Zondag Januari 1895.
5 centiemen per nummer.
I9st0 Jaar 2914.
M. Woeste.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en des Arrondissements Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
VOORWAARDEN
INSCHRIJVING
Katholieken I Leest en ver
spreidt Den Denderbode,
Ons program.
DE
GOUDEN PENNING
De 'Vrede.
Z.H. LEO XIII
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
Yoor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste Yan den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, "N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Cuique au um.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Beklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wénden ten Bureele
Yan dit blad.
Anlsl, 25 Januari 1898.
van
De Denderbode» verschijnt
tweemaal ter week s woens
dags en 's zondags, en kost.
Voor de kuip der Stad,
tweemaal ter week fr. 5,00.
Voor den Buiten, met de
Post verzonden, twee maal ter
week fr. 6 00.
Het nummer deszondaags
alleen voor den bmit n.metde
Post verzonden fr 4,00.
Het zondag nummer zal in de
Stad en op den Buiten verkocht
worden legen den prijs van 5 cen
tiemen
Binnen zeer weinige weken, zal
toformaat van pen Denderbode
Uitventers voor den Buiten wor
den gevraagd eene deftige winst
wordt hun verzekerd.
Waarom verschijnen wij bijzonderlijk
met eene nieuwe inrichting, als lokaal
blad van Stad en Buiten voor ons Arron
dissement
Ons bijzonder inzicht is van de schade
die onze katholieke partij door de droeve
gebeurtenissen geleden heeft te herstel
len ons inzicht is van de verbrokkelde
katholieke macht wederom krachtdadig
aan een te sluiten, om op ernstige en vol
doende wijze de ware belangen van eenie
der te handhaven en te verdedigen.
Eu waarom
Omdat wij overtuigd zijn dat de onver
deelde katholieke macht in staat is van
't algemeen welzijn te verwezenlijken, of
liever, omdat wij weten dat zij en zij
alleen zulks kan te wege brengen.
De vereenigde katholieke macht im
mers kan en zal bewaren hetgeen moet
bewaard worden zij ea zy alleen kan en
zal veranderen hetgeen voor eenieders
geluk en welzijn mocht veranderd wor
den zij en zy alleen zal en kan bestrij
den hetgeen moet bestreden worden.
I.
Er bestaan slechts twee gouden penningen van
Wulfric cn Meroia. De een bevindt zich in het Britkch
Museum, de andere is in mijn bezit.
Het vreeselijkste voorval uit mijn geheel leven is
ten nauwste verbonden met zijne ontdekking van
dien gouden penning. En daar het niet overdreven is
te zeggen, dat de ontdekking grooten invloed heeft
uitgeoefend op geheel mijn volgend bestaan, zoo aar
zel ik ook niet dc geschiedenis er van bier een weinig
uitvoerig mcê te dcelen.
Ik bevond mij in juli van het jaar 1879 voor myne
zomervakantie te Lichfield, toen ik op zekeren dag
toevallig een ouden landbouwer ontmoette, die mg
vertelde hoe hij onlangs eenen geheelen voorraad
munten op het slagveld zooals hij het noemde,
had opgedolven, eene plek, waar, gclyk ik wist, den
kelijk eenmaal bet houten paleis der koningen van
Mercia moest gestaau hebben.
Vol blijde verwachting volgde ik den maa naar zijn
Ten eersten,
wij zullen verdedigen, ondersteunen en j
behouden hetgeen moet verdedigd, onder
steund en behouden worden
Godsdienst, Huisgezin en Eigendom, i
De Godsdien»!.
Overbodig van te bewijzen dat de Gods-
dienst de eerste steun is van samenleving I
en 's volks geluk. Wie kan, en wie zal j
den Godsdienst genoegzaam verdedigen
en ondersteunen?
Do vereenigde katholieke macht en
niets anders alle andore wendingen of
pogingen zijn gevaarlijk voor den Gods
dienst, of geven wapens aan zijne hevig
ste vijanden.
liet huisgezin.
Wie zal het huisgezin genoegzaam ver
dedigen en in al zijne rechten doen
bloeien
Nog eens de vereenigde katholieke
macht, die alleen het wel meent met de j
maatschappelijke orde en met Gods hei
lige voorschriften.
