Mijnheer de Minister Reeds meermaals heb ik mij tegenover TT in deze moeilijke omstandigheid bevonden uwe ge- zondheid te moeten voorstellen. Ditmaal nog zal ik de vergadering verzoeken onze familiebetrek- kingen te vergeten om in mij slechts den Voor- zitter der Maatschappij van Vogelteelt van het Land van Aalst te zien die de groote eer heeft te drinken op de welvaart van den Minister van Laildbouw. Mijn eerste woord zal dan een woord van dank zijn voor U, M* de Minister, die door uwe tegen- woordigheid heden een kostbare steun geel't aan onze Maatschappij. Die steun is zooveel te meer kostbaar daar wy niets zouden kunnen doen zonder uwe medewer- king noch deze der hooge ambtenaars van ons Ministerie die U vergezellen en sedert zoovele jaren met U de opbeuring van onzen landbouw bewerken.» Gij hebt verstaan, Mr de Minister, dat in een Arrondissement gelijk 't onze, waar de eigendom zoo verdeeld is, men zich moest bemoeien met dit volksgezind gedacht De opbeuring van den klei- nen landbouwer. Voorwaar de stal is voor den grooten landbou- wer een der bijzonderste bronnen van welvaart, en gij begrijpt het zoo goed dat gy onverpoosd werkt tot de zuivering en de verbetering onzer inlandsche veerassen. Gy zijt de stichter der Veekweeksyndicaten en de Landbouwprijskamp dien al do bezoekers van Tervueren verleden jaar bewonderd hebben, geelt een bewijs van hetgeen verricht is geworden voor den veekweek. Hij is tevens eene groote aanmoe- diging en de belooning uwer loffelijke pogingen geweest. Maar men moet ook de kleine landbouwers helpen wier hoenderhof de voornaamste opbrengst zou worden indien de kweek van pluimgedierte op o hunne hoeve min verwaarloosd ware. Om dit doel te bereiken, moeten wij den landbou- wer overtuigen dat hij van zijn hoenderhof een grooter voordeel zal bekomen dan heden, indien hij ons goede Belgische pluimgedierte verbetert met het te kweeken, uit te kiezen en in zijne grootste zui- verheid van ras te bewaren. 't Is met den kweek onzer rassen te bevoordeeli- gen, talrijke kampstrijden in te richten, voordrachten te houden, de beste methoden van kweek aan te leeren en premiën te gunnen aan de landbouwers wier hoenderhoven best gehouden zijn, dat wy dit doel zullen bereiken. »'t Is om die talrijke vraagstukken op te lossen dat wij de Vogel teelt-Maatschappij van 't Land van Aalst hebben gesticht. Onder de 255 tentoonstellers welke in 't programma der prijsdeeling vernield zijn, tellen wij meer dan 125 landbouwers, pachters, kweekers, welke ons. de voortbrengselen van hun hoenderhof zendende, aldus bewijzen dat zij zich op de hoogte onzer werk- zaamheden willen brengen. Ik hoop, M. de Minister, dat uw bezoek aan onze tentoonstelling U zal voldaan hebben. Wij hebben de pretensie niet te denken dat wij het maximum der uitslagen welke men van de verbetering van 't pluimgedierte verwacht, hebben bereikt, doch wij zullen U bewijzen in de toekomst dat de liefhebbers van 't Land van Aalst altijd vooruitgaan en nooit zullen achteruitwijken, in eenen volgenden wedstrijd zult gy onzen vooruit- gang kunnen waaarnemen'. Wij denken nochtans dat onze wedstrijd waar- dig is van deze die in andere gedeelten van het land zijn ingericht geweest. Ons welgelukken is U grootendeels te danken, Heer Minister, die ons zoo krachtig hebt geholpen. (Langdurige toejuichingen). Ik voeg bij Uwen naam de namen van den hoog- geachten Heer Staatsminister ^oeste en zijner col- legas der afvaardiging van 't Arrondissement Aalst in Senaat en Kamer, die door hunne tegenwoor- digheid dit feest hebben willen vereeren. (Nieuwe i toeiuichingen.) Ik druk ook mijne dankbetuiging over het wel- gelukken