Zondag 21 November 181)7. 5 centiemen per nummer. 55ste Jaar 5212 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Sfad en 't Arrondissement Aalst. Echt socialistisch GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. De Moordenaar? OP VERDER- FEL IJ KEN WEG. 0 die oolijkerd w Geëerde Men- DE DENDE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwilantiën door de Post ont vangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des Land. Guique «uuni. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen cp 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij aceoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden l«n Bureele van dit blad. Aalst, 20 November 1897. Pol De Wittede Gentsclie socialist» jdie de dwingelandij in Vooruit niet meer verdragen kan, geeft ons in de 21c afle vering een schetsken dat waarlijk socia listisch is. Hij schrijft bladz. 324 Het Volk stak ons in nesten met een reglement, dat eens in de zetterij van Vooruit opgehangen was en zeer strengo bepalingen bevatte, zooals er nog nooit in eene andere drukkerij waren te zien geweest. Ik vroeg aan mijne maats of ze daar iets van wisten en Hardyns zegde, zon- der aarzeleu - Zeg maar dat liet al leugens zijn Een aanwezige zetter sprak Maar, Ferdinand, dat kunt ge niet zeggen dit reglement heeft bostaan en het is - aan het bestuur van den bond getoond geweest. Verscheidene bestuurleden van den bond, die toen van het be- doelde reglement gehoord hebben, werken tbans in Het Volk, dus valt er niet te loochenen. - Hardyns maakte zich driftig en zegde dat er nooit zulk een reglement bestaan x had en al ware het anders, hij toch zou zeggen dat het gelogen was x Als het in het voordeel mijner partij is, voegde hij erbij, x zou ik ontkennen, liegen en loo- chenen, al hadden er honderd duizend op staan kijken - Schoone zedeleer, echt socialistische moraal Volgens Hardyns, een kopstuk in Vooruitis eene daad goed als zij de partij voordeelig is, integendeel is een feit slecht als het nadeelen berokkent. Dat is de treffende zedeleer van het eigenbelang. Ferdinand zal ten halverwege niet blijven staan. Hij zal dit beginsel toepas selijk met de openbare, politieke daden, ook in pratijk brengen voor de eigene, persoonlijke daadzaken. Ferdinand, zal alsdan zoo redeneeren ik doe wat mij voordeelig is, en dat is goed, en wat mij schade bijbrengt is slecht. Met zulke princiepen zou Ferdinand op roof en moord kunnen uitgaan. Met niets moet hij zich bekommeren, alleen moet hij zien of het hem voordeelig is. Waar gaan we met zulke leerstelsels naar toe Verwonderen mogen zij ons niet. Lang reeds leeren de geuzen Het doelwit wettigt de middelen. De socialisten hebben ze dus van hunnen grootvader overgeërfd maar, zooals het gemeenlijk toegaat, ze in een brutaler kleed gesto ken. Zij hebben aan dit gemeen gedacht eenen gemeenen vorm gegeven. Dat doet echter niets ter zake. Laat ons, lieve lezer, eens eene samen leving voorstellen waar dit princiep van Hardyns, waar dit socialistisch beginsel wordt toegepast. Daar zal hot er lief uitzien. Iedereen betracht wat hem voordeelig is. Alles is hem toegelaten wat hij door persoonlijk profijt kau wettigen. Geen goed of kwaad meer, slechts voordeel of nadeel. Bij dit laatste zal men de moraliteit van eene daad moeten toetsen, moeten onderzoeken. Laat ons eens een voorbeeld nemen. Een zoon betaalt aan zynen ouden vader een pensioen. Hij aanziet dit geld als ver loren. Wat zal hij doen, moest hij eens de leerstelsels van ouzen fameuzen Fer dinand toepussen O 1 die vader zou te betreuren zijn want die volgeling zou hem maar seffens uit de voeteu maken en naar eene andere wereld sturen. Moest hij te rechte staan voor zijue schanddaad, hij zal met Ferdinand antwoorden - Die daad is wettig, vermits zij mij voordeelig