NIEUWS- EN AANK0ND1GINGSBLA0 VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 17 Februari 1889, 10 centiemen per nummer, 45steJaar, IV0 2357. ARONNEMENTPRIJS ANNOIVCENPRIJS Poliiiek overzicht. Hel voorstel Woesle. Argentina Nut der honingbijen Aan de dooven. Loting. DE DENDERBODE. Jit blad verschijnt den Woensdag, en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars r. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat, N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, Ir. 1,00 Vonnissen op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls' te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdagavond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque Sm AS-XST, 10 FEBRUARI 1889. De toestand in Frankrijk. De wel, waardoor de stemmingen per arrondisse ment heringericht worden, zal vóór het einde dezer week nog afgekondigd wor den. Een artikel dezer wet luidt dat er tot aan de algemeene verkiezingen geene gedeeltelijke verkiezingen nog zullen plaats hebben. Hieruit volgt dus dat de kiezing in het Noorderdepartemenl indien generaal Boulanger Parijs den voorkeur geeft geen plaats zal hebben. De opportunisten zijn geheel en al uit hun iood geslagen aangaande hunne hou ding in de kwestie der grondwetsherzie ning, welke morgen voor de Kamer komt. Waarschijnlijk zal het aantal vijanden der herziening zoo groot niet zijn als in den beginne voorzien werd. In eene vergadering der gematigde republiekanen, dijnsdag gehouden, heb ben talrijke leden verklaard dat zij voor de herziening zullen stemmee, de eene om deze, de andere om gene reden. In waarheid is het uit vrees voor de radikale kiezers In afwachting van wat cr besloten zal worden, trekt het herstel der arrondisse- menlskiezingen al de aandacht. Niemand is vergeten met welke moeite in 1885 de stemmingen per lijst werden ingesteld. Zij waren alsdan de redengel der repu bliek. En nu is die redengel de zondenbok geworden en komt men terug tot het stelsel dat men in 1885 verafschuwde Als bewijs van vlotbaarheid is dat er wel een, en een goed, of we verstaan er niets van. Wat de kiezers over dit alles denken hoe zij die politieke mannen beoordeelen die dan wit, dan zwart zeg gen en altijd als een blinde naar het ei slaan, zonder vaste bedoeling welk gedacht zij hebben van die ministers die allen Jules Ferry uitgezonderd nooit eene vaste politiek kenden en de belangen van kliekjes ter harte trokken om hef. algemeen belang te verwaarioo- zen ziedaar wat ons de aanslaande algemeene verkiezingen zullen doen kennen. De franschen Senaat heeft woensdag, na eene korte bespreking, de stemmin gen per arrondissement aangenomen met 228 stemmen tegen 52. Als de O/Jiciel nu nog gesproken heeft dan is de wet in voege. Ontslag van het ministerie Floquet. Het ministerie Floquet heeft geleefÜ De ministerieele krisïs, die sedert de kiezing van generaal Boulanger in de lucht hing, is eindelijk uitgebroken. M. Floquet is gevallen op die kwestie van herziening, zoo onvoorzichtig opgeworpen door de radikalen, in de hoop aan de boulangistische herziening haar anti- republikaansch karakter te ontnemen. Deze taktiek heeft tot niets gediend, de behendigheid van konservatieven en boulangislen heeft, haar doelloos ge maakt. Toen de regeering bij 't begin der zit ting de onmiddellijke bespreking vroeg, kwam graaf de Douville-Maillefeu met het onvoorziene voorstel voorden dag de bespreking onbepaald te verdagen. Daartegen is M. Floquet stellig opgeko men en, ondanks de meening van het gouvernement, werd het