40ste Jaar.
Zondag, 50 November 1884.
iV° 1994.
DE ERFENIS.
IJZEREN WEG. VERTREK EREN EIT AEESI NAAR
VERTREKEREN EIT DE VOLGENDE STATIËN
Aanspraak van raus LEO XIII,
Wat zijn ze te beklagen
De schoolwet van 1884.
DENDER-BODE.
ABONNESIENÏPHIJS6 FRANKS 'S JAARS. De inschrijving eindigt met 31 December.
ANN0NCENPR1JS, per drukregel: Gewone 20 cent. Reltlamen fr. 1,00. Vonnissen op 3" bltdi.S» «ent.
Dendermonde. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45
Lokeren. 4-56 6-36 8-45 11-09 3-07 4-35 6-45
Mechelen. 4-561 6-361 7-30d 8-12d Exp. I8 2e 3® kl8-
Vi-OOd l-04d Exp. I8 28 3" kl. 2-51d 3-071 6-
9-40.1 10-08d Exp. I8 23* kl.
Vniw. 4-561 6-36l 7-30d 8-12dExp. 3 kl. 8-451 l-04d
l8 28 3« kl. 2-51d 3-071 5-58d 6-451
10-08d Exp. I8 2* 38 kl.
ürussel, langs Denderleeuw. 4 25 7-30 0-00 8-12 E
9-09 10-23 dir. 12-00 1-04 E i kl. 2-..1 4-3t E
5-18 des zond.) 5-58 en 8-49 direct 9-16 10-18 E 3 kl.
Leuven, Thicnen, Luik, Vervier# 4-25d 4-5616-36118
E 3 kl. 8-451 C-OOd 9-09d l2-00d l-04d Exr.l
kl. 2-51d 5-58d 849d direct 9-16a 10-08 E 3 kl.
9-40
9-40
451
45/
Exp.
9-401
3 kl.
38 kl
•12 d
2° 3'
(1) Nota. De letter 1 beteekent langs Temonde en de
Gent, (5-00's vrijd 7-04 dir. 7-56 E 3 kl. 8-45 9-41
12-21 12-40 0-00 dir. 3-08 3-37 E 3kl. 6-04 6-39
8.49 9-38 10-32 Exp 3 kl. en des zondags 12-39
Brugge, Oostende. 7-56 Exp. 3 kl. 9-41 12-21
12-40 0-00 dir. 3 08 El8 28 38 kl. 6-38 8.49
Doornyk, Mouscron, Kortryk, Ryssel langs Gend8-47
12-21 12-40 3-08 3-39 Exp. 6-04 6-38
Doorn. Mouse. Kortryk, Ryss. langs Ath) 5-55 8-12 E.
3 klas tot Denderleeuw 12 00 2-51 6-00
Nmove, Geeraerdsbergen, Lessen, Ath 5-5.-» 7-30 8-12E.3 kl.
tot Denderl. 12-00 2-51 6-00 9-16
Bergen, Quiévrain 5-55 8-12 E. tot Denderl. 12-002-51 5-58
En^hicn Braine, Manage, Charleroi, Namen langs Geeraerds
bergen 5-55 12-00 2-51 0-00 5-58
Sottegem, langs Erpe-Meire. 6.05 (7-25 s zatlz.30 6.0z
Moorsel,Opwyck,Mechelen, Antwerpen 5,07 9,11 3,21 6,07
letter d laügs Denderleeuw.
Calque Sno
HAAR AELST UIT
Ath 6.48 10.24 1.18 4.06 7.57 9.15
Antw. 5.15 6,30 9,13 9.50 10.50 E. 1* 28 38 kl. 12-22
3-07 E. 1°2838 kl. 4.42 5.54 6.50 8-25 E. 181° 38 kl.