is. Welke zedelijkheid I Eu hoe lief zou het er uitzien iu eene samenleving waar al de menschen denken lijk Ferdinand Hardyns uit Vooruit. Dat men ons niet tegenwerpe dat zulke dingen voor de rekening blijven van dien rooden opruier alleeu, dat (daarvoor de partij niet aansprakelijk kan gemaakt worden. Wij zouden dat kunnen aannemen wa ren andere kopstukken niet van een soortgelijk gedacht dat al onze begrippen van zedeleerden hals breken. Een voorbeeld. Eens kondigde Vooruit een brief af van een Hollaudschen ban neling waar de moord wierd in opgehe meld. Wat voegde Vooruit daarbij De handelwijze van bijzondere per sonen die den moed hadden naar dolk ot revolver te grijpen, kon hij bewon deren, maar niet teenemaal goedkeuren. Wat de moordcrijen der massa betrof, dat was wat anders. Deze worden onver mijdelijk. Dus, volgens Vooruit, zijn de moorden op eigen hand gepleegd niet geheel wettig maar de massa mag doen wat zij wil, bloedstorten lijk het behaagt dat is rechtveerdig, dat is goed 1 Brave jougeus, die socialisten. F. D, WIE IS NAAR HET HOOGDUITSCH Tan EDUARD WAGNER. Het Land van Aelst is een rijke bron van kopij geworden voor het vuige laste raarsblad der Gentsche rooden, voor Vooruit. Bijna dagelijks verschijnen in het or gaan van den grootsten der hedendaag- sche dwingelanden, van Auseele, die zijn gedrag aan eeu eerejury van partijgenoo- ten niet beoordeslen durft laten, uitknip sels van razende, dwaze uitvallen van onze Aalstersche gazet. Dit feit is hoogst betreurlijk en de schrijvers van dit blad zijn op weg eene droeve vermaardheid in te oogsten. Eerst waren het beknibbelingen tegen der groot onge- scheurmakers godvruchtige personen, wier groot onge lijk is onze ongelukkige i l«u vervolg. Zoodra ik te Athene aangekomen ben, zal ik verslag doen aan het Grieksch gouver nement, vervolgens uan dat van ons land. Laat u niet ontmoedigen en vertrouwt op mij. In elk geval breng den losprijs vóór den bepaalden termijn, zegde Charles Bert in want als mijne ooren naar Frankrijk moeten terugkeeren, zou ik er gaarne bij zijn. Verlaat u op mij, herhaalde de officier, ik zal zorgen dat u geen leed geschiede maar houdt u onderworpen en zorgt vooral u den toorn van dat volk niet op den hals te halen. Tot wederziens, mijne vrienden, dat God met u zij Wacht kapitein, miju bediende zal u vergezellen. O neen, myuheer de graaf, ik verlaat u niet, smeekte de brave Philippe, laat mij uw lot deeleu, ik bid het u. Trouwe dienaar, zegde Leondari, gij zult bij uwen heer blijven. Het is de plicht van een goeden knecht, het lot zijns meesters te deelen, en zoo ik later genoodzaakt ben de ooren van den graaf naar zijn land te zenden, houd u verzekerd, dat de uwe de uitstekende eer zullen hebben, ze te begeleiden. En nu, mijnheer de Graaf, zegde hij, zich tot Alfred wendende, wees zoo goed mij in mijne nede rige schuilplaats te volgen. Ik bezit noch paleis, noch kasteel, maar ik ben omringd van trouwe makkers, wier hart en hand mij toebehooren, en ik zou mijn vrij en woest leven niet willen verruilen tegen al de rijk dommen die gij bezit. Vooruit kameraden Hij zond den gids, welke de reizigers ver gezeld had, weg, nam den toom van het paard dat de graaf bereed, terwijl een der luitenants van den bandiet zich naast Charles Bertin plaatste. De rest van den troep schaarde zich ron dom hen en.... voorwaarts, marsch Zij daalden eenen diepen bergpas af en hielden stand aan de bedding esner kleine rivier. Nu mijne heeren, zegde Leondari, ben ik verplicht u te blinddoeken, want als gij eens de vrijheid mocht terug krijgen, zoudt ge van deze weldaad ten mijuen nadeele mis bruik kunnen maken. Zioh tot twee zijner minnen wendende, voegde hij erbij Alles- sandro, Lasos, doet uwen plicht. De aangewezen bandieten traden op du ge niet te volgen op huunen