Zondag 21 November 181)7.
5 centiemen per nummer.
55ste Jaar 5212
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Sfad en 't Arrondissement Aalst.
Echt socialistisch
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De Moordenaar?
OP VERDER-
FEL IJ KEN WEG.
0 die oolijkerd
w
Geëerde Men-
DE DENDE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwilantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Guique «uuni.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnissen cp
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
aceoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden l«n Bureele
van dit blad.
Aalst, 20 November 1897.
Pol De Wittede Gentsclie socialist»
jdie de dwingelandij in Vooruit niet meer
verdragen kan, geeft ons in de 21c afle
vering een schetsken dat waarlijk socia
listisch is.
Hij schrijft bladz. 324
Het Volk stak ons in nesten met een
reglement, dat eens in de zetterij van
Vooruit opgehangen was en zeer strengo
bepalingen bevatte, zooals er nog nooit
in eene andere drukkerij waren te zien
geweest.
Ik vroeg aan mijne maats of ze daar
iets van wisten en Hardyns zegde, zon-
der aarzeleu - Zeg maar dat liet al
leugens zijn
Een aanwezige zetter sprak Maar,
Ferdinand, dat kunt ge niet zeggen
dit reglement heeft bostaan en het is
- aan het bestuur van den bond getoond
geweest. Verscheidene bestuurleden
van den bond, die toen van het be-
doelde reglement gehoord hebben,
werken tbans in Het Volk, dus valt er
niet te loochenen.
- Hardyns maakte zich driftig en zegde
dat er nooit zulk een reglement bestaan
x had en al ware het anders, hij toch
zou zeggen dat het gelogen was
x Als het in het voordeel
mijner partij is, voegde hij erbij,
x zou ik ontkennen, liegen en loo-
chenen, al hadden er honderd
duizend op staan kijken -
Schoone zedeleer, echt socialistische
moraal
Volgens Hardyns, een kopstuk in
Vooruitis eene daad goed als zij de
partij voordeelig is, integendeel is een
feit slecht als het nadeelen berokkent.
Dat is de treffende zedeleer van het
eigenbelang.
Ferdinand zal ten halverwege niet
blijven staan. Hij zal dit beginsel toepas
selijk met de openbare, politieke daden,
ook in pratijk brengen voor de eigene,
persoonlijke daadzaken. Ferdinand, zal
alsdan zoo redeneeren ik doe wat mij
voordeelig is, en dat is goed, en wat mij
schade bijbrengt is slecht.
Met zulke princiepen zou Ferdinand
op roof en moord kunnen uitgaan. Met
niets moet hij zich bekommeren, alleen
moet hij zien of het hem voordeelig is.
Waar gaan we met zulke leerstelsels
naar toe
Verwonderen mogen zij ons niet. Lang
reeds leeren de geuzen Het doelwit
wettigt de middelen. De socialisten
hebben ze dus van hunnen grootvader
overgeërfd maar, zooals het gemeenlijk
toegaat, ze in een brutaler kleed gesto
ken. Zij hebben aan dit gemeen gedacht
eenen gemeenen vorm gegeven.
Dat doet echter niets ter zake.
Laat ons, lieve lezer, eens eene samen
leving voorstellen waar dit princiep van
Hardyns, waar dit socialistisch beginsel
wordt toegepast. Daar zal hot er lief
uitzien.
Iedereen betracht wat hem voordeelig
is. Alles is hem toegelaten wat hij door
persoonlijk profijt kau wettigen.
Geen goed of kwaad meer, slechts
voordeel of nadeel.
Bij dit laatste zal men de moraliteit
van eene daad moeten toetsen, moeten
onderzoeken.
Laat ons eens een voorbeeld nemen.
