m
HOPTEELT KOOPHANDEL
K0G1LH0EF.
Zondag 19 Augusti 1894.
10 centiemen per nummer.
48s,e Jaar J\T. 2907.
NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST
Planters en Kooplieden.
O T IR, O E F
DE
Accijnsrecht op het plan
ten van tabak.
Davidsfonds.
JACHT.
DE DENDER
AB0NNEMENTPR1JS
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 4,75 voor drij maanden, voorop te betaien
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar
Men schrijft in bij C- VAN DE PUTTE-GOOS8ENS, Korte-Zoutstraat,
N. 31, en in alle Postkantoren des lands.
k DVERTENTIENPKIJS
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen
zich te wenden ten Bureele van dit blad.
Cuique suum.
XOX DE
Hot College van Burgemeegter en Schepenen der
Stad Aalst, brengt ter kennis van de belanghebbenden dat de heer Minister
van Landbouw alhier eene Commissie heeft ingericht, teneinde de middelen op te
sporen om de Hopteelt te verbeteren en den handel op te beuren.
Om dit doel te bereiken raadt de Commissie alle hopplanters aan
1° Enkelijk de verscheidenheden van de Hop te verbouwen, welke rijk zijn aan
lupuline (geel- of reukstof).
2° De Hop zuiver te plukken, zuokort mogelijk, zoodanig dat zij nog stelen noch
bladeren bevat cn zc te drogen op onberispelijke wijze, zoodat zij haren aangénamen
geur en bare fraaie kleur behoudt en door dcu rook niet is bezoedeld. Er wordt bijzon
derlijk aanbevolen de hop te plukken bel voor bel.
2° De gewone eesten te wijzigen, zoodat de Hop met verwarmde lucht wordt ge
droogd en de rook zijnen onaangouamen geur aan de bellen niet kan mededeelen.
Toestellen van ijzeren buizen, ten bedrage van de som in hare begrooting
gebracht, zullen verleend worden aan de planters, die hunnen eest zullen inrichten
volgens de inlichtingen der Commissie.
Er wordt een I*R IJ SK A MI* uitgeschreven voor de Hop volgens de boven
staande voorschriften bewerkt de volgende geldpremiën en eermetalen zullen toege
kend worden
1° ICene eerst© helooning, van 50 fr. en een verguld zilveren eerme
taal van 20 frank.
2* Twee tweede l>eIoonïn«en, ieder van 40 fr. en een verguld eer
metaal van 10 frank.
3° Vier derde belooningen, ieder van 30 fr. cn een verguld eerme
taal van 10 frank.
4° Tien vierde belooningen, ieder van 20 fr. en een verguld eerme
taal van 10 frank.
5° Dertig vijfde beloouingen, ieder van 10 fr. en een verguld
eermetaal van 10 frank.
Elke prijswinnaar zal bovendien een diploma bekomen.
De prijskamp zal eindigen den 1 Decemberl894. Degene welke er willen deel aan
nemen, zullen uit de baal die ten minste 80 kilos moet wegen, een staal doen nemen
door den Bestuurder van de Stadswaag,die de genomen stalen in tegenwoordigheid van
de belanghebbenden zal nummeren, bewaren en- de planters en de nummers hunner
stalen in een daartoe bestemd register schrijven. De stalen zullen bovendien door den
heer Secretaris der Commissie dagelijks toegezegeld worden.
Na de toewijzing der prijzen zullen de stalen ten toon gesteld worden.
De dag der prijsdeeling zal later vastgesteld en aan de prijswinnaars bekend
gemaakt worden.
Er wordt een tweede prijskamp ingericht voor den landbouwer, welke, van
bun eigen gewas, de meeste Hop van goede kwaliteit naar de Waag
brengen, ten minste 500 kil. Te dien einde zullen er van de balen, voor den
prijskamp bestemd, stalen genomen worden, welke op dezelfde wijze als degene
van den eersten prijskamp zullen behandeld worden. De prijzen zullen door een
bijzonderen Jury toegekend worden
le prijs SO fr. Ve prijs 4IO fr. 3e prijs 30 fr.
