Zondag 19 Februari 1899
3 centiemen per nummer.
348te Jaar 3341.
Tegen de razernij.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 'I Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Voor den ouden dag.
De Moordenaar?
w
Landbouw.
IN 'T RECHT
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
tn in alle Postkantoren des Land.
Cuique suum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 18 Februari 1899.
Onze verdienstrijke briefwisselaar is
op zijne stelling terug gekomen. Na ken
nis genomen te hebben van den brief ons
gestuurd door het beheer der lijfrentkas-
sen waarin zoo klaar en duidelijk wierd
gezegd dat een en zelfde pet-soon lid
mocht zijn van verschillige spaarbonden
en deelachtig tvordcn telkenmale aan de
gunsten door den Staat toegestaanheeft
hij op zijne beurt ceno vraag om inlich
tingen naar Brussel gezonden en vandaar
het volgende antwoord ontvangen.
Wij vertalen het letterlijk; wij beoogen
alleen dat onze lezers klaar zien iu de
zaak:
Mr. Als antwoord op uwen brief van
28 jan. 11. heb ik de eer u te laten weten
dat, in geval een persoou lid is van ver
schillende spaarbondeD, de algemeeoe
kas het afleveren toelaat van TWEE
spaarboekjes door bijzondere vergunning
voor ieder geval.
Gcene jacht op het toestaan van aan
moedigingsgelden is uit dien hoofde te
vreezeu, want de drager van een lijfrcnt-
boekje, die in het geval is, kan geen
tweemaal deelnemen aan de toelage door
den Staat toegestaan. Aanveerd enz.
Zoo luidt het verkregen antwoord. Uit
dien brief vloeit dus klaar en duidelijk
voort dat een en zelfde persoon aan de
Staats- en Froviticicloelagen geen twee
maal deel kan nemen.
Op voldoening van eigenliefde komt
het bij ons, schrijvers van Dendcrbode en
briefwisselaars, niet aan. Wij zullen ech
ter betreuren dat men niet beter in do
bureelen van dc lijfrentkas op de hoogte
is der wetsbepalingou nopens hun vak.
Op vier maanden tijd nu wit dau zwart
zeggeu op eeno vraag van belaug, is wat
sterk van wege eene Maatschappij die
geroepen is op onze dagen eene door
wegende rol te spelen.
Dat betreuren wij en roepen er de aan
dacht op in van wien het behoort. Het is
de lijfrentkas niet welke hare briefwisse
laars in dwaling zou mogen brengen lijk
het hier gebeurd is.
De zaak schijnt ons alles behalve klaar.
De kas laat toe, zegt men dat er twee
boekjes worden afgegeven
Waartoe dient dat Waarom lid wor
den van twee spaarbonden als men toch
maar in eenen van de Staatsgunsten kan
deelachtig worden
Waarom op twee boekjes storten
Dat alles heeft geene reden, tochgeene
afdoendo.
Men zegt verder dal er geene jacht
zal kunnen gemaakt worden op de Staats-
toelagen. Welke maatregelen zal men
nemen of heeft men genomen om het te
beletten, vermits een persoon twee boek
jes hebben mag
Wij willen op dit thema niet voortgaan
vermits wij alleen vraagpunten kunnen
stellen.
WIE IS
NAAR HET HOOGDUITSCH
van
EDUARD WAGNER.
YV ij maken nog van de gelegenheid ge
bruik om onze vrienden aan te zetten lid
te worden eenor lijfrentkas.
In do onstuimige dagen der jeugd denkt
men te weinig op den ouden dag. En
nochtans hoe gelunkig zal men later niet
zijn onzen goeden raad gevolgd te hebben,
wanneer de tijd van oogsten zal gekomen
zijn.
Vraag aan vele ouderlingen hoe bitter
het brood is dat zij, zelf.s bij hunne hin
ders, eten moeten. Hadden zij slechts
een pensioentje van 200 fr. 's jaars hoe
rustig en gelukkig zou-leu zij huune laat
ste dagen met doorbrengen kunnen I Geen
bitter woord zouden zij verplicht ziju op
te kroppen; integendeel zij zomleu ver-
cerd wqrdeu en welgekomen ziju waar zij
binnentreden.
Wij hebben teveel pijnlijke tooneelen
van dien aard nagegaau, onder deoogen
gehad om niet to kuunen beseffen hoe
gelukkig eeu oude dag zijn kau als hij
onafhankelijk is.
Vau hen die gedwongeu het brood van
den vreemde te eieu, willen wij niet ge
wagen men weet met hoe bitter het is
heeft een grootc dichter gezegd.
