NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAO VAN DE STAD EN T ARRONDISSEMENT AALST.
VERTELLING.
Zondag 27 November 1887,
f0 centiemen per nummer. 428te Jaar, N° 2209,
ARONNEMENTPRIJS I
ANNÜNCENPRIJS
BERICHT.
Politiek overzicht.
üc vrijntclselaarslogiëii.
Spiegel.
De Beulen der Armen.
Proefvelden.
DE DENDERBODE.
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
Ir. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PÜTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutslraat,
N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
'ases
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, tr. 1,00 Vonnissen op
3« bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdagavond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
C'niqae Saam.
AELST, 26 IÏOYEMBER 1887.
De personen welke
een abonnement op
DEN DENDERBODE nemen voor
1888, zullen de nog te verschijnen
nummers van 1887, te rekenen van
1 December aanst. gratis ontvan
gen-
De Denderbode verschijnt twee
maal ter week tegen de prijs van
6 franks 's jaars, ten bureele te
betalen.
Frankrijk. M. Grévy heeft woensdag
namiddag een belangrijk onderhoud ge
had met M. Henry Maret, afgeveerdigde
der Seine.
M. Henry Maret gaf den president eer
biedig te kennen dat hij niet van diegenen
is welke de krisis hebben uitgelokt. Hij
had wel gewild dat den persoon van den
president buiten deze schandalen geble
ven ware.Thans moest hij met leedwezen
bekennen dat de toestand veranderd is,
en M. Grévy verplicht is te vertrekken,
ofwel onmiddellijk, otwel na een ministe
rie van zaken te hebben aangesteld.
M. Grévy gaf ten antwoord dat zijn
ontslag innerlijk besloten was, en dat hij
enkel nog eene dubbele zorg had zich
buiten alle verantwoordelijkheid te stel
len van wat later gebeuren mocht.
M. Grévy wenscht en het is dat wat
hij door eerbaar vertrek verstaat liet
voorwerp te zijn eener betooging van
wege de Kamer, betooging die zijn ont
slag rechtveerdigen zou.
M. Maret deed opmerken dat dit een
ongrondwettelijk feit was, waartoe de
Kamer zich nietleeneu zou. De weigering
van de hulp der republiekanen blijkt ten
stelligste uit de onmogelijkheid der vor
ming van een ministerie.
M. Grévy bekende inderdaad dat de
weigering tot het vormen van een minis
terie hem in de onmogelijkheid stelde
verder te regeeren en hij dus enkel zijn
ontslag had te geven.
Hij zou echter een nieuw ministerie
willen hebben, om dit ontslag tegen te
teekenen en het kongres bijeen te roe
pen. Indien M. Ribot zich wilde gelasten
met de vorming van zulk overgangskabi
net, zou hij hem dit ambt toevertrouwen.
Indien M. Ribot niet wil aannemen, zal
M. Grévy het kabinet Rouvier niet aan
het bewind houden.
Op deze leste woorden liep het onder
houd ten einde.
EENE
Naar het Engelse!)
5° Vervolg.
In die hoop verliepen er maanden, en Mag-
dalena's fier en schoon gelaat kreeg een bleek
en droevig uitzicht. Het voorname lerscho Par
lementslid kwam te overlijden,en Bertie Linne
verloor daardoor zijne betrekking, 't Was een
gelukkig toeval geweest, dat hem aan dien
post had geholpen maar geen dergelijk geluk
viel hem thans ten deel. Hoe treurig ook sijn
lot mocht wezen, het is evenwel dat van veleu.
Weken achtereen liep Bertie Linne, met de
wanhoop door het hart, door Londens straten.
Het was een slechte tijd, en voor iedere open
staande betrekking deed zich een legio solici-
lanten op hij alleen had niemand, die hem
kon aanbevelen of die zijn invloed in Bertie's
belang kon laten gelden. Het duurde niet lang
of hunne geringe middelen waren uitgeput,
nadat reeds Magdalena's kleederen en juwee-
len, lot zelfs al de kleine geriefelijkheden,
welke zïj van huis had medegenomen, waren
te gelde gemaakt De lijd kwam, waarop het
trolsche en bedorvenekind.de schoone dochter
vaneen oud adelijk geslacht, gekweld werd
door koude en honger, zonder een vonk vuur
Volgens een gerucht zou den hertog
van Aumale te Parijs zijn. Hij zou zelfs
zijnen .intrek hebben genomen bij den
hertog de la Rochefaucauld-Bisaccia.