Brussel 6.20 direct 7.15 E3kl. 7.31 9.00 11.08
11.55 1-58 3.00 E 3 kl. 4.43 5.58dir. 7.18 8-26 en
9.52 E. 3 kl. des zondags 11.46
Dendermonde 5-09 'szaterd. 7.07 9.41 11.37 2.28
5.28 8.26 9.14.
Geeraerdsbergen 7.27 11.05 2.00 4.50 8.39 9.51
Cent 6 35 7.39 E 3 kl. 8.18 9 43 11.07 12.31 E 3kl.
1.55 4 04 (4.39 's zondags) 5.05 8.11 dir. 8.23 9.45 E 3 kl.
Lessen 7.09 10.45 1.42 4.29 8.24 9.35
Lokeren 6.33 9.14 10.57 1.46 4.44 7.55
Ninove 7.55 11.33 2.28 5.18 9.07 10.19
Oostende 6.04 6.1JE.3 kl. 9.03 11.12 en 2 43E 3 kl.6.65
uit Gent haar
Moertzeele, Sottegem, Geeraerdb.,Enghien, Braine-le-
Corate5.47 8.12E 8.52 11.18 2.20 5.40 I.St
UIT GSERAERDSBBRGEN naai
Maria-Lierde, Sollegem, Moortzeele en Gent, 5.15 \rjii
7.24 8.35 dir. 9.54 11.58 4.48 5.50 K 8.51
uit Denderleeuw naar j
Haeltert, Burst, Herzele, Sotteg. Audenaerde, Anaegea
Kortryk, 6.12 0.00 9.01 12.55 6.11 7.20 direet.
UIT SOTTEGBM LANGS DENDERLEEUW NAAR
Aelst, (5.38 's Zaterd.) 7.50 12.06 1.28 5.00 7.41
UIT Antwerpen naar St. Nikolabs, Loeerin in Cm»
4.40 7.12 8.62 10.55 2.05 3.45 5.13 E 3 kl. (-11 l-l#
9-10 E
uit Gent naai Lokeren, St. Nikolabs en Antwerpen
4.40 7.08 8.00E 9.22 10.50 2.20 4-15 E 2kl.5.25 7,1»
Uit Sottegem langs Erpe-Meire. (5.39 "s xiterd.) 7.M
1.40 7.48
uit Antwerpen (zuid) naar Opwyck, Meorsel
Aelst: 5,45 10,04 4,17 7,lt
EraüJü-HJJJ
AïXST, 29 NOVEMBER 1884.
gehouden in het
Consistorie van 10 November 1884.
Eer weer dige Broeders
Hoe hevig de storm is die blijft woeden tegen
de Kerk, en hoe talrijken zwaar daardoor onze
bekommeringen zijn. Wij die gesteld zijn om
over die Kerk te waken, niemand is er beter
van overtuigd dan gij, die volgens den rang
welken gij bekleedt, ons in dat bestuur helpt
met uwen raad en uwen steun en u dikwijls
mei ons te midden der moeielijke omstandig
heden bevindt.
Nadat Wij. door onze encijklieke brieven en
met vrijmoedigheid, gelijk onze plicht en hel
algemeen belang het eischen, den toeleg en de
listen der geheime genootschappen deden ken
nen, schijnt de oude haal onzer vijanden met
vernieuwde kracht te woeden, zoo dat er voor
ons iederea dag nieuwe beproevingen te vree
zen zijn.
Nogthans, welke aanslagen het vijandelijk
geweld ook tegen ons berame, wij zien ze
onbevreesd tegemoet. Immers wij zijn 111 vei
ligheid onder de hoede en bescherming van
God almachtig, die aan zijne Kerk de genade
heeft gedaan om, ouder zijne leiding en door
zijne hulp, aliijd te overwinnen, en om zelfs
in haren strijd eene bron van toenemende
grootheid te vinden.