Daarom lezers, zorgt voor den ouden
dag. In de goede dagou, trekt iels vau
uwe vermaken af met het gedacht ze
later terug te viudeu. Zij zullen u dan te
beter smaken.
Gij, ouders, leert uwe kinders den weg
der spaarzaamheid met ze vroeg, zoo
vroeg mogelijk in te lijven bij eene er
kende spaarkas, leert hun donken op de
toekomst en gij zult hun vele rampen en
aan u veel droefheid misschien spareu.
Als geneesmiddel, raden wij den vol
genden geneesdrank aan
Lauw water 3 liters
Honig 300 grammen
Dubbele wijnsteenzure potasch 60 gr.
Alhoewel dit geneesmiddel, kort na het
optreden van den buikloop aangewend in
't algemeen de genezing voor gevolg
liebbe, raden wij nochtans nog aan, in
dien het.mogelijk is, den veearts zonder
uitstel te raadplegen.
L. Van den Berck
landbouw-ingenieur.
Buikloop en lamheid bij jonge
Kalveren.
De buikloop bij jonge kalveren 't zij hij
met of zonder verlamming optreedt, heeft
dikwijls de dood voor gevolg bijzonder
indien deze ontsteltenis met op tijd wordt
bestreden.
Deze ziekte kan verschillende oorzaken
hebben: Meestal, is zij te wijten aan ver
koudheid, verzuurdo melk, overlasting
van den^ maag, bedorven of verkeerd
voedsel. Zij hoeft ook dikwijls als oorzaak
ccnc verandering van voedsel bij de koe,
zooals b. v. plotselinge overgang van
droog voeder op groen voeder.
Doch in zekere gevallen ook, bijzonder
bij zeer jonge kalveren, kan de buikloop
veroorzaakt ziju door eene besmettelijke
microbe of bacil. Deze vestigt zich op
den navelstreng van het jonge dier, zet
zich vandaar voort tot de inwendige doe
len en verwekt den buikloop. In dit geval
maakt de buikloop eene rondgaande
ziekte uit.
Om den buikloop van besmeitendea
aard te voorkomen, is het sterk aan te
raden de navelstrengen van pas geboreu
kalveren met eene ontsmettende stof te
behandeleu alsook ze dagelijks met zuiver
vet te bestrijken.
63"* VERVOLG.
XXV. EEN STRIK.
Mevrouw Mixtome was door de schijnbare
onopgerechtheid eu door het stilzwijgen van
Sofio dieper beleedigd dan het meisje kon
denken. Trotsch als zij was, koel en afgemeten
als zij scheen, had eeu voor linar zelf onver
klaarbaar gevoel haar hart voor Sofie doen
kloppen en gedurende weinige weken had zij
het meisje lief gekregen, met eene harts
tochtelijke teederheid, waartoe alleen edele
karakters in staat ziju. De schijnbare ondank
baarheid en onwaardigheid van hot meisje
brachten haar hart eenen zwuren slag toe.
Den nacht voor Sofie's vertrek uanr Charle-
mont had zij geon oog gesloten, en eerst nadat
het meisje vertrokken was, viel zij van lou
tere vermoeienis iu slaap.
Zij ontwaakte met eeu bitter gevoel van
eenzaamheid. Het was haar zoo wee aan het
harte als had zij alles verloren wat zij op
dezo wereld beminde.
Het gezelschap harer gasten stuitte haar
tegen de borst. Zij bleef uren lang in hare
kamer en zat er stil en droevig voor zich uit
te staren. Haar vertrouwen iu Sofie had eenen
gevoeligen knak gekregen en toch dacht zij
aan do zuiverheid, de onschuldige en kinder
lijke lieftalligheid van haar gelaat. Dau twij
felde zij aan haar eigen oordeel en wilde den
schijn niet gelooven, die haar voorkwam
valsch te ziju. Zij wilde zich zeiven overtui
gen dat zij hare jonge gezelschapsdochter
haar volkomen betrouwen behoorde te schen
ken, dat do man die des avonds met haar in
den tuin was gezien, graaf Beaucourt geweest
moest zijn, ofschoon mevrouw Bienjour het
tegendeel beweerde en Sofio dit had bekend.
Wellicht was zij te trotsoh geweest en had
zij zich te diep beleedigd gevoeld, om de
waarheid te zeggeu.