De radikale omwentelingskommiteiten
zetelen bestendig sedert twee dagen.
Het radikale komiteit, samengesteld uit
35 leden, heelt nu de volstrekte macht in
handen. Met een enkel woord kunnen zij
geheel het komiteit in beweging brengen.
Dit komiteit telt 400 leden, die op alle
mogelijke gebeurtenis voorbereid zijn.
De engelsche bladen beschouwen den
toestand van Frankrijk als zeer somber
en drukken onbewimpeld hunne vrees
uit voor de gevolgen der verwijdering van
M. Grévy.
De keus van eenen opvolger zal zeer
moeielijk zijn, zeggen zij.
Volgens den korrespondent van den
Times, zou M. van Giers zich persoonlijk
tegen de engelsch-fransche overeenkomst
verzet hebben. De czaar moest echter op
dit punt nog eene beslissing nemen.
Waarschijnlijk zal hij die der andere mo
gendheden afwachten.
Volgens den XIX Siècle zal de presi-
dentieele boodschap het ontslag vooraf
gaan, daar M. Grévy denkt dat die bood
schap de Kamer zal doen terugdeinzen.
In geval dit niet is, zal hij enkel aan
staanden donderdag zijn ontslag indienen.
Het blad zegt verder dat het onderhoud
tusschen M. Grévy en de aftredende mi
nisters donderdag zeer kort was. De pre
sident zegde hun dat hij op hen rekende,
om zijne boodschap naar de Kamer over
te dragen.
Het kongres zou aanstaanden donder
dag door M. Le Royer bijeengeroepen
worden, en de president enkel op dezen
dag zijn ontslag indienen.
M. Grévy heeft aan M. Ribot lezing ge
geven van zijn ontwerp van boodschap.
Het is een rekwisitorium tegen de Kamer
en daarom houdt de president er aan
ministers te hebben om het tegen te tee
kenen daar het alsdan in alle gemeenten
wordt aangeplakt.
De Pretendenten. De Paix deelt meê
dat de predententen in onafgebroken
briefwisseling zijn met de rechterzij.
Donderdag zijn twee sekretarissen des
graven van Parijs aangekomen.
De Soleil zegt dat de kandidatuur van
M. de Freycinet de bovenhand behoudt
voor den presidentszetel.
te bezitten om zich te verwarmen, of eene
bete broods te bebbeu om zich le vooden.
Toen schreef Magdalena Linne opnieuw.
Vader, zoo schreef zij, wij lijden ge
brek honger en koude hebben mijnen trotsch
gebogen zend mij wat geld geef mij eene
almoes om der wille van mijn echtgenoot,
evenals gij zulks aan een vreemde zoudt doen
sla mijn verzoek niet af, leen een gunstig oor
aan de klacht die opstijgt uit een vernederd
gemoed.
Magdalena Linne vergat nimmer den mor
gen,waarop het antwoord op haar brief kwam.
Bertie was den ganschen nacht ongesteld ge
weest verdi iet en ontbering hadden hem uit
gemergeld de voorheen zoo krachtvolle
jonkman kon bet uiet langer uithouden Geef
mij wat thee, Leentje, zeide hij tot zijne wee-
nende vrouw, geef mij wal thee, Leentje;
mijn hoofd gloeit en mijne lippen branden.
Doch thee bezaten zij niet, en wal nog erger
was, ook geen geld om thee te koopen. Mag
dalena wierp een wathopigen blik in hare
kleine woning niets was er meer overgeble
ven, boeken, schilderijen,sieraden, alles
was verKOcht. Zij keek angstig naar de klok
het was nog geen posltijd haar vader zou
haar zeker, daaraan twijfelde zij niet.wat geld
zenden ;want hij kon toch niet doof voor haar
smeeken zijn gebleven. Zij stelde Bertie met
liefdevolle woorden tevreden, en beloofde hem
spoedig thee to zullen geven. Toen ging zij
aan het raam staan, om op den brief te wach
ten.