rampzaligen weg, en ook van, zooveel het iu hunne macht ligt. de kwade gevolgen te keer te gaan van die ongerijmde opruiïugen waar mede liet hoofd onzer eenvoudige, bra"e werklieden op hol gebracht worden en die alleenlijk dienen om door heerschzuch- tigen uitgebaat te worden in persooniijk voordeel. Vooruit nam dit met gretigheid over en riep triomfantelijk uitZiedaar de godsdienst aan 't werk Dat bewijst eens te meer dat hij niets anders is dan een wapen om het volk te onderdrukken. Daarna volgden de uitzinnige aanvallen tegen Dendcrbode deze is alleeu schuldig de taal van het gezond verstand te heb ben gesproken en de gelukzoekers te hebben ontmaskerd welke langs den rug der werklieden omhoog klauteren willen. Het Land was waarlijk door haat ver voerd als het zoo sprak en voerde er eene taal welke de bloodigste wraakzucht on de lang verkropte stielnijd en afgunst alleen ingeven kunnen. Vooruit vischt dit alles op met een welbehagen waar het genoegen doorstraalt eenen tegenstrever te zien afzweepen die hem zoo dikwijls zulke gevoelige slagen toebrengt. Dan volgde ccn uitzinnig schrijven tegen de katholieken,tegen do hoogeGees telijkheid. Bij Vooruit was het alweer feest. Met inuige zelfsvoldoening schoot het zich op de taal vam hem die op eene meeting te Geutbrugge zegde Hardijns, wij gijn geene vijanden, laat ons te tarnen strij- - den voor lotsverbetering voor den werk- man Zij eijn geene vijanden meer Dat is de kreet van het hert. Zij gaan met de socialisten verbroederen Ouze schismocraten, lijk de Dien public, ze met eeu woord afschildert, vergeten dus, dat tusschen hen en de roode aanhangers van Vooruit eene onafzienbare, onover komelijke klove bestaat door den Gods dienst, door den eigendom, door de fami lie, door het Vaderland verwekt. Zij verloochenen dus de princiepen, waarop de maatschappij moet gebouwd worden en welke reeds door ontgoochelde socialisten, lijk Mirman iu Frankrijk, Pol Do Witte to Gent als noodzakelijk erkend worden. Zij gaan goed vooruit, onze demagogen, weldra vallen zij voor altijd in den af grond welke zich op het einde van hun nen rampzaligen weg bevindt. Zij gaan de laatste sprankels hunner overtuigiug verloochenen lijk zjj reeds den man ver vloeken onder wiens banier zij eenige maanden hebben gestreden. M. Arthur Verhaegen wordt razend aangevallen. Waarom Omdat hij als wipplank voor onze schismokratcn niet dienen wilde. De tijd, die hij met hen doorbracht was vol doende, om onze rare vogels iu hunne vlucht te leeren kennen. Hunne vlucht was de zijue niet, was de goede niet en het.oogenblikkelijk, kortstoudig bondge nootschap wordt afgebroken. vaDgenen toe en volvoerden, met behendige vlugheid, de bevelen van hunnen hoofdman. De roovers zwegen slechts de korte kom- mando i van den hoofdman verbraken tus- schenbeide de stilte. Gedurende drie onafgebrokene uren door kruisten zij vaiieien en dalen, klauterden bergen op, liepen over rotsen en langs voet paden zoo hachelijk, dat iedere tred hunner paarden een groot gevaar opleverde. Eindelijk kommandeerde de aanvoerder haltbandieten en gevangen stegen van hunne paarden en de tocht werd te voet voortgezet. Na een half uur gaans kwam men aan eenen nauwen doorgang, die het voorkomen had van eenen tunnel. Dit was de ingang van een hol, zoodanig voor aller oogeu verborgen, dat de sluwste speurhond er nooit zou in geslaagd zijn het te ontdekken. Alfred Beaueonrt en Charles Bertin wer den door hunno geleiders in dat hol gesleept en van hunne blinddoeken ontdaan. De jongelingen schouwden onmiddelijk rondom zich en zagen met voldoening den trouwen Philippe die dicht naast hen stond, met nog gebliudoekte oogeu en gebonden han den. De doek werd hem op hetzelfde oogeu- blik afgenomen en toen hij zijnen meester zag, trud hij met eenen uitroep van