Den geheeleu dag, den geheelen nacht en
den volgenden morgeud streed zij met haren
twijfel.
indien het de graaf was, dio haar ilit
bezoek bracht en het stond bij liaar vast,
dat hij het moest geweest zijn, want wio zou
anders bij haar kunnen komen dan was
hot toch zuo erg niet, het was alleen maar
onvoorzichtig. Ik moet alleen de waarheid
van hem hooreu. Het staat hem vrij huur te
bezoeken zoo dikwijls hg wil, wunueor zij
De veearts L. P. Gobbels schrijft in de
Soir naar aauleidiug van het geval
van razernij te Ukkel,een artikel, onder
bovenstaand opschrift, waarin hij de ver
schijnselen dier vreeselijkc ziekte bij den
hond nagenoeg als volgt beschrijft
Hot begin dor ziekte is eene lichte op
gewondenheid. De werkiug van de cen
trale zenuworgancn is heviger. De hond
voelt de vreescdijke kwaal komen, hij
zoekt de streelingeu zijns meesters,beziet
hem met vochtig oog en srneekende blik-
koD, hij schijnt hulp en bescherming to
u vragen.
I* Zijne blikken ziju schitterender, zijn
verstand is scherper soms blaft hij vau
vreugde, springt en huppelt, schijnt ge
lukkig te zijn. Onmiddellijk daarna, zon
der de minste reden, zwijgt hij eensklaps,
wordt tristig, ligt daar onbeweeglijk, met
starenden blik, als zag hij reeds dc dood
voor zich.
Dit is hot eerste gevolg van de prikke
ling der hersenmassa. Deze aanhoudende
prikkeling brengt zenuwachtige over
spanning teweeg, met verstomping der
zintuigen.
Het zieke dier heeft hallucinaties,kwa
de droomen. Zijn slaap is, onrustig, het
luistert naar ingebeelde geruchten, bijt
in het ledige als wilde het vliegen vangen.
Daarna, do ziekte voortgaande, wordt
hij somber, stil, bij zoekt de donkere
plaatsen, de stilte nu vlucht hij zijnen
meester. Wantrouw hem dan Indien bij
u bomt streeleu vrees dan niets, maar
poog niet hem te vatten, to slaan of zelfs
te streelen eene opwinding, eene woede,
hij kent u niet meer... en gij zijt gebeten.
Op dat oogenblik doen zich twee ver
schijnselen voor die eene groote weerde
hebben voorde diagnose. Het geluid van
den hond veraudert geheel, 't Is geen ge
blaf meer, geen kreet van vreugde of
woede, 't is een naar gehuil, langzaam cu
somber, dat begint met eene soort geblaf
en eindigt in eene scherpe klacht, droe
viger dan iets ter wereld.
Eens gehoord, vergeet men dit gehuil
nooit meer. Hoort men jaren nadien weer
dat gehuil, dan zal men onmiddellijk
zeggen Een razende hond.
Dit verschijnsel is bijna eene zekere
aauduiding der ziekte. Daarop alleen kan
men bijna voortgaau.
Het tweede belangrijk verschijnsel is
dat, 't welk de eetlust betreft. Van iu
weór bij mij komt. Ik zal onmiddelijk om hem
zenden.
Zij schreef den brief aan den graaf, waar
van wij reeds kennis dragen en waarin zij
graaf Beauoonrt vorzocktbij haar te komen.
Een paar uren later verscheen deze op
Montfagon men geleidde hem naar de bal-
koukamer van Mevrouw. Hij zag dut zij bleek
was en zeer bezorgd uit de oogen keek, toen
zij hem te gemoet trad om hem te groeten.
Zijt gij ziek, mevrouw vroeg hij deel
nemend.
Ik geloof ja, antwoordde zij meteen lachje.
Ik heb u laten vorzoeken hier te komen, graaf
Beaucourt, om u in vertrouwou te spreken
over eene zaak welke voor ons beiden van het
grootste belaug is. Het geldt jufvrouw Le-
pago.
Zij nam plaats en noodigde den jongen
graaf uit hetzelfde te doen.
Gij zult het mij niet euvel duiden, wanneer
ik maar met de deur iu huis val, zegdo zij.
Het meisje beeft mijne genegenheid gewon
nen. Zij heeft mij verteld boe en waar zij u in
Griekenland beeft leeren kennen en zegde mij
ook, dut gij elkaar hebt leeren beminnen.
De graai boog toestemmend.
Zij heeft mij echter niet gezegd waarom
zij nog niet trouwen wil, vervolgde mevrouw
Mixtome, eu dat zou ik gaarne weten. Ik ge
loof dat er een hinderpaal is, die dit huwelijk
in den weg staat.
't begin der ziekte eet het dier niet meer.
