Donderdag 18 Februari 1897. 5 centiemen per nummer. 5fslc Jaar 5154. LAMMIMMIP Landbouw. Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement Aalst. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Godsdienst Onderwijs DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week Yoor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Cuique uum. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen cp 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele van dit blad. Aalst, 17 Februari 1897. Cour d' appel de Gand, 2" Chambrc Civile. En cause Van de Putte Clément, impri- meur-éditewr k Alost, appelant, ayant avoué M® De Vos, contre De Blieck Jo seph, propriétaire et négociant a Alost, ayant avoué M® Hebbelynck. Arrêt du 8 Février 1897. Présents M.M. Van Pract, président, Van der Haegen, Van Maele, Verbeke, De Cock, conseiliiers,Callier, substitutdu Procureur général, Van Grave, greffier. Sur 1' appel du jugemont du 16 Mai 1896 attendu que 1'appelant allégue it tort dans son exploit d' appel, qu'il n' avait opposé aucun déclinatoire en première instance et qu'il n'y avait pas lieu pour le premier juge de statuer sur une exception qui n'est pas soulevée. Atteudu que l'appelant avait soutenu dans ses conclusions du 7 avril 1896, que Taction en tant qu'elle était basée sur l'emploi qu'il aurait fait d'une épithête injurieuse pour l'intimé, n'était pas de lacompétence du premier juge, qu'il iu- voquait it l'appui l'articlo 3 n°6 de la loi du 25 mars 1876; que les qualitésdu ju- cement dont appel énoncent d'ailleur qu'it l'audience du 7 avril, Tapellaüt ïTcori- clu k Tincompétence que le grief qu'il fait valoir est par suite non fondé. Et attendu que 1'articlo 3 de la loi du 25 mars 1876 ne s'appliquant pas aux in jures par voie de la presse, c'est juste titrequele premier jugo s'est reconnu compétent. Sur l'appel du jugement du 30 mai 1896. Attendu que le premier juge déclare avcc raison que les articles commenjant par les mots; «Bekijkt u zeiven et «Vi vat paster Donche« du journal publié par l'appelant le 29 décembre 1895 et 23 fé vrier 1896 désiguaient l'intimé, que les documents de la cause et les conclusions que l'appelant a prises devant le premier juge ne peut laisser aucun doute k eet égard; Attendu que d'après Tarticle du 29 dé cembre l'intimé, candidat aux élections, aurait fait les plus grands efforts peerds- devoiren pour déterminer certains de ses fermiers a voter pour la liste dout il fai- sait partie, que ces fermiers ayant vóté pour la liste opposée, il leur avait par vengeance notifié congé; que de plus, il avait impitoyablement jpté üt la rue on- lermhertig op straat gesmetendes ou- vriers soupQonnés d' avoir vóté pour ses adversaires politiques; Attendu que ces imputations accompa- gnées d' interpellations blessantes et d' une qualification hautement injurieuse, qui, dans la pensée des lecteurs, devait nécessairement s'appliquer k l'intimé, dépassaient les limites de la polémique permise, qu'elles ne seraient pasjustifiées par les faits dont l'appelant demaude k faire la preuve, cette preuve fftt-elle ad missible; Attendu que l'article du 23 février ré- pête la qualification injurieuse de 1' arti cle du 29 décembre; Attendu que les deux articles incrimi- nés ont porté atteiute a la reputation de l'intimé, que l'intimé est foudé a réclamer une réparation, que cette réparation peut équitablement être fixée comme il est dit ci-après Par ces motifs. La Cour Oui en audience publique Monsieur Penneman, substitut du Procureur géné ral, en son