m HOPTEELT KOOPHANDEL K0G1LH0EF. Zondag 19 Augusti 1894. 10 centiemen per nummer. 48s,e Jaar J\T. 2907. NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST Planters en Kooplieden. O T IR, O E F DE Accijnsrecht op het plan ten van tabak. Davidsfonds. JACHT. DE DENDER AB0NNEMENTPR1JS Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor zes maanden fr. 4,75 voor drij maanden, voorop te betaien De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij C- VAN DE PUTTE-GOOS8ENS, Korte-Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des lands. k DVERTENTIENPKIJS Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Cuique suum. XOX DE Hot College van Burgemeegter en Schepenen der Stad Aalst, brengt ter kennis van de belanghebbenden dat de heer Minister van Landbouw alhier eene Commissie heeft ingericht, teneinde de middelen op te sporen om de Hopteelt te verbeteren en den handel op te beuren. Om dit doel te bereiken raadt de Commissie alle hopplanters aan 1° Enkelijk de verscheidenheden van de Hop te verbouwen, welke rijk zijn aan lupuline (geel- of reukstof). 2° De Hop zuiver te plukken, zuokort mogelijk, zoodanig dat zij nog stelen noch bladeren bevat cn zc te drogen op onberispelijke wijze, zoodat zij haren aangénamen geur en bare fraaie kleur behoudt en door dcu rook niet is bezoedeld. Er wordt bijzon derlijk aanbevolen de hop te plukken bel voor bel. 2° De gewone eesten te wijzigen, zoodat de Hop met verwarmde lucht wordt ge droogd en de rook zijnen onaangouamen geur aan de bellen niet kan mededeelen. Toestellen van ijzeren buizen, ten bedrage van de som in hare begrooting gebracht, zullen verleend worden aan de planters, die hunnen eest zullen inrichten volgens de inlichtingen der Commissie. Er wordt een I*R IJ SK A MI* uitgeschreven voor de Hop volgens de boven staande voorschriften bewerkt de volgende geldpremiën en eermetalen zullen toege kend worden 1° ICene eerst© helooning, van 50 fr. en een verguld zilveren eerme taal van 20 frank. 2* Twee tweede l>eIoonïn«en, ieder van 40 fr. en een verguld eer metaal van 10 frank. 3° Vier derde belooningen, ieder van 30 fr. cn een verguld eerme taal van 10 frank. 4° Tien vierde belooningen, ieder van 20 fr. en een verguld eerme taal van 10 frank. 5° Dertig vijfde beloouingen, ieder van 10 fr. en een verguld eermetaal van 10 frank. Elke prijswinnaar zal bovendien een diploma bekomen. De prijskamp zal eindigen den 1 Decemberl894. Degene welke er willen deel aan nemen, zullen uit de baal die ten minste 80 kilos moet wegen, een staal doen nemen door den Bestuurder van de Stadswaag,die de genomen stalen in tegenwoordigheid van de belanghebbenden zal nummeren, bewaren en- de planters en de nummers hunner stalen in een daartoe bestemd register schrijven. De stalen zullen bovendien door den heer Secretaris der Commissie dagelijks toegezegeld worden. Na de toewijzing der prijzen zullen de stalen ten toon gesteld worden. De dag der prijsdeeling zal later vastgesteld en aan de prijswinnaars bekend gemaakt worden. Er wordt een tweede prijskamp ingericht voor den landbouwer, welke, van bun eigen gewas, de meeste Hop van goede kwaliteit naar de Waag brengen, ten minste 500 kil. Te dien einde zullen er van de balen, voor den prijskamp bestemd, stalen genomen worden, welke op dezelfde wijze als degene van den eersten prijskamp zullen behandeld worden. De prijzen zullen door een bijzonderen Jury toegekend worden le prijs SO fr. Ve prijs 4IO fr. 3e prijs 30 fr. -4' prijs 5iO fr. Vijfde prijzen lO fr: Van heden af kan men verdere inlichtingen bekomen bij de Leden der Com missie MM. L. Gheeraerdts, Voorzitter Baron Paul Bethune; F. Cumont;C. De Coninck- Dc WindtV. De Moor Ph. De Wolf-vander NootFr. MonfilsJ. Van Over- stroetenJ. Beynicrs, Schrijver. Gedaan te Aelst, den 11 Augustus 1894. De SecretarisDe Burgemeester, Edm. Scheerlinckx. V. Van W'ambeke. -M- 5® Vervolg. 