59s,e Jaar
Zondag, oi Augusti 1884.
lX* 1981.
PONT DES ARTS.
IJZEREN WEG.— VERTREKUREN til AELST NAAR
VERTREKUREN UIT DE VOLGENDE STATIËN
De anti-pastors.
DE BEDELARES
DE DENDER-BODE.
ABONNEMENTPRIJS6 FRAiNKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 51 December.
ANNONCENPRIJS, per drukregeli Gewone 20 cent. Reklamen fr. 1,00. Vonnissen *p i4® bladz. oenl.
Dendermonde. +-56 6-36 8-45 11 -09 3-07 4-35 6-45 9-40
Lokaren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45 9-40
Mechelen. 4-561 6-361 7-30J 8-12d Exp. 1«2*3®kl. 8-451
ll-59d 1-04d Exp. 1*2* 3*kl. 2-51 d 3-071 6-451
9-40.1 10-08d Exp. 1*2® 3* kl.
\nlw. 4-56t 6-36t 7-30d 8-12dExp. 3 kl. 8-451 l-04dExp.
1" 2» 3® kl. 2-51d 3-071 5-58d 6-451 9-401
10-08d Exp. 1" 2* 3* kl.
Brussel, lanqs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12 E 3 kl.
9-20 10-25 dir. 11-59 1-04 E3 kl. 2-51 4-35 E 3« kl
5-18 des zond.) 5-58 7.47 en 8-49 direct 9-16 10-18 E 3 kl.
Leuven, Thienen, Luik, Verviers 4-25d 4-5616-3618-12d
E 3 kl. 8-451 0-0üd 9-20d !l-59d l-04d Exp.1*2*3"
kl. 2-51d 5-58d 8-49d direct 9-16a' 10 08 E 3 kl.
(4) Nota. De letter 1 beteekeut langs Termonde en de
Gent, (5-00's vrijd 7-04dir. 7-56 E3kl. 8-459-41
12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-38
8.49 9-38 10-20 Exp 3 kl. en des zondags 12-39
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 11-00 dir. 3 08 El* 2* 3* kl. 6-38 8.49
Doornyk, Mouscrou, Kortryk, Ryssel (langt Gcnd8-47
12-21 12-40 3-08 3-38 Exp. 6-04 6-38
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. (langs Alli) 5-55 8-12 E.
3 klas tot Denderleeuw 11-59 2-51 6-00
Ninove, Geeraerdsbergen, Lessen, Atb 5-55 7-30 8-12E.3 kl.
lol Denderl. 11-59 2-51 6-00 9-16
Bergen, Quiévraio 5-55 8-12 E tot Denderl. 11-59 2-51 5-58
Enghien Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds
bergen 5-55 11-59 2-51 0-00 5-58
Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 's zat12.30 6.02
Moorsel.Opwyck,Mechelen,Antwerpen 5,07 9,27 3,21 6,09
letter d langs Denderleeuw.
Caiqae Sana
HAAR AELST UIT
Ath 6.48 10.11 1.18 4.06 7.52 9.15
Antw. 5.15 6,30 9,15 9.50 10.50 E. 1'2* 3* kl. 12-22
3-15 E. 1*2*3* kl. 3-54 4.44 5.54 6.50 E. 1* 2* 3* kl.
Brussel 6.19 direct 7.15 E 3 kl. 7.30 9.00 tl.06
11.55 1-55 3.00 E 3 kl. 4.52 5.55dir. 7.17 8-24en
9.40 E. 3 kl. des zondags 11.45
Dendermonde 5-09 'szaterd. 7.07 9.41 11.35 2.28
5.28 8.25 9.14.
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51
Gent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.21 9.43 11.06 12.31 E 3kl.