avis conforme, statuant sur l'appel principal et sur l'appel incident, dit que c'est k bon droit que le premier juge c'est déclaré compétent, et, toutes autres fins écartécs condamne l'appe- laut payer a l'intimé a titre de dom- mages-iutérêts la somme de cont cin- quante francs Le condamme publier a la première page de son journal sous la rubrique réparation jttdiciaire, les motifs et le dispositif du présent arrêt, en tant qu'il statue sur l'appel du j ugement du 30 mai 1896, ce dans les buit jours de la notifi- jjation qui lui en sera faite, it peine de viugt francs par jour de retard Le condamne aux dépens des deux in stances. Signé Ch. Van Praet, Van Grave. De allerzaligste en de allernoodzake lijkste onder alle wetendheden is de kristelijke leering: zoo luidt d'eerste les, uit een alom verspreid boekje door ieder een gekend. De kristelijke leering is 't kort begrip vau al hetgeen de menschen moeten we ten of doen om zalig te worden. 't Is dus eene leering die van God zelf voortkomt eu die door Hem aan onze eerste ouders is geopenbaard geweest; deze laatste, op buune beurt, hebben ze voortgezet aan bunno kinderen en zoo voorts, zoodanig dat deze leering tot ieders kennis is gekomen, bevrijd van alle vervalsching. Onze eerste ouders mogen werkelijk aanschouwd worden als de steunpilaren der statige en eeuwenoude Kerk, die nog immer er door alle tijdon heen, de trouwe eu onfeilbare behoudster der waarheid is eu blijven zal. 't Is door het toedoen der Kerk, dat de waarheid is gebleven wat zij in haren oorsprong was 't is aan 't waakzaam oog der Kerk te danken dat de menig- HET wonderlijke avonturen van eenen Zeeman 34vervolg. Ik zal u naar de Stille Zuidzee over brengen, waar het aan u staat een eiland te zoeken. Er kan niets meer van mij verwacht worden Neen, niets. Van mij, bedoel ik. Van u eisch ik, dat de vrouwen even getronw zullen beschermd worden, als waren zij door gewapende schild wachten omgeven. De manschappen zijn met mijne meenin gen hekend en zullen ook de nwe leeren ken nen, zegde hij. Ik verzeker u, mijnheer, dat er in dat opzicht niets te vreezen is. Ik knikte hem toe, en nu ons gesprek t einde was, begaf hij zich naar het dek stapte ik mijne kajuit hiuneu. Ik bleef eenige oogenblikken in gedachten verdiept staan, terwijl ik mijne oogen op de zee gevestigd hield, dio voorbij het raamke der kajuit golfde. Ik had een geruimen tijd nagedacht, voordat ik een besluit nam. En nu ik dan het bevel op my had geno- vuldige ketterijen welke in vroegere tij den zoo geern ontstonden, werden ont maskerd en zooveel mogelijk tot machte loosheid werden gedoemd. Allen, groot en klein, geleerde en on wetende moeten zich' aan hare zuivere leer onderwerpen. Wel is waar, deze leer beoogt slechts als rechtstreeks doel,' het meuschdom over zijne geestelijke en zedelijke plich ten te onderrichten, doch de kristene waarheden hebben zooveel betrekking met alle de natuurlijke wetenschappen, dat zij voor elkeene aezer laatste om zoo te zeggen als specerijen of reukstoffen zijn, die tegen de bederving vrijwaren. Zoo is 't, wanDcer men aan 't kapittel van de geschiedenis der wereld komt, dat men moet geloof hechten aan de eenheid van 't menschelijk geslacht, aan zijnen eersten val en aan zijne beloofde verlos sing, aan de veropenbaring van den wa ren godsdienst aan onze eerste ouders. De proeven daarvan zijn te afdoende om den minsten twijfel te rechtvaardigen, en men moet willekeurig blind, zijn om de bestaande bewijzen daarover als onaan neembaar te aanschouwen. Op