Ware dit niet reeds gebleken uit de getui
genis van vroegere eeuwen, hetgeen wij tegen
woordig zien gebeuren, zou er een voldoende
bewijs van geven. Immers te midden den hard-
nekkigen strijd die sedert lang reeds tegen de
Kerk is losgebroken, vervult zij zonder vrees
hare zending. Terwijl het bederf van geest en
hert zoo algemeen wordt; terwijl dat t hoogste
goed, het christelijk geloof, van alle kanten
aan lagen en gevaren is blootgesteld, gebeuren
er alom bij het christen volk talrijke feiten van
uitstekende deugd en voorbeelden van eensge
zindheid, liefde en moed, - en de grootste
zegepraal der Kerk is wel daann gelegen.
Wij zien ter zelfder tijd ook nog dat, door
Gods goedheid, ongekende en uitgestrekte
landstreken voor het Evangelie open gaan. In
Amerika bloeit het katholiek geloof. De bis
schoppen der Vereenigde Staten zullen van
deze maand nog hun concilie houden, om te
beraadslagen over de regelmatige ordening der
kerkelijke regeltucht. Het katholiek geloof
bloeit en breidt zich uit in Australièn, in de
Indiën, in de landen van het Oosten, zoodanig
dat er, door het dagelijks toenemend getal
christenen, gedurig nieuwe apostolische vica
rissen moeten benoemd worden.
Bij de begrafenis van Frldolin.
Maar ge en moet zoo droevig niet zijn, dochter,
Ik ook, ik heb reden van weenen hebt gij den man,
ik heb den zoon verloren Men moet zich troosten in
Gods naam. Waar de Algoede zwaar lijden zendt,
heeft Hij ook gewoonlijk groote vertroostingen voor
bereid Zoo sprak grootvader tot vrouw Notburga
die weenend, met saamgevouwen handen, op haren
«Ach, God Ach God Zoo zei ze, terwijl
bare oogen verwilderd in het rond blikten 'l is
droef, zoo diep Ireurig in mijne ziel, droef en somber
gelijk het soms builen is, in regen en sneeuwvlaag
nu heb ik niemand meer op aarde
Maar, lieve dochter, en spreek zoo niet ik heb
niemand meer op aarde cn de kleine Jozef dan, die u
alle dagen nieuwe vreugden bij brengt zegde
Wat Africa betreft, dat nog voor een groot
deel het christendom mist en in de barbaarsch-
heid gedompelt ligt, toch verheugen wij ons
en verwachten veel van de toekomst, als wij
zien hoe de christelijke werken beoefend wor
den en in bloei zijn langs de noorderlijke kusten
van dat werelddeel. En zij zijn hierin groot,
de verdiensten van eenen der leden uwer
doorluchtige vergadering want vol iever voor
het heil der alrikaansche volkeren, heeft hij in
weinig jaren groote en gewichtige werken
door zijnen volherdenden arbeid tot stand ge
bracht. (Kardinaal Lavigerie.)
Wij stellen dan ook het jgrootste belang in
het heil van die landstreek, en terwijl men in
Europa alom bezorgd is voor de uitbreiding
van handel en beschaving op de afrikaansche
kusten, laat ons trachten aan dit werelddeel
nog een hooger goed te verschaffener hel
Evangelie verspreiden en bewaren.
En wat allerheerst onze aandacht trekt, 't is
de herinnering aan eene stad die eertijds rijk
en machtig was doch die nu schier niet meer
bestaat. Wij willen spreken van die eertijds
zoo vermogende vesting Carthago, die door de
opvolgende geslachten bewonderd werd, door
dien zij schitterde aan het hoofd van Africa,
zoo wel in vrede als in oorlogetijd, en die
wedieverde met de grootheid van Roomcn.
Maar nog gi ootere bewondering verdient deze
stad van liet verledene, om den luister van haar
christelijk geloof.
Het is inderdaad algemeen bekend, dat
Carthago reeds van de vroegste lijden het
christendom, dat uil Roomen naar Africa
werd overgezet, heeft aangenomen en het zoo
getrouw heeft bewaard, dat weinig steden met
haar kunnen vergeleken worden, voor wat het
getal heiligen en koene martelaars betreft, die
uit deze eerste stad van Africa voortkwamen.
