KOGELUOEF.
DE
-)«(-
11® Vervolg.
Allerhande nieuws.
De dagbladen melden dat M. Proost,
voorzitter van den Volksbond, zijn ontslag
als zoodanig en ook als lid van die verga
dering heeft gegeven. De moeilijkheid
ligt in het aannemen van het program van
den Bond.
De heeren De Guchtenaere en Huys-
hauwer zijn door den Poll der anti
socialistische werklieden van Gent aange
wezen als candidaten voor de Volkskamer.
ren liberalen heer te Idegem, om hem
ccne candidatnur aan te bieden....
Waar blijft den Poll dan Of is de Poll
misschien slechts goed voor anderen
Ilij heeftaanDenderboile
een Kti-opken gezet V f
Napoleon van Chipka beweert nu dat hij
express schreef dat Napoleon III in
1815, na den slag van Sedan, te Aalst
aan De Diepe Lochting stil bleef om
denkt eens... ons een stropken te zetten !f?!
Kale excusie, vermaarde man
Was het ook een stropken misschien
als ge acht dagen vroeger zeeverdet dat
Napoleon de eerste, in 1870, den slag van
Sedan verloor
Was het ook een stropken als ge schroeft
dat de Lange Zoutstraat op de Merkt uit
komt omdat men daar destijds zoutpleecht
te verkoopen
Zeker ook weer een stropkeu als ge
dwaas genoeg waart van te schrijven dat
Napoleon de eerste, in 1811, door Aalst
rijdende, stil bleef aan De Diepe Loch
ting, daar bier dronk lekkerder dan den
besten wijn en vier jaren later, door de
kracht van dit bier, op 't eiland Su Helena
zat
Al te maal stropkens om Den Dender-
bode te vangen
Wat dom middel toch om zich pogen
uit den slag te trekken
En men heeft, zegt Napoleon ons, Den
Denderbode in 't stropken gevangen en er
op Chipka hertelijk meêgelachen.
Ja, men heeft op Chipka gelachen,
maar men lachte groen. Lippen en Sixtus
hebben hunne groene kleur nog niet ver
loren. Nu men lachte elders ook ,maar 't was
niet met Denderbode maarwei met den
vermaarden kneukel die aan allen wil de
les voorspellen en eischt dat, in alle
zaken, zijnen wil geschiede. Maar hola
kadééée
Napoleon van Chipka zeevert verder
over generaal Molkte en een oud vrouw
ken. Een ouderling onzer vrienden heeft
dit vrouwken gekend, zegt hij ons, en
't was een lastercommeer, eene zeer ge-
meine slawelle. die hare lastertong niet
meester was. Zij heeft afstammelingen
nagelaten en 't zijn nog verachtelijkere
lasteraars dan zij .Napoleon kent ze goed,
zeer goed en Sixtus ook I
Als Napoleon iets aan 't historieken
wil bijvcegen, wij verzetten er ons voor
't oogenblik niet tegen en hij ga dus maar
zijnen gang.
Kandidaten onzer tegen
partij. Weêr eens vraagt men ons
of de kandidaten onzer tegenstrevers nog
niet gekend zijn.
Wij moeten antwoorden, neen, wij ken
nen ze niet.
Al wat wij ter wete zijn gekomen, 't is
dat de vuurberg van 't monsterverbond
nog altijd in werking is en welke namen
hij zal uitspuwen dat blijft een raadsel.
De werking schijnt op 't einde te komen
want Het Land van Aelst van zondag 11.
kondigt aan dat de candidaten der volks
fopperij kortelings zullen bekend gemaakt
worden.
Zondag lest op de meeting belegd door
de christene volksfopperij, m eenc dans-
zaal, te Geerardsbergen, was de verbroe
dering tusschen volksfoppers, liberalen
en socialisten volkomen Men zag ze sa
men arm aan arm door de stad trekken
en bemerkte dat de beste verstandhouding
tusschen de drij groepen heerschte. De
volksfopperij, de liberalen van alle kleur
en de socialisten, zullen dus op de candi-
datenlijst onzer tegenstrevers vertegen
woordigd zijn.
't Zal propertjes zijn, voor hen die
'.beweren zoo katholiek te zijn, als de can
didaten der Katholieke Kiesvereeniging.