vreugde oei paar schreden naderbij. Men oordeele. Het Land schrijft Antisocialisten van Gent, waar is bij u het kenteeken van lijden en vervolging In t begin ja, tegen n begon het ook te stormen en te wooden, maar uw hoofdman M. Ver haegen heeft u van den Volkeweg afgebracht. Ge gaat niet den Calvarieberg op, neen, uw hoofdman zit aan de tafel der Grooten en der Machtigen van de aarde en gij zit er onder. I M. Verhasgen, wij moeten het u zeggen, wat hebt gij al geleden voor uw overtuiging De wercldsche eer en de goudstukken komen u toegevlogen.... Bij de Rbgoering en in 't Bisdom zijt gij de groote Man t zijn al bloemenen zoetigheden op uw baaD... Zelfs wordt gij gevleid en verheven, als uw tong lengen en valschheid uitstrooit tegen de arme Christene Demokraten. Ge zit iu d'hoogte bij de Geldmacht.... Die voor de Geldmacht moeten kruipen, om ringen u... Maar bij 't Vrije Volk moogt of durft ge niet komen... Het Volk heeft een helder oog en een rechtzinnig hert... Het oor deel van 't Volk is 't oordcel van God... M. Verhaegen, als man van S' Vincentins, hebt gij aalinoesen doen uitdeelen, door uw op wekking reeds hier hebt gij daarvoor nw belooningvoor 't Gerecht van God-Almach tig en voor 't oordeel der Volkeren in alle Eeuwen zult gij den naam dragen, den wel verdienden naam van Valschen Democraat, die de schuld zijt dat Gent zoo vervaarlijk diep in 't Socialismus ligt gevallen. n Dit schrijven is eene lafheid, die taal eene uitzinnige. M. Verhaegen is te hoog opdat hij door dit ellendig ravengekras zou gehinderd kunnen worden. Alle oprechte demokra ten zullen hem willen wreken. De be merkingen, waarmede Vooruit die woor den zal vergezellen, zullen een brand merk zijn op het hoofd van hem die zoo eene ellendige, schuldige taal sprak. A. B. Ouze geachte lezers weteu dat de Volks kamer de wettelijke erkening van de Vakvereeniging komt te stemmen. De socialisten, zoo groene als roode, waren het eens om aan de Vakvereeniaiug het recht te schenken van handel te drijven. Onze verdienstrijke Volksvertegen woordigers, MM. Woeste en De Sadeleer hebben dit voorstel krachtdaiiiglijk be vochten; zij hebben doen uitschijnen dat de kleinhandel, de ambachtsman, de neeringdoende burgerij reeds al te zeer benadeeligd worden door de coöperatie ven en dat het voor hen de genadeklop zou wezen, moest zij het recht verkrijgen om handel te drijveu en zoo de kleine neeringdoeners en ambachtslieden eene onmogelijk te houdeu concurentie aan te doen. Men heeft bemerkt dat terwijl M. Woeste op meesterlijke wijze de neering doeners tegen de coöperatieven van allen aard verdedigde, M. Daous verscheidene malen, opzettelijk, met buitengewone kleiu in de stem, uitriep Bravo Zeer wel I... En de Kamer borst in eenen schater lach uit bij het hooren van die zoo ron kende als onverwachte bijtrediug door Men moet erkennen, mompelde Charles, dat de natuur dit hol opzettelijk teu gebruike der heeren bandieten aangelegd heeft. Inderdaad, dit onderaardsch gewelf was ruim en hoog, de vloer en de muren waren van steeu. Aan eene zijde der spelonk was eene bron van zuiver ijskoud water, dat uit den grond opborrelde en door rotskloven verdween. In eenen hoek vlamde een goed vuur, waar boven ketels hingen van verschillenden vorm, welke dienden om het eten der bende to ko ken. Aan het gewelf hingen verscheidene lan taarns, die het rooversuest zeer goed ver lichtten. Langs den muur stonden banken, tafels cn eenige stoelen en de vloer was met harige dierenhuiden bedekt. Leondari, die voor een oogenblik was ver dwenen, kwam bij zijne gevangenen terug. Wat gij hier ziet, zegde hij spottend, is slechts een gedeelte van ons domein wij be zitten nog twee of drie kleinere spelouken, die van deze verwijderd zijn daar zult gij uwe dagen slijten, iu afwachting, «lat uw losprijs