Donderdag 9 Juni 1898.5 centiemen per nummer. 538te Jaar 3269
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
GELIJK HEIDSFEEST
VERLOREN EER
OPVOEDING.
De mensch en zijne vijanden.
Provinciale kiezingen.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Guique euum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnissen cp
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 8 Juni 1898.
XE BRUSSEL
ZONDAG 26 JUNI 1898.
O
Volksvergadering en Feestmaal
tot viering
van de verworven Taaigelijkheid.
VLAMINGEN!
Toen gij, den 28en Februari 1897, in
de hoofdstad met duizenden vergaderd,
recht eischtet voor uwe taal, beleefde
Vlaanderen een treurigen tijd.
Plechtig was het schouwspel door u dan
opgeleverd hand in hand, eenparig en
zonder onderscheid van gezindheid ron
dom de bedreigde Vlaamsche vlag ge
schaard, zoo zwoert gij GELIJKHEID te
zullen verwerven eu GELIJKHEID hebt
gy verworven.
Thans is de treurige tijd voorbij en de
toekomst van ons volk gered, want in
Belgie zijn er geen Belgen meer
van tweede klas.
En daarom roept de "VTiAAMSCHE
VOLKSRAAD, die, buiten allen par
tijgeest gesticht, ook buiten allen partij
geest werkzaam blijft, de Vlamingen weêr
naar de hoofdstad op, ditmaal om te
jubelen en te juichen.
VLAMINGEN
Weest immer de gulden leus van Prü-
dens van Duyse indachtig De Taal is
gansch het volk.
Herinnert u wat Hendrik Conscionce
zijn leven lang bevestigde Wie zijne
Taal bemint, bemint zijn Vader
land.
Heft steeds den bemoedigden strijd
kreet aan van Ledeganck en Benoit
Wij wilden wat was recht
En wonnen wat wij wilden.
Ja, wilskracht en volharding deden
voorrecht en onrecht te niet.
Gij allen dus die het wel meent met
taal en volk, met taalrecht en volksrecht;
gij allen die u over de zoolang ontbeerde,
zoo halsstarrig nagestreefde, nu eindelijk
veroverde Taalgelijkheid verblijdt
gij allen die deze voor België heil
zame GELIJKHEID u door niemand
ooit zult laten ontrukken, begeeft u
op Zondag 26 Juni e. k. naar Brussel,
om onze heugelijke zegepraal, met de
Gelijkheidswet behaald,
en feestelijk te vieren.
een verhaal naar het hoogduitsob.
7* VKRVOLG.
VLAMINGEN
Komt op 1 Laat de broederlijke hand
druk van den 28cn Februari 1897 nog eens
worden gegeven den 26c" Juni 1898 en
het machtig wachtwoord GELIJKHEID
uit ons aller mond weerklinken, luider
dan ooit.
Namens den Vlaamschen Volksraad
Bon db Mabre van Arrtrycke, voorzitter
J. I. DE BeUCKBR,
F. Rein hard, d. d. griffier.
ONDERRICHTINGEN:
Volksvergadering, 's voormiddags,
te 11 uur, in den Lyrischen Schouw
burg, Marktplaats (bij de Noordstatie).
Feestmaal, 's namiddags, te 3 uur,
in de groote feestzaal van het Nieuw Hof
van Brussel, Fontainasplaats.
Wie op het Feestmaal wcnscht in te
schrijveu, wordt vriendelijk verzocht do
Inrichtingscommissie van het Gelijk-
heidsfeest, Oude Beurs19, Brussel,
daarvan vóór 19 Juni te verwittigen.
Inschrijvingsprijs 5 frank (*/t flesch
wijn en een sierlijk portret van de Vaders
der Gelijkheidswet inbegrepen).
De Vaders der Gelijkheidswet
Minister Begeretn, Juliaan de Vriendt,
Edward Coremans, van Cauwenbergh
Karei van Vreckem, alsook de andere
onderteekenaars en verdedigers der nieu
we taalwet in Kamer en Senaatnemen
aan het Feestmaal deel.
