NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
i
BEVELBRJEF
Donderdag 5 Maart 1892,
10 centiemen per nummer 469te Jaar, X° 2651
VASTEN
HERDERLIJKE BRIEF
Verordening voor den Vasten.
DE DENDERBODE.
ARONNEMENTPRIJS
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voo zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij G. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N° 31, en in alle Postkantoren des lands.
ANNONCENPRIJS
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr i,00 Vonnissen op
3® bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Pos
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calque naa.
AELST, 2 MAART 1892-
VOOR I)E\
van liet jaar 0. E. 1892.
van Z. Em. den Cardinaal-Aartsbisschop
en HH. Iloogw. de Bisschoppen van Belgie,
tot de Geestelijken en de Gelooviyen,
Zeer Beminde Broeders,
I.
De katholieke wereld blijft nog altijd
den indruk gevoelen, welken de Omzend
brief van den H. Vader over den toestand
der werklieden op baar gemaakt beeft.
Met vreugde en levens met dankbaarheid
hebben allen die bet stoffelijk en zedelijk
welzijn van bel volk behertigen, dien
Brief ontvangen, en de weienschap onzer
eeuw zelve beeft er over gesproken met
eenen eerbied die in hare gewoonte niet
ügt.
Maar het betaamt dat elk kind der hei
lige Kerk die onderwijzingen van onzen
Opperherder kenne; daar is zelfs veel aan
gelegen, en om die reden hebben uwe
Bisschoppen besloten ze u vandaag voor
te houden, in hei kort en derwijze samen
gevat, dat iedereen die verslaan kan. Gij
zult ze, hopen wij, aanhooren met al den
eerbied welken men aan het woord van
den Stadhouder van Jesus-Cbristus ver
schuldigd is, en terzelfder tijd zult gij op
voorhand het besluit nemen, die leering
des Pausen als den regel uwer denk en
handelwijze toe te passen in den bijzon-
deren staat en stand welken gij in de
Maatschappij bekleedt.
II.
Daar is overal op maatschappelijk ge
bied een verschrikkelijke strijd opgere
zen. Eene eerste oorzaak er van ligt in
het verslappen van het Geloof en het ver
dwijnen der christene zeden onder het
volk; eene tweede oorzaak valt te zoeken
in de gedurige ontwikkeling der nijver
heid, die eene volkomen verandering
meebracht in de betrekkingen tusschen
meesters en werklieden, in de verdeeling
van den rijkdom, en in de gevoelens en
gesteltenis van de werkmansklas. En zou
de Kerk met onverschillig oog dien ge
spannen toestand nazien O neen, dat
mag Zij zeker niet,daar het hier de zalig
beid der zielen geldt, en bijgevolg is
't ook geen wonder, dat de Stadhouder
van Jesus-Christus met bet lot der arbei
ders heeft medelijden gehad, en het als
eene plicht gerekend heeft er over te
spieken.
Wij zijn overiuigd, zegt hij, en
elkeen valt daarin 't akkoord, dat men
spoedige en krachtdadige maatregels
moet nemen om de werkende standen
ter hulp te komen, daar die lieden
meestendeels in onverdiende armoede
en ellende verkeeren.
In de vorige eeuwen vonden zij
kracht en steun in de gilden der am-
bachten doch de Revolutie der verle-
den eeuw i-erft die vernietigd zonder
ze door iels andeis te vervangen; alle
godsdienstig gevoel en grondbeginsel
is uit de openbare wetten en instellin-
geu verdienen, en zoo gebeurde het
allengskens dat de werklieden, alleen
staande en van alle bescherming be-
roofd, mettertijd onder de willekeurige
macht vielen van meesters menigmaal
zonder hert, en de prooi wierdcu van
de hebzucht «ener onbeschaamde con-
cürrentie. Daarenboven is eene
schraapzuchtige woekenj de kwaal
nog komen vergroolen. Wel is waar
werd die herhaalde keeren door de
Kerk veroordeeld doch dan kwam zij
wederom onder eenen anderen vorm
te voorschijn, en die woekerij is blij-
ven gepleegd worden door lieden die
maar uit zijn op winst en begeerig bo-
ven mate. Voegt daarbij, dal werk en
koophandel uilsluitend de eigendom
geworden zijn van eenige rijken en
machtigen, die alzoo een bijna slafelijk
juk aan 't oneindig getal arbeiders op-
leggen.