Eindelijk kwam de brievenbesteller, en bij
hield den brief in zijne hand. Haar verlangen
om dien te lezen was zöö groot, dat hare ban
den sterk beefden. Arme, verdoolde vrouw
Voor deze die nog zouden durven be-
weeren dat de vrymetselaarslogiën zich
met de politiek niet bezig houden, geven
wij hier letterlijk eenige kwestiën, ter
loops genomen, onder deze welke in de
laatste jaren het voorwerp zijn geweest
van conferentiën, verslagen, besprekin
gen, enz. in de logie der Vrienden van
den Handel en Volherding. te Antwer
pen
Beraadslaginging over de protestant
sclie beweging in Belgie (29 October
1877):
Van het onderwijs der zedeleer in de
school (3 December 1877)
Theorieke beraadslaging over het al
gemeen stemrecht (11 Februari 1878)
Onderzoek van den politieken toestand
des lands (25 Februari 1878)
Herziening der wet van 1842 f2 en 9
December 1878)
Onderzoek der wet op bet onderwijs
(29 Januari en 10 Februari 1879;
De sociale kwestie,onder geschiedkun
dig en politiek opzicht beschouwd (27
Januari 1879)
Uitvoering der nieuwe wet op het on
derwijs (24 November 1879)
Voorstel om aan de geestelelijkheid
hare voorrechten te ontnemen en ze tot
de wettelijkheid te roepen (24 November
1879)
De vrijdenkerij (17 December 1879)
Voorstel tot uitbreiding van de studie
der vlaamsche taal in de middelbare
scholen en atheneums (1 Februari 1880)
Voorstel betrekkelijk de kiezing bij
alphabetische orde (1 Februari 1880)
Gesprek over de inrichting van het
onderwijs te Antwerpen (10 November
1884).
Voegen wij er bij dat al deze punten
ingsgelijks aan het dagorde hebben ge
staan der andere logiën van het land.
Ten bewijze diene de omzendbrief, van
de vrijmetselaarslogie van Hoei, onder
dagteekening van 10 October laatst,
waarbij al de leden derzelve worden bij
eengeroepen om, onder andere zaken,
over te gaan tot het inhuldigen van eene
bijzondere commissie tot onderzoek van een
nieuw wetsontwerp op het lager onderwijs.
Uit het bovenstaande blijkt zonneklaar
hoe, met toenemenden iever, de francma-
fons oorlogswapens blijven smeden om
bijzonderlijk de vrijhefd van onderwijs en
liet bestaan van godsdienstige scholen te
bestrijden. Met helschere woede dan ooit
zullen zij den zielenroof voortzetten, in
dien de vrienden van godsdienst niet wa
ken en arbeiden.
O, het was baar vaders hand het adres luid
de Mevrouw ts. Linue, 3, Prospect-Terrace,
Holloway. Zij kuste in haro vervoering van
vrede die woorden één dun blaadje papier
viel uit de enveloppe daarop stond geschre
ven zooals gij gezaaid hebt, zoo zuil gij maaien,
geen letter meer, geen enkel woord vao
troost of liefde. Onder het slaken van een hart-
verscheurenden kreet zeeg zij neder.
Juist op dal oogeublik riep Bertie met eene
zwakke, kracbtelooze stem
Leentje, mijn hoofd gloeitgeef ,mij
wat thee
Er zijn nog altijd medelijdende menschen,
barmhartige Samaritanen in de wereld men
kwam den ongelukkige te hulp. Een paar uren
na dit voorval lag Bertie in eene sterke ijlende
koorts. In schrikkelijke haast liep zij naar den
dichtslbij wonende geneesheer, die toevallig
een zeer menschlievend man was. Deze wierp
eon blik van bewondering op de zoo schoone
en wanhopige dame hij zag dadelijk, dat,
hoewel hij geroepen was om eencn zieke, die
in eene armoedige kamer lag, zijne hulp te
verleenen, het toch eene vrouw van rang en
stand was, die zich bij hem had aangemeld.
Hij was weldra op de hoogte der omstandig
heden een te onbezonnen huwelijk, gevolgd
door armoede en ellende. Dokter Grey was
niet bemiddeld doch hij deed wat hij kon.
Bertie werd naar het groote ziekenhuis over
gebracht. Hij ried Magdalena aaD, naar eene
enkele kamer om te zien, en le trachten zich
wat werk te verschaffen.
Bij het booren van het woord werk keek zij
den geneesheer met de grootste verbazing aan.