De mensch noemt zich de meester der
schepping, daar hij, onder andere, heer
schappij over vele dieren verkregen heeft,
en deze tot zijn nut eu vermaak laat die
nen. Dit recht heeft hij, een recht, dat
echter ook zijne grenzen heeft. Wie aan
neemt, dat elke handeling tegenover het
dier toegelaten is, komt er weldra ook
toe de menscheu met dezelfde maat te
meten, voor zooveel hij de handen van
't gerecht kan ontgaan.
Het medelyden voor de dieren moet in
het hert gelegd worden van den stond af
dat het kind gedachten opdoet. Deernis
met menschen ligt veelal buiten het be
reik van het teerder brein. Begin met
het eerste, wilt gij het tweede bekomen.
Wie dit machtig hulpmiddel voor de
opvoedig verwaarloost, heeft het recht
niet over de ruw- en ongevoeligheid der
jeugd te klagen.
En toch handelt men iu 't algemeen, of
men alle teerderlieid in de jonge herteu
wilde dooden. Nog kan de kleine zijne
schreden niet richten, of men schenkt
hem het een of ander weerloos dier, dat
weldra als tijdverblijf op alle manieren
In hunne oogen, ja. Wellicht zullen hun
nog eenmaal de oogen opengaan, zoodat zij
inzien hoezeer zij gedwaald hebben, maar eer
dat geschiedt zal er nog menige druppel wa
ter door de molenbeek wegvloeien.
Willem zag den ouden man ontroerd aan,
die op zijn staf geleund in den purperkleuri-
gen gloed van het avondrood staarde.
Gij zult tot de ervaring komen, ging hij
voort, en ook Dora zal het inzien, dat zij n
bedrogen heeft. De schijn bedriegt dikwijls
en zoo hij ooit bedroog, dan bedriegt hij bij
dezen man.
Hij floot zijn hond, nam wat aarde op zijn
vork en slingerde ze over do kudde.
Ib hij niet zoo rijk als men
looft vraagde Willem gespann
Hij is het geweest, antwoordde de her
der bedaard eu met overtuiging van een man
die van zijne zaak zeker is. Zijn vader heeft
hem een schoon vermogen nagelaten indien
hij er goed gebruik van had weten te maken
dan kon hij heden de rijkste man op tien mij
len in den omtrek zijn. Hij heeft het gewild,
hij wilde rijk worden, maar hy wist het niet
gemarteld wordt. En hoe prettig vinden
de huisgenooten het, als net diertje bij
ooren, pootofsteert genomen wordt, ruw
vastgegrepen, op den grond geslingerd,
haar of pluimen uitgerukt.
Heelt het kiud zich bezeerd, dan slaat
en schupt men op het zoogezegde schul
dige voorwerp, en onder de oogen van
den kleinen vilt men den levendigeu
paling, doodt men de duiven, enz... Zoo
print men in het jeugdige gemoed de ge
dachten, dat er een onmetelijke afstand
bestaat tusschen zijn lijden en dat van
een dier; later echter zal hij zijnen even-
mensch nevens het dier plaatsen.
De lieve moeder valt schier in onmacht
als haar bengel uit den neus bloedt, docb
ze schenkt hem den meikever, die rond-
snort tot de dood komt; ze laat haar kind
de gevangen muis mishandeleu of levend
verbranden de jonge honden en katten
gaan verdrinken enz., euz. Wat niet be
let dat ze later uitroept
Ik weet niet waar hy zoo iets geleerd
heeft
Wilt ge dat uw kind zacht en zoet zij
Dat zijne opvoeding dan steuue op
bermhertigheid eu medelijden.
De mensch heeft vijanden. Zij omrin
gen hem, zij vallen hem aan en outel-
baar wordt het getal der slachtoffers
ervan.
Als ik spreek van vijandeu, 'k en be-
diede hier niet die inwendige vijanden
van den mensch, die elkeen dus ontmoet
en waardoor zoo vele in 't verderf gestort
zijnl dedriften en slechte begeerlijkheden.