III.
Waar echter zullen wij een redmiddel
vinden Zeker in het Socialisme niet,
waar men op onze dagen zooveel over
spreekt. Weet gij wat het socialisme zich
voorstelt? Het zal aan ieder, mensch ont
nemen wat hij bezit, en den Staat eenigen
en algemeene» eigenaar maken van alle
goederen; daarna zal het aan elkeen, en
in streng gelijke mate, uitdeelen wat noo-
dig is om te leven. Maar let wel op hoe
noodlottig zulk een stelsel voor den werk
man zelf is, en hoe onrechtveerdig en
gevaarlijk liet zou wezen voor de Maat
schappij.
Gij, deftig werkman, gij zijt van uwe
daghuur meester, en gij kunt erover be
schikken zooals liet u aanslaat. Hebt gij
zin om eenig roerend goed, of zelfs om
een stuk land te koopen, daar hebt gij
volle reclu toe iedereen erkent dat, en
de wet beschermt dat recht. Maar voor
onderstelt nu dat het socialisme onder
ons in voege kwame het zoude u aan
stonds dat recht ontkennen, bewerende
dal net, met zoo ie doen, u zelfs eenen
dienst bewijst, en dat, om wille van het
algemeen welzijn, de Staat of de alge
meenheid alleen eigenaar moet wezen.
Doch welk is de uitkomst daarvan Al
dus handelen ware effenaf den neerstigen
en bekwamen werkman beletten zijnen
toestand te verbeteren. Zoo hij in hel
zweet zijns aanschijns genoeg kunnen
winnen heeft om eenen eigendom te
koopen, zou het dan geene onrechtveer-
dighei.l zijn hem te verbieden dien eigen
dom aan ie werven, het bezit er van te
bewaren en hem ir. erfdeel aan zijne
kinderen over te laten Ware het niet
een natuurlijk recht schenden dat elk
meusch bezit, een recht dat hem van de
redelooze dieren onderscheidt, een recht
innig en onafscheidbaar verbonden met
de plicht die hij heeft, te zorgen voor
eigen bestaan, voor eigen onderhoud en
eigene toekomst, voor het bestaan en de
toekomst van zijn huisgezin En
daarenboven,wie bemerkt aanstonds niet
welk dreigend gevaar en welke rampzali
ge gevolgen het socialisme oplevert Het
socialisme, zooals wij gezegd hebben,
wil aan den Staat het toeëigenen van al
les te bezitten, en hem tevens den last
opleggen van in ieders noodwendigheden
te voorzien, opdat op die wijze geene rij
ken of armen meer zouden bestaan, maar
eene volstrekte gelijkheid onder de men-
schen 20u tot stand komen; doch dat is
aan den Staat een recht toeschrijven dat
hem niet toekomt, hem eene zending aan
wijzen die de zijne niet is, de stemme
der natuur miskennen welke nochtans
door eenparige en eeuwenoude overleve
ringen is bekrachtigd, en door de wetge
vingen der menschen, vooral door de
wel Gods bevestigd is, door God,die zelfs
het onrechtveerdig wenschen naar een
andermans goed veroordeelt. En echter
is dat alles nietDe toepassing der soci
alistische leering is nog de verwarring
brengm in al de standen der samenle
ving, aan iedereen een slavenjok opleg
gen, gedurig en overal algunst en nijdig
heid aanvuren, twist stoken, 's meuschen
bekwaamheden miskennen, en den rijk
dom zeiven in zijnen oorsprong te niet
doen het zoude ja de gelijkheid zijn,
maar eene gelijkheid in de schande, in
de armoede en de ellende.
IV.
Hel ware redmiddel ligt in den Gods
dienst, zegt de Paus, en dat heeft hem
doen besluiten de s:em te verheffen. Zon
der de medehulp van de Kerk, zullen de
wereldlijke beslieren er nooit in gelukken,
dat gewichtig en moeilijk vraagstuk naar
belmoren op te lossen. Eu waarom niet?