Een zoon betaalt aan zynen ouden vader
een pensioen. Hij aanziet dit geld als ver
loren. Wat zal hij doen, moest hij eens
de leerstelsels van ouzen fameuzen Fer
dinand toepussen O 1 die vader zou te
betreuren zijn want die volgeling zou
hem maar seffens uit de voeteu maken
en naar eene andere wereld sturen. Moest
hij te rechte staan voor zijue schanddaad,
hij zal met Ferdinand antwoorden - Die
daad is wettig, vermits zij mij voordeelig
is.
Welke zedelijkheid I Eu hoe lief zou
het er uitzien iu eene samenleving waar
al de menschen denken lijk Ferdinand
Hardyns uit Vooruit.
Dat men ons niet tegenwerpe dat zulke
dingen voor de rekening blijven van dien
rooden opruier alleeu, dat (daarvoor de
partij niet aansprakelijk kan gemaakt
worden.
Wij zouden dat kunnen aannemen wa
ren andere kopstukken niet van een
soortgelijk gedacht dat al onze begrippen
van zedeleerden hals breken.
Een voorbeeld. Eens kondigde Vooruit
een brief af van een Hollaudschen ban
neling waar de moord wierd in opgehe
meld. Wat voegde Vooruit daarbij
De handelwijze van bijzondere per
sonen die den moed hadden naar dolk
ot revolver te grijpen, kon hij bewon
deren, maar niet teenemaal goedkeuren.
Wat de moordcrijen der massa betrof,
dat was wat anders. Deze worden onver
mijdelijk.
Dus, volgens Vooruit, zijn de moorden
op eigen hand gepleegd niet geheel
wettig maar de massa mag doen wat
zij wil, bloedstorten lijk het behaagt dat
is rechtveerdig, dat is goed 1
Brave jougeus, die socialisten. F. D,
WIE IS
NAAR HET HOOGDUITSCH
Tan
EDUARD WAGNER.
Het Land van Aelst is een rijke bron
van kopij geworden voor het vuige laste
raarsblad der Gentsche rooden, voor
Vooruit.
Bijna dagelijks verschijnen in het or
gaan van den grootsten der hedendaag-
sche dwingelanden, van Auseele, die zijn
gedrag aan eeu eerejury van partijgenoo-
ten niet beoordeslen durft laten, uitknip
sels van razende, dwaze uitvallen van
onze Aalstersche gazet.
Dit feit is hoogst betreurlijk en de
schrijvers van dit blad zijn op weg eene
droeve vermaardheid in te oogsten.
Eerst waren het beknibbelingen tegen
der groot onge-
scheurmakers
godvruchtige personen, wier groot onge
lijk is onze ongelukkige i
l«u vervolg.
Zoodra ik te Athene aangekomen ben,
zal ik verslag doen aan het Grieksch gouver
nement, vervolgens uan dat van ons land.
Laat u niet ontmoedigen en vertrouwt op mij.
In elk geval breng den losprijs vóór den
bepaalden termijn, zegde Charles Bert in
want als mijne ooren naar Frankrijk moeten
terugkeeren, zou ik er gaarne bij zijn.
Verlaat u op mij, herhaalde de officier,
ik zal zorgen dat u geen leed geschiede maar
houdt u onderworpen en zorgt vooral u den
toorn van dat volk niet op den hals te halen.
Tot wederziens, mijne vrienden, dat God met
u zij
Wacht kapitein, miju bediende zal u
vergezellen.
O neen, myuheer de graaf, ik verlaat u
niet, smeekte de brave Philippe, laat mij uw
lot deeleu, ik bid het u.
