KOGELUOEF. DE -)«(- 11® Vervolg. Allerhande nieuws. De dagbladen melden dat M. Proost, voorzitter van den Volksbond, zijn ontslag als zoodanig en ook als lid van die verga dering heeft gegeven. De moeilijkheid ligt in het aannemen van het program van den Bond. De heeren De Guchtenaere en Huys- hauwer zijn door den Poll der anti socialistische werklieden van Gent aange wezen als candidaten voor de Volkskamer. ren liberalen heer te Idegem, om hem ccne candidatnur aan te bieden.... Waar blijft den Poll dan Of is de Poll misschien slechts goed voor anderen Ilij heeftaanDenderboile een Kti-opken gezet V f Napoleon van Chipka beweert nu dat hij express schreef dat Napoleon III in 1815, na den slag van Sedan, te Aalst aan De Diepe Lochting stil bleef om denkt eens... ons een stropken te zetten !f?! Kale excusie, vermaarde man Was het ook een stropken misschien als ge acht dagen vroeger zeeverdet dat Napoleon de eerste, in 1870, den slag van Sedan verloor Was het ook een stropken als ge schroeft dat de Lange Zoutstraat op de Merkt uit komt omdat men daar destijds zoutpleecht te verkoopen Zeker ook weer een stropkeu als ge dwaas genoeg waart van te schrijven dat Napoleon de eerste, in 1811, door Aalst rijdende, stil bleef aan De Diepe Loch ting, daar bier dronk lekkerder dan den besten wijn en vier jaren later, door de kracht van dit bier, op 't eiland Su Helena zat Al te maal stropkens om Den Dender- bode te vangen Wat dom middel toch om zich pogen uit den slag te trekken En men heeft, zegt Napoleon ons, Den Denderbode in 't stropken gevangen en er op Chipka hertelijk meêgelachen. Ja, men heeft op Chipka gelachen, maar men lachte groen. Lippen en Sixtus hebben hunne groene kleur nog niet ver loren. Nu men lachte elders ook ,maar 't was niet met Denderbode maarwei met den vermaarden kneukel die aan allen wil de les voorspellen en eischt dat, in alle zaken, zijnen wil geschiede. Maar hola kadééée Napoleon van Chipka zeevert verder over generaal Molkte en een oud vrouw ken. Een ouderling onzer vrienden heeft dit vrouwken gekend, zegt hij ons, en 't was een lastercommeer, eene zeer ge- meine slawelle. die hare lastertong niet meester was. Zij heeft afstammelingen nagelaten en 't zijn nog verachtelijkere lasteraars dan zij .Napoleon kent ze goed, zeer goed en Sixtus ook I Als Napoleon iets aan 't historieken wil bijvcegen, wij verzetten er ons voor 't oogenblik niet tegen en hij ga dus maar zijnen gang. Kandidaten onzer tegen partij. Weêr eens vraagt men ons of de kandidaten onzer tegenstrevers nog niet gekend zijn. Wij moeten antwoorden, neen, wij ken nen ze niet. Al wat wij ter wete zijn gekomen, 't is dat de vuurberg van 't monsterverbond nog altijd in werking is en welke namen hij zal uitspuwen dat blijft een raadsel. De werking schijnt op 't einde te komen want Het Land van Aelst van zondag 11. kondigt aan dat de candidaten der volks fopperij kortelings zullen bekend gemaakt worden. Zondag lest op de meeting belegd door de christene volksfopperij, m eenc dans- zaal, te Geerardsbergen, was de verbroe dering tusschen volksfoppers, liberalen en socialisten volkomen Men zag ze sa men arm aan arm door de stad trekken en bemerkte dat de beste verstandhouding tusschen de drij groepen heerschte. De volksfopperij, de liberalen van alle kleur en de socialisten, zullen dus op de candi- datenlijst onzer tegenstrevers vertegen woordigd zijn. 