Van de vroegste tijden af, genoten de bis
schoppen van Carthago den voorrang en het
gezag van het primaatschap over geheel Africa,
n latere tijden, door de invallen der barbaren,
is aan den geestelijken zoowel als aan den
wereldlijken luister van Carthago een einde
gemaakt en werd de stad zelve verwoest
maar toch bleef zij de eer barer vroegere ver
diensten'behouden, en vooral het voorrecht
van den aartsbisschoppelijken zetel, die door
het leven vol deugden en de marteldood van
den grooten Cijprianus werd geheiligd.
Door deze overwegingen en door de vader
lijke liefde tot de christenen aangespoord,
vurig wenschende de bediening der heilige
belangen ginder meer en meer te bevestigen,
hebben wij gemeend dat de lijd gekomen was
om aan Carthago, krachtens ons apostolisch
gezag, den luister van den aartsbisschoppelij
ken zetel weêr te geven, en wij hebben gelast
dat daarover aan u allen de apostolische brie
ven zouden ter hand gesteld worden. Wij twij
felen geenzins of, in uwen uitnemenden iever
voor het welzijn der Kerk, het herleven, om
zoo te zeggen, van dezen ouden aartbisschop-
pelijken stoel zal door u met vreugde vernomen
worden.
Met even veel vreugde, daar zijn wij van
overtuigd, zult gij ons besluit vernemen, door
hetwelk wij aan uwe verhevene vergadering
eenige doorluchtige mannen toevoegen, die
zich verdienstelijk hebben gemaakt jegens de
Kerk, en zich hoogelijk onderscheiden door
hunne geleerdheid, hunne deugden, hunne
ondervinding en in de bedieningen welke zij
uitoefenen.
(De weerdigheid van kardinaal werd toege
kend aan den reeds in petto benoemden Mgr
Laurenzi verder aan Mgr Celesia, van Paler
mo Mgr Monescilloy Viso, van Valencia
Mgr Massaia, missionnaris in Africa Mgr
Gangebauer, van WeenenMgr Conzales y
Diaz Tuuon, van Sevilla Mgr Gori Merosi,
Mgr Masotti, Mgr Verga).
Lezer, hebt gij nog geene tranen van mede
lijden vergoten over het ongelukkig lot der
afgedankte onderwijzers? Of zou uw hart van
steen zijn dat gij daar ongevoelig aan blijft
Immers als ge de liberalen hoort klagen en te
werk gaan, dan zoudt ge zeggen dat al die
meesters nu op straat liggen en hun brood
moeten gaan vragen, ai! ai! ai!
Wilt gij eens eene van die droevige historiën
hooren Luistert
Mijnheer Jules, de schoolmeester van mijn
dorp is 27 jaar oud. Hij is de zoon van eenen
schoenmaker die goed op zijn leder moet klop
pen om aan zijn brood te komen. De oudste
broeders van Jules zaten nog al vroeg naast
vader op het stoelke om den stiel te leeren
doch Jules was de jongste, en daar zijn vader
>eisde al helpers genoeg te hebben, zónd hij
Jules naar de normaalschool.
Hij betaalde daarvoor iets van 100 fr. 's
jaars en zelfs die honderd franken werden hem
nog toegesteken als 't nood deed. Voor die
honderd of misschien voor die 50 fr. leerde de
schoenmakersjongen drie jaar lang vlaamsch,
fransch en meer andere dingen, en werd aldra
Mijnheer Jules Intusschen moest pachter Claes,
de gebuur van daar neven, die er anders nog
al warmtjes in zal, alle mogelijke besparingen
doen om aan zijnen zoon te kunnen laten wat
fransch leeren op een pensionnaal, dat 400 a
500 fr. 's jaars kostte.