1.55 4 04 5.05 8.11 dir. 8.23 9.45 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35
Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 6.04 6.19B. 3 kl. 9.03 41.12E 3 kl. 11.54 6.05
uit Gent naar
Moortzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braiie-le*
Comto 5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 6.50
UIT C8ERAERDSBIRGIN NAAR
Maria-Lierde, Sottegem, Moortzeele en Gent, 5.11 vrrA,
7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 E 8.51
uit Denderleeuw naae
Haeltert, Burst, Herzele, Sottog. Audeaasrés, Aetegem
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direet.
UIT Sottegim langs binrerluuw naar
Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.5C 12.06 1.11 5.00 7.41
uit Antwerpen naar St. Nikolais, Lgkerxn br Gear
4.40 7.12 8.52 10.55 2.05 3.45 5.12 K l k 1.6-35 MO
0-10 K
uit Gent naar Lokerbn, St. Nikolais en Amtwirper
4.25 7.05 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 K 2ki.5.25 l~i%
Uit Sottegem langs Irpe-Meire. (5.52 *s atsrd.) 7.M
1.40 7.48
uit Antwerpen (zuid) naar Opwynk, Meersé ea
Aelst: 5,45 11,04 4,17 7,12
AELST, 50 AUGUSTI 1884.
Vele lieden zelfs liberalen, schrijft LEs-
eautwelke zich de moeite gaven het ver
toog der beweegreden van de nieuwe school
wet te lezen en den redetwist in de Kamer
volgen, kunnen niet begrijpen hoe 't mogelijk
is dat de liberale opperhoofden met zulke
hevigheid opkomen tegen eene wet zoo gema
tigd en zoo voordeelig aan de vrijheid.
Indien zij de inzichten en liet doeleinde van
't maconniek liberalismus kenden, dan zouden
zij die hevige tegenkanting begrijpen.
't Is 't geheime doel der ongelukswet van
1879 dat velen niet kennen.
Immers hoevele menschen telt men niet
welke nog gelooven dat de wet van 1879
slechts wierd gemaakt om 't openbaar onder
wijs uit te breiden en te beletten dat de
geestelijkheid zich met hetzelve nog zou kun
nen bemoeien
Nu, daarin is het ware doel der ongeluks
wet, het waar gebruik van 't oorlogsmachien
door de logie uitgevonden, niet gelegen.
Het eenige eu ware doel van de ongeluks
wet was, men heeft het openlijk erkend,
van anti-pastors te vormen.
De officieele schoolmeester wierd den anti-
pastor. Men gaf hem soms een echt paleis tot
woning, men betaalde hem dobbel en dik,
nam hem in de vrijmetselaarslogie aan en
leide hem dan op tot den bestendigen tegen
strever, of liever, bevechter van den geeste
lijken herder der parochie
In de groote of volkrijke gemeenten verme
nigvuldigde men de scholen en bij gevolg de
officieele onderwijzers of anti-pastors.
Men bekommerde zich weinig met de kwestie
te weten of deze scholen en meesters geene
leerlingen zouden hebben. Dat deed er weinig
toe de belastingbetalers moesten maar afdui-
men.-
De hoofdzaak, het bezonderste was van
zooveel anti-pastors en anti-onderpastors moge
lijk te doen opstaan.
Het wetsontwerp 't welk komt gestemd te
worden, randt de anti-pastors in hunne be
langen en positie aan die voor 't vermaak van
't maconnismus zoo vet leefden ten laste der ge
meenten. Dit is de groot» misdaad van't ca
tholiek ministerie die 't maconnismus hem niet
vergeven kan.
Al het geschreeuw der logien dient tot niets
anders dan om de anti-pastors te verdedigen.
Nogthans de anti-pastors worden door 't
gouvernement op eene vaderlijke wijze behan
deld het waarborgt hen een wachtgeld tot
dat zij eene nieuwe bediening zullen verkre
gen hebben.
Maar de maconnieke instelling is bedreigd
zietdaar de oorzaak van die woedende gram
schap van 't maconnismus....
