Donderdag 29 October 1896.
5 centiemen per nummer. 51ste Jaar. 3132
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst.
Ontreddering.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De kieswetten.
Citoyen Picard
over Congo.
Werk op den winkel.
Een en ander.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
lagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
foor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
oaanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont-
ïangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van do Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
sn in alle Postkantoren des Land.
Cuique guum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureelt
van dit blad.
Aalet, 28 October 1896.
Het is thans eene voltrokken feithet
pos van het liberale leger is naar het
oode kamp overgeloopeu.
De laatste provinciale kiezingen zoowel
ils de voorgaande kamerkiezingen héb-
kén ons bewezen dat de vooruitstrevende
tractie van 't liberalism, die verre uit de
alrijkste is, met de rooden arm aan arm
sgegaan, in andere woorden, dat er on-
jer den dekmantel van een verbond eene
rezenlijke versmelting gebeurde.
De leiders dier fractie hunne machte-
wsheid gevoelende, hebben begrepen dat
ezel Anseele waarheid sprak toen hij de
berale partij toeriepGij zult niets meer
lijn, indien gij de roode vlag niet volgt.
Dé ontreddering der liberale partij is
ins een voltrokken feit.
En wat is de oorzaak van haar bankroet?
Onbetwistbaar moet ze ten grooteren
leele toegeschreven worden aan hare
pütsing in fractiën die een zelfstandig
estaan eischen. Wanneer men hare lei-
Iers beschuldigde van hierdoor de oude
iberale partij te verscheuren dan profe
teerden zij en gaven zij de uitdrukkelijke
rerzekeringen van hunne ganschetoewij-
ding aan de liberale princiepen.
Maar al die protestatiën hebben niet
elet dat, bij eerste gelegenheid, zij een
erbond met de roode partij sloten of
ach eenvoudig onder hare banier schaar-
en.
Voor ons, katholieken, is hierin eene
a besloten.
Meer dan ooit verdienen onder dit op-
iebt de wijze raadgevingen van onzen
too moedigen en verdienstrijken verte-
icnwoordiger, M. Woeste, in ernstige
andacht genomen te worden.
De zelfde oorzaken hebben altijd de
elfde gevolgen en dus onmisbaar is het.
?gt M. Woeste, dat de zelfstandigheid
nic zekere elementen der katholieke
partij najagen om dan in don kiesstrijd
ifzonderlijk op te treden, groot gevaar
toor ontreddering oplevert.
De katholieke partij, zegt M. Woeste
rerdcr, bevat al de klassen der samenle-
ting en do leeringen van den R. K.
Sodsdienst zijn haar programma. Die lee
ring toegelicht door Z. H. den Paus,
door den Stedehouder van onze Godde-
jjken Zaligmaker hier op aarde, behel-
en gcene afzonderlijke strevingen voor
tonservatieven en democraten maar voor
ille katholieken. De kristelijke liefde
moet levendig genoeg wezen om overal
bare rechten te doen gelden, om overal
de moeilijkheden uit den weg te ruimen,
welke de toepassing dezer leering zou
kunnen "verwekken.
Welke schoone les is dat voor de val-
valsche demokraten Wij roepen er de
aandacht op in, niet van de leiders der
groene kliek, dezen jagen immers
slechts eer on persoonlijk voordeel na,
maar wel van al die b rave lieden welke
men door ijdele beloften heeft weten te
verleiden. Indien deze laatsten waarlijk
katholieken zijn, dan zullen ze de scheur
makers laten varen en zich onder de ware
katholieke vlag scharen, onder de kreten
van geene ontreddering I Leve de een
dracht
In het ministerie van binnenlandsche
zaken heeft M. Schollaert de Terbeterin
gen op het getouw gezet, die moeten toe
gebracht worden aan de kieswetten.
Deze herziening zal in de eerste plaats
slaan op de laatst ingevoerde nieuwig
heden, die de uitslagen niet hebben op
geleverd, die men ervan verwachtte, en
dan op de gedeelten der oude wetgeving,
die men behouden heeft, alhoewel zij ge
brekkig waren, omdat de tijd ontbrak er
beter met den toestand overeenstem
mende in te lasschen.
Ouder de meest beknibbelde nieuwig
heden is de bijvoeging aan de gemeente
raden der groote stedeu en nijverheid
centrums, van een zeker getal raadshee-
ren, gekozen de eenen door de patroons,
de andere door de werklieden.