Ah. de Keik alleen bezit eenen schat van
leeringen die bekwaam zijn den strijd te
doen ophouden, of hem zeker toch te ver
zachten Zij alleen heeft ook de macht
aan het menschelijk geweten te gebieden,
en, in den naam van God, den oppersten
Meester en oppersten Rechter, plichten
voor te schrijven, zonder welker vervul
ling meri onmogelijk den vrede in de
Maatschappij kan weerbrengen. Daaren
boven bezitten de werking en den invloed
der Kerk eene kracht die des te dieper in
den geest en in de herten grijpt, daar de
Kerk over duizenden instellingen be
schikt, die, uit liefde tot den evenmensch
ingericht, het lot der gebreklijdende klas
sen verzachten die invloed der Kerk
werkt nog ie krachtdadiger, daar zij haar
gezag gebruikt om al de standen aan te
zetten het maatschappelijk vraagsuik te
helpen oplossen daar zij eindelijk voor
schrijft en leert, dai de wetgeving en het
gezag van het wereldlijk bestier hun aan
deel moeien bijdragen, voorzeker met male
en wijsheid, om tot de vereffening der
moeilijkheden te komen.
Welnu, deze is de leer ing der katholieke
Kerk over de punten die met de maat
schappelijke kwestie in verband staan.
Eerst en vooral moet de mensch de
waarheid kennen over zijnen toestand
volstrekte gelijkheid is onmogelijk. Onder
zoekt uw eigen zeiven bezitten alle
meuschen hetzelfde verstand, dezelfde
bekwaamheid, dezelfde gezondheid, de
zelfde kracht, den/elfden moed Voor
zeker neen Hoe kunnen zij dan onder
elkander gelijk zijn Daarenboven ziet
men hen eenen stiel aanvangen, een
ambacht uitoefenen of een ambt beklee-
d 'ii, die teenemaal ondereen verschillen,
maar in dat verschil ligt juist de oorzaak
van ieders welvaren en terzelfder tijd de
samenhang van het maatschappelijk be
staan. En, om ons met langer bij die
droombeelden der socialisten op te hou
den, herinneren wij ons even den wezen
lijken aard van den arbeid. Wat is de
arbeid De arbeid is eene wet van God,
en, viel die wet eens licht en aangenaam
toen onze eerste ouders nog in den slaat
van onschuld verkeerden, later, na de
zonde, werd zij een last voor het mensch-
dom. Zij bijgevolg die een bestaan voor
spellen,waaruit kommer er. lijden zouden
verbannen zijn, bedriegen het volk zij
beloven wat zij niet kunnen geven, en
bereiden voor hunne misleide aanhangers
de bitterste teleurstellingen.
- Doch de ergste dwaalleer die vooruit
gezet wordt op dit gebied, bestaat hierin,
dat men den oorlog tusschen de maat
schappelijke standen doet doorgaan als
eene natuurlijke wet, en de rijken en de
armen voorstelt als onverzoenlijke vijan
den. Niets is valsclierde aime heeft
immers den rijke noodig, maar ook de
rijke kan zonder den arme niet voort, of,
zooals op onze dagen gewoonlijk wordt
gezegd, het werk heeft hel kapitaal van
noode en hel kapitaal liet werk. De op
lossing ligt nu in eene wederzijdsche en
trouwhartige overeenkomst, in doedel
moedige vervulling der onderlinge plich
ten.
Zoo is de werkman verplicht recht
zinnig en ten volle de taak te verrichten
waar hij zich toe verbonden heefthij
mag den persoon noch den eigendom van
ziji.en meester schade doen, noch op het
geweld en den oproer zich beroepen, om
zijne eischen te doen gelden. Dat hij
vooral zich verwijderd boude van die
bedorven volksopruiers die het socialis
me uitzendt, en hun aanbod van der hand
wijze hunne meeslei pende aanspraken
en luidruchtige beloften loopen immers
maar uit op den ondergang en de wan
hoop der arbeiders.
Maar de rijke beeft op zijne beurt ook
plichten te vervullen hij moet zijnen
werkman, niet als eenen slaaf behande
len, rnaar als eenen mensch en als eenen
Christen. De werkman is immers geen
werktuig, geen gereedschap hetwelk de
hebzucht enkel gebruikt om zich te ver
rijken, en men mag hein bijgevolg geenen
last opleggen die zijne krachten te boven
gaat, of met zijnen ouderdom en zijn ge
slacht niet overeenkomt. Daarenboven
moei een meester die zijne plichten ler
herte neemi, voornamelijk bezorgd zijn
voor de geestelijke belangen van die hem
dienen hij moet die personen legen de
verleiding vrijwaren, eu medewerken
met alles wat de godsdienstige plichtver-
vulling, den familiegeest en de gewoonten
van een spaarzaam leven onder het werk
volk bevordert.