En toch, hoeveel honden werden niet
wegens razernij gedood, die nochtans de
maag vol hadden. Welnu, een razende
hond eet niet.
I)e ziekte wordt erger, het dier verma
gert, het verbergt zich nu en dan heeft
het, zonder reden, aanvallen van woede
het zal op eenen steen, een stuk hout,
welkdanig voorwerp ook toespriogéu, er
iu bijteo, het verscheuren, inslikken
zelfs, zich altoos de maag vullen met
vreemde zaken vodden, strooi, mest,
keien, aarde, vuilnis zelfs, do smaak is
geheel verdorven.
Op dit tijdstip zijn de hersens buiten
gewoon geprikkeld; er komt aandrang van
bloed. Alles wat dus de hersens kan aau-
doeu, treft ook het dier. Eeu eenigzius
hevig gerucht maakt het woedend. Een
to hevig ücht doet hot ook lijden en van
daar komt de dwaling, welke men moet
doen verdwijnen de razende hond is
bang van het water hij lijdt aan water
vrees.
Mistrouw u, vriend lezer. Men heeft
honderdo razende honden zien drinken
zooveel zij maar konden 't is dat zelfs
dat hen hot meest verlicht. Men heeft er
gezien die zwemmend de rivier overtrok-
keu. Het water zelf jaagt hen dus geen
vrees aan. Maar wol de terugkaatsing
van het licht op de oppervlakte geeft
hen een zenuwschok en doet ze lijden.
Ziedaar de oorzaak van hunnen afkeer.
De aan watervrees lijdende hond wil dus
niets zeggen.
Na eenige dagen, gewoonlijk van den
5" tot den 7e, wordt tie ziekte zeer erg. De
werkingen, die afhangen vau de hersens,
eerst geprikkeld, dan zeer opgewonden,
eindelijk verdorven, verstompen. Het
zenuwstelsel is vermoeid,de herssens ver
lammen en de gevoelens, die er uit voort
spruiten, lijden daar natuurlijk onder. Do
razende hond voelt Damelijk geeu pijn
meer. Sla hem, martel hem, hij zal zich
nauwelijks verroeren. Bied hem een
gloeiend ijzer aan en hij zal er in bijten
hij voelt geene uitwendige aanprikkeling
meer.
Dan worden de aanvallen van woede tal
rijker. Hij tracht meer en meer te bijten,
een niets maakt hem woedend, 't Is in dit
stadium der ziekte (zonderling iets of
wonderbaar instinct van genegenheid voor
den meester dat de houd het huis ver
laat. Hij gaat recht vooruit met hangen
den steert, verwilderd oog, schuimenden
muil.
Hij is dus gemeenlijk niet gevaarlijk
voor degenen met welke hij leeft. Maar
tracht hem niet tegen te houden, tracht
hem den weg niet te versporren indien
Diets hem hindert, zal hij recht vooruit
gaan, zonder te weten wat rond hem ge
beurt.
Eeuo zaak maakt hem woedend,'t is het
zicht van audere houden. Indien hij er
ontmoet zal hij ze bijten, groote of kleine,
eu, verrassend instiuct, al de andere hou
den zijn bang voor hem, en steeds zullen
zij vermijden zich op zijnen weg te bevin
den.
Dit is zelfs ceno aanwijzing waarvan de
veeartsen zich bedienen. Men biedt een
zieken hond, die niet kau schaden, een
anderen hond aan. Indien hij poogt hem
te bijten, is er geen twijfel meer de
razernij houdt haar slachtoffer. Eu zon-
dcrling genoeg, hij zal vooral in de oogen
pogen te bijten, waarvau het geschitter
hem aantrekt en woedend maakt. Even
zoo bijt hij in gloeiend ijzer. Dat zijn twee
voortreffelijke middelen om de ziekte te
herkennen.
Dan komt de slotperiode of de verlam
ming. Zij volgt op den toestand van he
vige opgewondenheid, die vooral het ge
vaarlijk oogenblik is, omdat bij alsdan
bijt alles wat hem bindert.En bijna altijd,
altijd zelfs, is bet in - 't naakte vlcesch,
io handen en gelaat, - dat de razende
hond bijt, nooit elders.
Bij de laatste periode volgt do hond,die
zijne woonplaats beeft verlaten, den weg
recht voor zich uit, wankelend, het ach
terdeel van zijn lichaam slepend, meer
en meer instortend, 't Is de verlamming
die bc-gint do mergstrengen zijn aan
getast, do achterste leden verlammen,
daarna de voorste deelen. Dau uitgeput
zijnde door de pijnen, rolt het armo dier
bier of daar in eene gracht, waar de dood
hem spoedig verlost.