't L'oet mij genoegen, zegde de oude spottend, dat de erfenis zoo goed besteed is en voor vergu'den gediend heeft. Hij wilde opstaan, doch de kramer hield hem legen Blijf hier, neef, zegde hij, en laat mij met u spreken! leder zorgt het liefste voor zijn eigen. Dit moet gij wel bedenken, en nu eenmaal die oude geschiedenis overslappen en er gras over laten groeien. Ik wilde bet nu weer goed maken, en zal het u maar bektnnen dat is nu juist de oorzaak van mijn bezoek. Zoo, dan hen ik nieuwsgierig, zegde de Kogel- boer doch de kramer ging dicht bij hem zitten en vervolgde Wij zijn alle twee reeds op den leeftijd om er aan te denken, orde op onze zaken tc stellen. Ik zou hoe eer hoe liever mijnen oom de zaak overgeven dan heb ik nog slechts mijne dochter over. Gjj hebt ook slechts een ecnigen zoon hoe zoudt gij het vinden, als wij van hen eens een paar maakten Een paar Van mijnen zoon cn uwe... Hij voltooide dc xin niet, en brak in een schattcr- I.ieli uil, waarhij hij met de vuist op de lafel sloeg, dat de glazen en flesscben dansten. Nu,wat is d.iaroiu le lachen vervolgde de kramer geraakt Ik spreek heel ernstig cn zie niel in wat daarbij tc lachen valt. Nog altijd lachend vervolgde de hoer Gij hebt gelijk, neef. Het was ook eigenlijk meer om te grijzen Doch dat past nu niet. Zoo Eu waarom dan Waarom Wel, ten eerste omdat ik een stads- jutfcrke op mijne hoef niet kan gebruiken en ten .tweede oindal, als ik een schoondochter neen, ik er een zal kiezen die flink gebouwd is cn geen buil heeft. Pe kramer vloog driftig op en kronkelde zich als een slang, die zich gereed maakt om zijnen sprong te wagen en Ie bijten zfjn adem was verderfelijk en zijn strak oog op den boer gericht, vonkelde van venijn. Zoo, stamelde hjj, is dat een antwoord op zoo'n voorstel Goed zoo Dat is wel een waarlijk over moedig hoeren-antwoord. Het bcslezal zijn, dat ik het antwoord nog niet aanneem. Ik blijf toch vandaag cn morgen nog hier en als wjj eerst geslapen hebben, zal ik het u nogmaals vragen. Wellicht bedenkt gij u nog want ik zeg u vooraf, overleg hel goed, neef Het zou u licht kunnen berouwen. Hij liep weg en meer door ziju boosaardigen oogslag Eindelijk komt in zekere mate gehoor geleend te worden aan de aanhoudende klachten die in ons Arrondissement oprij zen tegen het accijnsrecht op het planten van tabak en ook tegen de strengheid de zer wet in hare toepassing. Dikwerf hebben onze achtbare Verte- genwoordigsrs en Senateurs die gedurige klachten onzer landbouwers,in de Kamers bekend gemaakt. Onze moedige heer L. De Sadeleer deed zich het meest in dien kamp tot afschaf fing of verzachting der plaag onderschei den. Ja, meer dan eens, verhief hij de stem om de eischen onzer bevolkingen te laten hooren. Doch onze Vertegenwoordigers klopten aan doovemans deur de heer Beernaert alsdan minister van geldwezen, weigerde stelselmatiglijk zelfsdeminste verzachting toe te staan. Onder anderen dreef hij het eens zoo verre aan den heer De Sadeleer toe te roepen In 't Arrondissement Aalst, 't welk n de heer De Sadeleer vertegenwoordigd, n wordt alleen door de landbouwers over n die SCHOONE wet geklaagd. Zoo lang n ik minister zal zijn, zal ze