't Zal propertjes zijn, voor hen die '.beweren zoo katholiek te zijn, als de can didaten der Katholieke Kiesvereeniging. Later. Wij vernemen dat er nieuwe voetstappen zijn aangewend geworden door de leiders der volksfopperij bij zeke- Eindelijk kis hel maal genoten, en lagen allen diepe rust. In het geheele huis heerschte stilte. Slechts bet gedroppel van het dak Kas nog hoorbaar en een donkere nacht spreidde zich over de eenzame streek uit. Toen echter de haan weer op de hoef kraaide, en de ooststreek weer begon helder te worden, klaarde de geheele hemel op; de volle maan had baar plicht vervuld en het wéér was helder. Niels was van den gehcelcn storm overgebleven, en de gevaren die dreigden, waren in regen veranderd, welke als millioenen peerlen en diamauten aan de blaéren en halmen schitterden. De Kogel verhief zich in eene heldere lucht, boven zijnen beschermeling, de Kogelboef, en ook de Wachterkop had het onnoodig gevonden, den stormhoed langer op Ie houden. Het was nog tamelijk vroeg, toen de oude boer door bet gedruis uit den slaap werd gewekt, waarin hij eerst tegen den morgend, na een half doorwaakten, half door onrustige droomen gekwclden nacht verzon- keu was. Eeu oogslag door het venster deed hem zien Men schrijft ons uit Meire: Iu den nacht van zondag tot maandag zijn er ongeveer 30 vensterglazen van 't kloos ter ingeslagen. De daders zijn onbekend. Vele personen dachten eerst dat die bal dadige schelmerij gepleegd werd door eenige dronken kermisgasten, doch dit gedacht werd weldra verlaten daar het nergens in de buurt kermis is geweest. Eenigen beweren, en zij zouden wel kun nen gelijk hebben,dat het de eerste vruch ten zijn der meetingskens van de chris tene volksfopperij. Immers eenigen tijd geleden zag men eenige lieden door ae straten dwijlcn al vloekende en tierende Wij zijn van de christene volkspartij!... Een gekende liberaal die van die balda digheid ooggetuigen was, riep uitEn is dat nu die christene volkspartij P... Voor waar voor mij is dat eene vloekerspartij X. Z. welke het mirakuleus beeldje droegen. Aan de intrede van den Gentschen Steen weg was een sierlijke triomfboog opgericht met opschrift Leve Monseigneur De Processie voltrok haren aangekon- digden ommegang te midden van den j algemeenen eerbied. Aan de nieuwe kapel gekomen, beklom Z. H. Mgr. Stillemans het verhoog en sprak eenige woorden van dankzegging tot de menigte Ik dank, zegde Mgr., al de inwoners van Aalst en Schaarbeke welke, door hunne milde bijdragen,hebben meê- i gewerkt tot het oprichten dezer prachtige nieuwe kapel. Z. H. Mgr. Stillemans begaf zich alsdan binnen de kapel welke, door de goede zorgen van den heer Joseph Van der Poorten, prachtig was versierd geworden, en onmiddelijk begonnen de plechtighe den der wijding. Gedurende de wijding werd het Magni ficat door eene onschatbare menigte aan- De inlichtingen welke wij uit verschil- lige gemeenten ontvangen, verwittigen ons dat de christene volksfopperij eeuen ieverigen steun vindt bij de officieële on derwijzers en bezonderltjk bij dezen die hun ambt bekleeden van vóór of van ten tijde van den schooloorlog, begonnen in 1879. Wij roepen onze katholieke vrienden van den buiten toe Een oog in 't zeil gehouden Meeting der Volksloppe- ri| te Geerardsbergen. - Er zijn ons aardige, ja zelfs droevige berich ten toegekomen over deze meeting. Wij zijn nieuwsgierig zondag aanstaande de verslagen in de Moniteursder Scheur makerij te lezen. M. Woeste, zoo schrijft Het Land van Aelst heeft zondag te Aalst gezegd ti dat iemand van ons hem verweten heeft n van joodsche afkomst te zijn.... En Het Land beweert dat M. Woeste aan de waarheid