kome. Ik ben er zeker van, dat gij mij binnen acht dagen zult smeeken uwe brieven naar Frankryk te laten zenden, op dat uwe vrienden uwe verlossing verhaasten. Ik herberg mijne gevangeneu nimmer al te gemakkelijk, vervolgde hij, op spotteuden ouzen vierden man aan M. Woeste ge gund. Immers, men weet het, hij en zijnen broeder Pie overladen M Woeste sedert 4 jaren, op de laagste, ontreffelijkstc wijze bij woord en schrift, met hunnen smaad, verachtingen baat. Na die schitterende redevoering van M. Woeste werd het voorstel-Helleputte, zoo noodlottig voor de belangen der nee- riugdoeners met overgroote meerderheid verworpen; do socialisten, rooden en groenen, alleen stemden er voor. Nogthans tegeu zijue gewoonte, stemde ouze vierde man ditmaal met M. Woeste, met het ministerie en dus tegen zijne roode vrienden. En omdat elkeen dat buitengewoon voorval zou ter wete komen, neemt priester Daens de pen op en kondigt in zijn blad Het Land van Aelst van zondag 7 november een artikel af, door hem on derteekend, in 't welk hij aan 't publiek bekend maakt dat bij. groene socialist, die in de Kamer en overal, in alles met de socialisten meewerkt, ditmaal met M. Woeste heeft gestemd Maar waarom zult ge vragen, vriend lezer. Waarom heeft Daens met zoo veel gedruisch, met zooveel praal, willen toonen dat hij met M. Woeste stamde 't Is zeer eenvoudig Luistert 1 Daens speelt hier wéér den oolijkerd; de Daensenkliek heeft op Ckipka eenen grooten bazar ingericht waar men van alles tegen geringen prijs kan verkrijgen (zoo brieven ze af) cbikken, rooktabak, snuif, sigarou, lijnwaden, tijk, vloereu broeken, hemden, slaaplijven, kucipkaffé, naalden, garen, lint, saaijet, enz. enz. De gausche stam van Ckipka zonder uitzouderiug, de aaugetrouwden meege rekend, reizen het land door om den ba zar to doen floreeren I... Geone week gaat voorbij of do tabakfabrikanteu van Aalst vernemen van hunne klanten in don vreemde dat de heeren van Ckipka cr hunne chikskens, rooktabak enz. kwa men aanbieden. Nu, onze vierde man weet dat de con currentie tegeu onze burgerij ingericht ouder voorwendsel van arme werklieden bij te staan, maar in der waarheid slechts eene onderneming is om aaa den stam van Chipka monica to bezorgen dat die concurrentie, zeggen wij, bij de nee- riugcioende burgerij groote opschudding heeft verwekt cu hier to Aalst zelf aan welgekende liberale voorstaaaders der Daeuseukliek de oogen voor goed heeft doen openen. Ja, dat wiet de oolijkerd Daens. Eu om die altijd aangroeiende ontevre denheid onzer burgerij trachten te keer te gaan, heeft hij besloten iu de Kamer en in zijn gazet, die belachelijkste der comediënte spelen. Hij geelt zich voor als vijand der coöpe ratieven die de neeringdoende burgerij tot oudergang doemen en terwijl hij dan die klucht speelt, sticht hij met gausch den slam van Chipka allerhande bazars om de stisldooude menschen, ouder voor wendsel van democratie, het gras van onder de voeten te maaien. En die oolijkerd beeldt zich in dat de menschen zich nog door zulke domme streken zullen laten beetnemen 1... Gij hebt, in 1894, het volk kunnen mis leiden, kerel, maar sedertdien heeft men ti leeren kennen Uwe belofte daar bekofamert gij u meê gelijk de gans om eene regenvlaag. Al wat gij beloert, is de trok van 4000 ballekens en de plezier reisjes in le klas te behouden en; voor uwen stam, de herstelling van den ver vlogen welstanden dat alles onder schijn van volksliefde Maar 't zal u niet baten, Chipkaman- ueu, uwe knepen zijn gekend en al uwe laster tegeu ons zal niet beletten dat wij het laatste brokje van uw schijnheilig masker zullen afrukken 1 toon, uit vrees, dat zij de voorkeur geven bij mij te blijvei in plaats van van hun geld te scheiden. Na deze voor de gevangovon weinig bemoe digende toespraak, riep li ij