Verga liever het vaderland, maar dat men
zelfs geen schendende vinger aan de anti-
pastors der logiën steke. Zij moeten geheiligd
en onschendbaar blijven.
De belangen van 't onderwijs, de belangen
van 't volk, de belangen der belastingbetalers
bekommeren bitter weinig de uitvinders en
vrienden der anti-pastors.
VAN DE
Novelle,
NAAR HET HOOGDUITSCH VAN WILHELM HAUFF.
20* Vervolg
De jonge man geloofde nog altijd op nieuw, le
droomen hij zag wantrouwig rood, of zijne fanlazij
hem dan zoo geheel vervoerd had, dat hij in eene
droom-wereld leefde maar alle voorwerpen rondom
hem, het welbekende priëel, de bank, de boomen,
hel kasteel in de verte, alles stond nog ale. vroeger
hij zag, hij waakte, hij droomde niet. En deze regels
waren dus werkelijk voorhanden zij waren geen
droombeeld van zijne verbeeldingskracht Heeft
men misschien eene scherts met mij willen drijven
vroeg hij zich daarop ja gewis het komt misschien
wel alles van Jozefa; misschien was ook die
verschijniog slechts een masker Torwijl hij
het papier ineen rolde, voelde hij den ring,
die in hel briefje verborgen geweest was, in
zijne hand. Nieuwsgierig baalde hij hem voor
den dag, bezag hem, en verbleekte. Neen, dat
ten minste was geene misleiding het was dezelfde
ring, dien hij aan het meisje in dien nacht gegeven
had, toen hij voor altijd afscheid van haar nam. Hoe
zeer hij, ook ia den eersten oogenblik in verzoeking
Men raakt de anti-pastors aan!... Onheil!
Vervloeking Gruwel! Bedreiging van oproer
Wat is dit alles toch kleingeestig en ellen
dig
Gelukkiglijk begrijpt het volk beter dan de
liberale burgerij wal de oorsprong en het doel
van den liberale opstand is. Het ontdekt in de
manifestatiën de onderwijzers en onderwij
zeressen en zegt schokschouderend tot zich
zelve wij begrijpen, die lieden willen ten
onzen laste breed blijven leven. Wij begrijpen
dat ze schreeuwen, en dat zij manifesteren.
Het volk gevoelt zeer goed dat de belangen
van eenige personen alleen op 't spel staan en
vraagt zich af waarom men zulk groot gerucht
maakt voor zulke weinig belangwekkende
lieden, die, gelijk zoovele andere, de middel
bezitten om naar eene andere bediening uil te
zien, en die, nog beter bedeeld dan de meesten,
in afwachting eene verminderde maar toch
betamelijke bezoldiging zullen genieten.
Wanneer mpn tot 't volk zeggen zal, dat
men zoo hard schreeuwt en tiert omdat men
de anti-pastors begraaft, zal hel dadelijk alles
begrijpen en zal het nog krachtdadiger schui
felen dan het dezer laatste dagen deed?...
Laiidgenoten leest en
oordeelt
Ter oorzake van de ongelukswet van 1879,
bestaan er in 't land 179 officieele scholen die
geen enkel leerling tellen en omtrent 250 offi
cieele scholen die geeneandere leerlingen heb
ben dan de 2 of 5 kinderen van deti onderwij
zer zeiven.
De uitgaven door deze nuttelooze scholen
veroorzaakt beloopen jaarlijks tot de verba
zende som van een millioen.
Het ministerie stelt voor alle die scholen
af te schaffen en aldus een einde aan die
schandelijke geldverspillingen te brengen.
En wat doen de liberalen, zij die beweeren
de belangen van de schatplichtigen het best te
kunnen voorstaan
Zij protesteren er tegen, roepen dat het een
ongehoord schandaal is en bedreigen met
oproer!...
Moet men niet sohaamtevnj zijn om in die
omstandigheid le durven manifesteren?...