Later. Wij vernemen dat er nieuwe
voetstappen zijn aangewend geworden
door de leiders der volksfopperij bij zeke-
Eindelijk kis hel maal genoten, en lagen allen
diepe rust. In het geheele huis heerschte stilte. Slechts
bet gedroppel van het dak Kas nog hoorbaar en een
donkere nacht spreidde zich over de eenzame streek
uit. Toen echter de haan weer op de hoef kraaide, en
de ooststreek weer begon helder te worden, klaarde
de geheele hemel op; de volle maan had baar plicht
vervuld en het wéér was helder.
Niels was van den gehcelcn storm overgebleven, en
de gevaren die dreigden, waren in regen veranderd,
welke als millioenen peerlen en diamauten aan de
blaéren en halmen schitterden. De Kogel verhief zich
in eene heldere lucht, boven zijnen beschermeling, de
Kogelboef, en ook de Wachterkop had het onnoodig
gevonden, den stormhoed langer op Ie houden.
Het was nog tamelijk vroeg, toen de oude boer door
bet gedruis uit den slaap werd gewekt, waarin hij
eerst tegen den morgend, na een half doorwaakten,
half door onrustige droomen gekwclden nacht verzon-
keu was. Eeu oogslag door het venster deed hem zien
Men schrijft ons uit Meire:
Iu den nacht van zondag tot maandag zijn
er ongeveer 30 vensterglazen van 't kloos
ter ingeslagen. De daders zijn onbekend.
Vele personen dachten eerst dat die bal
dadige schelmerij gepleegd werd door
eenige dronken kermisgasten, doch dit
gedacht werd weldra verlaten daar het
nergens in de buurt kermis is geweest.
Eenigen beweren, en zij zouden wel kun
nen gelijk hebben,dat het de eerste vruch
ten zijn der meetingskens van de chris
tene volksfopperij. Immers eenigen tijd
geleden zag men eenige lieden door ae
straten dwijlcn al vloekende en tierende
Wij zijn van de christene volkspartij!...
Een gekende liberaal die van die balda
digheid ooggetuigen was, riep uitEn is
dat nu die christene volkspartij P... Voor
waar voor mij is dat eene vloekerspartij
X. Z.
welke het mirakuleus beeldje droegen.
Aan de intrede van den Gentschen Steen
weg was een sierlijke triomfboog opgericht
met opschrift Leve Monseigneur
De Processie voltrok haren aangekon-
digden ommegang te midden van den j
algemeenen eerbied.
Aan de nieuwe kapel gekomen, beklom
Z. H. Mgr. Stillemans het verhoog en
sprak eenige woorden van dankzegging tot
de menigte Ik dank, zegde Mgr., al de
inwoners van Aalst en Schaarbeke welke,
door hunne milde bijdragen,hebben meê- i
gewerkt tot het oprichten dezer prachtige
nieuwe kapel.
Z. H. Mgr. Stillemans begaf zich alsdan
binnen de kapel welke, door de goede
zorgen van den heer Joseph Van der
Poorten, prachtig was versierd geworden,
en onmiddelijk begonnen de plechtighe
den der wijding.
Gedurende de wijding werd het Magni
ficat door eene onschatbare menigte aan-
De inlichtingen welke wij uit verschil-
lige gemeenten ontvangen, verwittigen
ons dat de christene volksfopperij eeuen
ieverigen steun vindt bij de officieële on
derwijzers en bezonderltjk bij dezen die
hun ambt bekleeden van vóór of van ten
tijde van den schooloorlog, begonnen in
1879.
Wij roepen onze katholieke vrienden
van den buiten toe Een oog in 't zeil
gehouden
Meeting der Volksloppe-
ri| te Geerardsbergen. - Er
zijn ons aardige, ja zelfs droevige berich
ten toegekomen over deze meeting.
Wij zijn nieuwsgierig zondag aanstaande
de verslagen in de Moniteursder Scheur
makerij te lezen.
M. Woeste, zoo schrijft Het Land
van Aelst heeft zondag te Aalst gezegd
ti dat iemand van ons hem verweten heeft
n van joodsche afkomst te zijn....
En Het Land beweert dat M. Woeste
aan de waarheid te kort blijft.