Daar is eindelijk nog eene andere ver
plichting, en zij is eene der voornaamste:
De meesters moeten aan hunne werklie
den een dagloon betalen zooals behoort.
Dat dagloon moet billijk zijn om het
vasi te stellen, zijn er echter verschillige
punten in aanmerking te nemen. Herhalen
wij over 't algemeen dat de goddelijke en
menschelijke wetten verbieden den arme
uit te buiten en zijne armoede tot eigen
profijt te doen dienen. Den werkman van
het loon zijns arbeids berooven is eene
zonde die wraak roept ten Hemelen de
rijke moet zich streng onthouden van alle
geweld en kuiperij, die de winst- of
spaarpenningen van den arme eenigszins
kunnen verminderen.
V.
Dat is nu in het kort de gedragslijn
welke de Kerk voorhoudtde vrede door
de rechtveerdigheid en de eendracht door
de liefde. Maar heffen wij thans onze
blikken hooger op men kan immers het
bestaan des meuschen op aarde niet be
grijpen zooals het behoort, tenzij liet
goddelijk licht der eeuwigheid niet be-
scbijne. Inderdaad liet eigenlijke leven
begint maar waar dit tijdelijk leven ein
digt. Zijt gij rijk of zijt gij arm, daar is
weinig aan gelegen God houdt enkel
rekening van liet goed gebruik dat men
van deze aardsche goederen gemaakt
heeft, en van het christen geduld, waar
mede men ramp en tegenspoed heeft ge
dragen. Laat ons zelfs verder gaan en
ons herinneren dat Jesus-Christus ons
door zijn voorbeeld toont, hoe de weg
van het kruis, de weg der kwellingen, de
weg is naar het eeuwig geluk des Hemels,
daar integendeel de genoegens van den
rijkdom maar bedriegelijk zijn, en de
grootste gevaren voor de zaligheid ople
veren.
De dag zal eens aanbreken, waarop
God aan de rijken strenge rekening zal
vragen over hel gebruik van hun fortuin.
De Kerk leert nu wel, dat het bezit der
aardsche goederen kan rechtveerdig en
wettig zijn doch het mag daarom nooit
ikzuchtig wezen als ware 't voor ons al
leen bestemd wie rijk is moet zijne
weldaden uitstorten op den noodlijden
den evenmensch in desamenleving.Zullen
wij daar bijvoegen, of bedoelen wij daar
door, dat men zijnen eigen nood of de
noodwendigheden zijner familie moet
vergelen, dat men over de behoeften van
zijnen staat moet heenstappen, om eerst
en vooral zijnen naaste te helpen Neen
niemand moet om diens willen een leven
leiden, dat met de gevoeglijke vereischten
van zijnen staat nietzoudeovereenkome»;
maar veronderstelt dat in al die behoef
ten behoorlijk voorzien is, dan legt ons
de liefde het gebod op, onzen overvloed
deels te gebruiken tot onderstand der
armen, het is wel wuar dat die wel alme
de door het menschelijk gerecht niet
bekrachtigd wordtdoch, al ontbreekt
haar die bekrachtiging, zij steunt op een
hooger gezag, en men luistere naar de
oordeelen Gods Wal gij aan den min
sten der mijnen doet, zegt Jesus-Christus,
doet gij aan mij zeiven. De Heer zal
bijgevolg de aalmoes als aan hem zeiven
gegeven of geweigerd aanzien die men
aan zijne arme broeders zal gegeven of
geweigerd lmbben. En die liefdadigheid
jegens den naaste moet zoo el voor de
geestelijke goederen der ziel aannemen
als voor de stotfelijke goederen des
lichaams.
Wat daarenboven de gebreklijdenden
nog betref'., de Kerk leert hun, dat zij zich
ormhunne armoede niet moeten schamen,
daar de Zaligmaker zelf de armoede toi
ïijn erideel heeft Juitverkozen. De eenige
ware schat op aarde, een schat dien rij
ken en armen kunnen beziuen, de zeker
ste hoop voor beiden, is de deugd. Ja,
wat nog meer is, de Heilige Boeken
leeren ons, dat het herte van God
den armen bij voorkeur is genegen
wondere vergoeding des Hemels, die den
hoogmoed der grooten dezer aarde ver
nedert, en terzelfder lijd de nederigen
aanmoedigt en troost
De rijke eu de arme moeten dus onder
ling meer dan vrienden zijn zij zijn in
derdaad broeders. Zij zijn kinderen van
denzelfden God, bestemd om hetzelfde
erfdeel te genieten, vrijgekocht door het
bloed van denzelfden Verlosser, en als
dusdanig ontvangen zij ook dezelfde gra
tiën om het eeuwig geluk te bereiken.