De loting kwam. Pachter Claes moest voor
zijnen zoon bij de 2000 fr. betalen om hem vrij
te koopen, of wel hem laten soldaat worden
't was wreed in de slechte boerenjaren, en er
viel misschien wel een traan op die 2000 fr.
waarvoor de pachter zijn goed had moeten
belasten. Mijnheer Jules integendeel dacht op
geene lotinghij wist nauwelijks of men voor
hem een goed of een slecht nummer getrokken
hadhem was het eender, hij was vrij.
Hetzelfde jaar bekwam Mijnheer Jules een
diploom bij werd hulponderwijzer met eenen
trek van 1200 fr. dus iets van 4 fr. per dag.
Zooveel hadden zijne broeders 't huis nooit
gewonnen, maar voor Jules was 't maar een
begin de schoone dagen gingen eerst komen.
De wet vau 79 kwam op Jules' hoofdonder
wijzer, een brave katholieke, gaf zijn ontslag
en Jules werd hoofdonderwijzer met eene
jaarwedde van 2500 a 3000 fr. want minder
mocht de gemeenteraad niet geven. Voor die
2500 a 3000 fr. iets van 9 fr. daags, gaf Jules
het onderwijs aan de 20 of 25 kinderen die
hem bleven. Zoo ging het vijf jaar en ieder
jaar werd ten minste een bankbriefje van
1000 fr. in Jules coffrefort weggelegd want
met 1500 fr. kon hij deftig rondkomen.
Doch helaas aan alles is een einde. De
katholieken kwamen boven om alles te beder
ven. Ingevolge van de nieuwe wet werden op
de gemeente van Jules de katholieke scholen
aangenomen en vermits er twee gemeente
scholen waren, werd die van Jules afgeschalt.
Nu 'zit Mijnheer Jules zonder plaats en...
misschien zonder trek Hola Mijnheer Jules
behoudt de twee derden van zijnen trek, dus
over de helft. En hoelang moet dit duren
Wel dit moet duren tot hij eene andere plaats
zal hebben die ook 1600 fr. opbrenge.
Welnu, lezer, is dit geene droevige historie?
Zoudt ge daar geene tranen bij vergieten
Terwijl alles zoo slecht gaat, terwijl zoovele
werklieden zonder werk en zonder brood
zitten, heeft Mijnheer Jules eene daghuur van
5 a 6 fr. om niets te doen En te Brussel
maakt men revolutie omdat de schoolmeesters
toch zoo slecht behandeld worden. Wat heeft
Jules gelachen als hij dit hoordet.
iV. B. Wij geven dit voorbeeld, omdat het
meest voorkomt. Vele andere onderwijzers,
meerjaren dienst hebbende, trekken meer; en
geen enkele heeft minder dan 1000 fr.
(Gazette van Kortryk).
si inr^Tr.!
Liegen en vervalsclien.
Het is nóg niet genoeg dat de liberalen da
gelijks het princiep van hunnen aartsvader
Voltaire Liegt en blijft liegen in practijk
stellen, neen, ze moeten bovendien nog snoo-
delijk vervalsclien.
Volgens de Etoile Beige, de schaamtelooze
komeer, zou M. Woeste in de Volkskamer, bij
eene onderbreking, gezegd hebben Ik ken de
kroon niet.En natuurlijk worden die woorden
door de eerlooze liberale pennekneehten geëx
ploiteerd als had onze achtbare Volksverte
genwoordiger, een uitroep van verachting
jegens de Kroon laten ontsnappen.
Wat is nu de waarheid
Toen M. Bara de woorden uitsprak dat tal
de wraak der rechterzij zijn, antwoordde hem
M. Woeste Houdt dat gedacht voor u, ik ken
de wraak niet.
De snelschrijvers hebben dus kroon aange-
teekend in plaats van wraak.