'k En bedoelde hier ook niet die be
dekte vijanden waaraan de mensch hem
vrijlijk overlevert De alcool eu drank
die verstaud en hert verdrogen. De her-
hergen die de familiegeest en den gods
dienst uitdooven die schandalige nacht
vergaderingen en danspartye», waarin
geld en goed, eer en deugd, gezondheid
en blijdschap te kwiste g3at.
Maar ik spreek van die opene vijandeu
die op den den zelfden grond staan als
wij, leven nevens ons, spreken met ons,
die ons aanvallen en wiert slagen wij ge
voelen.
De mensch is een groot wezon hij
bezit vier kostelijke begaafdheden. 1. De
vrijheid, de uitmunteudstu van allen,
deze die ons dierbaarst is, onze groot
heid, ons geluk, ous leven. 2. Het ver
stand en 't gevoelen die ons laten zorgen
voor die vrijheid en ervan doet genieten.
3. Do kracht van voortbrengst die ons de
keure geelt te bezitten en eigendom te
bekomen, de waarborg der vrijheid en
't bolwerk ervan. 4. De godsdienst en
't dierbaar christen geloof die ons toont
goed aan te leggen. Hij heeft gespokoleerd en
is den joden in handen gevallen niemand
weet wanneer het einde komen zal, maar het
zal komen, doch het zal een einde met ver
schrikking zijn. Wilt gij een betere wraak
Laat hem aan zijn lot over en denk dat twee
gezonde armen en een ernstige wil beter zijn
dan glinsterende schijn de bedelzak blijft
toch een bedelzak, al is hij ook verguld
Weet gij dat alles zoo zeker
Ik heb gezonde oogen en wat ik daar-
meo zien wil, dat zie ik ook.
- Dan hadt gij Dora moeten waarschu
wen
Om mij de geheele bende op den hals te
jagen Wat men niet bewijzen kan, moet men
niet luide uitspreken, het ia de kuil waarin
i zelf neerstort Met het meisje heb ik
medelyden, maar waarom iB zij niet stand
vastig gebleven Ik weet wel dat die oude
wijven haar zoo lang aan het hoofd gemaald
hebben, tot zij ja zegde, maar waarom heeft
zij dit gedaan Zij bemint den mulder niet.
zij heeft het mij geklaagd, des te erger voor
haar in armoede aan een man geketend te
zijn dien men niet lief heeft, is de hel op
aarde. Laat de dingen haren loop, Willem,
wat geschieden moet geschiedt, gij kant ei
niets aan veranderen. Wilt gij Dora waar
schuwen, dan zal men zeggen dat het cene
armzulige lastering is, die gij nitgedacht hebt;
wilt gij wraak op hem nemen, dan zetten
de prijs van 't goed gebruik dier vrijheid,
den Hemel. De godsdienst onze hoop en
troost.
Dat zijn vier gaven die de mensch groot
makon, edel en gelukkig.
Hewel er zijn er die deze gaven benij
den. Vijanden zijn er die al die goederen
willen rooven. Vrijheidgevoelen,eigen
dom en godsdienst. Vijanden zijn er die
willen en alle mogelijke pogingen doen,
om van dat groot en verheven wezen, een
verachtelijk schepsel te maken gebonden
in slavernij, vaarwel zeggende aan hert
en reden, levende met hetgeen hem da
gelijks toegesmeten is gelijk de hond aan
de keten en tot overmate van ongeluk en
vernedering, beroofd van de hoop. Ja van
de hoop. Ja, van 't gedacht zelve vaij zyn
roemrijk en heerlijk leTen in der eeuwig
heid.
Die vijanden zijn de socialisten die in
het collectivismus alle vrijheid willen
aan den hand leggen, die in de vrije liefde
of heter in de onbeperkte drift alle reden
en gevoelen willen versmachten; in de
gemeendom allen eigendom versmelten en
alle waarborg van vrijheid; en in de on
godsdienstigheid alle chrisien gevoelens
eu gedacht willen uitdooven.
Dat zijn onze vijanden. Deze moeten
wij'bestrijden, indien wij niet rijpen voor
laagheid en slavernij
In ons Arrondissement van Aalst heb
ben er Zondag 11 in twee Cantons kiezin
gen plaats gehad.
In 't Canton van Ninovo tor ver
vanging van M. H, Sonek, overleden.