M. Woeste, en dit getuigt zijne rede
voering, heeft niemand van Het Land
van Aelst genoemd en dus zeker niet be
schuldigd.
Qui s'excuse, s'accuse, zegt de Fransch-
man en de Vlaming vertaalt dit door:
Wie niet besnot is, moet zich den neus
niet vagen.
Hoe wonder toch dat de Napoleons van
Chipka hun evenbeeld in dat spiegelken
bemerkt hebben.
Onze achtbare heeren
Candidaten, voorgedragen door de
Katholieke Kiesvereeniging onzes Arron-
dissements, zijn op 't oogenblik op hunne
kiesronde. Verscheidene gemeenten wer
den reeds bezocht en overaal genoten zij
zelfs daar waar men denkt dat onze volks-
foppende tegenstrevers de overhand heb
ben, het beste onthaal. Men briefde hier
rond dat onze achtbare Candidaten onder
anderen te Herdersem slecht zijn onthaald
geworden nu onze inlichtingen laten ons
toe te bevestigen dat ze nooit te Herder
sem een beter onthaal hebben genoten.
Dat er aldaar liberalen en eenige kribbijters
huizen, dat weten wij maar de liberalen
zijn onze tegenstrevers en de kribbijters
zuilen wij maar laleu voort greeven, tot
dat ze al greevende den put zullen vullen.
O.-L. -"V rouw - ter - Meulc-
echelte.Zondag lest is het mira
kuleus Beeldje van O.-L.-Vrouw, met
de grootste plechtigheid van het oud ka
pelleken naar de nieuwe kapel overge
bracht. Eene processie werd gehouden
samengesteld uit talrijke groepen maag
dekens, de koralen der EE. Broeders van
de christelijke leering, de zangafdeeling
der Jongelingen-Congregatie, eene tal
rijke Geestelijkheid, en Z. H. Mgr. Stille
mans, onze Bisschop, 't Warende koralen
dat een der knechts de schuurdeur geopend had en
daaruit bet wagentje van den kramer te voorschijn
haalde om liet voor de reis gereed te maken.
Spoedig had hij het venster geopend, eu riep
Wat is er Waarom moet gij zoo haastig in
spannen
Goeden morgen, Kogelbocrriep do knecht hem
toe. Ik weet het niet, maar mijnheer Raaf heelt giste
ren avond nog laat gezegd, dat ik voor alle mogelijke
gevalleu het wageutfe moest gereed houden hjj moest
echter eerst nog zien hoe de wind zou zijn. En nu
maak ik het maar klaar, zegde hij het oog naar den
hemel richtend, want ik geloof dat wij vandaag den
besten wind der wereld hebben.
De boer zweeg en sloot lachend het venster.
De wind, die de kramer verlangt, ken ik, zegde
bij, doch ik geloof wel, dat de windwijzer zal om
draaien.
De gedachte, dat hij zoo spoedig en zoo onverwacht
van den ongenoodigden zou verlost worden, maakte
hem vroolijk, en hij ging dus, toen het tijd was om
kcflie te drinken, rustig naar beneden, om den kramer
te groeten, lijj was te oprecht om dezen zijn leedwezen
over het spoedig vertrek te betuigen, doch al rekende
hij hem onder de gasten, die hij liever zag gaan dan
konten, wilde hij toch de oude haat, die hij nog altijd
tegen hem koesterde, ten minste niet meer toonen en
zich troosten met de hoop, dat de gasten niet spoedig
zouden weêrkeeren.
Doch er zou nog meer gebeuren.
Ook de kramer was vroeg op de beenhij scheen
Na de voltrekking der wijding gaf Z.
H. onze Bisschop den zegen aan t verza
melde volk.
Vergeten wij er niet bij te voegen dat
de buizen der straten langs waar de
irocessie is gegaan zonder uitzondering,
bevlagd en versierd waren.
Het weder was tamelijk gunstig en eene
talrijke menigte verdrong zich tot wan
neer de duisternis begon te vallen rond
de nieuwe kapel. Deze plechtigheid zal
lang in 't geheugen der katholieke Aalste-
narc-n bewaard blijven.
O]) 't oogenblik dat wij deze regelen
schrijven is men bezig met het oud kapel
leken af te breken nog eenige dagen en
er verdwijnt weêr een deeltje van het
oude Aalst.