behouden n blijven. Toen de heer Beernaert het ministerie had verlaten werden er dadelijk door onze Vertegenwoordigers voetstappen aange wend bij den beer De Smet-De Nayer, den nieuwen minister van geldwezen. Nieuwe onderhandelingen hadden plaats om ten minste, voor 't jaar 1894, eene merkelijke verzachting te bekomen. Onze achtbare Vertegenwoordigers leg den de heer minister de schreeuwende onreebtveerdigbeid voor oogen, die er be staat in 't feit dat wanneer ae landbouwer der betaling van bet accijnsrecht wilt ver lost zijn, bij zijne tabak-plantagiën moet vernietigen. n Uwe plantagiën vernietigen of vólle reehten betalen zoo hoorde men het uit den mond der accijnsbeambten galmen De heer de Smet de Nayer, in deze zaak wat min koppig dan den heer Beer naert, onderzocht de vraag en bekent nu dat er eene schreeuwende ourechtveerdig- heid in gelegen is. Bijgevolg komt hij een besluit te nemen dat er eene einde aanbrengt. Wij laten bier het koninklijk besluit in het Staatsblad van 15 Oogst verschenen, volgen Art. 1. Voor 1894, wordt ontlasting of teruggave verleend van de helft der be lasting voor de tabak-plantagiën welke, ten gevolge van hagelslag, overstrooming of andere rampen, niet bebooreude tot als door de bedreiging getroffen, staarde de Kogelboer hem na. Wat zou dat zijn mompelde hij. De kerel dreigt mij Waarmede zou men den Kogelboer kunnen bedreigen Hij liet zichzelf niet uitspreken plotseling scheen eene gedachte in hem op te komen, waardoor hij als van den bliksem werd getroffen. Nadenkend streek hij met de band langs hel hoofd en trad daarna vaslba- raden door de zjjdeur de schuur binnen, vanwaar hij stemmen cn voetstappen hoorde nadereo. De koning had reeds aan zijne rust een einde gemaakt en stond gereed om te vertrekken. Zijt gij reeds uitgerust vroeg de boer hem Daderend. Gij hebt u gehaast. Neem mij niet kwalijk, majesteit, als ik u nog ophoud, gij hebt straks gezegd, dat ik een gunst mocht vragen.Nu heb ik mij bedacht; nu is mjj iets in gedachte gekomen, dal ik u wildo vragen. Doch ik kan het slechts u alleen zeggen en geen ander mag hel hooren. Dc goedhartige vorst was gereed beiden begaven zich naar het achterste gedeelte der schuur. Met een ernstig gelaat hoorde de vorst het verzoek van den boer aan.Hjj moet met van geringe beleekenis geweest zijn, want het scheen den inan veel moeite le kosten, de /sak Moot te leggen meermaals moest hij stilhouden, zwaar adem halen en had blijkbaar moeite zich staande le houden. Eindelijk was liet gesprek, waarnaar alleo met verb?zing geluisterd hadden, doch dat door niemand verslaan was, ten einde De koning de gewone weerafwisseliugen, een wezen lijk verlies van méér dan 50 t. h. hunner waarde hebben geleden. Art. 2. De planter die de bij het vorig artikel voorziene ontlasting ol' teruggave wenscht te bekomen, moet, voor de ver klaring der beschadigingen, zich gedra gen naar de voorschriften van artikel 4 des ministeriëelen besluits van 26 Maart 1884. De verklaring van den planter dient gestaafd te wezen door een getuigschrift van den gemeenteraad, waarbij de wer kelijkheid bevestigd wordt der ramp welke de schade heeft veroorzaakt. Art. 3. De schatting van de aan dc ta bak-teelt veroorzaakte beschadigingen wordt gedaan door eene commissie sa mengesteld uit den burgemeester der ge meente of een door hem afgevaardigd lid des gemeenteraads, uit den controleur der belastingen en uit den accijnsontvan ger van het gebied. Die commissie besluit zonder beroep. In geval van ernstigen twijfel, mag de controleur