voorstel-de Douville aangenomen met 307 stemmen tegen 208. Wij kennen de samenstelling van deze stemming nietmaar het is te voorzien dat de meerderheid zal beslaan uit anti revisionistische republiekanen, boulan gislen konservatieven. In welke mate deze leste groepen ook voor de herziening zijn, net is te denken dat zij, bij het ont staan van het voorstel de Douville, alle bepaald besluit hebben laten vallen om de gelegenheid te baat te nemen het ministerie omver te werpen. M. Floquet verklaarde dat hij zijn ont slag, ten gevolge dezer stemming, in handen legde van M. Carnot, en die verklaring werd met uitbundige toejui chingen onthaald. Sic transit gloria mundi Keizer Frans Jozef in Hongarië. Men seint uit Pest, 13 februari De keizer, gisteren de voorzitter der beide Kamers ontvangende, die uit naam van het Parlement rouwbeklag bij hem kwamen afleggen, hield tot hen de vol gende aanspiaak Slechts mijn vast vertrouwen op den Almachtige, de steun der koningen en de deelneming mijner volken, kunnen mij de noodige krachten schenken. Ik hoop dat de leden van de Kamer en van het Hoogerhuis mijne taak gemakkelijker zullen maken door hunne traditioneele getrouwheid, en ook in de toekomst mij zullen helpen in hetverwezenlijken mijner plannen. Ik zal niet verslappen in het vervullen mijner plichten. Ik reken er op dat de Kamers van mijn veelgeliefd koninkrijk Hongarië, in dezen droevigen tijd met alle eischen van den bestaanden toestand rekening zullen houden en, in het ge meenschappelijk belang, ondersteunen zullen onze bedoelingen en die van mijne regeering, welke mijn volkomen vertrou wen geniet. In antwoord op eene toespraak van den burgemeester heeft de keizer gezegd Ik hoop dal de hoofdstad van Honga rië, gedurende de weken van rouw, welke de koningin en ik het voornemen hebben hier door te brengen, zal voortgaan onze smart te verzachten door het geven van nieuwe blijken van gehechtheid en trouw. Indien plaatsruimte het oris toeliet, wij zouden breedvoeriger kunnen handelen over eenen penneslrijd dezer dagen ont slaan tussclien den Journal de Bruxel- /w» en onzen achtbaren Vertegenwoordi ger M. Woeste, betrekkelijk het voorstel door dezen laatsten neêrgelegd ten voordeele der onderwijzers die de slacht offers zijn der ongelukswet van 1879. Het officieus orgaan, gelijk men be weert, verzet zich uit alle zijne kraehten tegen bet voorstel Woesle. Het wil eene wettelijke vergoeding weigeren aan de onderwijzers, aan Catholieken, welke zich als de handlangers der geuzerij niet wilden aanstellen en liever hunne brood winning en rechten op pensioen lieten varen dan hun geweten te bezwaren met eene daad die zij als eene verra derij aanschouwen. Dankzij die moedige Catholieken is het ons toegelaten geweest ons met vrucht legende bloedwet te verzetten, ja,va.i den strijd van school tegen school te kunnen voeren, 't geen den triomf van 1884 heeft voorbereid en ons eindelijk uil de klau wen der roovers van kinderzielen heeft verlost. De voornaamste beweegreden van den o Journal de Bruxelles is dat hei voor stel van M. Woeste eene onbehendigheid is, van aard om het ministerie afbreuk te doen. Le Uien Public treedt die meening bij. De houding van 't gentsche blad is onbegrijpelijk altijd verdedigde het met overtuiging en vuur de belangen der catholieke onderwijzers. Wat ons betreft wij denken dat het lot der slachtoffers van 1879 afhangt van de stemming des wetsvoorstels Woeste èn consoorten en dat het meer dan tijd wordt dat de toelage, of liever, de aal moes aan eenigen