Boven die ledige scholen waarvan hooger
spraak, telt men ook in 't land talrijke scholen
die door 10, 20, 50 leerlingen worden bijge
woond en twee of soms drij onderwijzers
hebben.
Men deelde ons dezer dagen de schoolreke-
ning meê eener kleine gemeente van ons
kanton. De officieele school aldaar wordt door
een twintigtal leerlingen der gemeente bijge
woond, en voor die twintig leerlingen zijn er
1 hoofdonderwijzer, I hulponderwijzer en een
onderwijzeres voor 't handwerk.
De schoolonkosten beliepen voor 1883, in
't algemeen tot de som van fr. 4,413.55. Is dat
geen schandaal
De hoofdonderwijzer ontving voor de dag
school fr. 1798 en voor de avondschool fr. 551,
te samen fr. 2149. Boven deze som geniet hij
eene kostelooze woning met hof en verder
vuur en licht.
Zijne vrouw streek als onderwijzeres van 't
handwerk eene som van 200 franks op, zoo
danig dat zij te samen jaarlijks boven de hoo-
kwam om hier aan bovennatuurlijke dingen te geloo
ven, zoo vervulde hein loch de gedachto, dat hij een
leeken van het geliefde wezen had, dat zij hem nabij
was, met zulk eene hooge verrukking, dat hij niet
meer aan de woorden van den brief dachthij twij
felde geen oogenblik, dal hij haar vinden zoude, hij
drukte den ring aan zijne lippen, hij snelde uil het
priëel in den tuin, en zijne blikken dwaalden langs
allewegeD, door alle boschjes naar de dierbare ge
daante. Hij onderzocht echter te vergoefs hij onder
vroeg de arbeiders in den tuin, de bedienden ui het
kasteel, of zij geene vreemde gezien h3dden men
had haar niet bemerkt. Ontsteld, en bijna onbekwaam
om te overleggen, kwam hij aan tafelte vergeefs
onderzocht Faldner naar do oorzaak van zijue ver
stoorde blikken, le vergeefs vroeg hem Jozefa, of hij
misschien nog van gisteren zoo droevig gestemd
was. Er is mij iets gebeurd, antwoordde hij, dat
ik een wouder zoude moeten noemen, zoo mijn ge
zond verstand zich niet tegen alle bijgeloof verzette.
Dit zonderlinge voorval, en de woorden van het
briefje, dat hij wel tienmaal daags overlas, hadden
den jongen man geheel diepzinnig gemaakt. Hij begon
na te denken of het wel mogelijk ware, dat boven-
aardschc wezens, in hel leven der stervelingen in
grijpen konden.
Hoe dikwijls had hij met die dweepers gelachen,
die aan verschijningen aan boden uit eene andere
wereld, aan beschermgeesten, die den menscb
omzweven, als aan een Evangelie geloofden. Hoe
dikwijls had hij hun zelfs de physische onmogelijk
heid bewezen, dat wezens zonder lichaam toch zigt-
baar verschijnen, en dit of dat verrichten kunnen, j
ger aangehaalde voordeelen van vrije woning,
vuur en licht te zamen fr. 2549 getrokken heb
ben. Mag men dit niet dobbel en dik betaald zijn
I heeten
De hulponderwijzer ontving voor de dag-
I school fr. 1150 en voor de avondschool fr.
I 215,50, te samen fr. 4365,50.
Wij vragen het, zou het geene schandalige
geldverspilling wezen dien hulponderwijzer
I voor dit twintigtal leerlingen te behouden?...
Eliwel, de liberalen vinden dat men dien
j hulponderwijzer moet blijven behouden, dat
het le lastig is voor den hoofdonderwijzer van
zoo alleen 20 leerlingen te moeten onderwij
zen
Volgens ons, moet men niet alleenlijk er den
hulponderwijzer van door zenden, maar ook
de jaarwedde van den hoofdonderwijzer ver
minderen tot de redelijke vergoeding zijner
bewezene diensten.
