige lieden, niettegenstaande gij dit vuilnisbladje geldelijk ondersteunt, het zoudl verloochenen Neen, gij zoudt geen briezelke der verantwoordelijkheid over die smadelijke artikels durven op u nemen uit vrees van u de verachting op den hals te halen bril op den neus dragen, met eerbied gezegd, eenen grooten, zwarten bril, zoo als de oude vrouwen in de kerk op den neus klemmen, om scherper te kun nen zingen? Neen, genadige heer, zulke slechte ge dachten moet ge u uit het hoofd zetten, dat is niet; en neem hel niet kwalijk, maar gij moest toch eoae muts opzetten bij deze hitte, hel is maar om den zonnesteek.... Zoo sprak de oude, schndde het hoofd, en ging verder, maar tegen de andere dienstboden wees hij met eene zeer verdachte beweging van den wijsvin ger op zijn voorhoofd, dat het daar boven met den jongen gast niet geheel richtig moest zijn XXX. Ook nu kwam Fröben tot geen ander resultaat dan dat het gedrag van dat meisje, hetwelk hij zoo innig beminde, onbeschrijfelijk was, en dit raadsal- achtige spel met zijne smart, met zijn verlangen, hield hem zoo geheel bezig, dal hem veel ontging, wal hem anders wel in het oog had moeten vallen. Jozefa kwam met roodgeweende oogen aan tafel de baron was ontstemd en woord-arm, en scheen zijnen inwendigen onwil, die op zijn voorhoofd lag, en duidelijk uit zijne oogen sprak, nu en dau, door eenen vloek over de slochle keuken en de nog slech tere huishouding, lucht te willen geven. De ongelukkige vrouw liet alles stil en geduldig geschieden; zij zoud somtijds, als of zij hulpen troost wilde zooken, eenen vluchtigen blik naar fröben tegenover haar. Ach, zij bemerkte niet, hoe haar echtgenoot dezen blik bespiedde, hoe zijn voorhoofd zich sterker kleurde, wanneer bij har» oogen op dezen weg aantrof. (W0R5T VOOBT6IHT.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1884 | | pagina 1