Die schikking, die volgens de inzichten
dergenen die ze voorstelden, een eerste
stap was naar de vertegenwoordiging der
belangen, heeft haar doel gemist zij
heeft tot ladder gediend aan de socialis
tische werklieden, om in sommige stad
huizen binnen te dringen, tegen den wil
van het kiezerskorps in.
Men zal die raadsheeren, aldus geko
zen, hun mandaat laten voltrekken; maar
men zou groot ongelijk hebben de bres
niet te sluiten, die hen toegang tot de
plaats heeft verschaft.
Er is daar eene vereenvouding in te
voeren, die zich opdringt.
De provinciale kiezingen zijn tot hier
toe nog niet het voorwerp geweest van
eene bijzondere wetgeving. Die leemte
zal aangevuld worden maar er is niet
meerder spraak op dit terrein de evon-
redige vertegenwoordiging in te voeren,
dan van ze af te schaffen in do gemeente-
kiezingen, waar zij in de gevallen door de
wet voorzien, zal blijven toegepast wor
den.
Wat de wetgevende kiezingen betreft,
deze zullen bij voortduring gebeuren door
hetzelfde kiezerskorps, dat werkt sedert
de herziening: de eenige verandering die
men voorziet, is de wijziging der kiesom
schrijvingen.
Gij zult u herinneren dat, bij de laat
ste wetgevende kiezingen, men stellig
verklaard heeft dat het de laatste maal
was dat de kiezer van Brussel 18 volks
vertegenwoordigers en 9 senateurs zou
mogen benoemen. Het gevolg van deze
beslissing is de kiesverbrokkeling, daar
de evenr. vertegenwoordiging bepaald
verworpen is.
Maar hoe zal dio verbrokkeling ge
beuren
Zal men enkel het arrondissemet Brus
sel verdeelen Dat schijnt niet mogelijk;
indien men het arrondissement Brussel
verdeelt, beveelt de logiek, dunkt mij,
zelfden maatregel toe te passen op de
andere arrondissementen, ten minste op
diegene welke zeven afgeveerdigden en
meer benoemen.
Maar niet alleen wordt die verdeeling
niet door al de vrienden van het ministe
rie aanveerd, maar er bestaat ook een
groot verschil van meening over die ma-
uier, waarop die verdeeling moet geschie
den.
Zooals hij in zijne brochuur heeft uit
gelegd, wil M. Woeste enkel de vijf groot
ste arrondissementen verdeelen. Andere
willen de stemmiug op twee namen; an
dere nog de oennamige stemming en die
vereeniging van twee omschrijvingen
voor het benoemen van eenen senateur.
M. Schollaert houdt zich met M. de
Smet-De Naeyer veel met die kwestie
bezig. Men weet nog niet tot welk besluit
zij zullen komen. Wanneer zij zich eene
persoonlijke denkwijze zullen gevormd
hebben, zullen zij nog de rechterzijde
moeten polsen die vooral in deze zaak zal
willen geraadpleegd worden.
(Handelsblad.)
Inderdaad, zij is gereed, maar de sec
tiën hebben haar nog niet onderzocht. De
bestaande wet is minstens eene eeuw oud
en, alhoewel gewijzigd, beantwoord zij
niet meer aan de eischen van de niewer-
wetsche uitvindingen.
Ik heb ook een 20tal verscheidene ont
werpen onder de hand. Het eene, bij
voorbeeld, handelt over de gasthuizen,
onder verschillige gemeente opgericht,
dergelijke oprichting van slachthuizen
of instelling van de waterleiding; wijzin
gen aan de jachtwet met het oog op de
vernioling, aangericht door konijnen.
Ge ziet, er is werk op den winkel. Meer
kan ik er voor het oogenblik niet van
HET
wonderlijke avonturen van eei
18e vervolg.
Ik zag licra aan en herinnerde mij verscheidene
voorvallen op eene reis, die andere ervaringen mij
reeds lang hadden doen vergeten. Hij zag ook mij in
den loop van ons gesprek dikwijls met een peinzend
gezicht aan.
Toen het avondmaal afgeloopen was, stond hjj op,
ug op zijn horloge en zegde
Ga nu heen en wascb u eens flink en trek de
Ueeren aan, die Jackson u gebracht heeft. Ik kom
too spoedig mogelijk weer bij u. Ik moet eens iets met
'B bespreken.