geneeskundig gebied, de professor van geneeskunde moet zijne gedachten uiteenzetten over de stofleer of 't mate- rialismus, over de geestelijkheid ec de onsterfelijkheid der ziel, over de nood- zakelykheid van't klisten doopsel, enz. Wij roepen deze voorbeelden in om aan de twijfelachtige of sceptieke lieden te betoonen, dat alwie voor God niet is, tegen Hem is, en dat de baatzuchtige voorstaanders van do verwereldlijking der scholen ongelijk hebben, wanneer zij vor klaren dat men heel gerust alle weten schappen mag aauleeren, zonder zich in het minst om den godstdienst te bekom meren. 't Is tot u dat we onze stem richten, katholieke ouders. Heriunert u somwijlen dat gij 't levens lot uwer kinderen in bandon hebt, en dat er u strengelijk rekenschap zal gevraagd worden over de manier, waarop gij uwe zonen zult doen onderwijzen hebben. Denkt toch niet, dat het onverschillig is aan welke meesters gij ze toevertrouwt; weet dat heel dikwerf zooniet altijd, het kind zijn leven schikt volgens de lessen dat het in zijne jeugd ontvangen heeft. Men mag ronduit zeggen Zulke mees ters, zulke leerlingen O lief Belgenland, gij zijt een tijdvak van vooruitgang en van welstand inge treden Kunsten en letteren bloeien, de koop handel leeft en ontwikkelt steeds, een weldoende vrede zoekt de toenadering der verscheidene klassen te bewerken. Liefde en eendracht zijn maatschap pelijke plichten geworden, deugd en vlijt men, woog de verantwoording zwaar op mij, alsof dit plotseling bij mij opgekomen was. Maar ik was tevreden ik had nu het bevel over een schoon schip en de schuld zou aan mij liggen als ik het er niet goed afbracht. Ik zou misschien een werktuig zijn om eene groote menigte arme vrouwen uit een gevaar lijken toestand te bevrijden. Ook zou ik waar schijnlijk het middel zijn om een prachtig schip te behouden. Ik had goede reden te hopen, dat de mannen zich fatsoenlijk tegenover do tusschendeks- passagiers zouden gedragen en dat hun eigen belang hen zou doen besluiten hunne belofte gestand te doen. In een woord, ik was tevre- in. Een ding was echter duidelijk, ik moest spoedig de plaats bepalen, waar naar alle waarschijnlijkheid een geschikt eiland zou te vinden zijn, want ik had geen plan langer doelloos met het schip op den Oceaan rond te zwalken. Ik ging naar het halfdek om te zien hoe laat het was, en bemerkte, dat het juiBt half tien was. De vrouwen waren reeds lang met ontbijten klaar en bijna allen bevonden zich op het dek. De tongen waren onophoudelijk in beweging. Hier en daar zat er eene met een boek. Drie van haar waren met hetzelfde getal matrozen in gesprek. Kate Damley stond alleen te lij waart van het geschutdek. Eensklaps keerde zij zich om zag mij staan. Ik nam mijnen hoed af en riep haar toe Ik hoop aanstonds eens hij u te komen. Zij knikte terug, torwijl er zich eenen blos op hare wangen vertoonde, en ik merkte dat verscheidene van de vrouwen naar haar zagen en blijkbaar hare opmerkingen omtrent haar maakten. Brigstock stond bij den man aan het roer. Voordat ik hem iets toeriep, sloeg ik eenen blik op den Oceaan de bark was verdwenen, er was niets meer van te zien. Nu kwam Brigstock naar mij toe en gaf ik hem mijne bevelen. Thans wenschte ik het tnsschendek eens in oogenBchonw te nemen daarom ging ik de ladder af, die naar het kwartier der vrouwen voerde. Ik vond hier eene reeks eenige kooiën deze bevonden zich aan heide kanten halverwege het tusschendek. Tusschon deze kooiën be- vondt zich eene lango tafel, waarbij ruwe banken stonden. Eenige vrouwen zaten