Trouwe dienaar, zegde Leondari, gij
zult bij uwen heer blijven. Het is de plicht
van een goeden knecht, het lot zijns meesters
te deelen, en zoo ik later genoodzaakt ben de
ooren van den graaf naar zijn land te zenden,
houd u verzekerd, dat de uwe de uitstekende
eer zullen hebben, ze te begeleiden. En nu,
mijnheer de Graaf, zegde hij, zich tot Alfred
wendende, wees zoo goed mij in mijne nede
rige schuilplaats te volgen. Ik bezit noch
paleis, noch kasteel, maar ik ben omringd
van trouwe makkers, wier hart en hand mij
toebehooren, en ik zou mijn vrij en woest
leven niet willen verruilen tegen al de rijk
dommen die gij bezit. Vooruit kameraden
Hij zond den gids, welke de reizigers ver
gezeld had, weg, nam den toom van het paard
dat de graaf bereed, terwijl een der luitenants
van den bandiet zich naast Charles Bertin
plaatste.
De rest van den troep schaarde zich ron
dom hen en.... voorwaarts, marsch
Zij daalden eenen diepen bergpas af en
hielden stand aan de bedding esner kleine
rivier.
Nu mijne heeren, zegde Leondari, ben
ik verplicht u te blinddoeken, want als gij
eens de vrijheid mocht terug krijgen, zoudt
ge van deze weldaad ten mijuen nadeele mis
bruik kunnen maken. Zioh tot twee zijner
minnen wendende, voegde hij erbij Alles-
sandro, Lasos, doet uwen plicht.
De aangewezen bandieten traden op du ge
niet te volgen op huunen rampzaligen
weg, en ook van, zooveel het iu hunne
macht ligt. de kwade gevolgen te keer te
gaan van die ongerijmde opruiïugen waar
mede liet hoofd onzer eenvoudige, bra"e
werklieden op hol gebracht worden en die
alleenlijk dienen om door heerschzuch-
tigen uitgebaat te worden in persooniijk
voordeel.
Vooruit nam dit met gretigheid over
en riep triomfantelijk uitZiedaar de
godsdienst aan 't werk Dat bewijst eens
te meer dat hij niets anders is dan een
wapen om het volk te onderdrukken.
Daarna volgden de uitzinnige aanvallen
tegen Dendcrbode deze is alleeu schuldig
de taal van het gezond verstand te heb
ben gesproken en de gelukzoekers te
hebben ontmaskerd welke langs den rug
der werklieden omhoog klauteren willen.
Het Land was waarlijk door haat ver
voerd als het zoo sprak en voerde er eene
taal welke de bloodigste wraakzucht on
de lang verkropte stielnijd en afgunst
alleen ingeven kunnen.
Vooruit vischt dit alles op met een
welbehagen waar het genoegen doorstraalt
eenen tegenstrever te zien afzweepen die
hem zoo dikwijls zulke gevoelige slagen
toebrengt.
Dan volgde ccn uitzinnig schrijven
tegen de katholieken,tegen do hoogeGees
telijkheid.
Bij Vooruit was het alweer feest. Met
inuige zelfsvoldoening schoot het zich op
de taal vam hem die op eene meeting te
Geutbrugge zegde Hardijns, wij gijn
geene vijanden, laat ons te tarnen strij-
- den voor lotsverbetering voor den werk-
man
Zij eijn geene vijanden meer
Dat is de kreet van het hert. Zij gaan
met de socialisten verbroederen Ouze
schismocraten, lijk de Dien public, ze
met eeu woord afschildert, vergeten dus,
dat tusschen hen en de roode aanhangers
van Vooruit eene onafzienbare, onover
komelijke klove bestaat door den Gods
dienst, door den eigendom, door de fami
lie, door het Vaderland verwekt.
Zij verloochenen dus de princiepen,
waarop de maatschappij moet gebouwd
worden en welke reeds door ontgoochelde
socialisten, lijk Mirman iu Frankrijk,
Pol Do Witte to Gent als noodzakelijk
erkend worden.
Zij gaan goed vooruit, onze demagogen,
weldra vallen zij voor altijd in den af
grond welke zich op het einde van hun
nen rampzaligen weg bevindt. Zij gaan
de laatste sprankels hunner overtuigiug
verloochenen lijk zjj reeds den man ver
vloeken onder wiens banier zij eenige
maanden hebben gestreden.