De eigendom.
Wie zal den eigendom beschermen in
deze droeve tijden van woelzucht en alge-
meene ophitsing
Nog eens de vereenigde katholieke
alleen in staat is die door iedereen te
doen eerbiedigen.
Ten tweeden,
wij willen en bewerken de veranderingea
die door iedereen betracht worden.
Wij willen verbetering voor den werk
man, voor den landbouwer, voor den bur
ger wij willen dat krachtdadig en op
ernstige wijze daarom volgens het on
sterfelijk woord van onzen II. Vader, Leo
XIII, zal de Godsdienst de grondsteen
zijn op denwelke wij ons steunen om de
vereischte verbeteringen te bewerken.
En zoo zullen wij spreken en werken
voor de vereenigingen dei- leden van den
zelfden levensstand wij zullen spreken
en werken tot het bekomen van wetten
die eenieders belangen vooruithelpen en
verdedigen
Wij zullen spreken en werken voor de
afschaffing van lasten die wegen op de
schouders der verdrukten, en tevens ook
spreken en werken yoor de invoering van
rechtveerdige en tot hiertoe niet bestaan
de lasten voor degene die ze kunnen en
moeten dragen.
Ten derdon
wy willen en zullen bestrijden hetgeen
voor een ieders geluk en welvaart moet
bestreden worden.
Wij zullen bestrijden
1° Het liberalism.
Het hoeft niet bewezen te worden hot
liberalismus werkt voor dc vernedering
van onzen H. Godsdienst en bijgevolg
voor den ongergang der samenleving.
Wy zullen bestrijden
huis, ten einde de munten in oogenschouw te nemen,
want gedurende vele jaren ben ik verzamelaar van
oude Engelsche gouden en zilveren munten geweest,
en het kwam mij niet onmogelijk voor, dat de schat
van mijn vriendelijk boerken de veelbelovende plek,
waar hij hem vond, in aanmerking genomen, iets
goeds kon bevatten met betrekking tot Angelsak
sische pennies en shillingen.
En inderdaad, ik had mij niet vergist. De vond,
geborgen in een ruw voortbrengsel dor Angelsak
sische poltebakkerskunst (thans N° 127 in afdeeling
LIX in het Sou'h Kensington museum) bevatte een
aantal gewone Frankisch-Merovingische munten, be
nevens twee of drie vrij zeldzame Kcntschc pennies,
t« n tijile van Ethelbert, te Canterbury en Dover ge
slagen. Te midden dezer schatten van minder belang
viel echter mijn oog op een enkel goudstuk, blijkbaar
nagemaakt van den keizerlijken romeinschen aureus
door den pretendent Carausius, hetwelk ik aanstonds
herkende als een geldstuk, bijna eenig in zjjne soort
cn van de grootste weerde voor de numismatiek.
Ik nam het in de hand en beschouwde het aan
dachtig en een oogenblik van onderzoek gal mij de
volkomen zekerheid, dat het inderdaad een echte pen
ning van Wulfric van Mercia was. welks «eérga mij
nog nimmer, zoover ik wist, onder de oogen was ge
komen.
Ik bood aanstonds den ouden man vijf pond voorde
geheele verzameling. Verheugd nam hij injjn aanbod
2° Het socialism.
Iedereen weet het het socialismus,
onder alle vormen, is de omverrewerping
van alle orde, van alle gezag en van alle
stoffelijke en zedelijke welvaart.
Wij xullen bestrijden
3° De vermeerdering van
krijgsluistei).
Het is algemeen gekend dat dc- krijgs
lasten alle landen ten gronde verarmen
en uitputten. Daarom dat zij verminderen
en niet vermeerderen Dat is on# verlan
gen en daarom zullen wij streven.
Wij zullen bestrijden
-4° Al wat ons in den weg
zal staan om ons bedexdd
inzicht te verhinderen,
te weten van te verwezenlijken den
welstand van werkman, landbouwer en
burger.
Voor dezen strijden wij, en zullen wij
onverpoosd strijden met al de krachten
en den invloed waarover wij beschikken.