te kort blijft. M. Woeste, en dit getuigt zijne rede voering, heeft niemand van Het Land van Aelst genoemd en dus zeker niet be schuldigd. Qui s'excuse, s'accuse, zegt de Fransch- man en de Vlaming vertaalt dit door: Wie niet besnot is, moet zich den neus niet vagen. Hoe wonder toch dat de Napoleons van Chipka hun evenbeeld in dat spiegelken bemerkt hebben. Onze achtbare heeren Candidaten, voorgedragen door de Katholieke Kiesvereeniging onzes Arron- dissements, zijn op 't oogenblik op hunne kiesronde. Verscheidene gemeenten wer den reeds bezocht en overaal genoten zij zelfs daar waar men denkt dat onze volks- foppende tegenstrevers de overhand heb ben, het beste onthaal. Men briefde hier rond dat onze achtbare Candidaten onder anderen te Herdersem slecht zijn onthaald geworden nu onze inlichtingen laten ons toe te bevestigen dat ze nooit te Herder sem een beter onthaal hebben genoten. Dat er aldaar liberalen en eenige kribbijters huizen, dat weten wij maar de liberalen zijn onze tegenstrevers en de kribbijters zuilen wij maar laleu voort greeven, tot dat ze al greevende den put zullen vullen. O.-L. -"V rouw - ter - Meulc- echelte.Zondag lest is het mira kuleus Beeldje van O.-L.-Vrouw, met de grootste plechtigheid van het oud ka pelleken naar de nieuwe kapel overge bracht. Eene processie werd gehouden samengesteld uit talrijke groepen maag dekens, de koralen der EE. Broeders van de christelijke leering, de zangafdeeling der Jongelingen-Congregatie, eene tal rijke Geestelijkheid, en Z. H. Mgr. Stille mans, onze Bisschop, 't Warende koralen dat een der knechts de schuurdeur geopend had en daaruit bet wagentje van den kramer te voorschijn haalde om liet voor de reis gereed te maken. Spoedig had hij het venster geopend, eu riep Wat is er Waarom moet gij zoo haastig in spannen Goeden morgen, Kogelbocrriep do knecht hem toe. Ik weet het niet, maar mijnheer Raaf heelt giste ren avond nog laat gezegd, dat ik voor alle mogelijke gevalleu het wageutfe moest gereed houden hjj moest echter eerst nog zien hoe de wind zou zijn. En nu maak ik het maar klaar, zegde hij het oog naar den hemel richtend, want ik geloof dat wij vandaag den besten wind der wereld hebben. De boer zweeg en sloot lachend het venster. De wind, die de kramer verlangt, ken ik, zegde bij, doch ik geloof wel, dat de windwijzer zal om draaien. De gedachte, dat hij zoo spoedig en zoo onverwacht van den ongenoodigden zou verlost worden, maakte hem vroolijk, en hij ging dus, toen het tijd was om kcflie te drinken, rustig naar beneden, om den kramer te groeten, lijj was te oprecht om dezen zijn leedwezen over het spoedig vertrek te betuigen, doch al rekende hij hem onder de gasten, die hij liever zag gaan dan konten, wilde hij toch de oude haat, die hij nog altijd tegen hem koesterde, ten minste niet meer toonen en zich troosten met de hoop, dat de gasten niet spoedig zouden weêrkeeren. Doch er zou nog meer gebeuren. Ook de kramer was vroeg op de beenhij scheen Na de voltrekking der wijding gaf Z. H. onze Bisschop den zegen aan t verza melde volk. Vergeten wij er niet bij te voegen dat de buizen der straten langs waar de irocessie is gegaan zonder uitzondering, bevlagd en versierd waren. Het weder was tamelijk gunstig en eene talrijke menigte verdrong zich tot wan neer de duisternis begon te vallen rond de nieuwe kapel. Deze plechtigheid zal lang in 't geheugen der katholieke Aalste- narc-n bewaard blijven. O]) 't oogenblik dat wij deze regelen schrijven is men bezig met het oud kapel leken af te breken nog eenige dagen en er verdwijnt weêr een deeltje van het oude Aalst. Vreeselïjlte spoorweg» r.