Argos en beval hem, de heeren naar hun appartement te geleiden. Iu het meest verwijderde gedeelte van hot hol bevond zich de cel voor do gevangenen bestemd, die slechts uit eene, door balken en plankeu afgesloten rotsspleet bestonden. In deze afsluiting was eene deur, van een sterk slot voorzien. Eeu paar ronde gaten veroor loofden de lucht slechts karig naar biunen te dringen. Behalve twee ruw getimmerde houten stoelen en een paar schaapsvachten had de cel hoegenaamd geene meubels. De muren waren met schimmel overdekt en het was er zeer vochtig. Charles Bertin rilde onwillekeurig, terwijl hij zich op eenen stoel nederzette en mismoe dig rondkeek. Gij, zegde de struikroover in (leekt Fransch tot Philippe, gij moet huiten slapen, voor de deur vau uwe meesters. Deze heeren kunnen 's nachts op de huiden uitrusten en over dag kuuuen zij zich in de huiteugrot bezig houden. Maar 't is afschuwelijk hier riep de graaf Beaucourt met heftigheid, ik zou «lij nen hond hier niet willen huisvesten. when f Ge kent allen de geschiedenis van 't omgekochte wijf. Op 8 December 1894, dus daags voor de ballotteering werd in ons Arrondissement bij duizend exemplaren een lasterend schrift verspreid in 't welk de katholieken beschuldigd worden van ten opzichte van priester Daens het grootste schelmstuk te hebbeu willen plegen die ieverst is begaan geweest. Eene vroow souden de katholieken heb ben willen omkoopen, zij hébben haar duizend franken willen geven kon tij priester Daens in schande brengen. Die zoo eerlooze lasterende beschul diging is door priester Daens uitgevonden geworden 't Is hij die het lasterend smaadschrift deed letterzetten te Aalst, op de Verkons- merkt 't Is bij dio den 7 December 1891, om 11 uren des avonds de proef verbeterde en dan bij 't drukken op de pers van Chipka tegenwoordig was t Is hij die ten Bureele van politie te Aalst de verdediging ging nemen der ver spreiders van zijn eerloos en lasterend factum en eischte dat men het, uit kracht der vrijheid van de drukpers, iu volle vrijheid moest laten ronddeelen 1... Geachte Menschen. als men het boven staande eens goed overweegt, moet men zich dan niet afvragen of priester Daens, niet in staat zou kunnen zijn van nog meer andere eerlooze snoodheden en lasterlijke beschuldigingen tejeo de ka tholieken to verspreiden Daarom dus opgepast Geachte Menschen, moet men dan ook verwonderd zijn dat priester Daens, in zijne organen, Z. H. Mgr. Stillemans, dorst voorstellen als oenen anderen Caïphas, den ourechtveerdigen, meineedi- gen rechter, en zijn eigen persoon aan Jesus-Christus, ouzen Zaligmaker, verge lijken O hoogmoed 1 O baatzucht hoe vele hebt gij er doen afdwalen 1... Ik begrijp, dat dit appartement u niet erg bevalt, lachte Argos spottend maar het hangt van u af, hier zoo kort mogelijk te verblijven. I I Dl BESLISSENDE DAG. De lotgevallen van graaf Alfrod Beaucourt i zijne gezellen, maakten veel opipraak, niet alleen te Athene, maar ook in Frankrijk. In de hoofdstad van Griekenland aangeko men, had kapitein Letilleux onmiddelijk de noodige stappen bij de bevoegde overheid ge daan, vervolgens had bij aan den baron Ber tin geschreven om dezen ken a is te geven van hetgeen zijnen «oon en diens vriend was over komen. Het Grieksch gouvernement had dadelijk de kruchtdadigste maatregelen genomen uoord en zuid, oost- en westwaarts waren troepen gezonden, die velden en wegen door kruisten, valleien, bergen en bosschen, tus schen Athene en Korinthe gelegen doorzoch ten maar men ontdekte niet het minsts spoor der bandieten. Drie weken waren voorbij gegaan sedert Alfred Beaucourt en Charles Berlin in handen der Grieksche struikroovers waren de nood lottige termijn naderde dus zijn einde. (WORDT VOORTGEZET).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1897 | | pagina 1