Wij willen heden onze bemerkingen hierbij
bepalen, doch later komen wij er gewis op
terug....
Pnjsdeelingen in de Katholieke Vrije
scholen te Aalst.
Wij bestatigen thans met het innigste ge
noegen dat de prijsdeelingeu in onze Katho
lieke Vrije scholen, al wederom, dees jaar,
op de meest voldoende wijze zijn afgeloopen.
't Is alsof onze geachtte Meesters en Mees-
terssen zich onderlinge een défi hadden ge
steld om, elk in zijne school, elk, in zijne klas,
elk, in zijn vak de uitmuntendste te wezen eu
aan 't publiek een onwedersprekelijk bewijs
te geven dat het katholiek vrij onderwijs we
zenlijk ter hoogte staat van zijne verhevene,
beschavende en verzedelijkende zending.
't Is als of onze deftige Meesters enMees-
terssen aan de achtbare weldoeners en wel
doensters onzer Katholieke Vrije scholen had
den willen zeggen Ziet daar de uitwerksels
van uwe nooit volprezene milddadigheid ziet
daar een deel der belooning van uwe kostbare
ondersteuning; ziet daar den prijs van uwe
hoogst loffelijke deelneming in het verdienste
lijkste werk dat een christene mensch kan
verrichten.
En inderdaad, al de tooneelstukjes, al de
letterkundige voorstellingendeclamatiën,
chooren, ligchaamsoeffeningen, enz., enz., zijn
op zoo volmaakte en keurige wijze, door onze
kinderen, uitgevoerd geweest, dat de ontelbare
toehoorders van alle standen de feestzalen
gedurig door toejuichingen, bravogeroepen en
frenetiek handgeklapdeden daveren en meestal
de spelers en speelsters ten tooneele terug
riepen. Waarlijk wij moeten het bekennen, de
voortgang der leerlingen in deftige houding,
natuurlijke gebaren en zuivere uitspraak is
zeer merkweerdig en geeft aan den opletten
den toeschouwer de volle overtuiging dat
Meesters en Meesterssen hunne taak machtig
zijn en zich noch moeite, noch arbeid sparen
om de katholieke kweekelingen naar behooren
op te leiden en te onderrichten. Kortom, zeg
gen wij het maar in een woord Liefde en
vlijt voor het goed komen alle hinderpalen,
zelfs de grootste, te boven.
Wij wenschen dus de geachte Meesters en
Meesterssen uitder herte geluk en koesteren de
zoete hoop dat zij in dezen weg steeds zullen
volherden tol geluk van ouders en kinderen,
tot welzijn van Godsdienst en Vaderland.
Aan de achtbare geestelijke en wereldlijke
overheden, aan de achtbare weldoeners en
1 weldoensters onzer Vrije Katholieke scholen
sturen wij onze vurigste dankbetuigingen toe
i en smeeken ze voortdurend hunne medewer-
king en machtigen bijstand aan de grootste,
j de heiligste en verdienstrijkste onderneming,
de christelijke opvoeding en 't onderwijs der
katholieke jeugd, te willen blijven jonnen. De
j Algever zal hiervan nauwkeurige nota houden
en hun, ten dage der groote afrekening, zeg
gen 't geen gij aan de minsten der mijne ge
daan hebt, dit hebt gij aan Mij-Zelven gedaan..
Een onderwijs 't welk geen
enkel centiem kost aan den
Staat.
Zes leerlingen van 't pensionnaat van Ma-
lonne komen de volgende examens te onder
gaan voor de faculteit der Hoogschool van
Leuven, geniescholen
M. Pepinster, van Herve, heeft de aller
grootste onderscheiding bekomen, en is als eer
ste van zijn cursis geplaatst geweest. exa
men van 't 2® naar 't 3e studiejaar.