-iiup. l dooden. Tal rijke gekwetsten. Eene vreeselijke ramp is zondag namiddag ge beurd op den spoorweg van Parijs naar Brussel. De trein express, n. 115 op de Fransche lijn, 176 op de Belgische lijn, die ten 12,40 minuten uit Parijs vertrekt naar Brussel, is geloopen te Appilly, kleine statie op 116 kilometers van de Franscbe hoofdstad, op den stoomwagen van eeuen goederentrein, die van spoor verwisselde. 7 Menschen zijn gedood, talrijke zijn gekwetst. De trein moest te Brussel toekomen in de Zuiderstatie, ten 5 u. 50 m. Zondag namiddag ontving M. Didion, overste dier statie, eene depeche van zij nen ambtgenoot van Bergen, die liet weten dat de express ontriggeld was te Appilly en te Brussel zou toekomen 7 uren te laat. M. Didion die eene groote ramp vermoedde, gezien de aanzienlijke verachtering,vroeg nadere inlichtingen, doch bekwam die niet. De angst der inwoners van Brussel, die familieleden op den trein hadden was on beschrijfelijk. Geheel Brussel liep vol van het nieuws der ontzettende ramp, die nog vergroot werd. In den avond, tusschen 9 en 10 uren, is een bijzondere trein te Brussel toegeko men met de reizigers van Parijs. M. Lehmann, die op den express zat als de ramp gebeurde, vertelt die als volgt Wij waren uit Parijs vertrokken ten 12,40 u. en reden snel, 'k geloof wel 85 kilometers in eene uur. Ik zat in eerste klas, in een der laatste wagens. Eensklaps in het spoorhuis van Appilly heeft eene geweldige botsing plaats en valt de express stil. Ik doe gelijk de an dere reizigers en spring uit den trein. Wij hebben een vrecselijk schouwspel voor onze oogen De drie eerste wagens liegen verbrijzeld dooreen, en daar tus schen menschen, die klagen en kermen en een Fransche priester, die de gekwetsten bijstaat. De eene steken eene behulpzame hand toe, andere loopen naar den statieoverste Helaas hij de eenige bediende van de static, ligt daar tusschen de dooden, slachtoffers zijner zelfsopoffering. Een reiziger telegraphieert naar het naburige spoorhuis, vermeldt de ramp,de dood van den statieoverste en men ant woordt dat hulp onmiddelijk afkomt. In afwachting haalt men de dooden en gekwetsted uitae puinen. Een meisje is den arm af, een reiziger heeft het been verbrijzeld, eene vrovw ligt daar dood en nevens haar, insgelijks dood, haar klein dochterke, een vierde is het hoofd af, enz. De mecanicien van onzen express- trein is gekwetst. Den stoker hebben wij niet meer gezien. Hij moet onder de doo den zijn. De statieoverste van Appilly lag er ook onder. De ongelukkige had waar- schijnelijk gepoogd den misslag, doorhem begaan op den laatsten oogenblik te her stellen. Vruchteloos. Hij is, het gevaar ziende, tusschen de treinen gesprongen en heeft wanhopige teekens naar den meca nicien van den goederentrein gedaan om te vertragen of achteruit te rijden. Hij is door den expresstrein gevat en gedood. Ten 4 uren kwam een trein uit Chauny toe met vier geneesheeren en den statie- overste. Een tweede trein volgde met tal rijke arbeiders. Ten 5 uren zijn wij kunnen vertrekken naar Brussel. De spoorwegmaatschappij van 't Noor- den maakt als volgt de lijst op der slacht offers Twee vreemde dames en twee dames van den dienst der boekhouding van de maatschappij, gedood. Twee mannen (de statieoverste en een reiziger, M. Brifaut) gedood, Zes reizigezers en drie bedienden der maatschappij erg gekwetst. Tien personen min of meer erg ge kwetst. Tien personen