aan de tafel, twee daarvan waren aan het schrijven, de anderen aan het naaien. Nadat ik eene minuut had staan rondkijken, kwam juffrouw Cobes te voorschijn. Zij maakte voor mij eene nijging an zegde toen, naar Brigstock ziende worden hunnen echten prijs gewaardeerd. Men geeft aan God wat aan God toe komt, en aan Cesar wat aan Cesar toe komt Waar is de heilzame oorzaak dezer vol maakte beschaving to zoeken, zooniet in de deugdelijke en edele grondregels die uit den tempel der Wetenschap opstijgen. EEN RUPSENVAL. Een Duitsche geleerde, von Schilling» heeft het eerst het gedacht opgevat en ten uitvoer gebracht van rupsen te van gen bij middel van eene val. Zooals men weet, leven vele rupsen binnen in onze vruchten eu zaden. Peren, appelen, graan, erwten, boonen, enz., worden hierdoor maar al to dikwijls uit gevreten en menig landbouwer o£ koop man heeft hierdoor reeds aanzienlijke schade te lijden gehad. Veledezer rupsensoorten blijven slechts in de vrucht voortleven tot dat de tijd der verpopping aanbreekt en gaan zich alsdan in den eenen of anderen hoek,in eene spleet tusschen de planken van den zol der, onder eene plint of in eene andere veilige schuilplaats inspinnen. Veilige schuilplaatsen zijn voor onze rupsen niet altijd gemakkelijk om vinden. Soms zijn zij verplicht reizen van ver schillende dagen te maken vooraleer zy op hunne bestemming aankomen, von Schilling had het gedacht opgevat, de verhuizende rupsen kunstmatige schuil plaatsen aan te bieden, waar zy zich ge makkelijk eu geerne zouden verpoppen om ze dan later in massa te kunnen ver nielen. Hij is in zijne proefnemingen vol komen gelukt. Zijne eerste vallen heeft hij gespannen om de rupsen, die de appels en peren doorboren, te vernielen. Deze rupsen zit ten meestal in het afgevallen fruit wan neer zij volkomen ontwikkeld zijn vooral- leer het fruit afvalt of geplucht wordt, laten zij zich langs eenen fijnen draad op den grond glijdeu. De rupsen, aldus op den bodem ge raakt, vertoeven daar niet laDg, zij zoe ken eeno betere en droogere verblijf plaats voor den winter. Meestal kruipen zij op tegen eenen boomstam om zich aldaar in de eene of andere reet in te spinnen. Om deze rupsen te vangen, bond von Schilling laken vodden rond de hoornen en rond de palen van den boomgaard, der wijze, dat het onderste deel der lappen los hing en het bovenste alleen vast om den stam gebonden was. Over deze lom pen bond hij nog op dezelfde wijze een reepel sterk papier om de verblijfplaats tegen het regenwater zoo goed mogelijk te beschutteu. Thomas, ik hoop dat wij nu dezen heer kapitein mogen noemen. - Dat mag, Anna, antwoordde Brigstock. Het is nu kapitein Morgan van de Graaf van Lf.icestek. Het zal nn alles wel goed gaan. - Juffrouw Cobes, zegde ik, ik reken op hulp om aan de bepalingen, die tijdens het leven van dokter Rolt gemaakt zijn, de hand te houden, Ik heb al gemerkt, welke deze bepalingen zijn. Laat alles hier beneden zindelijk wezen, juffrouw Cobes. Gij zijt het hoofd over dit gedeelte van het schip ik hoop dat gij ons in alle opzichten zult ter zijde staan. Kapitein Morgan, gij kunt er op reke nen, dat ik alles zal doen wat in mijn vermo gen is, antwoordde zij, terwijl zij mij met een vriendelijk lachje aanzag. Ik begon haar nu over een en ander te ondervragen. Ik wenschte te weten, welke bepalingen er waren omtrent het schoonma ken van het tusschendek, op welken tijd van den dag de bedden gelucht werden en zoo al meer. Zij antwoordde mij duidelijk eu bepaald Brigstock luisterde naar ons gesprek. Ook de