Vreeselïjlte spoorweg»
r.-iiup. l dooden. Tal
rijke gekwetsten. Eene
vreeselijke ramp is zondag namiddag ge
beurd op den spoorweg van Parijs naar
Brussel.
De trein express, n. 115 op de Fransche
lijn, 176 op de Belgische lijn, die ten
12,40 minuten uit Parijs vertrekt naar
Brussel, is geloopen te Appilly, kleine
statie op 116 kilometers van de Franscbe
hoofdstad, op den stoomwagen van eeuen
goederentrein, die van spoor verwisselde.
7 Menschen zijn gedood, talrijke zijn
gekwetst.
De trein moest te Brussel toekomen in
de Zuiderstatie, ten 5 u. 50 m.
Zondag namiddag ontving M. Didion,
overste dier statie, eene depeche van zij
nen ambtgenoot van Bergen, die liet
weten dat de express ontriggeld was te
Appilly en te Brussel zou toekomen 7
uren te laat.
M. Didion die eene groote ramp vermoedde,
gezien de aanzienlijke verachtering,vroeg
nadere inlichtingen, doch bekwam die
niet.
De angst der inwoners van Brussel, die
familieleden op den trein hadden was on
beschrijfelijk.
Geheel Brussel liep vol van het nieuws
der ontzettende ramp, die nog vergroot
werd.
In den avond, tusschen 9 en 10 uren, is
een bijzondere trein te Brussel toegeko
men met de reizigers van Parijs.
M. Lehmann, die op den express zat
als de ramp gebeurde, vertelt die als
volgt
Wij waren uit Parijs vertrokken ten
12,40 u. en reden snel, 'k geloof wel 85
kilometers in eene uur. Ik zat in eerste
klas, in een der laatste wagens.
Eensklaps in het spoorhuis van Appilly
heeft eene geweldige botsing plaats en
valt de express stil. Ik doe gelijk de an
dere reizigers en spring uit den trein.
Wij hebben een vrecselijk schouwspel
voor onze oogen De drie eerste wagens
liegen verbrijzeld dooreen, en daar tus
schen menschen, die klagen en kermen en
een Fransche priester, die de gekwetsten
bijstaat.
De eene steken eene behulpzame hand
toe, andere loopen naar den statieoverste
Helaas hij de eenige bediende van de
static, ligt daar tusschen de dooden,
slachtoffers zijner zelfsopoffering.
Een reiziger telegraphieert naar het
naburige spoorhuis, vermeldt de ramp,de
dood van den statieoverste en men ant
woordt dat hulp onmiddelijk afkomt.
In afwachting haalt men de dooden en
gekwetsted uitae puinen. Een meisje is
den arm af, een reiziger heeft het been
verbrijzeld, eene vrovw ligt daar dood en
nevens haar, insgelijks dood, haar klein
dochterke, een vierde is het hoofd af,
enz.
De mecanicien van onzen express-
trein is gekwetst. Den stoker hebben wij
niet meer gezien. Hij moet onder de doo
den zijn. De statieoverste van Appilly lag
er ook onder. De ongelukkige had waar-
schijnelijk gepoogd den misslag, doorhem
begaan op den laatsten oogenblik te her
stellen. Vruchteloos. Hij is, het gevaar
ziende, tusschen de treinen gesprongen en
heeft wanhopige teekens naar den meca
nicien van den goederentrein gedaan om
te vertragen of achteruit te rijden. Hij is
door den expresstrein gevat en gedood.
Ten 4 uren kwam een trein uit Chauny
toe met vier geneesheeren en den statie-
overste. Een tweede trein volgde met tal
rijke arbeiders.
Ten 5 uren zijn wij kunnen vertrekken
naar Brussel.
De spoorwegmaatschappij van 't Noor-
den maakt als volgt de lijst op der slacht
offers
Twee vreemde dames en twee dames
van den dienst der boekhouding van de
maatschappij, gedood.
Twee mannen (de statieoverste en een
reiziger, M. Brifaut) gedood,
Zes reizigezers en drie bedienden der
maatschappij erg gekwetst.
Tien personen min of meer erg ge
kwetst.
Tien personen min of meer erg gewond
doch die hunne reis hebben kunnen voort
zetten of naar Parijs weerkeeren.