-4' prijs 5iO fr. Vijfde prijzen lO fr:
Van heden af kan men verdere inlichtingen bekomen bij de Leden der Com
missie
MM. L. Gheeraerdts, Voorzitter Baron Paul Bethune; F. Cumont;C. De Coninck-
Dc WindtV. De Moor Ph. De Wolf-vander NootFr. MonfilsJ. Van Over-
stroetenJ. Beynicrs, Schrijver.
Gedaan te Aelst, den 11 Augustus 1894.
De SecretarisDe Burgemeester,
Edm. Scheerlinckx. V. Van W'ambeke.
-M-
5® Vervolg.
't L'oet mij genoegen, zegde de oude spottend,
dat de erfenis zoo goed besteed is en voor vergu'den
gediend heeft.
Hij wilde opstaan, doch de kramer hield hem legen
Blijf hier, neef, zegde hij, en laat mij met u
spreken! leder zorgt het liefste voor zijn eigen. Dit
moet gij wel bedenken, en nu eenmaal die oude
geschiedenis overslappen en er gras over laten
groeien. Ik wilde bet nu weer goed maken, en zal het
u maar bektnnen dat is nu juist de oorzaak van mijn
bezoek.
Zoo, dan hen ik nieuwsgierig, zegde de Kogel-
boer doch de kramer ging dicht bij hem zitten en
vervolgde
Wij zijn alle twee reeds op den leeftijd om er aan te
denken, orde op onze zaken tc stellen. Ik zou hoe eer
hoe liever mijnen oom de zaak overgeven dan heb ik
nog slechts mijne dochter over. Gjj hebt ook slechts
een ecnigen zoon hoe zoudt gij het vinden, als wij
van hen eens een paar maakten
Een paar Van mijnen zoon cn uwe...
Hij voltooide dc xin niet, en brak in een schattcr-
I.ieli uil, waarhij hij met de vuist op de lafel sloeg, dat
de glazen en flesscben dansten.
Nu,wat is d.iaroiu le lachen vervolgde de kramer
geraakt Ik spreek heel ernstig cn zie niel in wat
daarbij tc lachen valt.
Nog altijd lachend vervolgde de hoer Gij hebt
gelijk, neef. Het was ook eigenlijk meer om te grijzen
Doch dat past nu niet.
Zoo Eu waarom dan
Waarom Wel, ten eerste omdat ik een stads-
jutfcrke op mijne hoef niet kan gebruiken en ten
.tweede oindal, als ik een schoondochter neen, ik er
een zal kiezen die flink gebouwd is cn geen buil heeft.
Pe kramer vloog driftig op en kronkelde zich als
een slang, die zich gereed maakt om zijnen sprong te
wagen en Ie bijten zfjn adem was verderfelijk en zijn
strak oog op den boer gericht, vonkelde van venijn.
Zoo, stamelde hjj, is dat een antwoord op zoo'n
voorstel Goed zoo Dat is wel een waarlijk over
moedig hoeren-antwoord. Het bcslezal zijn, dat ik het
antwoord nog niet aanneem. Ik blijf toch vandaag cn
morgen nog hier en als wjj eerst geslapen hebben, zal
ik het u nogmaals vragen. Wellicht bedenkt gij u
nog want ik zeg u vooraf, overleg hel goed, neef
Het zou u licht kunnen berouwen.
Hij liep weg en meer door ziju boosaardigen oogslag
Eindelijk komt in zekere mate gehoor
geleend te worden aan de aanhoudende
klachten die in ons Arrondissement oprij
zen tegen het accijnsrecht op het planten
van tabak en ook tegen de strengheid de
zer wet in hare toepassing.
Dikwerf hebben onze achtbare Verte-
genwoordigsrs en Senateurs die gedurige
klachten onzer landbouwers,in de Kamers
bekend gemaakt.
Onze moedige heer L. De Sadeleer deed
zich het meest in dien kamp tot afschaf
fing of verzachting der plaag onderschei
den. Ja, meer dan eens, verhief hij de
stem om de eischen onzer bevolkingen te
laten hooren.
Doch onze Vertegenwoordigers klopten
aan doovemans deur de heer Beernaert
alsdan minister van geldwezen, weigerde
stelselmatiglijk zelfsdeminste verzachting
toe te staan.