Bij 't aanvangen der zitting van Dijnsdag
lest, riep onze achtbare vertegenwoordiger de
aandacht op deze zaak in en protosteerde tegen
de woorden die hem door de snelschrijvers
in den mond werden gelegd. Hij verklaarde
wraak en niet kroon te hebben gezegd, gelijk
alle de leden welke naast hem zijn gezeten het
getuigen en eindigde met het Bureel der Kamer
te verzoeken maatregelen te nemen opdat zulke
betreurlijke vergissingen nimmer zouden voor
vallen.
En ondanks deze zoo duidelijke verklaring
blijft de Etoile te verstaan geven dat hij het
woord kroon wezenlijk uitsprak En dan
beweren de liberalen het monopolium der
politieke eerlijkheid te bezitten
19 October.
Wij roepen nogmaals de aandacht in op de
statistieke tafel, te Cent verschenen.
In eene tafel, opgemaakt door M. Rolin, ten
gevolge der kiezingen van 1881, was de ver
houding der gemeenteraden de volgende
Liberale raden. 922
Katholieke raden. 1106
Onafhankelijke of onzijdige. 583
Niet bekende. 161
Vandaag is die verhouding als volgt
Liberale raden. 642
Katholieke raden. 1658
Onafhankelijke, gemengde. 261
Dat is kort en goed gezegd. Aan welken
kant is, na den 19 October, de meerderheid
En het is op den uitslag van die kiezirig dat
men er in gelukt is het ministerie te verbrok
kelen
Ongehoord, inderdaad.
De Bien public meldt ons dat in de laatste
zitting des Gemeenteraads van Gent, M. Dauge,
Schepen van Openbaar Onderwijs, oflicieellijk
een feit heeft bevestigd, 't welk reeds in
Volkskamer en door de Dagbladen was aan
gekondigd, namelijk, dat het onderwijs van
den Godsdienst of beter gezegd van den Ca/e-
chismus, voortaan zal deel maken van 't pro
gramma der leervakken in de gemeente
scholen der stad Gent le volgen. Ten gevolge
van een accoord gesloten tusschen Z. H. Mgr
Bracq en het Schepenen-College zal de Cate
chismus door de Geestelijkheid ouderwezen
worden.
Dit is waarlijk de schoonste wraak die
M. Jacobs ooit kon droomen Immers hij
ziet dezen zijn werk bijtreden die het met de
meeste hevigheid bestreden.
Later wanneer de politieke driften zullen
gekoeld wezen, ja, wanneer de hevigsten tot
bedaardheid zullen teruggekeerd zijn, dan zul
len wij langzamerhand de vijanden der school
wet van 1884, de eene voor, de andere na, die
zoo vervloekte en vermaledijde wet zien toe
passenEn zoo zal welhaast, dank aan
't katholieke ministerie, de rust en vrede
onder de zonen van 't eene en 't zelfde vader
land hersteld wezen en een einde gebracht
zijn aan de schandaligste geldverkwistingen
die ooit in eenig land bestadigd werden
HANDELEN NIJVERHEID
Men leest in 't Handelsblad
Tabak. Men zendt ons de volgende op
merkingen
Het nieuws betrekkelijk de vermindering
der liberale lasten op den tabak, en in uw
blad van eergisteren door uwen korrespondent
van Brussel meêgedeeld, zal niet dan met de
grootste voldoening hier en in het land verno
men worden.
De verzwaring van lasten op den tabak
die de Anlwerpsche handel aan de enkele stem
van onzen dierbaren burgemeester, M. de Wael
nog te danken heeft bracht inderdaad een der
aloude en bloeiendste nijverheden van het
land te niet, en dit zonder voordeel voor 's
lands kas, daar alleenlijk vreemde smokke
laars er nut hebben uit getrokken en er dage
lijks nog uit trekken.
Doch, naar men ons verzekert, schijnen
zekere personen nu te vreezen dat eene ver
mindering van rechten, hoe zeer ook te ver
langen, door eene te plotselijke toepassing,
de belangen van handel, nijverheid en land
bouw nieuwe schade zou toebrengen.