M. Arthur Verhaegen wordt razend
aangevallen.
Waarom
Omdat hij als wipplank voor onze
schismokratcn niet dienen wilde. De tijd,
die hij met hen doorbracht was vol
doende, om onze rare vogels iu hunne
vlucht te leeren kennen. Hunne vlucht
was de zijue niet, was de goede niet en
het.oogenblikkelijk, kortstoudig bondge
nootschap wordt afgebroken.
vaDgenen toe en volvoerden, met behendige
vlugheid, de bevelen van hunnen hoofdman.
De roovers zwegen slechts de korte kom-
mando i van den hoofdman verbraken tus-
schenbeide de stilte.
Gedurende drie onafgebrokene uren door
kruisten zij vaiieien en dalen, klauterden
bergen op, liepen over rotsen en langs voet
paden zoo hachelijk, dat iedere tred hunner
paarden een groot gevaar opleverde.
Eindelijk kommandeerde de aanvoerder
haltbandieten en gevangen stegen van hunne
paarden en de tocht werd te voet voortgezet.
Na een half uur gaans kwam men aan eenen
nauwen doorgang, die het voorkomen had
van eenen tunnel.
Dit was de ingang van een hol, zoodanig
voor aller oogeu verborgen, dat de sluwste
speurhond er nooit zou in geslaagd zijn het te
ontdekken.
Alfred Beaueonrt en Charles Bertin wer
den door hunno geleiders in dat hol gesleept
en van hunne blinddoeken ontdaan.
De jongelingen schouwden onmiddelijk
rondom zich en zagen met voldoening den
trouwen Philippe die dicht naast hen stond,
met nog gebliudoekte oogeu en gebonden han
den. De doek werd hem op hetzelfde oogeu-
blik afgenomen en toen hij zijnen meester
zag, trud hij met eenen uitroep van vreugde
oei paar schreden naderbij.
Men oordeele. Het Land schrijft
Antisocialisten van Gent, waar is bij u
het kenteeken van lijden en vervolging In
t begin ja, tegen n begon het ook te stormen
en te wooden, maar uw hoofdman M. Ver
haegen heeft u van den Volkeweg afgebracht.
Ge gaat niet den Calvarieberg op, neen, uw
hoofdman zit aan de tafel der Grooten en
der Machtigen van de aarde en gij zit er
onder. I
M. Verhasgen, wij moeten het u zeggen,
wat hebt gij al geleden voor uw overtuiging
De wercldsche eer en de goudstukken komen
u toegevlogen.... Bij de Rbgoering en in
't Bisdom zijt gij de groote Man t zijn al
bloemenen zoetigheden op uw baaD... Zelfs
wordt gij gevleid en verheven, als uw tong
lengen en valschheid uitstrooit tegen de arme
Christene Demokraten.
Ge zit iu d'hoogte bij de Geldmacht....
Die voor de Geldmacht moeten kruipen, om
ringen u... Maar bij 't Vrije Volk moogt of
durft ge niet komen... Het Volk heeft een
helder oog en een rechtzinnig hert... Het oor
deel van 't Volk is 't oordcel van God... M.
Verhaegen, als man van S' Vincentins, hebt
gij aalinoesen doen uitdeelen, door uw op
wekking reeds hier hebt gij daarvoor nw
belooningvoor 't Gerecht van God-Almach
tig en voor 't oordeel der Volkeren in alle
Eeuwen zult gij den naam dragen, den wel
verdienden naam van Valschen Democraat,
die de schuld zijt dat Gent zoo vervaarlijk
diep in 't Socialismus ligt gevallen. n
Dit schrijven is eene lafheid, die taal
eene uitzinnige.
M. Verhaegen is te hoog opdat hij door
dit ellendig ravengekras zou gehinderd
kunnen worden. Alle oprechte demokra
ten zullen hem willen wreken. De be
merkingen, waarmede Vooruit die woor
den zal vergezellen, zullen een brand
merk zijn op het hoofd van hem die zoo
eene ellendige, schuldige taal sprak.