Onder anderen dreef hij het eens zoo
verre aan den heer De Sadeleer toe te
roepen
In 't Arrondissement Aalst, 't welk
n de heer De Sadeleer vertegenwoordigd,
n wordt alleen door de landbouwers over
n die SCHOONE wet geklaagd. Zoo lang
n ik minister zal zijn, zal ze behouden
n blijven.
Toen de heer Beernaert het ministerie
had verlaten werden er dadelijk door onze
Vertegenwoordigers voetstappen aange
wend bij den beer De Smet-De Nayer, den
nieuwen minister van geldwezen. Nieuwe
onderhandelingen hadden plaats om ten
minste, voor 't jaar 1894, eene merkelijke
verzachting te bekomen.
Onze achtbare Vertegenwoordigers leg
den de heer minister de schreeuwende
onreebtveerdigbeid voor oogen, die er be
staat in 't feit dat wanneer ae landbouwer
der betaling van bet accijnsrecht wilt ver
lost zijn, bij zijne tabak-plantagiën moet
vernietigen.
n Uwe plantagiën vernietigen of vólle
reehten betalen zoo hoorde men het uit
den mond der accijnsbeambten galmen
De heer de Smet de Nayer, in deze
zaak wat min koppig dan den heer Beer
naert, onderzocht de vraag en bekent nu
dat er eene schreeuwende ourechtveerdig-
heid in gelegen is. Bijgevolg komt hij
een besluit te nemen dat er eene einde
aanbrengt.
Wij laten bier het koninklijk besluit in
het Staatsblad van 15 Oogst verschenen,
volgen
Art. 1. Voor 1894, wordt ontlasting of
teruggave verleend van de helft der be
lasting voor de tabak-plantagiën welke,
ten gevolge van hagelslag, overstrooming
of andere rampen, niet bebooreude tot
als door de bedreiging getroffen, staarde de Kogelboer
hem na.
Wat zou dat zijn mompelde hij. De kerel dreigt
mij Waarmede zou men den Kogelboer kunnen
bedreigen
Hij liet zichzelf niet uitspreken plotseling scheen
eene gedachte in hem op te komen, waardoor hij als
van den bliksem werd getroffen. Nadenkend streek hij
met de band langs hel hoofd en trad daarna vaslba-
raden door de zjjdeur de schuur binnen, vanwaar hij
stemmen cn voetstappen hoorde nadereo.
De koning had reeds aan zijne rust een einde
gemaakt en stond gereed om te vertrekken.
Zijt gij reeds uitgerust vroeg de boer hem
Daderend. Gij hebt u gehaast. Neem mij niet kwalijk,
majesteit, als ik u nog ophoud, gij hebt straks gezegd,
dat ik een gunst mocht vragen.Nu heb ik mij bedacht;
nu is mjj iets in gedachte gekomen, dal ik u wildo
vragen. Doch ik kan het slechts u alleen zeggen en
geen ander mag hel hooren.
Dc goedhartige vorst was gereed beiden begaven
zich naar het achterste gedeelte der schuur.
Met een ernstig gelaat hoorde de vorst het verzoek
van den boer aan.Hjj moet met van geringe beleekenis
geweest zijn, want het scheen den inan veel moeite le
kosten, de /sak Moot te leggen meermaals moest hij
stilhouden, zwaar adem halen en had blijkbaar moeite
zich staande le houden. Eindelijk was liet gesprek,
waarnaar alleo met verb?zing geluisterd hadden, doch
dat door niemand verslaan was, ten einde De koning
de gewone weerafwisseliugen, een wezen
lijk verlies van méér dan 50 t. h. hunner
waarde hebben geleden.
Art. 2. De planter die de bij het vorig
artikel voorziene ontlasting ol' teruggave
wenscht te bekomen, moet, voor de ver
klaring der beschadigingen, zich gedra
gen naar de voorschriften van artikel 4
des ministeriëelen besluits van 26 Maart
1884.
De verklaring van den planter dient
gestaafd te wezen door een getuigschrift
van den gemeenteraad, waarbij de wer
kelijkheid bevestigd wordt der ramp welke
de schade heeft veroorzaakt.
Art. 3. De schatting van de aan dc ta
bak-teelt veroorzaakte beschadigingen
wordt gedaan door eene commissie sa
mengesteld uit den burgemeester der ge
meente of een door hem afgevaardigd lid
des gemeenteraads, uit den controleur
der belastingen en uit den accijnsontvan
ger van het gebied.