eenen Staatslandbouwkundige raadplegen. Art. 4. De schattingen dragen' op het geheel eener plantagio. Het vaststellen der beschadigingen mag niet eerder gedaan worden dan ge durende de veertien dagen welke den oogst voorafgaau. Te dien einde moet de planter aan den ontvanger van liet gebied den datum doen kennen waarop hij zins is den oogst te beginnen. Art. 5. Indien de met de schatting ge lastte beambten ontdekken dat, vóór hunne bewerkingen, bladers zijn ontrukt geworden, maken zij er melding van in hun getuigschriften deze omstandigheid beeft tot gevolg bet verwerpen van de aanvraag tot ontlasting of tot teruggave overeenkomstig artikel 8 des besluits van 26 Maart 1884. Art. 6. De bepalingen van het tegen woordig besluit zijn van kracht vanaf dezen dag. De bestuurder-generaal der belastingen regelt de maatregelen van uitvoering des tegenwoordigeu besluits Brussel, den 14 Augustus 1894. De Minister van geldwezen, P. de Smet de Naeyeb. Het besluit spreekt van hagelslag, over strooming en andere rampen niet behoo- rende tot de gewone weèrafwisselingen. Door rampen verstaat men, volgens dc verklaringen des heeren ministers, alle onvoorziene gevallen, zoo als langdurige regens die de ontwikkeling der planten beletten en haar met de ijzermaal-plaag besmetten, mislukken, draaiwinden die de plantagiën verwoesten, enz. enz. Het geldt alleen tc bestatigen dat dc plautagie door de eene of andere oorzaak, de helft van hare gewone waarde heeft verloren. Bij voorbeeld dees jaar zou eene plan tagio van 1000 planten 80 kilogr. tabak voortbrengen, 'tgene een gewoon gewas is, ehwel, indien door de eene of andere oorzaak die plantagie maar 35 kilogr. tabak zou opbrengen, dan heeft de plan ter recht tot vermindering van de helft der rechten. De heer minister heeft ook toegestaan dat de planter zal vertegenwoordigd zijn, doorden heerBurgemeester der Gemeente of door iemand door dezen laatste afge- veerdigd, bij de commissie gelast met het schatten der schade. Dat is voor de planters van bet grootste belang. Ook,naar men ons verzekert,heeft de heer De Sadeleer zoo lang bier op aan gedrongen tot dat de heer minister er eindelijk heeft in toegestemd. Medeburgers, landbouwers van het arrondissement Aalst, ziedaar eene eerste voldoening u geschonken. Wij zeggen meer't Is eene eerste zege praal. Onzen dank dus aan onze achtbare Senators en Volksvertegenwoordigers en aan den heer minister de Smet de Nayer. Weest verzekerd dat onze achtbare gekozenen van heden, die ongetwijfeld onze gekozenen van October zullen wezen, nog meer zullen verkrijgen dan ze heden reeds verkregen hebben. Wij mogen in bunnen naam luid op zeggen dat zij niet rusten zullen vooraleer zij de gansche afschaffing der hatelijke tabakwet, zullen verkregen hebben. Er is zelfs spraak van een verbond tus- schen de vertegenwoordigers van Aalst, Kortrijk, Yperen, Doornijk enz. om dit doel te bereiken. Moed dus, en geklopt en blijven kloppen In zijne zitting van verleden week werd aan het Hoofdbestuur voorgelegd een handschrift van den heer J. Mel- cbior over alcoolisme een werk over Rubens, eenige jaren geleden te Antwerpen bekroond. Beide zijn, ten onderzoeke, verzonden naar de Boekencommissie. De diensten, door wijlen Lambert van Ryswyck aan het hoofdbestuur gedurende vele jaren bewezen, werden door den algemecnen Voorzitter, den lieer P. Wil- lems,iu herinnering gebrachthet Jaar- I boek voor 1895 zal een levensschets en een portret van den betreurden over- i ledene behelzen. Mededeeling werd gedaan van eenen I brief