min of meer erg gewond doch die hunne reis hebben kunnen voort zetten of naar Parijs weerkeeren. Een der gekwetsten, M. Pulsford, inge nieur te Parijs, verkeert in doodsgevaar; hij heeft het linkerbeen verbrijzeld. Zijne vrouw heeft lichte kneuzingen bekomen. Mej. Marie Brifaut, dochter van den advokaat Brifaut, heeft den rechtervoet verstuikt. Een officier van het Italiaansch leger M. Pomida, .heeft inwendige wonden be komen. De machinist van den trein Emile Mar tel, is gewond aan het hoofd en heeft eene schouder ontwrichtde stoker Medard is erg gewond aan het hoofd en aan de zijde en verkeert iu bedenkelijken toestand. De stoker Cordenier heeft eene schedelbreuk en inwendige wonden. Een koopman van Elberfeld, M. Lceu- wenstein, heeft den linkervoet gebroken. Twee Duitsche bankbedienden zijn erg gewond aan het hoofd. Men schrijft uit Brussel aan Het Han delsblad De spoorwegramp te Apilly heeft zon dag te Brussel eene groote opschudding verwekt, vooral toen men 's avonds wist dat tusschen de dooden zich M. de advo caat Brifaut, van Brussel bevond. Zeer sympathiek in zijnen omgang, met helderen blik en aangename stem, had M. Brifaut zoowel in 't paleis van justitie als in de hooge wereld, eene algemeene achting verworven. In de Conservatieve Vereeniging, van wier bureel hiideeluitmaakte.aanzag men hem als een helderziend politieker en zeer waarschijnlijk zou hij een onzer can didaten zijn geweest. Op de lijst zou hij de kleur...., hoe zal ik het zeggen, ja.zoo watdekleur-Woesfe vertegenwoordigd hebben Hij was anti- proportionalist en aanhanger van het vrijwilligersleger. Zonderling sedert 15 jaar was M. Brifaut advocaat van het departement van spoorwegen en pleitte bijna uitsluitend spoorwegongevallen. De broers De Groeve. De Indé- pendance deelt verslag meê van het on derhoud, tusschen de afgeveerdigden van u het Belgische comiteit tot verdediging der broêrs Borique-De Graeve, met M. Texier, advocaat en gewestelijk raadsheer der eilanden Pomotou, te Tahiti. M. Texier, wiens getuigenis krachtda dig ten gunste der veroordeelden is, ver blijft thans te Chatellerault (Vienne, Frankrijk). M. en Mev. Texier verklaarden dezelfde zaak te verdedigen als het comiteit. Volgens hen houdt de beschuldiging tegen de broers De Graeve, hoegenaamd geen stand. Hij begrijpt ook niet hoe het europee- sche gerecht deze twee mannen, die in nog minder geslapen te hebben dan de boerwant terwijl deze er gesterkt en kalm uitzag, was de koop man buitengewoon bleek vermoedelijk hinderde hem het mislukken van zijn goed beraamd plan, doch nog meer ontstemde hem de vrees voor de gevolgen van hetgeen hij vandaag van plan was, en die hij niet kon onderdrukken. Na eene koele begroeting, zette de kramer zich aan de tafel neer, waar de koffie reeds wachtte de boer ging intusschen de kamer op en neer. Lenz kon niets beter doen, dan weer op de bank plaats te nemen, en weer zat Philoraena in zijne nabijheid het scheen dat zij, als het tot een gevecht kwam, daardoor zijne bulp wilde verzekeren. Allen waren stil. alsof zij reeds gevoelden wat in bet volgende oogenblik zou gebeuren. Een knecht kwam binnen en zegde dat de wagen gereed stond dit brak het jjs, en bracht de golven die daaronder verborgen waren, in beweging. Het is dns gemeend 1 zegde de Kogelboer. Neef is dus van besluit veranderd en wil nu reeds vertrekken? Hebt gij gisteren niet gezegd dat gij langer wildet blijven ia, dat heb ik wel gezegd, antwoordde de kra mer, terwijl hij een oog op den oude sloeg. Het staat ook nog