A. B.
Ouze geachte lezers weteu dat de Volks
kamer de wettelijke erkening van de
Vakvereeniging komt te stemmen.
De socialisten, zoo groene als roode,
waren het eens om aan de Vakvereeniaiug
het recht te schenken van handel te
drijven.
Onze verdienstrijke Volksvertegen
woordigers, MM. Woeste en De Sadeleer
hebben dit voorstel krachtdaiiiglijk be
vochten; zij hebben doen uitschijnen dat
de kleinhandel, de ambachtsman, de
neeringdoende burgerij reeds al te zeer
benadeeligd worden door de coöperatie
ven en dat het voor hen de genadeklop
zou wezen, moest zij het recht verkrijgen
om handel te drijveu en zoo de kleine
neeringdoeners en ambachtslieden eene
onmogelijk te houdeu concurentie aan te
doen.
Men heeft bemerkt dat terwijl M.
Woeste op meesterlijke wijze de neering
doeners tegen de coöperatieven van allen
aard verdedigde, M. Daous verscheidene
malen, opzettelijk, met buitengewone
kleiu in de stem, uitriep Bravo Zeer
wel I...
En de Kamer borst in eenen schater
lach uit bij het hooren van die zoo ron
kende als onverwachte bijtrediug door
Men moet erkennen, mompelde Charles,
dat de natuur dit hol opzettelijk teu gebruike
der heeren bandieten aangelegd heeft.
Inderdaad, dit onderaardsch gewelf was
ruim en hoog, de vloer en de muren waren
van steeu.
Aan eene zijde der spelonk was eene bron
van zuiver ijskoud water, dat uit den grond
opborrelde en door rotskloven verdween.
In eenen hoek vlamde een goed vuur, waar
boven ketels hingen van verschillenden vorm,
welke dienden om het eten der bende to ko
ken. Aan het gewelf hingen verscheidene lan
taarns, die het rooversuest zeer goed ver
lichtten.
Langs den muur stonden banken, tafels cn
eenige stoelen en de vloer was met harige
dierenhuiden bedekt.
Leondari, die voor een oogenblik was ver
dwenen, kwam bij zijne gevangenen terug.
Wat gij hier ziet, zegde hij spottend, is
slechts een gedeelte van ons domein wij be
zitten nog twee of drie kleinere spelouken,
die van deze verwijderd zijn daar zult gij
uwe dagen slijten, iu afwachting, «lat uw
losprijs kome. Ik ben er zeker van, dat gij
mij binnen acht dagen zult smeeken uwe
brieven naar Frankryk te laten zenden, op
dat uwe vrienden uwe verlossing verhaasten.
Ik herberg mijne gevangeneu nimmer al te
gemakkelijk, vervolgde hij, op spotteuden
ouzen vierden man aan M. Woeste ge
gund.
Immers, men weet het, hij en zijnen
broeder Pie overladen M Woeste sedert
4 jaren, op de laagste, ontreffelijkstc
wijze bij woord en schrift, met hunnen
smaad, verachtingen baat.
Na die schitterende redevoering van
M. Woeste werd het voorstel-Helleputte,
zoo noodlottig voor de belangen der nee-
riugdoeners met overgroote meerderheid
verworpen; do socialisten, rooden en
groenen, alleen stemden er voor.
Nogthans tegeu zijue gewoonte, stemde
ouze vierde man ditmaal met M. Woeste,
met het ministerie en dus tegen zijne
roode vrienden.
En omdat elkeen dat buitengewoon
voorval zou ter wete komen, neemt
priester Daens de pen op en kondigt in
zijn blad Het Land van Aelst van zondag
7 november een artikel af, door hem on
derteekend, in 't welk hij aan 't publiek
bekend maakt dat bij. groene socialist,
die in de Kamer en overal, in alles met
de socialisten meewerkt, ditmaal met M.