Die commissie besluit zonder beroep.
In geval van ernstigen twijfel, mag de
controleur eenen Staatslandbouwkundige
raadplegen.
Art. 4. De schattingen dragen' op het
geheel eener plantagio.
Het vaststellen der beschadigingen
mag niet eerder gedaan worden dan ge
durende de veertien dagen welke den
oogst voorafgaau. Te dien einde moet de
planter aan den ontvanger van liet gebied
den datum doen kennen waarop hij zins
is den oogst te beginnen.
Art. 5. Indien de met de schatting ge
lastte beambten ontdekken dat, vóór
hunne bewerkingen, bladers zijn ontrukt
geworden, maken zij er melding van in
hun getuigschriften deze omstandigheid
beeft tot gevolg bet verwerpen van de
aanvraag tot ontlasting of tot teruggave
overeenkomstig artikel 8 des besluits van
26 Maart 1884.
Art. 6. De bepalingen van het tegen
woordig besluit zijn van kracht vanaf
dezen dag.
De bestuurder-generaal der belastingen
regelt de maatregelen van uitvoering des
tegenwoordigeu besluits
Brussel, den 14 Augustus 1894.
De Minister van geldwezen,
P. de Smet de Naeyeb.
Het besluit spreekt van hagelslag, over
strooming en andere rampen niet behoo-
rende tot de gewone weèrafwisselingen.
Door rampen verstaat men, volgens dc
verklaringen des heeren ministers, alle
onvoorziene gevallen, zoo als langdurige
regens die de ontwikkeling der planten
beletten en haar met de ijzermaal-plaag
besmetten, mislukken, draaiwinden die
de plantagiën verwoesten, enz. enz.
Het geldt alleen tc bestatigen dat dc
plautagie door de eene of andere oorzaak,
de helft van hare gewone waarde heeft
verloren.
Bij voorbeeld dees jaar zou eene plan
tagio van 1000 planten 80 kilogr. tabak
voortbrengen, 'tgene een gewoon gewas
is, ehwel, indien door de eene of andere
oorzaak die plantagie maar 35 kilogr.
tabak zou opbrengen, dan heeft de plan
ter recht tot vermindering van de helft
der rechten.
De heer minister heeft ook toegestaan
dat de planter zal vertegenwoordigd zijn,
doorden heerBurgemeester der Gemeente
of door iemand door dezen laatste afge-
veerdigd, bij de commissie gelast met het
schatten der schade.
Dat is voor de planters van bet grootste
belang. Ook,naar men ons verzekert,heeft
de heer De Sadeleer zoo lang bier op aan
gedrongen tot dat de heer minister er
eindelijk heeft in toegestemd.
Medeburgers, landbouwers van het
arrondissement Aalst, ziedaar eene eerste
voldoening u geschonken.
Wij zeggen meer't Is eene eerste zege
praal.
Onzen dank dus aan onze achtbare
Senators en Volksvertegenwoordigers en
aan den heer minister de Smet de Nayer.
Weest verzekerd dat onze achtbare
gekozenen van heden, die ongetwijfeld
onze gekozenen van October zullen wezen,
nog meer zullen verkrijgen dan ze heden
reeds verkregen hebben. Wij mogen
in bunnen naam luid op zeggen dat zij
niet rusten zullen vooraleer zij de gansche
afschaffing der hatelijke tabakwet, zullen
verkregen hebben.
Er is zelfs spraak van een verbond tus-
schen de vertegenwoordigers van Aalst,
Kortrijk, Yperen, Doornijk enz. om dit
doel te bereiken. Moed dus, en geklopt
en blijven kloppen
In zijne zitting van verleden week
werd aan het Hoofdbestuur voorgelegd
een handschrift van den heer J. Mel-
cbior over alcoolisme
een werk over Rubens, eenige jaren
geleden te Antwerpen bekroond. Beide
zijn, ten onderzoeke, verzonden naar de
Boekencommissie.
De diensten, door wijlen Lambert van
Ryswyck aan het hoofdbestuur gedurende
vele jaren bewezen, werden door den
algemecnen Voorzitter, den lieer P. Wil-
lems,iu herinnering gebrachthet Jaar-
I boek voor 1895 zal een levensschets en
een portret van den betreurden over-
i ledene behelzen.