niet vast, dat ik nu vertrek. Het zal slechts van net f afhangen of mijn besluit nog verandert. Hoe Hoe is het Goede raad komt dikwijls nadat men geslapen heeft. Hoe staan de zaken nu 0, als het anders niet is, riep de oude, wiens gramschap reeds .ontstoken was als eeu vuur in de alle omstandigheden blijken van moed| gegeven hebben, heeft kunnen ter dood veroordeelen op de getuigenis van een ellendigen Kanak. M. Texier breekt, in vier kolommen van het brusselsche blad, heel de beschul diging af en wanhoopt niet voor deze slachtoffers ccner rechterlijke dwaling, volkomen eerherstel te verkrijgen. Te Brussegem is over eenige dagen een jong meisje, D'Auwer genaamd, die aan een open venster in eene danszaal zat, door eenen kogel in den linkerarm getroffen. Wie het schot gelost heeft, blijft tot hiertoe een geheim. Een burgemeester aangerand. Te Wondelghem, in Oost-Vlaanderen werden drie personen, waaronder de burgemees ter aangerand door een tiental Gente naars. Alle drie werden gewond. De bur gemeester bekwam eenen steek in den onderbuik. Een der gekwetsten is in gevaarlijken toestand, Broer en zuster. Een roerend too- neel had dezer dagen plaats in de mili taire bakkerij te Antwerpen, waar, zooals men weet, de Congoleezen onzer tentoon stelling hun kamp hebben. De eerw. h. Van Impe, de achtbare bestuurder van het gesticht vanGijseghern en verspreider van het onderwijs der jonge Congoleezen in België, was met eenige zijner leerlingen naar de wereldtentoon stelling gekomen en had natuurlijk het eerst een bezoek aan de Congoleezen ge bracht. Eensklaps liep een der leerlingen, eenj 8jarig Basoko-meisje, Banibai geheeten; doch te Oettinghen den 6 nov. 1892 ge doopt met de namen Margaretha Elisabeth Maria, met eeuen uitroep van vreugde naar een der soldaten. Het was haar broer, van welken zij sinds eenige jaren gescheiden was. De broêr, die zijne zuster dood of in slavernij dacht, was overgelukkig eene1, zoo groot, beschaafd en geleerd geworden' zuster terug te vinden. Margaretha werd in 1892 door majoor Wahis gouverneur-generaal van Congo, in België aangebracht. Zondag morgend, terwijl een der eerw. geestelijken van O.-L.-Vrouw té Antwerpen, van den preekstoel het woord richtte tot de geloovigen, ontwaarde hij een pick-pocket, die trachtte de horlogie van een der aanwezigeu te bemachtigen. Ilij verwittigde den suisse, die den kerel' in handen der policie leverde. Zondag nacht zijn er dieven binnen gedrongen m de woning van M. De Vos, statieoverste te Borgerhout, Trausvaal- straat, 23. Zij ziin eerst over den hofmuur geklommen en dan langs de kelderdeuren in huis gekomen. Daar hebben zij zich meester gemaakt van eene groote hoeveelheid kleergoed,; bestaande uit frakken en een paar bottie- nen. Zij stolen ook drie regenschermen,: een zilveren couvert, zes gewone couver-i ten en eene vergulde schouwgamituur. M. De Vos moest dezen morgend naar Brussel gaan om als getuige op te treden in een onderzoek hij had geen kleêren om aan te doen, door al zijne uniform- frakken gestolen waren, j Aanranding te Berchem. In den nacht van zondag tot maandag heeft t« Berchem een brutaal feit plaats gehad. De geaaamde V. L. bracht zijn meisje i naar huis in de Vanderstukkenstraat. Doch niet verre van hare woning werd i hij aangerand door twee personen, waar- van de een, de 17jarige P., vroeger kennis i met hetzelfde meisje had gehad. Zij sloegen en mishandelde hem zoo ongenadig dat een voorbijganger E., sol daat in verlof, zich met de zaak bemoeide. Dit vergrootte de woede