De handelaars en fabrikanten hebben se
dert meer dan één jaar hunnen voorraad op
gedaan met partijen tabak, welke met 70 fr.
rechten per 100 kilos geslagen werden.
Indien nu het gouvernement van 70 (ranken
tot een minder cijfer terugkwam, hetgeen
iedereen wenscht, zouden dan niet allen welke
voorraad bezitten, op hunnen bestaanden
voorraad het verschil verliezen dat men reeds
minder zou te betalen hebben
Welnu, men vreeze dat niet.
Juist om zulke nadeelige gevolgen te ver
mijden. is het klaar dat het bestuur den noodi-
gen tijd zou laten voorbijgaan, niet alleenlijk
om een wetsontwerp neêr te leggen, maar
wel ook om die wet uitvoerbaar te maken.
M. Beernaert heeft laten hooren dat hij den
financieelen uitslag van het naaste jaar wil
grootvader, en hij wiegde de kleine engel op zijne
armen, hij drukte hem op zijn hert, alsof hij zijne
eigen kind. zijn eigen vleesch en bloed was.
Dat is het juist dal mij zoo pijnigt,» sprak vrouw
Notburga hem legen, een kind van drij jaren Zoo
klein nog en zoo jong !Arm bloedje datgeenen vader
meer heelt
Hij wordt eens grooter en ouder viel haar
grootvader in de rede, hij wordt ouder eens. Do
jaren vliegen snel voorbijen gezond en sterk gelijk
hij is, zal hij opgroeien en jeudig worden, als malsche
zomertarwe
Dal is het ergste van al, klonk hel verkropt
antwoord der moeder, bleef hij klein, o, ik ware
geruster Maar, wil hij, grooter geworden, moeders
lessen niet meer kennen, zijn eigen meester zijn, en
alleen, wat zal ik, mijn God, arme weduwe dan
vermogen, als vader, dien de kinderen zouden vree-
zen, vergelen en weg is Het herie 2al mij
breken voer ze voort. O! mocht mijn goede Fndo-
lin mij komen halen, om vreedzaam met hem op het
kerkhof le slapeu. De goede God zou voor den armen
kleinen zorgen
Zij kon niet verder de brave vrouw, hare stam
versinacotte in schreien en snikken.
Maar, mijne dochter, en blijf zoo loch niet
schreien het zal zoo erg niet zijti, als ge wel meem.
Bij die woorden zette de oude man zich voor Not
burga neder kleine Jozef begreep niet wat er ge
beurde, en blij en lachend keek hij grootvader in
zijno oogen. En deze, mijn kleine zei hij bin-
nen's monds, en schrei niet kind, uw schreien doet
mij zeerOf liever, ja, schrei, schrei u uit in
Godes naam. Als hel hert vol ismoethet overloopen.
gelijk de beek die met stort- en plasregens over
stroomd. Geen mensch en kan daartegenschrei
uw lijden uit, maar dan, wees getroost, en zie ge
rust de toekomst tn... ten anderen ik ook, ik ben
nog daar, om te helpen waar ik helpen kan....»
Er volgde een lang stilzwijgenNotburga weende,
grootvader in diepe gedachten, zag starlings voor
zich henen, kleine Jozef speelde in grootvaders baard
en met het kruis dat hij aan den hals droeg.
Al wie hel ongeluk heeft, zijnen lieven vader of
zijne goede moeder, in de enge plankenkist, uit den
huize te zien dragen die hen volgt tot op het kerk
hof, en ze daar in den grafkuil ziet zinken, die ook
zal onvermijdelijk, bij de wederkomst in het vaders-
huis dit gevoelen vooral inzijn herle gewaarworden
gevoelen van leegheid, gevoelen van leemteoveral
ontbreekt, er iets.