Mededeeling werd gedaan van eenen
I brief uit Lier, aangaande het ontwerp
I voor de oprichting van een standbeeld
I aan Kanunnik David, te dier stede. Staat,
i provincie en gemeente zullen tot de
kosten bijdragen. Ook het hoofdbestuur
I zegt eene ruime bijdrage toe.
Een bundel schoone Duitsche liederen,
met Vlaamsche woorden, wordt ter uit-
gave gereed gemaakt. De uitgekozene
liedereu behooren tot de schoonste en
meest populaire, welke Duitschland heeft
voortgebracht.
haalde zijne biicventesch te voorschijn, schreef daarin
eenige woorden cn reikte loon den viagcr de hand,
ten bewijze dat hel verzoek was toegestaan, tn dc
boer kon niet nalaten die hand dankbaaraan de lippen
te drukken.
Gij moet mij dit niet 'beletten riep hij uit. Het
is voor mij de hoogste gunst, de hand van zulk een
goeden koning te mogen kussen.
De wagen kwam voor.
In de schuur kwamen nog eens alle bewoners van
het huis tc zamen. Naast den vader stond Lenz o»k
de kramer en Philomene onlbraken niet. Met een
spotlenden lach op hel gelaat sloop Kasper binnen en
voerde Nannie met zich aan de hand het was hel
oogenblik, waarin de bloemtuil zou worden over
gereikt.
Philomene en haar vader deden moeite, denzelve le
ontdekken. Doch het was te vergeefs. De bloemvaas
was en bleef ledig. Blijkbaar moest iemand den tuil
hebben weggenomen.
Maar waar is toch de bloemtuil fluisterden
verscheidene stemmen. Ook Nannie stond verslagen.
Zij had van de gansche gebeurtenis en den strijd om
de bloemen niets vernomen, noch iets vermoed door
hare drukke bezigheden in de keuken had zij niet
vandaar kunnen gaan, voor Pekdraad haar wenkte, cn
zij dus het oogenblik gekomen meende, waarop haar
als keukenmeid zoowel als voor hel verveerdigen van
den ruiker de passende eer zoute beurt vallen. Voor
zij hare verwondering over de afwezigheid tau den
bloemtuil kon uitspreken, voelde zij, dat de ondc haar
achteruit Irnk, met ren ruk vooruit schoof cn haar
daarbij dc tn miste bloemen iu de hand drukte.
Ga vooraan slaan, Nannie, fluisterde hij haar in,
als de koning de brug wil afgaan, is het juist h«t
goede oogeuh ik.
Hoe slim zijn plan o- k gemaakt was, toch had hij
buiten dun woerd gerekend. Op hetzelfde oogenblik,
toen Nannie vooruit trad, werd een vreemde hand
uitgestoken, die haarden tuil ontrukte.
Deze hand was van l-enz.
Gij zult hem den tuil niet overhandigen, hoog
hartige meisje, riep hij met een spottenden lach uit,
en met een blik, waarin de haal over de afwijzing die
hij dezen morgen had ontvangen sterk zichtbaar was.
Een gevonden kind, dat zelfs geen vader heeft, past
het niet zoo iets te doen dat :ou een schande zijn
voor de gansche Kogelhorf.
Deze gebeurtenis had /oo onverwacht en zoo snel
plaats, dat nauwelijks zij. die er bij st-nden. er iels
van bemerkten. Philomene die den tuil lerstond uit de
hand van Lenz bad bekomen, was slim genoeg van
dit oogenblik gebruik te maken reeds het volgende
oogenblik slond zij met een diepe buiging voor den
vriendelijk knikkende» koning, die den bloemtuil
dankbaar, doch /onder verdere vragen aannam, en de
brug afreed.
Pekdraad stond onbewegelijk cn staarde voor zich,
als ware hij zich door dm bliksem g<-lroffcn. Nannie
was, als door eenen plotsclingcu slag geüoffco tegen
In de maand Augustus of September
1895 zal het Davidsfonds eene plechtige
feestvergadering houden te Brugge, met
letter- cn toonkundige zittingen.
Teu slotte werd heslist, den heer V.
Begerem, minister vanjusticie, schrifte
lijk te bedanken voor de afkoitdiging iu
de heide talen, door het Staatsblad, van
alle zijn bestuur betrcffeude mededee-
lingen.