gegund, moet plaats maken voor eene wettelijke erkenning der rechten van allen. Een kndiet van 30 duizend franks weid verleden jaar door de Kamers ge stemd om ter hulp te komen aan onder wijzers die, in 1879, hun ontslag gaven en in den nood verkeeren. Kwam men hen ter hulp omdat zijn in den nood verkeerden Voor - aar, neen, want dat raakt allen de officieele liefda digheid. Het was dus enkel omdat zij als onderwijzers hun aandeel in de pensioen kas hebben gestort, iets waartoe zij ge dwongen waren. Bij gevolg hebben dus al degenen die in de zelfde voorwaarden verkeeren ook de zelfde reehten. Onze achtbare Vertegenwoordiger van zijnen kant, verdedigt met talent en krachtdadigheid zijn hoogst rechtveerdig wetsvoorstel, 't welk naar den Journal de Bruxelles. verzekert door het mini sterie zal bestreden worden. Wat nu de groote beweegreden van het hooger bedoeld orgaan betreft, namelijk dat het voorstel Woeste van aard is om het ministerie afbreuk te doen, willen wij doen opmerken, dat niemand meer afbreuk doet aan 't ministerie dan de ministers zeiven, welke door hunne ge durige toegevingen, uit vrees van 't go schreeuw en 't getier der geuz.^ij, de. misnoegdheid en moedeloosheid in de catholieke rangen doet verergeren Ouder den titel la verité sur l'Etnigra- tirn, enz. in 'i Vlaarnsch De Waar heid over de Landverhuizing der Bel gisciie werklieden en kapitalen naar de Argeulijnsche republiek heeft de heer G. Caüderlier een vlugschrift van 64 blad zijden uitgegeven, waarin hij op. een aan tal gevaren en teleurstellingen wijst, welke de landverhuizers op de reis en na hunne aankomst in het vreemde land ontmoeten. De heer Gauderlier bestrijdt het prin ciep der landverhuizing niet, maar klaagt de schandalige misbruiken aan van zekere agenten die, om premiën te winnen, voor geene valsche beloften achteruitgaan. Zooals wij liet meer dan eens hebben gezegd en zooals het dezen morgen d nog herhaald wordt in de Brusselsche bladen door den Argeniijnschen konsul, bestuur der van bet officiéél inlichtings.bureel, is bet riiet tegen de landverhuizing zelve dat men moet waarschuwen, maar tegen zekere agenciën, welke hoegenaamd geen gemeens hebben met het officiéél inlich tingsbureel, gevestigd Weenenstraat, 36, le Brussel- Indien, zoo schrijft de heer Dario Beccar, een groot getal personen, welke naar Argentina vertrokken zijn, zoo voor zichtig waren geweest mij of eenen der andere Argentijnsche konsulsin België te raadplegen, zij /.ouden zoo lichtzinnig niet vertrokken zijn als zij het gedaan hebben. De personen welke vertrekken met hel inzicht ginder koloniën te slichten, moeten het. maar aan hun eigen wijten dat zij geerie voldoende inlichtingen heb ben genomen en geloof hebben gehecht aan de schoone beschrijvingen der agen ten van landverhuizing. Daargelijk elders, moet men werken om den kost te winnen en men mag niet te scherp gaan zonder eenig geldom ginder, in het begin, wat geduld le kunnen hebben. Deze waarschuwing zegt, dunkt ons, genoeg om te doen zien dat de personen die het land wenschen le verlaten, goed uitdeoogen moeten zien! Onder dat opzicht is het dan ook nut tig, al was het maar om zoowel le weten wat tegen Argentina wordt geschreven, als hetgeen ten gunste van die streek wordt gezegd, het vlugschrift van den heer Caüderlier, te lezen, dat te rekenen van 15 dezer, bij de boekhandelaars en dagbladverkoopers zal te koop gesteld worden. Ongelukkiglijk is het vluchschrift in liet Fransch opgesteld eu kan tiet, zoo lang er geene Vlaamsche vertaling van bestaat, door onze Vlaamsche werklieden niet benuttigd worden. Daarom dan ook zieri wij met verlan gen het aaugekondigde Vlaamsche werk van den eerw. heer .