onzer tentoonstelling aan het Gemeente- bestuur van Aalst, wiens vertegenwoordigers ik gelukkig ben aan onze tafels te groeten. Het zij mij toegelaten, Mynheer de Burgemeester van Aalst, Mijnheeren de Schepenen, hier de tolk te zyn der gevoelens die de Leden mijner Maat- schappij bezielen om U onze innige dankbaarheid te betoonen voor de zoo verkleefde en zoo milde behulpzaamheid welke gij ons hebt toegestaan. (Algemeene toejuichingen.) Het is gelukkig en fier, dat ik het voorstel doe uwe bekers te heffen om te bedanken al degene die aan de eerste tentoonstelling van pluimgedierte van Aalst hunne medewerking hebben verleend en bijzonder aan den afgevaardigde des Staatsbestuurs die hier alle vakken van den Landbouw verte- genwoordigt aan Minister De Bruyn (Ovatie). Het ware ons onmogelijk welsprekend een volle dig gedacht te geven, van het antwoord van Mi nister De Bruyn die de voordeelen eener verbete ring onzer inlandsche rassen inerkweerdig heeft doen uitschijnen bijzonder voor het pluimgedierte. Her haaldelijk werd zijne redevoering door de toejui chingen der leden onderbroken. Vergeten wij echter niet te herinneren dat M. De Bruyn eene bijzondere en welverdiende hulde ge bracht lieeft aan de Heeren Apotheker Callebaut en Van der Snickt, wier verdiensten hij hoopt weldra te mogen beloonen. M. Burgemeester Gheeraerdts bedankte op zijne beurt M. Ridder Schellekens voor de hulde die hij gebracht heeft aan het Gemeentebestuur van Aalst Dit Gemeentebestuur is altyd bereid alle onderne- mingeii te bevorderen van aard om den bloei van onze duurbare Stad en de welvaart van onze duur- bare Aalstenaars te bevorderen. Iedereen weze er van overtuigd (Toejuichingen.) En dit geldt bovenal wanneer wy met sympathieke inrichters even als den achtbaren en verdienstelij- ken Voorzitter dezer Maatschappij en zijne mede- helpers tc handelen hebben. In naam van "t Gemeen- tebestuur zeg ik hun dank, en drink ik op hunne toekomstige goede uitslagen. «(Toejuichingen). Lang nog na die hartelijke en veelbeteekenende toasten, blijft men verbroederen rond de gezellige tafel, tot spijt van die 't benijdt. Het dient echter niet onaangemerkt te blijven dat zekere nieuwbakkene liberale Aalstenaars, groote partijgangers der E. V. en der versmelting van de liberale met de donchistische en socialistische par tijen, geweigerd hadden deel te nemen aan de tentoonstelling en het banket.... omdat de katholieke Overheden Minister De Bruyn, onze Senators en Volksvertegenwoordigers en ons Schepencollegie er waren toe uitgenoodigd Hoe verstandig toch en hoe luimig dat die groote advocaten der E. V. welker naam zy altijd in den mond hebben, zelfs wanneer men hun aanraadt hun nen bek gesloten te houden, in praktijk de E. V. en de bevrediging zelfs in zake vanpluimge dierte bekampen 't Politiek in de verbetering van 't pluimgedierte mengelen Daarom moet men waarachtig van Sottegem komen, en van kindsbeen af de ganzen- kweek hebben aangeleerd Maar hola 1 Mijnlieerkes, de burgerij van Aalst is geen ganzentroep die men met oenen hond en eenen stok op drijft en dit zult gij misschien wel eens leeren ten uwen koste Indien wij deze belachelijke uitzonderingen van kant laten, zijn wij gelukkig eene welgemeende hulde te brengen aan zoovele leden der liberale burgery onzer Stad die dezer dagen getoond hebben dat de geest van wijde en broederlijke toegevendheid en welvoeglijkheid der oude Vlamingen hun steeds met hunne catholieke stadsgenoten van Aalst gemeen blijft Bijvoegsel aan DEN DENDERBODE van Zondag 27 November 1898. Aalst, G. Van de Putte-Goossens.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1898 | | pagina 5