Een der gekwetsten, M. Pulsford, inge
nieur te Parijs, verkeert in doodsgevaar;
hij heeft het linkerbeen verbrijzeld. Zijne
vrouw heeft lichte kneuzingen bekomen.
Mej. Marie Brifaut, dochter van den
advokaat Brifaut, heeft den rechtervoet
verstuikt.
Een officier van het Italiaansch leger
M. Pomida, .heeft inwendige wonden be
komen.
De machinist van den trein Emile Mar
tel, is gewond aan het hoofd en heeft eene
schouder ontwrichtde stoker Medard is
erg gewond aan het hoofd en aan de zijde
en verkeert iu bedenkelijken toestand. De
stoker Cordenier heeft eene schedelbreuk
en inwendige wonden.
Een koopman van Elberfeld, M. Lceu-
wenstein, heeft den linkervoet gebroken.
Twee Duitsche bankbedienden zijn erg
gewond aan het hoofd.
Men schrijft uit Brussel aan Het Han
delsblad
De spoorwegramp te Apilly heeft zon
dag te Brussel eene groote opschudding
verwekt, vooral toen men 's avonds wist
dat tusschen de dooden zich M. de advo
caat Brifaut, van Brussel bevond.
Zeer sympathiek in zijnen omgang, met
helderen blik en aangename stem, had
M. Brifaut zoowel in 't paleis van justitie
als in de hooge wereld, eene algemeene
achting verworven.
In de Conservatieve Vereeniging, van
wier bureel hiideeluitmaakte.aanzag men
hem als een helderziend politieker en
zeer waarschijnlijk zou hij een onzer can
didaten zijn geweest.
Op de lijst zou hij de kleur...., hoe zal
ik het zeggen, ja.zoo watdekleur-Woesfe
vertegenwoordigd hebben Hij was anti-
proportionalist en aanhanger van het
vrijwilligersleger.
Zonderling sedert 15 jaar was M.
Brifaut advocaat van het departement van
spoorwegen en pleitte bijna uitsluitend
spoorwegongevallen.
De broers De Groeve. De Indé-
pendance deelt verslag meê van het on
derhoud, tusschen de afgeveerdigden van
u het Belgische comiteit tot verdediging
der broêrs Borique-De Graeve, met M.
Texier, advocaat en gewestelijk raadsheer
der eilanden Pomotou, te Tahiti.
M. Texier, wiens getuigenis krachtda
dig ten gunste der veroordeelden is, ver
blijft thans te Chatellerault (Vienne,
Frankrijk).
M. en Mev. Texier verklaarden dezelfde
zaak te verdedigen als het comiteit.
Volgens hen houdt de beschuldiging
tegen de broers De Graeve, hoegenaamd
geen stand.
Hij begrijpt ook niet hoe het europee-
sche gerecht deze twee mannen, die in
nog minder geslapen te hebben dan de boerwant
terwijl deze er gesterkt en kalm uitzag, was de koop
man buitengewoon bleek vermoedelijk hinderde hem
het mislukken van zijn goed beraamd plan, doch nog
meer ontstemde hem de vrees voor de gevolgen van
hetgeen hij vandaag van plan was, en die hij niet kon
onderdrukken.
Na eene koele begroeting, zette de kramer zich aan
de tafel neer, waar de koffie reeds wachtte de boer
ging intusschen de kamer op en neer. Lenz kon niets
beter doen, dan weer op de bank plaats te nemen, en
weer zat Philoraena in zijne nabijheid het scheen dat
zij, als het tot een gevecht kwam, daardoor zijne bulp
wilde verzekeren.
Allen waren stil. alsof zij reeds gevoelden wat in bet
volgende oogenblik zou gebeuren.
Een knecht kwam binnen en zegde dat de wagen
gereed stond dit brak het jjs, en bracht de golven
die daaronder verborgen waren, in beweging.
Het is dns gemeend 1 zegde de Kogelboer. Neef is
dus van besluit veranderd en wil nu reeds vertrekken?