Na verloop van een half uur kwam Bladert beneden.
Hij legde een handvol Manilla sigaren op de tafel neer
en haalde eene flesch jenever uit eene kas. Het wéér
'.eer kalm, zoodat de lamp zoo stil hing als aan
de zoldering eener kamer. Blades vertelde mij nu,
dat zijn schip de Caroline heette, iets meer dan vier
honderd ton inhoud had, met eene kleine lading van
Sunderland naar Callao bevracht was, en aan eene
firma te Newcastle toebehoorde.
Hij had gezeild met eenen eersten stuurman en
ten bootsma die voor tweede stuurman fungeerde.
Eenige hor .erden mijlen ten noorden van Madera
werd de eerste stuurman ziek en bleef te bed op
zijn oigen verzoek werd hij op Madera aan land gezet.
Blades zocht daar naar een gediplomeerd man om
zjjne plaats in te nemen daar niemand zich aanbood,
lichtte hij het anker en vertrok naar de haven zijner
bestemming, besloten om het maar met George
Braco, den bootsman te stellen.
Zoo staat liet nu met de zaken, zegde hij. Ik
weet niet zoo heel veel van de wetten af, die op zee
geldig zijn, en kan niet zeggen, of ik wettig handel,
als ik in de gegeven omstandigheden de reis zonder
eersten stuurman voortzet. Wat denkt gij daarvan
Ik geloof, dat een schip volgens de wet de haven
zonder een eerste stuurman mag verlaten. Maar als
hij ziek wordt en er geen ander te krijgen is, wst
dan te doen T
Welnu, antwoordde hij, terwijl hij zijne woor
den nu en dan door een hartelijken lach afbrak, bet
eenige. wat er te doen valt, is den boeg naar Groot-
Salvage-eiland te wendac, waar men tien tegen een
wel een schipbreukeling zal vinden, die om eene be
trekking verlegen is. Dikwijls ligt iemands geluk in
aen hoekje evenals men in een zak wel eens een
geldstuk vindt, waarvan men vergelen heeft, dat men
het er in gestoken beeft.
Hij knikte telkens bij deze woorden, nam een fer-
men slok en trok aan zijn snorbaard.
Nu mtfn eerste stuurman niet meer aan boord
is, vervolgde hij, zou het gemakkelijker zijn, als ik
een anderen kon vinden, dan wanneer ik dit met
Brace alleen moet doen. Ik wil graag de wet op mjjne
banden hebben. Ik heb den eersten stuurman Doodig.
Ik moest eigenlijk al een eersten stuurman gehad
Over den aanstaanden Kamerzittijd
ondervraagd heeft M. De Bruyn aan
eenen dagbladschrijver geantwoord
Werk zal er niet ontbreken.
Vooreerst hebben de sectiën verslag
uitgebracht over twee belangrijke ont
werpen.
Het eerst brengt ernstige wijzigingen
aan de bestaande wetsbepalingen op do
policie der gemeentewegenissen. Daar
door wordt eeue bepaling der tegenwoor
dige gemeentewet afgeschaft, welke ge
meenten van minder dan 2000 inwoners
belet te genieten van de voordeelen der
onteigening.
Het tweede volledigt de bestaande wet
geving op de levering van messtoffen en
het voedsel van stalvee, Dat is voor den
landbouw allerbelangrijkst.
Men spreekt ook van eene wet op
de policie van het vervoer
Natuurlijk was, voor de reporters, de
groote zaak te weten wat de socialis
tische senateur over Congo dacht, 't Was
immers een studiereis, die hij onder
nomen had, om met eigen oogen de kolo
nie te zien.
Ge weet, citoyen Picard is een zonder
ling, die zichzelven tien keeren per dag
tegenspreekt, wat door sommige men-
schen als génie wordt aanzien. Daarom
mag men van die interviews met den
senateur juist gelooven wat men wil.
Dus, op het oogenblik dat de Léopold-
ville aanlegde, sprongen al de journa
listen aan boord en omringen den sena
teur die in goede gezondheid verkeert,
het gelaat door de zon verbruind. Ieder
een tracht hem uit te hooren en te onder
vragen, doch veel haalt men er niet uit
hij spreekt vooral over de reis, over de
zee, over de prachtige natuurtafereelen
in Congoland, zijne indrukken...