Moge God onze pogingen zegenen
Moge Hij ons verhooren in ouzo vurige,
rechtveerdige en hertelijkste wenschen
En gij. beste lezers, gaat voort met ons
uwe hulp te verleenen 1 Helpt ons om
overal ons blad te verspreiden helpt ons
-crcmi mcagguctliigcn—laa v
ons niet rusten noch verpaozen, tot dal
de groote katholieke Zaai over geheel
ons Arrondissement en over 't gansche
Land hare volle rechten hebben veroverd
en den waren vrede en 't ware geluk
hebbe gesticht.
Pas eenige dagen weergalmden onze
kerken van den vredewensoh over 1891
jaren door de Engelen op aarde gebracht
aan de monschen van goeden wil.
Gij weet het, vriend lezer, die weusch
wierd ons gebracht door 's Hemelsbo
den bij de geboorte van den Stichter van
allen vrede, bij de goboorto vnn onzen
Goddelijken Verlosser.
Ha I mochten die vrede gesmaakt wor
den door al onze landgenoten en bijzon
derlijk door onze geliefde vrienden van
ons duurbaar Arrondissement I
Helaas Wie weet het nietHoe diep
en droevig is die vrede sedert eenige
maanden in geheel ons Arrondissement
en zelfs tot in de kleinste gemeente niet
geschokt en gestoord geworden
Ha niet waar, hoe heeft men den op
stand tegen 't waar en 't deftig gezag niet
aangevuurd
Hoe heeft men de gemeenten, de ge
buurten, do familiën niet rau een gerukt,
verdeeld en in den war gebracht
Ha! 'ti« droef en wellicht onherstel -
baar En nochtans de vrede is ons be
loofd
aan, cn ik kochten betaalde den vond op staanden voet.
Toen ik terugkwam in mijne kamer, kon ik den
geheelen avond niels anders doen, dan mijn gouden
penning bewonderen. Ik was verrukt over het bezit
van zulk eenen schat, en brandde van verlangen oin
er mcé naar het Brilsch Museum te gaan, ten einde te
zien o( zelfs in de nationale verzameling zulk een
exemplaar wel te vinden zou zijn, en daar ik van
nature enthousiast cn voortvarend ben, besloot ik
zonder verwijl den volgenden dag naar de slad te
gaan en te trachten de geschiedenis van mijnen pen
ning op te sporen.
Dan kan ik juist twee vliegen in eenen slag
slaun, zegde ik bij mij zeiven. Emily, is nog niet uit
de stad dus loop ik eerst even hij haar binnen cn
maak afspraak om 's avonds met haar cn hare mooder
naar den schouwburg te gaan, en dan dadelijk door
naar het Museum, om te zien wat mijn vond woerd is.
Den volgenden morgen reeds vroeg vertrok ik naar
Londen cn voor een uur was ik bij Emily.
Hé, Harold, riep zij, mij tegemoet snellend om
mij in den gang te groeten (want zij had mij uit het
venster der huiskamer reeds gezien), hoe komt gij
zoo cmsklnps uit de lucht gevallen Ik dacht, dat gij
goed en wel te Lichfield waart met uw Oxfordsche
vrienden.
Dat ben ik ook, antwoordde ik, officieel ben ik
te Lichfield. Maar gedeeltelijk om u te zien, gedecl-
eljjk om zaken ik heb gisteren namelijk eenen
Ha, trachtten wij allen de voorwaarde
te vervullen die er toe vereischt wierd I
Ja. zijn wij allen van goeden wil Wer
pen wij eenen sluier op 't droevig verle-
dene, doen wij eenen terugkeer op ons
eigen zeiven, en zien wij wat er moet ge
daan worden om dien beloofden vrede te
veroveren 1
Dc voorwaarde door de Engelen daar
gesteld, welke is zij anders, dan den
stichter van den vrede, dan God zelve te
aanhooren en hem aan te kleven
Eu kan men hem anders aanhooren en
aankleven, tenzij met te aanhooren en
aan te kleven de Kerke die hij heeft ge
sticht en diegenen die hij lieeft aange
steld om haar te bestieren
In andere woorden, willen wij den
vrede, brave lezers, zijn wij goede en
brave Katholieken, getrouwe kinderen
van GodsH. Kerk, vrienden en partijge
noten van hare DedienaarsDaarom gaan
wij hand in hand met hen, gaan wij
vooruit moedig en zonder vrees, en wie
ons best rijde of vervolge, blijven wij ver-
eenigd onze zaak is heilig als de Kerke
zelve, en zooals deze is zij gebouwd op eene
steenrots, en zoo als deze ook zal zij niet
vergaan 1
Leve «ie Vrede
Leve de Eendracht
Eeve~cl« Kti thoIfelCe zank
Over weinige dagen, ontving Z. H. Paus
Leo XIII de kardinalen, die hem hulde
kwamen brengen met Kerstdag en Nieuw
jaar. Zijne Heiligheid antwoordde op het
adres van den Ddeken van het heilig
Collegie onder ander het volgende
Onder deze zoo aangename weu-
n schen, bemerken wij voornamelijk den
wensch, bij de volkeren de christelijke
beschaving te zien verspreiden en
bloeien en het Rijk Gods op aarde te
zien uitbreiden.