De plaats waar vader of moeder aan de familielafel
zalen, die plaats is leeg; de groote leunstoel, waarin
zij 's avonds, van werken moé, kwamen uitrusten,
die stoel is leeg al de plaatsen en hoeken, waar men
dagelijks, ja; gedurig vaderen moeder ontmoette,
allen zijn ze leeg de stem, die lieve, ernstige en
tevens zoele vader- of moederstemme, die op tijd
gebieden, vermanen, troosten, schertsen en bidden
kon, die stemme, men hoort ze niet meer. Bij eiken
stap, bij elke schrede, op weg of pad, in huis en hof,
overal gemist men iels. Van daar dan, datonzeggelijk
en beklemmend gevoel van eenzaamheid, leemte en
leegheid, dat het hart komt verkroppen en de ziele
benauwen.
Over eenige uren had vrouw Notburga haren echt
genoot naar het kerkhof vergezeld het was een
koude, donkere en sneeuwachtige wintermorgen En
nu, oh zij vondl alles zoo eenzaam thuis, zij voelde
zich zoo verlaten op de wereld nog maar negen-en-
twintig jaar oud en alreeds weduwe.
Notburga of Notelken, want zoo was men gewoon
haar le noemen, om de stille, schuchtere beminne
lijkheid van haar wezen, behoorde tol eene achtbare
familie, die uil het Zwitsersch Rijndal oorspronkelijk
was. Haar vader was een landman, die eene voorname
pachthoeve bewoont, en daarom ook voor tamelijk
welhebbend doorging. Van kindsbeen afhad Notelken
zich met naald- en breiweik onledig gehouden hare
vier broeders hielpen vader in het bewerken des
velds, terwijl zij zich meer en meer in allerlei hand
werk oefende. Zij was bijzouder behendig in het
handteeren der naald, en werd weldra eene voorna
me naaister, kleermaakster en borduurster.
Werk had zij, meer dan zij doen kon, alhoewel op
tijd en stond, hare moeder een handje aanstak als er
veel te snijden en te maken viel. Heel eentonig was
dan ook haar leven Dagen en dagen, weken en
weken zat zij, in de kleine buiskamer, met naald en
scheer te werken op zon- en feestdagen tweemaal
naar de dorpskerk, en dan, van tijd lot tijd eene
kleine wandeling met moeder of eene vriendin op der.
dichterlijken Rijnoever, dit was alles. Zij verlang
de, zij en kende niet meerZij was gelukkig tevreden
en vergenoegd, in haar eentonig leven, wat zou zij
meer begeeren
Zoo ging het, tot haar drij en-lwinligste jaar, toen
zij plots op drij weken tijds, moeder en vader ver-
loor.
Onder den indruk der eerste smart die broeders en
zusters, in den reinslen zin van godsdienstige gela
tenheid voelden en verdroegen, beloofden zij aan
elkander samen in den huishouden le blijven. Alles
ging goed in den beginnemaar, waar geea vader
geene moeder meer is, daar en is er geen middenpunt
in de familie, daar ontbreekt er eenheid. De vier
broeders en kwameu niet meer overeen -. de eerste
wilde zóó, de tweede wilde anders de derde woü
hetgeen niet een der twee oudsten verlangden, on de
vierde, zoo dacht hij toch, zou het verder dan zijne
drij broeders brengen en zoo dachten en zoo deden
zij alle vier, elk op zijne wijze. Notelkei sprak eerst
van overeenkomen, later dacht zij geraadzaam er niet
meor tusschen te spreken vrede en eendracht sche
nen haar onmogelijk, en, ging de lamilie uiteen zij
wist altijd wal haar te doen stond.
Pas had men eenige dagen het droevig jaarfeest
van vaders en moeders afsterven gevierd, toen de vijf
kinderen huis cn hof verkochten, en de opbrengst
onder elkander deelden. De broeders scheidden van
een twee van hen zochten, in den Nicuwe-Wereld,
vooruitgang en geluk Notelken trad in echt met
Fridolin, die lang al naar hare band gestaan bad.
(Wsrdt voortgeset.)