«arichal, mission- naris in Argentina te gemoet. DOOR EUGEEA JOBARD. Bestuurder van den Bien Public te Dijon(Frankrijk) uit het fransch vertaald door eenen waren Landbouwersvriend, Voorzitter eener tuin- en landbouwmaat- schappij en werkendlid der centraleland- bouwmaatschappij van België onder de bescherming van Z. M. Leopold II, Koning der Belgen, en aan de landbouw ers uit ware ver JUeefdheid opgedragen. Verboden nadruk zonder bijzondere toelating des Vertalers, Omnia aulem probate quod bonum est tenete. Onderzoek alles, houdt het goede. (Woorden van den H. Paulus.) 2e VERVOLG. Aanstonds antwoordde ik aan den zeer Eerwaardigen Heer Pastor van Lanques en deelde hem de opmerkingen mede die ik te Baissey gemaakt had over de onvrucht baarheid der fruitboomen, overeenstemde met het verdwijnen der bijen, en ziellier den belangwek kenden brief' aan mij daar over door den braven priester gesclireven Lanques, 24 Juni 1887. Niettegenstaande ik bezigheden van verschillige soorten in overvloed heb, wil ik nogtans niet wachten UEd over den brief, die gij mij wel hebt willen zenden, te bedanken. Ik haast mij UEd te zeggen dat ik vol strekt uw gedacht deel, voor wat aangaat de voordeelen die door den landbouw en de boomteelt alsook door de wijngaarde niers uit de bijenteelt kunnen getrokken worden. 't Is waar dat het maar enkel als ver maak is dat ik mij met de bijenteelt bezig houd, maar vermits die studie mijn lieve- lingslust geworden is, heb ik er mij met eenen zekeren ijver aan overgegeven, nut trekkende, niet alleen uit mijne theoreti sche navorschingen in de boeken, tijd schriften en dagbladen, maar ook uit per soonlijke en vreemde opmerkingen die ik alle verzamel in eenen register, waarin ik gelukkig ben eenige notas op geschre ven te hebben bekrachtigende het voorstel dat gij voornemens zijt te verdedigen. 't Is te Chalancey, op de grenzen van de Cöte-d'Or en niet verre van mijn geboor tedorp, dat ik eerst pastor was en begon mij met bijenteelt te bemoeiën. Mijne eerste bijenhalle is gekocht geweest te Vernois, bij Selongey, dorp van welk. de zielenlast mij voorloopig toevertrouwd was. Aangezien de hof van de pastorij te klein was, stelde de weledele heer Graaf d'Esclaibes vriendelijk tot mijn ge bruik eene onbebouwde plaats gelegen in zijnen boomgaard. Welnu, bij werd er inildadig voor beloond, niet alleen door de eenige honingkaloten die de schoonste versiering zijner tafel en het genoegen van zijne kinderen waren, maar sedert de instelling van de bijenhalle, die won derlijk voorspoedig geworden is, hebben zijne fruitboomen niet meer een enkel jaar opgehouden van prachtige en lekkere vruchten voort te brengen. Het, feit is opgemerkt geweest door de weledele grondeigenaars die het kunnen bevestigen. In de slechte jaren, als de bezitters van fruitboomen zaten te klagen over het weinige fruit dat zij in hunnen boomgaard geplukt hadden, was de wel edele mevrouw de Gravin gansch fier van in het midden harer desserts allerschoon ste peeren en appels te kunnen uitstallen, die ze volgaarne luid op verklaarde, ver schuldigd te zijn aan de bijen van Mijn heer den Pastoor. Over twee jaren, de vermoeidheden veroorzaakt door den plicht van twee missen op den zelfden dag, te moeten lezen, hebben mij verplicht Chalancey te verlaten, maar ik heb er aan gehouden van een deel van mijne vijf-en-veertig bijenkorven (verkregen