Woeste heeft gestemd
Maar waarom zult ge vragen, vriend
lezer. Waarom heeft Daens met zoo
veel gedruisch, met zooveel praal, willen
toonen dat hij met M. Woeste stamde
't Is zeer eenvoudig Luistert 1
Daens speelt hier wéér den oolijkerd;
de Daensenkliek heeft op Ckipka eenen
grooten bazar ingericht waar men van
alles tegen geringen prijs kan verkrijgen
(zoo brieven ze af) cbikken, rooktabak,
snuif, sigarou, lijnwaden, tijk, vloereu
broeken, hemden, slaaplijven, kucipkaffé,
naalden, garen, lint, saaijet, enz. enz.
De gausche stam van Ckipka zonder
uitzouderiug, de aaugetrouwden meege
rekend, reizen het land door om den ba
zar to doen floreeren I... Geone week
gaat voorbij of do tabakfabrikanteu van
Aalst vernemen van hunne klanten in
don vreemde dat de heeren van Ckipka
cr hunne chikskens, rooktabak enz. kwa
men aanbieden.
Nu, onze vierde man weet dat de con
currentie tegeu onze burgerij ingericht
ouder voorwendsel van arme werklieden
bij te staan, maar in der waarheid slechts
eene onderneming is om aaa den stam
van Chipka monica to bezorgen dat
die concurrentie, zeggen wij, bij de nee-
riugcioende burgerij groote opschudding
heeft verwekt cu hier to Aalst zelf aan
welgekende liberale voorstaaaders der
Daeuseukliek de oogen voor goed heeft
doen openen.
Ja, dat wiet de oolijkerd Daens.
Eu om die altijd aangroeiende ontevre
denheid onzer burgerij trachten te keer
te gaan, heeft hij besloten iu de Kamer
en in zijn gazet, die belachelijkste der
comediënte spelen.
Hij geelt zich voor als vijand der coöpe
ratieven die de neeringdoende burgerij
tot oudergang doemen en terwijl hij dan
die klucht speelt, sticht hij met gausch
den slam van Chipka allerhande bazars
om de stisldooude menschen, ouder voor
wendsel van democratie, het gras van
onder de voeten te maaien.
En die oolijkerd beeldt zich in dat de
menschen zich nog door zulke domme
streken zullen laten beetnemen 1...
Gij hebt, in 1894, het volk kunnen mis
leiden, kerel, maar sedertdien heeft men
ti leeren kennen Uwe belofte daar
bekofamert gij u meê gelijk de gans om
eene regenvlaag. Al wat gij beloert, is de
trok van 4000 ballekens en de plezier
reisjes in le klas te behouden en; voor
uwen stam, de herstelling van den ver
vlogen welstanden dat alles onder
schijn van volksliefde
Maar 't zal u niet baten, Chipkaman-
ueu, uwe knepen zijn gekend en al uwe
laster tegeu ons zal niet beletten dat wij
het laatste brokje van uw schijnheilig
masker zullen afrukken 1
toon, uit vrees, dat zij de voorkeur geven bij
mij te blijvei in plaats van van hun geld te
scheiden.
Na deze voor de gevangovon weinig bemoe
digende toespraak, riep li ij Argos en beval
hem, de heeren naar hun appartement te
geleiden.
Iu het meest verwijderde gedeelte van hot
hol bevond zich de cel voor do gevangenen
bestemd, die slechts uit eene, door balken en
plankeu afgesloten rotsspleet bestonden. In
deze afsluiting was eene deur, van een sterk
slot voorzien. Eeu paar ronde gaten veroor
loofden de lucht slechts karig naar biunen
te dringen. Behalve twee ruw getimmerde
houten stoelen en een paar schaapsvachten
had de cel hoegenaamd geene meubels.