Maar Congo,Congo zelf, als kolonie?
Dat is eene andere kwestie. Toch ge-
weerdigt de senateur zich een of ander
te zeggen.
Hij bracht 35 dagen in Congo door en
;ing tot Inkissi, verder op, bijgevolg, dan
iet punt tot waar nu de spoorweg loopt.
Er zijn onbetwistbaar kostbare hulp
bronnen in Congo, zegt hij 't is eent
benijdensweerdige kolonie en waarvan do
voorspoed in de toekomst verzekerdis.
Alleen het klimaat laat te wenschen.
Men zegt dat gij vol geestdrift voor
de Congo-onderneming teruggekeerd zijt.
Hm Ik zal een boek uitgeven en
er mijne meeniug in doen kennen.
Dat is een beetje reklaam, citoyen
maar ze is uitgelokt door onze onbeschei
den vragen.
En de spoorweg
Prachtig werk, zegt do senateur,
hebben. Welnu, mijn wenscta kan vervuld worden. In
goed engelsch. Morgan, wil gij als eerste stuurman
op m|jn sebip teckenen 1
Dat wil ik, en met duizend dankbetuigingen,
antwoordde ik, terwijl ik eene kleur van blijdschap
kreeg.
Zes pond sterling in de maand voorde reis naai
Callao en terug naar het vaderland 1
Ik knikte in zwijgende vreugde.
Gij zijt er meé ingenomen, en dat ben ik ook,
zegde Blades. Gij zoudt een ander man moeten gewor
den zijn, als gij in vastberadenheid ta kort bleekt te
scbieten.
Gij zult bevinden, dat ik in niets te kort schiet,
zelfs niet in dankbaarheid, zegde ik.
Gij zult den heelen nacht hebben om uit te
rusten na die historie op Groot-Salvage. Slaap een
gat in den dag en droom maar niet van dien ouden
Fletcher.
Een uur later was ik in een gezonden slaap ver
zonken.
Het was op een vrijdagmorgen, den eersten mti
van het jaar 1881. Ik bcrinner mij niet juist meer
hoe lang ik als eerste stuurman aan boord van de
Caroline werkzaam geweest was, toen deze eerste
mei aanbrak. Maar wel weet ik, dat het mij op bel
schip best beviel.
Mijn omgang met Blades was meer die van een
passagier dan van van een ondergeschikte bij liep
bet verdek met mij langs, wij praatten en rookten
bestemd om onschatbare diensten te be
wijzen en de kolonisatie te bevoordeelen.
Aan een anderen uitvrager verklaarde
M. Picard, dat voor hem Congo eene toe
komstkolonie is voor den handel, maar
nooit, wegens het klimaat, voor de land
verhuizing.
Volgens hem put het klimaat de beste
krachten uitde koorts ligt in ieders
oogen en al de agenten, aan boord der
Léopoldville, kwamen aan boord mager,
ingevallen, en werden beter naarmate zy
eene gezonder luchtstreek naderden. De
hitte doet den inwoners juist niet lijden,
maar men zou zeggen dat zy alle levens
kracht iu het lichaam doet wegsmelten.
Ondervraagd over de aanvallen van
Parminter en C°, over de zoogezegde
wreedheden door blanken gepleegd, ver
klaarde citoyen Picard dat de Staat al
thans het strengste toezicht uitoefent en
dat hij, wat hem betreft, gemakkelijk
begrijpt dat eeD blanke, die steeds het
bevel heeft over een 100 tal negers, mees
tendeels wild, ruw en onbeschaafd, meer
dan eens verplicht is zijn revolver te ge
bruiken. Indien men dat wreedheden mag
noemen...
Zooals men ziet is de senateur Picard
reeds tot veel gematigder beoordeelingen
gekomen.
Indien nu M. Lorand en de Patriote
eens wilden gaan zien, wie weet hoe dat
dubbeltje zou rolleu.
Bieënteelt. De Belgische syndicale
kamer van bieënteelt, heeft do biehou-
dermaatschappijen verzocht, by de ge-
meecteoverheden aan te dringen opdat
deze, bij het aanleggen van wandelplaat
sen of beplanten van wegen of gronden,
die hen behooren,zooveel mogelijk honig-
houdenrte gewassen bezigen.