Welk werk zoo zij verrichten Zij had nooit
loeren werken. Op dat oogenblik dacht zij aan
Onder dien titel zegt het Recht bet vol
gende duizendmaal gezegd, maar
nooit genoeg gezegd
Welke spiegel is dit niet voor het
belgische volk Nochtans, liet is dit
land, het is Frankrijk dat men ons als
voorbeeld wil schenken.
Gansch ons onderwijs is op fran-
schen leest geschoeid.
In alle scholen zoo officieele als
vrije zoowel katholieke als liberale, is
het al fransch dat de klok slaat.
Als vaderlandsche geschiedenis
geeft men de historie van Frankrijk.
Men leert aan ons jong geslacht de
helden feiten van Franschmannen, en
men doet onze mannen als Breydel,
De Coninck en Van Artevelde voor mui
iers, voor oproerlingen doorgaan.
Men geeft onze kinderen eene anti-
vaderlandsche opvoeding, een fransch
onderwijs.
Sedert jaren duiden wij dit kwaad
aan.
Wij roepen schande en zullen
blijven roepen over zulke zedelijke
misdaad.
De bewijzen zijn daar, dat de ver-
fransching niets dan verrotting bijbrengt.
Zal men nu eindelijk zien, dat de
toekomst van ons volk in 't spel is, en
liet hoog tijd wordt dat men het eene
vaderlandsche opvoeding, een grondig
vlaamsch onderwijs moet geven.
Zullen de opperhoofden nu kracht
dadige maatregels en doortastende mid
delen willen nemen, om dit fransch
kwaad te keer te gaan.
Wij hopen van ja, want het is hoog
tijd.
Doch eerst moeten wij onze vroege
re verklaringen herhalen.
Wij zijn niet tegen het aanleeren van
het fransch.
Wij vinden de kennis van de fransche
taal nuttig en onmisbaar, zoowel als die
van het engelsch en het duitsch.
Maar hetgene wij bevechten en zul
len blijven bevechten, is de fransche
opvoeding, welke men het jonge geslacht
geeft.
Wat wij een echt schandaal vinden,
is, dat men de vlaamsche kinderen geen
grondig vlaamsch aanleert.
Dit gebeurt in Vlaamsch-België,
bijzonder in de onderwijsgestichten voor
jufvrouwen, zoowel in de stedelijke scho
len als in de nonnenpensionaten.
Daartegen trekken wij te velde en
zullen niet rusten vooraleer dit misbruik
uitgeroeid zij.
de ouderlijke woning, waar zooveel gemak en
weelde heorschle. Zij had haar verlaten, en
waarvoor Hel viel niet te ontkennen, de
straffende hand des Hemels had zich over baar
uitgestrekt, het loon der zonde was haar niet
ontgaan*
Dokter Grey hielp haar hij vond voor baar
in eene steeg nog een kamertje in de woning
eener fatsoenlijke weduwe; hij wendde zijn
invloed aan om haar werk le verschaffen, en
hierin slaagde bij de schoone jonkvrovw, die
eens het leven 6n de vreugde was in het
gezin, dat bel kasteel te Tublea bewoonde, zij
moest zich nu van den vroegen morgen tot den
laten avond bezig booren met naaien, teneinde
een zuur stukje dagelijks brood te verdienen
zij schreef nooit meer naar huis, wacl. zeide
zij met een pijnlijken glimlach lot zich zelve
het was toch vruchteloos, geheel vruchte-
loug zij moest immers maaien, zooals zij gezaaid
had
De dag brak aan, waarop Bertie Linne het
gasthuis verliet, en weder in de wijde wereld
om zijii onderhoud ging worstelen. Evenals
vroeger, slaagde hij ook nu nietdoch hij
maakte zich niet meer toornig over zijne
kastijding, uit overtuiging, dat hij ze verdiend
had.
Gedurende zijne ziekte had Bertie LiDne tijd
tot nadenkenhij zag toen in, wat hij mis
dreven had bij aanschouwde zijne afdwaling
in haar ware licht, cn voelde dal bel geluk en
het ongeluk van Magdalena Ferne van hem af
hingen.