MM. F. Moreau, van Ellazelles en A. Dewer-
pe, van Jumel werden aangeteekend de eerste
met onderscheiding, en de tweede met goeden
uitslag.
MM. Doutrepont, van Herve, Leon Bidet
van Chfltelet, Louis Bauwens van Lier hebben,
bij de overgangsexamens van 't eerste naar 't
tweede studiejaar, (school der mijnen,) de vol
gende uitslagen bekomen de eerste, de aller-
grootste onderscheidingde tweede, de groote
I onderscheiding, de derde, de onderscheiding.
S Bemerken wij dat ieder jaar, en dit bij alle
de openbare examens waar de talrijke leer-
j lingen van 't gesticht van Malonne zich aan-
bieden, zij uitslagen bekomen welke de groot
ste eer doen aan hunnen iever tot de studie en
de glorie uitmaken van de methoden hunner
professors.3 (Amidel'Ordre.)
Namen.
Een liberale professor der Hoogeschool van
Luik, M. Emile de Laveleye, verklaert in een
engelsch tijdschrift, de Contemporary Review,
dat de intrekking der wet van 4879 een zegen
voor Belgie zal zijn. Hij komt tot de volgende
besluiten 1. de schoolwet van '79 wierd ge
maakt voor een land zonder geloof noch gods
dienst 2. de Belgen zijn door en door gods
dienstig; 3. de wet had dus voor doel aan
Belgie zijn catholiek geloof te ontnemen4. dit
doel is niet te bereiken, wijl de meerderheid
standvastig is; 5. de wet van 1879 was eene
voortzetting der pogingen van de fransche re
volutie. De zegepraal der liberalen is gelukkig
onmogelijk. Zoo oordeelt een volbloed liberaal
over het werk zijner vrienden
Ma3r wat hem zeiven gebeurd was, hoe zoude hij
dal verklaren Dikwijls nam hij zich voor, alles te
vergeten, geheel niet meer daaraan te denken, en in
den volgenden oogenblik kwelde hij zich af, om
zijne herinnering recht duidelijk voor zijn oog te
laten tredenduidelijker dan ooit verschenen dan
weder hare trekken, hij had haar immers gezien,
toen zij zich aan den hoek nog eens omkeerde; hij
had dien liefelijken mond, die rozenwangen, die kin
en slanken hals wedergezien' Hij haalde dat portret
er bij, hij vergeleek trek voor trek, hij bedekte met
zijne hand de oogen eu het voorhoofd der dame, en
het was het liefelijke gezichtje, zoo als het onder het
halfmasker keek.
Hij had zich, wijl Jozefa den volgenden morgend
in huis al te zeer bezig was, om hem te onderhou
den, weder in bel priëel gezet. Hij las, en onder bet
lezen hield hem altijd de gedachte bezig, of zij hem
ook weder verschijnen zoude. De hitte van den mid
dag werkte verdoovend op hemni6t moeite zocht
hij zich wakker le houden, hij las ijveriger en aan
houdender, maar langzamerhand zonk zijn hoofd
achterover, het boek ontviel aan zijne handen, hij
sliep.
Bijna op denzelfden tijd als gisteren ontwaakte hij,
maar wijd en zijd was er geene gedaante met eenen
groenen sluier te zien. Hij glimlachte over zich zeiven,
omdat hij haer verwacht had; hij stond treurig en
ontevreden op, om in het kasteel te gaan, toen hij
nevens zich eenen willen doek zag, dien hij zich
niet herinneren kon, daar neder gelegd te hebben
hij bezag denzelve, hij moest hem toch wel toebe-
hooreD, want in de punt waren de letters van zijnen
naam ingenaaid.
Hoe komt deze doek hier? riep hij bewogen,
loen hij, denzelve nauwkeuriger beziende, ontdekte
Medeburgers luistert!