De ministeries van landbouw en van
spoorwegen hebben hierin het goede
voorbeeld gegeven.
Schandalig. Een blad van Brussel
bevat de volgende grove en onbetame
lijke regels over den leergang van den
E. H. De Schutter in het Atheneum
't Is oprecht schandalig.
Die jongens doen dat voor de leute,
want zij hebben zich voorgesteld eenige
malen hartelijk to lachen binst de lessen
van M. De Schutter en zijn daarin dan
ook volkomen gelukt. Als de eerweerde
iu de klas komt, gaat cr een algemeen
schaterlach op cn op zyne gestelde vra
gen bekomt de sukkelaar de dwaaste ant
woorden. Toen hij dezer dagen aan een
leerling vroeg, wie hemel en aarde ge
schapen had, antwoordde dezen Mijn
Grootmoeder.
met elkander en veraangenaamden menig uur met
kaartspelen.
Hg leende mij een van zijne sextanten en gaf mij
vrijen toegang (ot zijne kajuit. Ik had met zulk een
man wel eene reis om de wereld willen doen. Nooit
heb ik mij, zoo lang ik ter zee gevaren heb, gelukki
ger gevoeld dan toen.
De oude Brace, de bootsman, was, ofschoon hij een
kribberige en norsche pekbroek was, een van de 'er-
varenste zeelieden, die ik ooit heb ontmoet.
Het pekelvleesch was in zijne beenderen tot merg
gewordenhij bad zijne tanden gedeeltelijk verloren
door het knabbelen op scheepsbeschuit. Zjjne ge
wrichten kraakten van rheumatiek ofschoon hij ze
een halve eeuw lang met reuzel gesmeerd bad.
Hij was alles geweest, wat iemand op zee maar
zijn kanhij bad in een storm door het kanaal geva
ren met eene schuit, zwaar met steenen beladen, op
een oorlogschip gediend, in Amerikaansche paketboo-
ten gezeild, ia de Stille Zuidzee ia smokkelhandel
gedreven, was strandjutter, sloeproeier, walvischvan-
gcr, slavenhaler, kok op een Wcst-indièvaarder en
kapitein op een kleine schooner geweest.
Als men met dien man praatte, was het, alsof men
.een boek met zeeverhalen las. Ik zal zijne verhalen
nimmer vergeten, noch den tijd, dien ik in zijn gezel
schap doorbracht.
Do matrozen op de Caroline waren goed volk
maar Blades was dan ook een van die koopvaardij
kapiteins, die de kunst verstaan met het scheepsvolk
om te gaan, zonder daarbij iels van hunne weerdig-
heid op te offeren.
Ik deed mijn uiterste best om hem daarbij te iteu-
en zoo ging alles bedaard, geregeld eu yrooLgk
op het schip toe.
liet was dan op vrijdagmorgen den eersten mei,
dat ik op bet dek kwam om den bootsman af te
lossen die in den nanacht de wacht bad gehad.
Blades drentelde het dek op en neer. De zon ver
spreidde reeds eene echt tropische warmte. Hare
stralen weerkaatsten zich op de golven.
Wij hadden slechts eene kleine presenning en in
de schaduw daarvan stond de man aan het roer. Er
waaide een zacht warm koeltje uit het Noordwesten.
Brace bed de bjjzeilen gebeescben, maar toch was do
voortgang der bark ternauwernood merkbaar.
Hel eerste, wat ik zag, toen ik op bet dek kwam,
waren de drie masten van een schip, waarvan de
romp nog niet te zien was aan lijzijde van ons.
Wat hebben wg daar T zegde Blades, terwijl bij
lar de zeilen in de verte keek.
Ik baalde den verrekijker.
Het is een klein sebip, zegde hij, terwijl bij
door den verrekijker zag. liet ligt dwars voor onze
kluis. De raas zijn zonderling gebrastde fokkemast
ea de bezaansmast zien er ook vreemd uit. Zie zelf
maar eens I
Toen ik de inrichting der zeilen gezien had, werd
alles mij duidelijk. Ik bleef nog eenigen tijd zien den
kende, dat er zou gemanmuvreerd worden. Toen dit
niet gebeurde, zegde ik legen Blades -.
Als het sebip niet verlaten is, zijn er zieken aan
boord en heeft het hulp noodig.
Ik geloof dat gij gelijk hebt, zegde hij langzaam
Wordt voortgeaei.