met drij bijen zwermen in acht jaren tijd) daar te laten, opdat ze van bloem tot bloem de vrucht- baarmakende stof zouden blijven versprei den. Onder dit opzicht schijnt mij de itali- aansché bij kostbaarder dan de inlandsche te zijn. Hare natuur, werkzamer en kloe- ker, haar toelatende van uit te vliegen met harde weders, gelijk wij er dees jaar gehad hebben, als de boopien in bloem stonden, kan ze haar ambt verrichten, terwijl de zwarte bij in-den bijenkorf verstopt blijft. Het zelfde betoog is toevoegelyk aan het koolzaad, de hanekam, de klaver en eindelijk aan alle planten die door de bijen bezocht worden. E. Terrasse'. Ik had al een groot getal zoo kostbare opmerkingen verzameld, wanneer Mijn heer Weber mij een téit aanhaalde waar van hij persoonlijk de echtheid niet bevestigde, maar dat hem zoo dikwijls door geloofwaardige personen verzekerd geweest is, dat hy het niet te min voor echt aannam. In Saxen, schijnt het, zijn er districten waar de landbouwers niets dan granen bebouwen en dat graan heeft op de andere granen eene zoo groote voortreffelijkheid dat het altijd tegen de hoogste prijzen als zaaigraan verkocht wordt. In die districten hebben alle de land bouwers, niemand uitgezonderd, bijen korven, maar in plaast van ergens stand vastig bijven te staan, zijn ze geplaatst op wagens. Eenige dagen voor het bloeien van het graan, spant iedere landbouwer zijne beweegbare bijenhalle in en voert ze s nachts te midden zijner akkers. Op zekeren dag ontbijtende te Vilars, met verscheidene landbouwers, vertelde ik dit feit, wanneer Mijnheer Gènelot, pachter van den Failly uitriep Maar daarom is het dus dat mijn schoonste graan altijd het graan is dat het dichste bij mijne bijenhalle staat, en zoo groot is het verschil dat, sedert ik op den Failly ben, ik altijd dat graan als zaaigraan verkies. - In eenen brief dien ik aan den zeer Eerwaardigen Pastoor Terrasse schreef, vestigde ik zijne aandacht op de mededee- ling die mij door Mijnheer Weber gedaan ge weest was, alsook op de betuiging van Mijnheer Gènelot, en eenige dagen later ontving ik het volgende antwoord (Vervolgt). Een persoon genezen van 23 jaren doofheid en ruilingen der ooren door eene eenvoudige remedie, zal er de be schrijving gratis van toezenden aan al- wie er de vraag zal van doen aan M. Ni cholson, 4 llrouolstraat Parijs (4 rue Drouot, Paris.) Men leest in de Gazette De moeder van eenen jongeling, die Geut bewoont, heeft zich willen zelfmoor den, eu dit omdat haren zoon een slecht nummer getrokken had. Zij had zich reeds verhangen aan eenen balk van den zoldar, toen haar zoon, die gezien had dat zij wonderlijke manieren aan den dag legpe, in tijds de koord doorsneed. De arme vrouw is weêr bijgekomen en heeft beloofd niet meer opnieuw te beginnen. Het is niet minder waar dat zóóda nige feiten, onzen Kamerleden, die voor den dienstplicht zijnmoesten doen besluiten eene wet néér te leggen, waardoor de ge lijkheid van militaire lasten zullen verze kerd zijn. Dit wil zeggen, schrijftHet Handels blad »,dat iedereen soldaat moet zijn, dat iedereen naar de kazerne moet gaan. Dat wil dus zeggen, dat nog meer moeders zien zullen opnauge.ii Want hel is niet zoo zeer de loting zelve, die ons fegen de borst stoot, als wel net leven van onze zoons iri de ver derfelijke kazerne. Neen, onze moeders willen dat leven niet zij willen hare zoons daarvoor behoeden en daarom vragen zij Nie mand gedwongen soldaat, een leger van vrijwilligers

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1889 | | pagina 1