Wij moeten het dankbaar bekennen,
waarlijk overvloedig was daarbij 's he-
mels zegen, en die zegen geeft Ons n*
n nieuwe reden tot bemoediging en hoop.
n Wij willen voornamelijk spreken van
n heilzame en veelbelovende ontwaking
van het godsdienstig geloof, die bij
n verschillige volkeren opkomt.
n Eertijds en veel eeuwen gedurende,
waren die volkeren door het geloof be-
gunstigd en met uitmuntende zegenin-
gen overladen. Doch vele hunner, dat
werk der hergeboorte vergetende, be-
gonnen het te beleedigen en te mis-
n kennen.
n En nu gebeurt het, door de schik-
king der Voorzienigheid, dat zij juist
door tegenspoed cn ramp, door klim-
menden zedelijken en maatschappelij-
n ken nood, beginnen in te zien en te
herkennen, welk eene groote dwaas-
hccl merkweerdigen penning bemachtigd ben ik
voor eenen dag overgekomen.
Een penningantwoordde Emily voorwendende
te pruilen. Mij en eenen penning gij weet ons nau
welijks meer van elkaar te onderscheiden Maar ik
verzeker li. Harold, dat ik den eenen of anderen lijd
nog eens heel jalocrsch op al die munten en pennin
gen zal worden. Als gij een enkelen dag overkomt,
zoogenaamd om mij ie zien, is het eigenlijk een pen
ning, die u naar Londen voert. Wat leert men hieruit
Trouw nu eens met eenen man, die lijdt aan de lief
hebberij om munten en gedenkpenningen te verzame
len
O, maar gij weel niet, hoe prachtig deze is,
Emilv riep ik met geestdrift. Zie eens hier Is bij
niet schoon Ziet gij het randschrift wel, Wulfric
Rex Ik heb er nog nooit ergens eenen gezien die er
op geleek.
hraily nam den penning achteloos in de hand. Ik
zie er niets bijzonders aan, zegde zjj op hare gewone
schertsende mauier, niets schooner dan aan eene van
de andere oude munten, die gij altoos de hemel weet
waar vandaan haalt
Dat was al, wat wij toen over dc zaak spraken.
Latere gebeurtenissen hei-ben ieder woord van dit
korte onderhoud onuitwischbaar in mijn geheugen
gegrift. Nooit, hoe oud ik wordeu moge, zal ik het
toenmaals gesprokene vergeten.
Ik bleef ongeveer een uur bij Emily, gebruikte er
heid het is, het Rijk Gods en zijne
gerechtigheid te verwaarloozen en te
verachten.