vrouwen aan de tafel hielden met schrijven en naaien op om te luisteren. Terwijl ik sprak, kwam een paar matrozen beneden en deden het luik open, dat naar het roim voerde. Ik wilde eerst nog eens iets De rupsen die tegen de boomstammen omhoog kruipen vinden in deze kunst matige woningen eene zeer geschikte verblijfplaats eu gaan er zich van zelf vestigen. Bij het nazien zijner vallen, vond von Schilling eeno menigte inge sponnen rupsen welke hij, zooals het licht begrijpelijk is, met alle gemak kon ver nielen. Tijdens den fruitoogst hebben vele rupsen de appels of peren nog niet ver laten en geraken aldus met het fruit op zolders, kamers en andere bewaarplaat sen. Kort daarna verlaten zy hunne eerste woning, welke ook gewoonlyk hunne geboorteplaats is, en zoeken een ander winterverblijf om zich te onttrek ken aan de doodstraf, welke den fruit verbruiker bereid is, hun te doen onder gaan. Om ook deze rupsen to vangen, legt von Schilling rondom en op den fruithoop eenige oude kleedingstukken, hoopjes vodden, oude gazetten of iets dergelyks. Hij heeft aldus uit eene partij der schoon ste appels tot 1200 verpopte rupsen ge vangen. Daar de rupsen, soms ook tegen den muur opkrupen, is het ook geraadzaam, hiertegen een reepel versleten kleergoed aan te brengen. Binnenshuis zal men lie ver katoenen dan wollen vodden gebrui ken, omdat men anders gevaar loopt van de kleermotten te verspreiden. Het veemerken. Men stelt vast dat de werkingen van het veemerken regelmatig voortgaan en weinig of geenen tegenstand meer ontmoeten, daar de landbouwers langs om beter de voor deden begrijpen die er aan gehecht zijn. Ongeveer een millioen beesten zijn reeds gemerkt. De muilplaag. Als uitzondering op een besluit, onlaDgs door MM. de gou verneurs genomen, heeft M. De Bruyn, minister van landbouw, besloten dat de dieren voor de slachtery bestemd en uit niet besmette stallen voortkomende of, in hot tegenstrijdig geval, door eenen rijks- veearts onderzocht, naar hunne bestem ming mogen geleid worden, zelfs in de plaatsen waar de muilplaag heerscht. De broodroovers te Mechelen had den, ter gelegenheid van Nieuwjaar, ver- schillige ambtenaars van het slachthuis afgezet. M. de gouverneur der provincie heeft die broodroovers herinnerd, dat, krach tens do wet van 30 November 1895, do gemcentenarcn enkel onder goedkeuring der hoogere overheden de vleeschexper- ten mogeu aanstellen en afstellen. De broodroovers zijn razend. meer van het tusschendek zien, voordat ik een onderzoek naar de provisie instelde. - Laat mij die kooien eerst eens wat na der bezichtigen, zegde ik. Juffrouw Cobes deed de deur van hare eigene hut open. Deze was bepaaldelijk voor haar ingericht en bevatte slechts eene enkele slaapplaats. De overige hutten waren grooter en bevatten ieder zes slaapplaatsen. Waar is de slaapplaats van juffrouw Darnley vroeg ik. In het vooronder daar, antwoordde juffrouw Cobes. Op een opene kooi Ja, mijnheer. Waarom zijn de kooien verschillend in gericht, terwijl allen toch dezelfde vracht betaald hebben Dat weet ik niet. Wij vonden het schip zoo ingerichtmaar de opene kooien zyn het meest in trek. De vrouwen houden er niet van zoo dicht bij elkaar te slapen, vooral nu het heet is, zooals nu. Ik liep zachtjes voorwaarts. De vrouwen, die aan de tafel zaten, stonden op toen ik na derde. Een van deze vroeg met eene trillende stem Neem mij niet kwulijk, mijnheer, maar als u de nieuwe kapitein is, mag ik u dan eene vraag doen (WORDT VOORTGEZET)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1