uit Lier, aangaande het ontwerp I voor de oprichting van een standbeeld I aan Kanunnik David, te dier stede. Staat, i provincie en gemeente zullen tot de kosten bijdragen. Ook het hoofdbestuur I zegt eene ruime bijdrage toe. Een bundel schoone Duitsche liederen, met Vlaamsche woorden, wordt ter uit- gave gereed gemaakt. De uitgekozene liedereu behooren tot de schoonste en meest populaire, welke Duitschland heeft voortgebracht. haalde zijne biicventesch te voorschijn, schreef daarin eenige woorden cn reikte loon den viagcr de hand, ten bewijze dat hel verzoek was toegestaan, tn dc boer kon niet nalaten die hand dankbaaraan de lippen te drukken. Gij moet mij dit niet 'beletten riep hij uit. Het is voor mij de hoogste gunst, de hand van zulk een goeden koning te mogen kussen. De wagen kwam voor. In de schuur kwamen nog eens alle bewoners van het huis tc zamen. Naast den vader stond Lenz o»k de kramer en Philomene onlbraken niet. Met een spotlenden lach op hel gelaat sloop Kasper binnen en voerde Nannie met zich aan de hand het was hel oogenblik, waarin de bloemtuil zou worden over gereikt. Philomene en haar vader deden moeite, denzelve le ontdekken. Doch het was te vergeefs. De bloemvaas was en bleef ledig. Blijkbaar moest iemand den tuil hebben weggenomen. Maar waar is toch de bloemtuil fluisterden verscheidene stemmen. Ook Nannie stond verslagen. Zij had van de gansche gebeurtenis en den strijd om de bloemen niets vernomen, noch iets vermoed door hare drukke bezigheden in de keuken had zij niet vandaar kunnen gaan, voor Pekdraad haar wenkte, cn zij dus het oogenblik gekomen meende, waarop haar als keukenmeid zoowel als voor hel verveerdigen van den ruiker de passende eer zoute beurt vallen. Voor zij hare verwondering over de afwezigheid tau den bloemtuil kon uitspreken, voelde zij, dat de ondc haar achteruit Irnk, met ren ruk vooruit schoof cn haar daarbij dc tn miste bloemen iu de hand drukte. Ga vooraan slaan, Nannie, fluisterde hij haar in, als de koning de brug wil afgaan, is het juist h«t goede oogeuh ik. Hoe slim zijn plan o- k gemaakt was, toch had hij buiten dun woerd gerekend. Op hetzelfde oogenblik, toen Nannie vooruit trad, werd een vreemde hand uitgestoken, die haarden tuil ontrukte. Deze hand was van l-enz. Gij zult hem den tuil niet overhandigen, hoog hartige meisje, riep hij met een spottenden lach uit, en met een blik, waarin de haal over de afwijzing die hij dezen morgen had ontvangen sterk zichtbaar was. Een gevonden kind, dat zelfs geen vader heeft, past het niet zoo iets te doen dat :ou een schande zijn voor de gansche Kogelhorf. Deze gebeurtenis had /oo onverwacht en zoo snel plaats, dat nauwelijks zij. die er bij st-nden. er iels van bemerkten. Philomene die den tuil lerstond uit de hand van Lenz bad bekomen, was slim genoeg van dit oogenblik gebruik te maken reeds het volgende oogenblik slond zij met een diepe buiging voor den vriendelijk knikkende» koning, die den bloemtuil dankbaar, doch /onder verdere vragen aannam, en de brug afreed. Pekdraad stond onbewegelijk cn staarde voor zich, als ware hij zich door dm bliksem g<-lroffcn. Nannie was, als door eenen plotsclingcu slag geüoffco tegen In de maand Augustus of September 1895 zal het Davidsfonds eene plechtige feestvergadering houden te Brugge, met letter- cn toonkundige zittingen. Teu slotte werd heslist, den heer V. Begerem, minister vanjusticie, schrifte lijk te bedanken voor de afkoitdiging iu de heide talen, door het Staatsblad, van alle zijn bestuur betrcffeude mededee- lingen. De