Zij zien nu dat tnenschen en Staten
n vruchteloos geluk en welzijn en vol-
n maaktheid najagen, als zij die niet
b zoeken in den oppersten Schepper, den
b Leider van al net geschapene en tot
b Wien het al wenden moet. Zij zien nu
b dat er geene duurzaamheid beslaat
b noch in plichtbesef noch in burger-
b deugd, als het geloof in God is verdwe-
n nen, en dat wetten en strengheid niet
b voldoende zijn om de gemoederen te
b regeeren en de menigte in toom te hou-
b den ja dat ze veleer dienen om te
b verbitteren.
b Waar zich zulke feiten opdoen, wie
b ziet niet het allergrootste belang, dat
b allen eendrachtig zouden samenwer-
b ken, opdat die herleving ett opvlam-
b ming des geloofs zich vrijelijk versprei-
b de en krachtig doordringe in al de
b aderen van het openbaar en hijzonder
b leven
Ah, men geve God zijne eer terug,
b die zoo ouweerdig is bezoedeld Dat
b ziin geëerbiedigde naam wederom
b klinke in de Parlementen, in de hoo-
b gere en leegere scholen, in de vereeni-
b gingen, in de huisgezinnen dat door
b hen wier zending het is, Gods naam
teruggegeven worde aan de kazernen,
b aan het ouderwijs, aan de werkplaat-
n sen, aan de volkeren die dorst heb-
8 ben naar dien naam
b Wanneer aldus het godsgeloof vror-
b tel heeft geschoten en geheel de maat-
b schappij door zijnen geest is bezield,
b dan zal men den mensch zien herboren
b worden als tot een nieuw leven, zien
b streven naar een edeler doel, naar de
b verhevenste waarheden zien zoeken,
b zich met hoogere beschaving zien ver-
8 sieren, zich zien toerusten met de
b schoonste eigenschappen, welke hem
n tevens in het aardsche leven volmaken
b en tot verovering van het eeuwig leven
b leiden, b
Deze toespraak van Paus Leo XIII
dient door alle katholieken overwogen te
worden.
Le Matin een Fransch dagblad, deelt
een onderhoud meê dat zijn correspon
dent te Brussel gehad heeft met M.
Woeste. Wij deeleu het onder alle voor
behoud meê
B Laat mij vooreerst protest aautec-
kencu, zegde hij ons, tegen een uitdruk
king die men gaarne gebruikt wanneer
men over mij spreekt. Ik ben de leider
niet van eene groep der katholieke
partij mijne vrienden en ik wij zijn
alleenlijk katholieken b, onderdanige
zonen van Z. H. den Paus. Er kunnen
geene groepen onder ons bestaan.
het ontbijt en maakte afspraak, om met haar en hare
moeder dien avond naar het Liccum Ié gaan. Toen
reed ik naar het llritsch Museum cn vroeg verlof
om de augelsaksische munten uit het nierciaansche
tijdperk te bezichtigen.
Dc directeur van liet muntenkabinet, die mij van
aanzien cn van naam als eenen niet geheel onkundi
gen liefhebber-verzamelaar kende, stond uiij gercede-
lijk toe, een paar kassen der vroegste nierciaansche
gouden en zilveren munten te bezichtigen, Ik had
eenige boeken over munt- eu penningkunde meege
bracht en ging zitten om op mijn gemak dc schoonu
verzameling in oogenschouw te nemen.
Na nauwkeurig de geheele reeks cn de beschrij
vingen te hebben nagezien, kwam ik tol de overtui
ging, dat er nog juist zulk eenen gouden penning be
stond als die welke ik in den zak had, cn wel het
fraaie, goed benaarde exemplaar daar yoor mg in de
kas. Het was beschreven in de leste uitgaaf van Sir
Theopnilus Uraxtcu's Nobthumbhian and Mebcian
Numismatist als een geheel eenig gouden muntstuk
van Wulfric van Mercia, eene nabootsing van den
welbekenden aureus, door den valschen keizer Carau
sius. Ik zucht in den kaülogus ua, voor welkeu prijs
hij gekocht was, en vond lot mijne groote verrassing,
dat dc koopprijs honderd-vijftig pond sterling was
geweest.