De liberale kliek onzer stad, die, weldra 48
jaren geleden, uit hoofde van hare partijdige
handelwijze en haar door en door slechts be
stuur van ons stadhuis werd gejaagd, spant op
't oogenblik alle hare krachten in om hare ver
lorene heerschappij weêrte veroveren.
Te dien einde komt zij twee nieuwsbladjes
uit te geven, bezonderlijk bestemd om ons
Stedelijk Bestuur te bevechten.
dat hel een dier doeken was, die het meisje voor hem
had moeten vervaardigen, en dio hij als een heilig
dom zorgvuldig wegsloot Zoude dit op nieuw een
leeken zijn Hij vouwde den doek los, of er niet
misschien weder tenige regels ingelegd waren. Hij
was ledig; maar in een ander punt van den doek
ontdekte hij nog eenige letters, die even als zijn
naam daarin genaaid waren; sierlijk en net stonden
daar de woordeneeuwige dank
Dus toch hier geweestriep de jonge man
onwillig. En ik kon hare liefelijke verschijning
boosaardig verslapen? Waarom geeft zij mij toch
een nieuw teeken f Waarom herhaalt zij deze treu
rige woorden, die mij reeds toen en eerst gister
weder zoo ongelukkig maakten
Ook heden vroeg hij naar de rij af aan de bedien
den, of er niet eene vreemde persoon in den hof
geweest was. Zij ontkenden het eenstemmig, eD de
oude hovenier zeide, dat er sedert drie uren niemand
door den hof gegaan was, behalve alleen de gena
dige vrouw.En hoe was zij gekleed, vroeg FröbeD,
op eene zonderlinge manier verrast. Ach mijnheer,
nu vraagt gij mij te veel, antwoordde de oude; zij
was gekleed met rijke kleederen, maar hoe, dal
weet ik niet te beschrijven; toen zij mij voorbijging,
knikte zij vriendelijk en zeide Goeden dag, Jacob
De jonge man geleidde den oude ter zijde.
Ik bezweer u, fluisterde hij; droeg zij eenen
groenen slnier Had zij niet eenen grooten zwarten
bril op den neus
De oude hovenier zag hem wantrouwig aan en
schudde hel hoofd. Eenen zwarleu bril? vroeg hij.
De genadige vrouw eenen grooten zwarten bril Wel
lieve God, waar denkt gij aanzij heeft zulke heldere,
scherpe oogen als eene gems, en zij zoudo eenen
Geene gegronde of ernstige grieven tegen
ons Catholiek Bestuur wetende in te brengen,
neemt de geteekende schrijvelaar van een dezer
bladjes, wij bedoelen De Fakkel weêr zijne
toevlucht tot de walgelijkste beleedigingen en
haatvolle lasteringen die meer dan eens door
't Verbond naar 't hoofd der catholieken wier
den ge'slingerd maar die meer dan eens ook de
verachting van alle deftige lieden verwekten.
Wij willen onze geëerde lezers eens laten
oordeelen welke schandelijke lasterende lie-
leedigingen de verrachtelijke schrijvelaar zich
veroorloft met de volgende regelen meè te
deelen welke wij letterlijk uit De Fakkel
overschrijven
Ter gelegenheid
der Vlaamsche Kermis, raden wij de politu
aan, binnen negen maanden een oog in 't zeil
tt houden in de omstreken van 'l kerkhof, om-
dat men daar geene pakjes meer vinde, waar-
van de moeder onbekend blijft.
Is het walgelijk en schandalig genoeg
Neen in een artikel zoo walgelijk en schan
dalig als 't eerste, schrijft de gemerkte liberale
schurflerikonder den titel van Aangenaam
heden der Vlaamsche Kermis de volgende
kwaadwillige bezonderheden neêr die niet
bestaan dan in zijne haatvolle hersenpan.