Er waren drij lijsten en ziehier den
uitslag
Catholieken. MM. Rollier Jan,
advocaat te Denderleeuw, effectief lid,
5025 stemmen
De Cooman, plaatsvervangend lid,
4842 stemmen.
M. Van Langenhaecke Jan, 683 stem.
Smid Lambrecht, socialist, 2985 stem.
De Roelanders ofte groene socialisten
zyn dus deerlijk geklopt geworden.
In 't Canton van Sottegem ter
vervauging van MM. 1° Mussely, over
leden en 2° Eugeen de Kerchove, Sena-
teur gekozen.
Uitslag. Catholieken
Effectieve leden MM. Baert, 4119
stemmen, De Beer, 4305 stemmen.
Plaatsvervangende leden MM. Bouc-
kaert, 4025 stemmen, C. Goossens3935
stemmen.
Liberalen. Effectieve leden MM.
Cantaert F., 1174 stemmen, Fredericx.
1494 stemmen.
u weêr in de gevangenis en uw leven is dan
nog slechts een wandeling tusschen de heir
baan en het tuchthuis. Vergeet uwe Bchoone
droomen, en neem het leven gelijk het zich u
aanbiedt, men kan ook zonder vronw geluk
kig zijn, wanneer men slechts tevreden is en
niet meer wenscht dun men heeft. Ik ben
altijd alleen geweest, mijne ouders heb ik
niet gekend, broeders of zuster heb ik niet
gehad, vrienden sloten zich niet bij mij aan,
eeue vrouw nam ik niet, dewijl ik haar
niet onderhouden kon. Zoo ging ik alleen
door het leven en ik heb mij nooit ongelukkig
gevoeld.
- Gij hebt ook nooit bemind
- Wat weet gij daarvan Ik heb bemind
gelijk slechts een menschenhart beminnen
kan, wanneer liet in de lente des levens zich
in den zonneschiju verlustigt, maar ik heb
ook knnnen missen, toen ik zag dat er niets
van komen kon Dat moet eenieder kunnen,
geloof mijzoo spoedig breekt een menschen
hart niet, gelijk de liên ons willen wijs ma
ken, welke die schoone verzen schrijven. Ik
heb veel gelezen en daardoor veel geleerd, een
goed boek heeft mij in menig droevig nur
getroost, en ik zegen er nog heden teu dag<
den schoolmeester voor, dat hij het my ge
leerd heeft. Gaat gij mee
Waarheen
Naar hot dorp. Do avond valt, de nacht
is niemands vriend In den nacht komen de
duistere gedachten, die gezellen der hel, die
met den goeden engel in het binnenste des
menschen strijden.
Willem sloeg voor den ernstigen blik van
don ouden man de oogen neêr, het was hem
f deze blik tot in de verborgendste schuil
hoeken zijner ziel doordrong,
- Gij voert iets slechts in uw schild, sprak
de schaapherder waarschuwend. Pas op, dat
i goede engel niet overwonnen worde.
Ik heb volstrekt geen boos opzet in den
zin, antwoordde Willem, maar wanneer ik
wraak denk te nemen, dau kan dit toch nie
mand verwonderen.
De wraak zal u vernietigen, niet den-
gene dien ze treffen zou.
Laat mij daarvoor maar zorgen
Do oude man groep den opgewonden jong
man bij den arm en zag hem verwijtend aau.
En al kondet gij hem vernietigen, zou-
det gij toch met hem ook n zeiven iu het ver
derf storten, sprak hij met nadruk. Welk nut
trekt Dora daaruit Laat hem aau zijn lot
over, daarboven zetelt een Rechter, die enkel
schuld optoekent en goene enkele ongestraft
laat. Gaat mede, wy willen samen iu het dorp
een glas bier drinken.
Ik mag niet drinken, antwoordde Wil
lem toornig, indien ik het deed zon ik razen
als een wild dier. O, welk een smaad Mij te
dreigen de honden op mij te zullen loslaten
wanneer ik mij op zyn erf liet zien 1 Zou ik
Plaatsvervangende leden MM. Can
taert 1168 stemmen, Dooreman 1217
stemmen.