Ik verheugde uiij onuitsprekelijk over zulk eene
prachtige aanwinst.
b Gij zult mij nogthans toelaten,
M. de Volksvertegenwoordiger, u uwe
strijden met M. Beernacrt en pries 'er
Daens te herinneren, twee katholie
ken, en u te doen opmerken dat uwe
eerste daad, bij uwen terugkeer in de
Kamer, het stellen is geweest van eene
soort van ultimatum aau 't ministerie (ie
Burlet. Is dat niet het bewijs van 't be
staan van verschillige groepen in de
meerderheid
b De tegenwerping had getroffen.... en
't is na eene poos stilzwijgendheid dat de
uitmuntende staatsman hernam
Ja, ik heb gedacht mij, uit mijne
ganscher krachten, te moeteu verzetten
tegen de ontwerpen van M. Beernaert.
n Indien de evenredige vertegenwoor
diging ware aangenomen geweest, wij
waren vorplelterd Mijn achtbare col
lega zal u zeggen dat hij zijne berekenin
gen had gemaakt, dat hij zeker was de
meerderheid aan onze partij te geven,
dit is eene beklaaglijke dwalingWij
zouden verslagen geweest zijn, zeg ik u,
en dit op vele punten onze historische
tegenstrevers, de liberalen enradikalen
zouden ons overwonen hebben.
Indien ik het dus mijne plicht ge
acht heb de verwezenlijking te beletten
van betreurlijke Utopia's en de Kamer te
doen terugwerken tegen de strekkingen
van den eersten minister van toen, 't is
dat ik er eene noodzakelijkheid van eer
ste orde ingezien heb. De toekomst mij
ner partij legde my den plicht op de bij
komende beschouwingen over personen
ter zijde te stellen. De uitslagen hebben
mij gelijk gegeven; zie over welke meer
derheid wij hier beschikken.
Wat de houding betreft die ik aaugo-
nomen heb ten opzichte der milititaue
ontwerpen des ministeries zij is niet te
verwonderen.
b De katholieke partij heeft altijd mot
de uiterste krachtdadigheid de overwel
diging van 't militarism, dit kwaad welk
onze naburen opvreet, bevochten. Wij
zullen het tot onzen zoo godsdienstigen
buiten niet laten doordringen.
b Alle onze krachten moeten wij voor
taan inspannen tegen het maatschappelijk
gevaar, 't Is op dit terrein dat de strijd
heden beperkt is. Ook heb ik uit alle
mijne krachten de kandidatuur van pries
ter Daens bevochten, die onder den dek
mantel van kristene socialism, den strijd
der klassen of standen ia Vlaanderen
heeft gepoogd te verwekken.
b Die geestelijke heeft wellicht gedacht
een werk van rechtveerdigheid te verich-
teu, niet zich iu 't Arrondissement Aalst
aan 't heofd der werkersbeweging te stel
len. Hij is er slechts in geslaagd een
steumiunt aan onze tegenstrevers te ver-
schallen.
b Voorzeker, wij allen, katholieken,
zijn demokrateu in dezen zin dat wij ver
langen recht te laten wedervaren aan de
Toen ik echter de exemplaren nauwkeurig verge
leek, bemerkte ik, dat, hoewel zy volkomen denzelf
den stempel droegen cn, naar de letter te oordeelen,
in dezelfde munt waren geslagen, zy toch een weinig
van eikender verschilden. Mijn penning,jpatuurlijk
slechis met eenen hamer gestempeld cn toen op den
vorm afgesneden naar de wijze van dien lyd.'was
dichter aan den rand afgesnoeid dan het exemplaar
van het Museum, en had bovendien eene kleine plot i
aan de keerzijde juist onder de W van Wulfric. In
alle andere opzichten waren zy volkomen aan elkar-
dcr gelijk. Langen tijd stond ik voor de lade cn be
schouwde piet de grootste belangstelling de beide
exemplaren, terwijl de oppasser van het Museum,
(Maclavish gehecten, dien ik bij vorige bezoeken I
menigmaal had gezien, rondliep eu, zooals zijn plicl.t
was, mij streng in het oog hield).
Ongelukkigerwijs had ik er den bestuurder ni.t
van gesproken, dat ik ecu dubbel van den gouden
Wulfric in bezit had. cn evenmin Maclavish er op
merkzaam op gemaakt dat ik eenen penning, aan
mij toebchoorendc, mei het doel om hem te verge
lijken, uit mijnen vestzak had gehaald. Om dc
waarheid te zeggen, was ik geneigd voorloopig nog
wat geheimzinnig met mijn gouden Wulfric te zijn.
alvorens ik alles, wat er van te weten viel, had uii-
gevonden, verlangde ik niet dat een ander over mijne
ontdekking sprak.
Wordt voortgezet.)