De muren waren met schimmel overdekt en
het was er zeer vochtig.
Charles Bertin rilde onwillekeurig, terwijl
hij zich op eenen stoel nederzette en mismoe
dig rondkeek.
Gij, zegde de struikroover in (leekt
Fransch tot Philippe, gij moet huiten slapen,
voor de deur vau uwe meesters. Deze heeren
kunnen 's nachts op de huiden uitrusten en
over dag kuuuen zij zich in de huiteugrot
bezig houden.
Maar 't is afschuwelijk hier riep de
graaf Beaucourt met heftigheid, ik zou «lij
nen hond hier niet willen huisvesten.
when f Ge kent allen
de geschiedenis
van 't omgekochte wijf.
Op 8 December 1894, dus
daags voor de ballotteering
werd in ons Arrondissement
bij duizend exemplaren een
lasterend schrift verspreid
in 't welk de katholieken
beschuldigd worden van ten
opzichte van priester Daens
het grootste schelmstuk te hebbeu willen
plegen die ieverst is begaan geweest.
Eene vroow souden de katholieken heb
ben willen omkoopen, zij hébben haar
duizend franken willen geven kon tij
priester Daens in schande brengen.
Die zoo eerlooze lasterende beschul
diging is door priester Daens uitgevonden
geworden
't Is hij die het lasterend smaadschrift
deed letterzetten te Aalst, op de Verkons-
merkt
't Is bij dio den 7 December 1891, om
11 uren des avonds de proef verbeterde
en dan bij 't drukken op de pers van
Chipka tegenwoordig was
t Is hij die ten Bureele van politie te
Aalst de verdediging ging nemen der ver
spreiders van zijn eerloos en lasterend
factum en eischte dat men het, uit kracht
der vrijheid van de drukpers, iu volle
vrijheid moest laten ronddeelen 1...
Geachte Menschen. als men het boven
staande eens goed overweegt, moet men
zich dan niet afvragen of priester Daens,
niet in staat zou kunnen zijn van nog
meer andere eerlooze snoodheden en
lasterlijke beschuldigingen tejeo de ka
tholieken to verspreiden Daarom dus
opgepast
Geachte Menschen, moet men dan ook
verwonderd zijn dat priester Daens, in
zijne organen, Z. H. Mgr. Stillemans,
dorst voorstellen als oenen anderen
Caïphas, den ourechtveerdigen, meineedi-
gen rechter, en zijn eigen persoon aan
Jesus-Christus, ouzen Zaligmaker, verge
lijken
O hoogmoed 1 O baatzucht hoe vele
hebt gij er doen afdwalen 1...
Ik begrijp, dat dit appartement u niet
erg bevalt, lachte Argos spottend maar het
hangt van u af, hier zoo kort mogelijk te
verblijven.
I I
Dl BESLISSENDE DAG.
De lotgevallen van graaf Alfrod Beaucourt
i zijne gezellen, maakten veel opipraak,
niet alleen te Athene, maar ook in Frankrijk.
In de hoofdstad van Griekenland aangeko
men, had kapitein Letilleux onmiddelijk de
noodige stappen bij de bevoegde overheid ge
daan, vervolgens had bij aan den baron Ber
tin geschreven om dezen ken a is te geven van
hetgeen zijnen «oon en diens vriend was over
komen.
Het Grieksch gouvernement had dadelijk
de kruchtdadigste maatregelen genomen
uoord en zuid, oost- en westwaarts waren
troepen gezonden, die velden en wegen door
kruisten, valleien, bergen en bosschen, tus
schen Athene en Korinthe gelegen doorzoch
ten maar men ontdekte niet het minsts
spoor der bandieten.
Drie weken waren voorbij gegaan sedert
Alfred Beaucourt en Charles Berlin in handen
der Grieksche struikroovers waren de nood
lottige termijn naderde dus zijn einde.
(WORDT VOORTGEZET).