Hebt gij gisteren niet gezegd dat gij langer wildet
blijven
ia, dat heb ik wel gezegd, antwoordde de kra
mer, terwijl hij een oog op den oude sloeg. Het staat
ook nog niet vast, dat ik nu vertrek. Het zal slechts
van net f afhangen of mijn besluit nog verandert. Hoe
Hoe is het Goede raad komt dikwijls nadat men
geslapen heeft. Hoe staan de zaken nu
0, als het anders niet is, riep de oude, wiens
gramschap reeds .ontstoken was als eeu vuur in de
alle omstandigheden blijken van moed|
gegeven hebben, heeft kunnen ter dood
veroordeelen op de getuigenis van een
ellendigen Kanak.
M. Texier breekt, in vier kolommen
van het brusselsche blad, heel de beschul
diging af en wanhoopt niet voor deze
slachtoffers ccner rechterlijke dwaling,
volkomen eerherstel te verkrijgen.
Te Brussegem is over eenige dagen
een jong meisje, D'Auwer genaamd, die
aan een open venster in eene danszaal
zat, door eenen kogel in den linkerarm
getroffen. Wie het schot gelost heeft,
blijft tot hiertoe een geheim.
Een burgemeester aangerand. Te
Wondelghem, in Oost-Vlaanderen werden
drie personen, waaronder de burgemees
ter aangerand door een tiental Gente
naars. Alle drie werden gewond. De bur
gemeester bekwam eenen steek in den
onderbuik.
Een der gekwetsten is in gevaarlijken
toestand,
Broer en zuster. Een roerend too-
neel had dezer dagen plaats in de mili
taire bakkerij te Antwerpen, waar, zooals
men weet, de Congoleezen onzer tentoon
stelling hun kamp hebben.
De eerw. h. Van Impe, de achtbare
bestuurder van het gesticht vanGijseghern
en verspreider van het onderwijs der jonge
Congoleezen in België, was met eenige
zijner leerlingen naar de wereldtentoon
stelling gekomen en had natuurlijk het
eerst een bezoek aan de Congoleezen ge
bracht.
Eensklaps liep een der leerlingen, eenj
8jarig Basoko-meisje, Banibai geheeten;
doch te Oettinghen den 6 nov. 1892 ge
doopt met de namen Margaretha Elisabeth
Maria, met eeuen uitroep van vreugde
naar een der soldaten.
Het was haar broer, van welken zij sinds
eenige jaren gescheiden was.
De broêr, die zijne zuster dood of in
slavernij dacht, was overgelukkig eene1,
zoo groot, beschaafd en geleerd geworden'
zuster terug te vinden.
Margaretha werd in 1892 door majoor
Wahis gouverneur-generaal van Congo,
in België aangebracht.
Zondag morgend, terwijl een der
eerw. geestelijken van O.-L.-Vrouw té
Antwerpen, van den preekstoel het woord
richtte tot de geloovigen, ontwaarde hij
een pick-pocket, die trachtte de horlogie
van een der aanwezigeu te bemachtigen.
Ilij verwittigde den suisse, die den kerel'
in handen der policie leverde.
Zondag nacht zijn er dieven binnen
gedrongen m de woning van M. De Vos,
statieoverste te Borgerhout, Trausvaal-
straat, 23. Zij ziin eerst over den hofmuur
geklommen en dan langs de kelderdeuren
in huis gekomen.
Daar hebben zij zich meester gemaakt
van eene groote hoeveelheid kleergoed,;
bestaande uit frakken en een paar bottie-
nen. Zij stolen ook drie regenschermen,:
een zilveren couvert, zes gewone couver-i
ten en eene vergulde schouwgamituur.
M. De Vos moest dezen morgend naar
Brussel gaan om als getuige op te treden
in een onderzoek hij had geen kleêren
om aan te doen, door al zijne uniform-
frakken gestolen waren,
j Aanranding te Berchem. In den
nacht van zondag tot maandag heeft t«
Berchem een brutaal feit plaats gehad.
De geaaamde V. L. bracht zijn meisje
i naar huis in de Vanderstukkenstraat.
Doch niet verre van hare woning werd
i hij aangerand door twee personen, waar-
van de een, de 17jarige P., vroeger kennis
i met hetzelfde meisje had gehad.
Zij sloegen en mishandelde hem zoo
ongenadig dat een voorbijganger E., sol
daat in verlof, zich met de zaak bemoeide.