De liberalen worden hier verpletterd
om nooit meor op te staan. De liberale
heeren hadden iets verhoopt maar 't is
mis gepierd I
De algemeeno uitslag der provinciale
kiczingen in gauscb 't Land is uitmua-
tend voor onze catholieke Partij.'In al de
provincieraden waar de catholieken in
meerderheid zijn, blijven zij dien toe
stand behouden zelfs in eenige provin
ciën zijn de catholieke meerderheden, of
minderheden versterkt. De ware toestand
zal slechts na de talrijke ballotteeringen
van Zondag aanstaande kunnen vastge-
teld worden.
De provincie Antwerpen had kiezing
voor 37 zetels, waarvan 14 bezet door
catholiekon en 23 door liberalen 11
catholieken zijn gekozen en voor 26 zetels
is er ballotteering.
De provincie Brabant had kiezing
vooor 44 zetels, waarvau 22 bezet door
catholieken, 20 door liberalen en 2 door
socialisten. Zijn gekozen 12 catholieken,
5 liberalen eu 2 socialisten 25 komen
in ballotteering.
De provincie West-Vlaanderen had
kiezing voor 12 zetels, waarvau 11 bezet
door catholieken en 1 door liberalen
zijn gekozen 9 catholieken en 1 liberaal
en 2 ballottoeringen.
In de provincie Oost-Vlaanderen
was er strijd voor 36 zetels, waarvan 22
bezet door catholieken en 14 door libera
len gekozen 16 catholickdn, 2 liberalen,
ballotteering voor 18 zetels.
In de provincie Henegauw strijd voor
48 zetels, waarvan 14 katholieke, 27 libe
rale en 7 socialistische. Gekozen 15 catho
lieken, 16 liberalen en 10 socialisten
7 ballotteeringen.
In de provincie Luik stryd voor 42
zetels, waarvan 14 catholieke, 4 liberale
cn 24 socialistischo gekozen 9 catho
lieken, 2 liberalen en 2 socialisten 30
ballotteeringen.
Iu Limburg, op 13 aftredende catho
lieken, 10 herkozen 3 ballotteeringen.
In Luxemburg strijd voor 19 zetelz,
waarvan 14 catholieke en 5 liberale
jekozen 12 catholieken en 3 liberalen 4
jallotteeriugeu.
In Namen strijd voor 31 zetels, waar
van 29 catholieke en 2 liberale gekozen
22 catholieken 9 ballotteeringen.
In 't geheel is er ballotteering voor
194 zetels, waarvan 23 te Antwerpen, 19
te Gent, 14 te Luik, 23 te Brussel en
voorsteden, 9 te Namen en de rest in
kleinere plaatsen.
ook dat bedaard en geduldig verdragen Ik
kau het niet, zoo diep kan ik mij uiet verne
deren Zij stond er bij toen hij mij dit toe
voegde en de rijzweep tegen mij ophief.
Gij hebt hem dus reeds ontmoet vraag
de de herder bedenkelijk het grijze hoofd
schuddende. Waarom gingt gij hem niet uit
den weg
Waarom deed hij het niet
Wees niet zoo opvliegend, de blinde
drift heeft reeds zoo menig mensch in het
ongeluk gestort Gaat met my mede
Neen, dat kan ik nog niet, zegde de
jongman, maar ik zal komen zoodra het niet
r zoo geweldig in mij stormt. Ga, ik kom
straks, in de herberg zien wij elkander weêr
Nog eenmaal zag de herder hem ernstig
en waarschuwend aan, daarop floot hy zijn
houd, die de koude bijeen dreef.
Wanneer de duistere gezellen komen,
bid dan God, dat Ilij u een engel zonde in den
strijd met den bekoorder, sprak bij, den
wijsvinger waarschuwend opheffende luister
naar den raad van een oud man, die veel
ondervonden heeft en nw welzijn beoogt I
llij stapte uan de spits zijner kudde lang
zaam voort, met de vork op den schouder en
het grijze hoofd omgeven door den purperen
schijn der ondergaande zon.
(WORDT VOORTGEZET.)