Het gebrek klopte andermaal aan zijne deur;
betgeen ternauwernood voldoende tot bet on
derhoud van één persoon was geweest, kon
natuurlijk niet voor twee toereikend zijn Ber-
Goed gesproken Wij treden die
verklaringen van Het Rechtvolkomen
bij Doch wij voegen er bij dat onder dit
opzicht hier en daar merkelijke verbete
ring wordt bestatigd... Wij kennen vrije
scholeG, vooral scholen door nonnen
bestierd, waar, weinige jaren geleden,
het onderwijs onzer volkstaal gansch ver
waarloosd werd en waar zij nu heden op
gelijken voet met fransche taal is gesteld
geworden.
Dezer dagen werd in De Volkskamer de
petitie besproken door de welke een
groot getal burgers van Lokeren de
schreeuwende, of beter gezegd, wraak
roepende onrechtveerdigheid aanklagen
die het liberaal Armbureel dezer stad
pleegt ten opzichte der noodlijdenden
welke weigeren de opvoeding en 't onder-
vyijs hunner kinderen aan de officieele of
liberale onderwijzers toe te vertrouwen.
Meer dan eens reeds werden die libe
rale beulen door de katholieke drukpers
gegeesseld en aan den kaak genageld,
doch niemand deed het meer ongenadig
dan den heer Begerem vertegenwoordi
ger voor Gent. En niemand der gansche
liberale linkerzijde dorst de stem ver
heffen om de verantwoordelijkheid over
die schandaden op zich te nemen. Neen,
niemand, tot zelfs heerke Bara niet met
zijnen beruchten cela dépend des aas. dat
hangt van 't geval afMen zoekt uit
vluchten ofwel men loochent onbe
schaamd weg
M. Bara verklaarde eens in de Kamer,
dat de wet moet uitgelegd worden in den
zin gelijk de liberale armbureelen han
delen. Welnu, antwoordde M. Begerem,
dan is de wet door en door slecht en
moet zij verdwijnen om de wraakroepende
vervolgingen uit te roeien die in haren
naam gepleegd worden.
De rechtvaardigheid eischt dat aan de
armen gegeven wordt wat hen van rechts
wege toekomt.
De noodzakelijkheid eener wet die aan
alle de aangeklaagde misbruiken en on-
rechtveerdigheden zal een einde stellen
doet zich meer en meer gevoelen. Laat
ons hopen dat zij kortelings zal worden
voorgesteld
De landbouwers worden verwittigd dat
zij om geldelijke ondersteuning te beko
men voor bet inrichten van proefvelden
tegen de aanstaande lente, hunne aan
vraag moeten zenden aan M. den minis
ter van landbouw, nijverheid en open
bare werken, te Brussel, vóór 15 januari
aanstaande. Na dit tijdstip zal er aan
hunne vraag geen gevolg meer gegeven
worden.
tie Linne doorzag zijn toestand geheel en al.
Op zekeren morgend stond bij vroeg op en,
giDg bet II. Misoffer bijwonen. Toen hij huis
waarts keerde, zag hij er nog wel treurig,
maar tocli gelaten uit.
Leentje, zeide bij tot zijne jeugdige
vrouw, dat kan zoo niet langer blijven ik
denk dal, wanneer ik van u gescheiden of
dood ware, uw vader u dan niet langer zoude
verstooten.
Nooit, antwoordde zij gij kent
mijn vader niet, zooals ik hem ken. Bertie en
laten wij, omdat wij één dwazen stap gedaan
hebben, ons tol geen tweeden verleiden zoe
ken wij onzen troost bij elkaar,want wij slaan
geheel alleen in de wereld.
ik had gedacht dal het anders zou ge
gaan zijn,» hernam Bertie nederig ik dacht
dat ik u, lieve vrouw, zou hebben kunnen
onderhouden inaar God heeft mij gestraft
ik ben de schuld van alles. Gave God, dat ik
alleen kon lijden
Zijne stem beefde. Zeg, dat gij mij ver
giffenis schenkt,Leentje, vervolgde hij zacht,
zeg, dat gij mij vergeeft, dat ik u in
dezen toestand heb gebracht. Leg uwe banden
in de mijne, beste vrouw, en bid God, dat Hij
mij zegene.
Zij legde hare handen in de zijne, God
zegene u Bertie zeide zij het zal mij nooit
berouwen u bemind te hebben.
Hij drukte een kus op de dunne doorschij
nende handen, die zoo vertrouwelijk in de
zijne lagen. Zij meende dat hij haar met een
zonderlingen blik aanzag, toen hij de kamea
verliet, en dat zijne oogen vol tranen stonden.
(Wordt voortgezet.