Dit vergrootte de woede van P., welke
den soldaat drie steken toebracht, met
een mes dat hij in zijne naburige woning
was gaan halen.
Voorbijgangers vonden den gekwetste
bewusteloos en bloedend langs den weg
liggen. Hij werd door oenen geneesheer
verzorgd en huiswaarts gebracht.
De dader is aangehouden. Verscheidene
getuigen zijn reeds gehoord.
Bergen, 11 sept. Het parket heeft
zich naar 's Gravenbrakel begeven, om
een onderzoek te doen naar eenen aldaar
gepleegden moord. Een lijnvisscher heeft
met den ijzeren punt zijner hengelroê:
eenen zijner gezellen, ook een visscher,
doodgestoken.
asch, als neef door niets anders wordt teruggehou
den op de Kogelhoef, dan kan hg wel seffens vertrek
ken, en waarheen hij wilmijnentwege naar Trids-
drill, waar de peper groeit.
Ik kan u nog maar half gelooven, antwoordde de
Haaf woedend, doch zich nog bedwingende. Ik meen
nog altijd, dat neef de Kogelboer tot inkeer zal komen
zal, en omdat de kinderen nu toch eenmaal hier zijn,
zal ik maar terstond alles zeggen, dan kunnen zg hoo-
ren en weten, hoe het slaat. Ik wil mijne zaak aan
mijnen zoon overdoen gij moet Lenz Kogelboer ma
ken en Philomena tot zijne vrouw.
Het over en weergaan van den oude kreeg eene
ongelooflijke snelheid.
Nu, als gij bet dau niet anders wilt, heb ik er
ook niets tegen dat alles luidop gezegd wordt, zegde
de boer. Ik zal het de kinderen dan ook zeggen, dat ik
daarvan niets wil weten voor m<jn part kunt gij met
uwe kramerij doen wat gij wilt, doch over de Kogel-
hoef ben ik heer en meesterdaarvan zal ik eerst
afstand doen als ik dat goed vind, en de boerin zat ik
ook naar mijnen smaak kiezen en niet...
Hij wilde er nog iets bijvoegen, doch onwillekeurig
weerhield hem daarvan meelijden met het ongelukkige
meisje, dat in de overtuiging dat nu haar levenslot
zou worden beslist, zeo bleek was geworden, alsof zg
haar doodvonnis moest aanhooren.
Ik heb u gisteren reeds allca gezegd, neef, ver
volgde de boer, en zie niet in, waarom wij het uitge
doofde vuur wéér zouden aanblazen. Het zou mij ten
hoogste verwonderen als gij vergeten had, wat ik gis
teren zegde,
Neen, ik heb het vergeten, beruam de kramer,
naar lucht hijgende, doch ik meen, dat gij mij toa
begrepen hebt. Ik heb u gezegd, dat gij u goed moe»:
bedenken, om naderhand van uwe daden geen spijt tt
gevoelen.
Wat riep de Kogelbocr, terwijl hij voor den
kramer sprong met opgeheven vuist, en zijn armen,
beenen en tong schier niet meester bleef. Durft gij
mij nogmaals dreigen Er is niemand ter wereld, dk
den Kogelboer durft dreigen, zonder dat hij bem als eet
stier neérslaaten gij, vervloekte garen-en-lint-sje-
chelaar, durft mij dreigen.
j Lenz was opgesprongen, en had zich tusschen
vader en neef geplaatst, om het niet tot daden te don
overslaan, welke even nabij waren, als de ontvlambart
i lucifer, die een duimbreed van eene vonk af is.
I Ja, dat kan ik, was het antwoord van den km-
mcr, die naarmate zijn tegenpartij meer opgewonden
werd, scherper en vergiftiger werd. Ja, dat kan ik:
ik herbaal liet en zal het u ook zeggen, neef, waarmei
ik u dreigen kan doch ik zal u nog verschoonen, ei
het u in het oor fluisteren, opdat de kinderen bet niet
hooren.
De oude stond onbewegelijk. Zijne hoofdaders zwol
len zichtbaar op en zijne oogen dreigden uit de kassei
te springen. De kramer naderde hem, en fluisterde
hein eenige woordon in. Het konden slechts weinige
woorden zijn, want het duurde nauwelijks een seconde.
Doch des te sterker was de uitwerking.
Wordt voortgezet).