Luistert, Medeburgers, en zegt ons of wij 't
recht niet hebben, den kerel die zich veroor
loft deftige heeren en juffers wel ten onrechte
van liederlijkheid te beschuldigen, geen schurf-
terik mag geheeten worden
Zaterdag, Kermisavond, alles was gereed ge-
maakt en de vrolijkheden mochten beginnen.
Jonge heeren en jonge jufvrouwen waren te
samen en verheugden zich over 't gedane werk.
Eene danspartij wierd ingericht, het was don-
ker, degenen die wilden licht brengen, werden
weggezonden. Men kan denken welke leute er
was en hoe er gegrabbeld werd.
Des Zondags veel volk, een groot deel van
den hof was wel verlicht, andere deelen waren
in eene geheimnisvolle duisternis gedompeld.
Verscheidene koppelen zwierven rond. Kwezel-
kens en kwezelaars waren losgelaten. Op groo-
ten afstand stonden er, den eenen van den
anderen, eenige pompiers schildwacht, maar
wal gebeurde er al in de duisternissen Geheim
en zoete minne.
Hier staken wij en laten de overige vuige
beleedigingen ter zijde.
Wat zegt gij daar van, gij, deftige en eerlijke
Burgers die tot het welgelukken en opluis
teren der Vlaamsche Kermis hebt medege
werkt
Wat zegt gij daarvan, gij, ouders, welke
uwe kinders hebt te pande gesteld om mede
te werken tot het goedgelukken van eene
feest welke werd ingericht om een goedwerk
te ondersteunen,'t welk door u als het grootste
en het beste onzer dagen wordt beschouwd
Wat zegt gij daarvan, gij, liberale heeren,
die door uw geld een bladje ondersteunt wiens
opsteller zulke walgelijke artikels durft uit
braken
Wij durven wedden dat gij, in eene verga
dering van deftige lieden, niettegenstaande gij
dit vuilnisbladje geldelijk ondersteunt, het
zoudl verloochenen Neen, gij zoudt geen
briezelke der verantwoordelijkheid over die
smadelijke artikels durven op u nemen uit
vrees van u de verachting op den hals te halen
bril op den neus dragen, met eerbied gezegd, eenen
grooten, zwarten bril, zoo als de oude vrouwen in
de kerk op den neus klemmen, om scherper te kun
nen zingen? Neen, genadige heer, zulke slechte ge
dachten moet ge u uit het hoofd zetten, dat is niet;
en neem hel niet kwalijk, maar gij moest toch eoae
muts opzetten bij deze hitte, hel is maar om den
zonnesteek....
Zoo sprak de oude, schndde het hoofd, en ging
verder, maar tegen de andere dienstboden wees hij
met eene zeer verdachte beweging van den wijsvin
ger op zijn voorhoofd, dat het daar boven met den
jongen gast niet geheel richtig moest zijn
XXX.
Ook nu kwam Fröben tot geen ander resultaat
dan dat het gedrag van dat meisje, hetwelk hij zoo
innig beminde, onbeschrijfelijk was, en dit raadsal-
achtige spel met zijne smart, met zijn verlangen,
hield hem zoo geheel bezig, dal hem veel ontging,
wal hem anders wel in het oog had moeten vallen.
Jozefa kwam met roodgeweende oogen aan tafel
de baron was ontstemd en woord-arm, en scheen
zijnen inwendigen onwil, die op zijn voorhoofd lag,
en duidelijk uit zijne oogen sprak, nu en dau, door
eenen vloek over de slochle keuken en de nog slech
tere huishouding, lucht te willen geven.
De ongelukkige vrouw liet alles stil en geduldig
geschieden; zij zoud somtijds, als of zij hulpen
troost wilde zooken, eenen vluchtigen blik naar
fröben tegenover haar. Ach, zij bemerkte niet, hoe
haar echtgenoot dezen blik bespiedde, hoe zijn
voorhoofd zich sterker kleurde, wanneer bij har»
oogen op dezen weg aantrof.
(W0R5T VOOBT6IHT.)