Moniteur bevat het volgende ko ninklijk besluit Art. 1. De opening der jacht is vast gesteld, iu 1894, op de hierna aangeduide tijdstippen, teweteu Op den 25 augusti, in do provinciën Antwerpen, Brabant., West- en Oost- Vlaanderen, Limburg, alsook in de doelen der provinciën Henegouwen, Luik en Namen, gelegen langs den linker oever van de Samher en de Maas, er inbegrepen het grondgebied der steden Charleroi, Luik, Hoei en Namen. Op 1 september,in de provincie Luxem burg en de andere doelen der provinciën Henegouwen, Luik en Namen, gelegeu tusschen de Sambcr en de Maas en langs den rechter oever (Jer Maas. Nochtans is de jacht, hij middel van den loophond of van den hazewind, slechts toegelaten te rekenen met 15 september en deze op dc fezanten alsook op het groot wild (herten, damherten, reebokken,) te rekenen met 1 october. Art. 2. Het is verboden bij sneeuw in open veld te jagen, welke ook de hoe veelheid sneeuw zij die deu grond bedekt; de jacht blijft echter toegelaten in de bos- schen, alsook op het waterwild, langs de zeekust, in de moerassen en op de stroo men en rivieren. Art. 3. De patrijzenjacht is gesloten na 15 november alle soort van jacht, er hij begrepen de jacht met loophonden, is verboden na 31 december 1894. Art. 4. Bij afwijking van voorgaand artikel, is de klopjacht op liet groot wild tot 31 januari 1895 toegelaten de konij nenjacht hij middel van klopjachten of staande honden, mag geschieden iu de bosschen alsook in de duinen tot den 10 april aanstaande en de konijnenjacht hij middel van beurzen en fretten, is geheel liet iaar toegelaten de jacht op 't water wild langs den oever der zee, in «le moe rassen,alsook op de stroomeu en rivieren, blijveii in alle provinciën open tot op den 15 april 1895. Art. 5. Do jacht met meuten en zon der vuurwapens is toegelaten tot deu 15 april 1895 in de pro\inciën Antwerpen, Brabant, West- en Oost-Vlaanderen, Hcnogouwen, Luik, Limburg en Namen, uitgezonderd het kanton Gediune en tot den 30 derzelfde maand in de provincie Luxemburg en in het kanton Gcdinne. den muur gevallen. '/.ij was niet meer in staat le denken. Niet omdat Lenz haar den bloemtuil had ontrukt, niet omdat haar de verwachte onderscheiding niet was te hrurt geval len, slond zij verstomd uiaar de woorden, waarmee dit geschied nas, naren de oorzaak. Had zij hel wel goe.l verstaan? Zij, die zich uit haar heel leven geine slechte daad kon herinneren zij die mei alle moeite, met alle vlyt had getracht, een hoewel arm, doch eerbaar meisje te zijn zij die meende, dat riemand in de gemeente een slecht noord van haar kon zeggen, en dat niemand haar met een schuinschen Mik durfde aanzienIOu zij een pcisoon zijn, die zich niel in hel openbaar mocht vertoonen, of die, als zij dit deed, de plaats en het huis, naar zulks geschiedde, te schande rnaakte t Vader, riep zij, al haren ntoed verzamelend en naar adem hijgende, vader, wal heeft hij gezegd Hij heeft ir.ij gescholden ecu vondeling heeft hij mij genoemd tn gij pij staat er bij, vader, en duit zulks? Helpt gij luij niet? Spreek zijt gij ni.l, naarvaor ik u mijn gehei Ie leven gehouden heb Zyt gij dau mijn vader niet 1 Zij greep den oude bij den arm cn schudde hem, om hem uit zijn verdooving op te wekken en eenig toeken van leven te doen geven. Hij zweeg, wendde zich af en wreef melde achterzjj der band over zijne oogen, om de tranen af te nissehen, die, eilaas, als ecu al Ie duidelijk antwoord, heui langs de wangen rolden. Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1894 | | pagina 1