Ziet, dat is de heilige gelijkheid,die door
de Kerk gepredikt wordt, en het is haar
roem en hare eer, die groote waarheden
over den ganschen aardbodem verspreid
te hebben door bet ambt harer bischop-
pen en priesters, en die in de herten der
menschen te hebben doen doordringen.
Herinnert u even maar, welke heilzame
verandering zij eertijds in de christen
geworden natiën uitwerkten deze wer
den teenemaal hervormd door de leerin-
ven en den geest van het Evangelie l
Wil nu ook onze Ledendaagsche Maat
schappij van hare ziekte genezen, zij
onttioude dan wel, dat zij nergens lafenis
vinden zal dan in het geloof en in de
christene instellingen van den gods
dienst.
(Wordt voortgozet.)
Overwegende dat Onze bevolking gedu
rende dezen winter beproefd is geworden
door eene heerscliende ziekte, die wel is
waar, en God dank! merkelijk heeft afge
nomen, maar nochtans bij veel personen
eene groot»? verslapping hepft achtergela
ten, dat bijgevolg die toestand bijzon
dere toegevendheid verdient; zoo ma
ken Wij gebruik van de macht, die Zijne
Heiligheid in Zijne vaderlijke bezorgd
heid Ons verleend beeft, en bepalen Wij,
bij uitzondering voor dit jaar, de veror
dening voor den Vasten als volgt
I. De wet van den Vasten is opge
schorst in Ons bisdom, gedurende heel
den aanstaanden Vasten diensvolgens
zal men, op de dagen dat het toegelaten
is vleeech te eten, zulks mogen doen,
zelfs op verschillige maaltijden.
II. De wet van vleesch te derven is
insgelijks opgeschorst gedurende het
zelfde tijdstip, bij uitzondering van Asch-
woensdag en den Vrijdag van iedere
week; nochtans blijft het verboden ge
bruik te maken van visch en vleesch, op
dezelfde maaltijd, zelfs des Zondags.
III. Het gebruik van zuivel en boter is
toegelaten al de dagen van den Vasten.
IV. Het gebruik van eiëren is toegela
ten a-Ie dagen en zelfs meermalen daags,
uitgenomen op Aschwoensdag eu Goeden
Vrijdag.
V. Men is verplicht drijmaal te lezen
den Vaderons en Wees-gegroet, en eens de
acten van geloof, hoop, liefde en berouw
iederen dag dat men van de dispensatie
van vleesch le eten, in dezen Bevelbrief
verleend, gebruik zal maken.
Men zal zich nochtans van deze ver
plichting kunnen omslaan, roet in den
offerblok van den Vasten, ieder volgens
zijne middelen en godvruchtigheid, eene
aalmoes te storten. Deze aalmoes, die
verplichtend is voor allen die de voorge-
schreveiie gebeden niet onderhouden,zal
lot goede werken besteed wordtu, vol
gens Ons advies en de gebruiken van dit
Bisdom.
Zijne Heiligheid verlangt dal de ge-
loovigen, terwijl zij van deze buitengewo
ne toelatingen gebruik maken, zich met
meer iever toeleggen op de werken van
godvruchtigheid, die van aard zijn om
ons de goddelijke bermhertiglieid gena
dig te maken. Bijgevolg zet de H. Vader
ben aan, den Heer le verzoenen door liet
oefenen van liefdewerken jegens den ar
men, door het deelnemen in de gebeden
en goddelijke diensten, die in de kerken
ueschieden, en door hel ontvangen der
HH. Sacramenten, want daar valt niet
aan te twijfelen, dal een groot getal kwa
len die ons treilen, moei toegeschreven
worden aan Je goddelijke Rechtveerdig
heid, die den menschen welverdiende
stiaften overzendt voor het bederf der
zeden en vooral de schelmstukken waar
mee de aarde overdekt is.(1)
VI. Aangezien de militairen van allen
graad, hunne huisvrouwen, kinderen eu
dienstboden, alsook de andere peisonen
in dadeltjkeii dienst, onderworpen zijn