De Moniteur bevat het volgende ko
ninklijk besluit
Art. 1. De opening der jacht is vast
gesteld, iu 1894, op de hierna aangeduide
tijdstippen, teweteu
Op den 25 augusti, in do provinciën
Antwerpen, Brabant., West- en Oost-
Vlaanderen, Limburg, alsook in de doelen
der provinciën Henegouwen, Luik en
Namen, gelegen langs den linker oever
van de Samher en de Maas, er inbegrepen
het grondgebied der steden Charleroi,
Luik, Hoei en Namen.
Op 1 september,in de provincie Luxem
burg en de andere doelen der provinciën
Henegouwen, Luik en Namen, gelegeu
tusschen de Sambcr en de Maas en langs
den rechter oever (Jer Maas.
Nochtans is de jacht, hij middel van den
loophond of van den hazewind, slechts
toegelaten te rekenen met 15 september
en deze op dc fezanten alsook op het groot
wild (herten, damherten, reebokken,) te
rekenen met 1 october.
Art. 2. Het is verboden bij sneeuw
in open veld te jagen, welke ook de hoe
veelheid sneeuw zij die deu grond bedekt;
de jacht blijft echter toegelaten in de bos-
schen, alsook op het waterwild, langs de
zeekust, in de moerassen en op de stroo
men en rivieren.
Art. 3. De patrijzenjacht is gesloten
na 15 november alle soort van jacht, er
hij begrepen de jacht met loophonden, is
verboden na 31 december 1894.
Art. 4. Bij afwijking van voorgaand
artikel, is de klopjacht op liet groot wild
tot 31 januari 1895 toegelaten de konij
nenjacht hij middel van klopjachten of
staande honden, mag geschieden iu de
bosschen alsook in de duinen tot den 10
april aanstaande en de konijnenjacht hij
middel van beurzen en fretten, is geheel
liet iaar toegelaten de jacht op 't water
wild langs den oever der zee, in «le moe
rassen,alsook op de stroomeu en rivieren,
blijveii in alle provinciën open tot op den
15 april 1895.
Art. 5. Do jacht met meuten en zon
der vuurwapens is toegelaten tot deu 15
april 1895 in de pro\inciën Antwerpen,
Brabant, West- en Oost-Vlaanderen,
Hcnogouwen, Luik, Limburg en Namen,
uitgezonderd het kanton Gediune en tot
den 30 derzelfde maand in de provincie
Luxemburg en in het kanton Gcdinne.
den muur gevallen.
'/.ij was niet meer in staat le denken. Niet omdat
Lenz haar den bloemtuil had ontrukt, niet omdat haar
de verwachte onderscheiding niet was te hrurt geval
len, slond zij verstomd uiaar de woorden, waarmee
dit geschied nas, naren de oorzaak.
Had zij hel wel goe.l verstaan?
Zij, die zich uit haar heel leven geine slechte daad
kon herinneren zij die mei alle moeite, met alle vlyt
had getracht, een hoewel arm, doch eerbaar meisje te
zijn zij die meende, dat riemand in de gemeente een
slecht noord van haar kon zeggen, en dat niemand
haar met een schuinschen Mik durfde aanzienIOu
zij een pcisoon zijn, die zich niel in hel openbaar
mocht vertoonen, of die, als zij dit deed, de plaats en
het huis, naar zulks geschiedde, te schande rnaakte t
Vader, riep zij, al haren ntoed verzamelend en
naar adem hijgende, vader, wal heeft hij gezegd Hij
heeft ir.ij gescholden ecu vondeling heeft hij mij
genoemd tn gij pij staat er bij, vader, en duit
zulks? Helpt gij luij niet? Spreek zijt gij ni.l,
naarvaor ik u mijn gehei Ie leven gehouden heb Zyt
gij dau mijn vader niet 1
Zij greep den oude bij den arm cn schudde hem,
om hem uit zijn verdooving op te wekken en eenig
toeken van leven te doen geven. Hij zweeg, wendde
zich af en wreef melde achterzjj der band over zijne
oogen, om de tranen af te nissehen, die, eilaas, als ecu
al Ie duidelijk antwoord, heui langs de wangen rolden.
Wordt voortgezet).