van P., welke den soldaat drie steken toebracht, met een mes dat hij in zijne naburige woning was gaan halen. Voorbijgangers vonden den gekwetste bewusteloos en bloedend langs den weg liggen. Hij werd door oenen geneesheer verzorgd en huiswaarts gebracht. De dader is aangehouden. Verscheidene getuigen zijn reeds gehoord. Bergen, 11 sept. Het parket heeft zich naar 's Gravenbrakel begeven, om een onderzoek te doen naar eenen aldaar gepleegden moord. Een lijnvisscher heeft met den ijzeren punt zijner hengelroê: eenen zijner gezellen, ook een visscher, doodgestoken. asch, als neef door niets anders wordt teruggehou den op de Kogelhoef, dan kan hg wel seffens vertrek ken, en waarheen hij wilmijnentwege naar Trids- drill, waar de peper groeit. Ik kan u nog maar half gelooven, antwoordde de Haaf woedend, doch zich nog bedwingende. Ik meen nog altijd, dat neef de Kogelboer tot inkeer zal komen zal, en omdat de kinderen nu toch eenmaal hier zijn, zal ik maar terstond alles zeggen, dan kunnen zg hoo- ren en weten, hoe het slaat. Ik wil mijne zaak aan mijnen zoon overdoen gij moet Lenz Kogelboer ma ken en Philomena tot zijne vrouw. Het over en weergaan van den oude kreeg eene ongelooflijke snelheid. Nu, als gij bet dau niet anders wilt, heb ik er ook niets tegen dat alles luidop gezegd wordt, zegde de boer. Ik zal het de kinderen dan ook zeggen, dat ik daarvan niets wil weten voor m<jn part kunt gij met uwe kramerij doen wat gij wilt, doch over de Kogel- hoef ben ik heer en meesterdaarvan zal ik eerst afstand doen als ik dat goed vind, en de boerin zat ik ook naar mijnen smaak kiezen en niet... Hij wilde er nog iets bijvoegen, doch onwillekeurig weerhield hem daarvan meelijden met het ongelukkige meisje, dat in de overtuiging dat nu haar levenslot zou worden beslist, zeo bleek was geworden, alsof zg haar doodvonnis moest aanhooren. Ik heb u gisteren reeds allca gezegd, neef, ver volgde de boer, en zie niet in, waarom wij het uitge doofde vuur wéér zouden aanblazen. Het zou mij ten hoogste verwonderen als gij vergeten had, wat ik gis teren zegde, Neen, ik heb het vergeten, beruam de kramer, naar lucht hijgende, doch ik meen, dat gij mij toa begrepen hebt. Ik heb u gezegd, dat gij u goed moe»: bedenken, om naderhand van uwe daden geen spijt tt gevoelen. Wat riep de Kogelbocr, terwijl hij voor den kramer sprong met opgeheven vuist, en zijn armen, beenen en tong schier niet meester bleef. Durft gij mij nogmaals dreigen Er is niemand ter wereld, dk den Kogelboer durft dreigen, zonder dat hij bem als eet stier neérslaaten gij, vervloekte garen-en-lint-sje- chelaar, durft mij dreigen. j Lenz was opgesprongen, en had zich tusschen vader en neef geplaatst, om het niet tot daden te don overslaan, welke even nabij waren, als de ontvlambart i lucifer, die een duimbreed van eene vonk af is. I Ja, dat kan ik, was het antwoord van den km- mcr, die naarmate zijn tegenpartij meer opgewonden werd, scherper en vergiftiger werd. Ja, dat kan ik: ik herbaal liet en zal het u ook zeggen, neef, waarmei ik u dreigen kan doch ik zal u nog verschoonen, ei het u in het oor fluisteren, opdat de kinderen bet niet hooren. De oude stond onbewegelijk. Zijne hoofdaders zwol len zichtbaar op en zijne oogen dreigden uit de kassei te springen. De kramer naderde hem, en fluisterde hein eenige woordon in. Het konden slechts weinige woorden zijn, want het duurde nauwelijks een seconde. Doch des te sterker was de uitwerking. Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1894 | | pagina 2