Ziedaar in 't kort de beschrijving der
vreezelijke razernij. Met aandacht gele
zen, kau zij diensten bewijzen.
De razernij veropenbaart zich ook op
andere manier, zeer verschillend van de
eerste. Dezo is de woedende razernij de
tweede is de stille bondsdolhei-l. De
verschijnselen zijn hierbij minder inge
wikkeld, minder schrikbarend. Zij is ook
veel minder gevaarlijk voor het publiek
Eu inderdaad, de verlamming komt vroe
ger en begint bij de kaaksbeenderen. In
de stille razernij eet de zieke houd niet,
bij drinkt, noch blaft, noch bijt. Do
kaaksbeendoren blijven open en de hond
kan ze niet sluiten. Dit bijzonder ver
schijnsel, bij do treurnis en den zonder
lingen toestand van het dier, zal dezo
soort razernij gemakkelijk doen her
kennen
Daarbij, deze vorm van ziekte is niet
gevaarlijk het dier sterft altijd zonder
bijten.
Haar vader weigerde zijne toestemming,
en zonder deze wilde zij mij niet trouwen.
Dat is goed en braaf. Ik liet u roepen,
waarde graaf om u te zeggen, dat indien
Sofie tot my terugkeert, gij volle vrijheid
hebt om haar te bezoeken wanneer gij wilt.
De graaf dankte.
Gij zegdet wanneer zij terugkeert,
voegdo bij or bij. Is het dan aan twijfel onder
hevig dat zij terugkeert Wil zij bij mevrouw
Bartineux blijven
Jufvrouw Lepage ging been toen ik
eene kwade bui bad, antwoordde mevrouw
eeu weinig verlegen. Uw bezoek eergisteren
avond in den tuin werd door mevrouw Bien-
jour bemerkt en kwaad opgenomen. Jufvrouw
Lepage was te trotsch om mij den naam van
den »pan to noemen, die baar bezocht, maar
ik vermoedde dat gij het waart.
Dat is een misverstand, antwoordde de
graaf. Ik was dien avond niet op Montfagon
ik beu nooit hier geweest om jufvrouw Le
page alleen te zien. ik heb baar niet gezien
of gesproken, of gij hebt het geweten.
Wat moet liet dan beteekenen vroeg
evrouw Mixtome. Wie omhelsde dan het
meisje in duu lain
Niemand! riep graaf Beaucourt ernstig.
Mevrouw Bietjour beeft zich vergist.
Maar Sofie verklaarde bet zelf, doch
ilde den man niet noemen.
Maar mevrouw, zij kent niemand in
Stedelijke Werkbeurs van Aalst.
Worden gevraagd
1 bakkersgast 1 schoenmaker (leer
jongen) 2 stiksters voor kousen enz.
1 jongen van 14 tot 15 jaar 2 leerjon
gens voor het kleermaken; 1 goede dieust-
meid, loon 20 tot 25 fr. in de maand
schrijnwerkers voor Brussel en Namen
10 goede machienbreisters.
Vragen werk
1 bakkersgast (groote gast)1 hovenier,
dienstig voor alle werk 1 kuiper 1
schrijnwerker (halve gast) daglooners en
fabriekwerkers een jongeling met eca
zeer goed gedrag, kunnende de Vlaarn-
scbo en Frausche talen, vraagt plaats als
bediende (schrijver) in fabriekof werk
huis.
Frankrijk, zij heeft hier geene bloedverwan
ten en haar vader woont in Griekenland. De
beschuldiging is ongehoord
Mevrouw Mixtome belde en beval eenen
bediende mevrouw Bienjour te roepen.
Graaf Beaucourt kende de vijandige ge
zindheid van mevrouw Bienjour en eeu bang
voorgevoel kwam bij hem op, dat Sofie door
een gevaar werd bedreigd, hetwelk afgeweud
moest worden, wilde hij haar en zijn levens
geluk niet geheel en al verwoest zien.
Mevrouw Bienjour verscheen en verteldo
hare geschiedenis met eene uitvoerigheid die
goenen twijfel aan hare woorden kon over-
lateu. Graaf Beaucourt was verbaasd, maar
zijn vertrouwen in Sofie waukelde uiet.
Kunt gij mij hetuiterlyk van den man
beschrijven, mevrouw Bienjour vroeg hij.
Ik heb hem niet goed kuunen opnemen,
omdat bet te donker was, maar ik zag toch
zijne groote gestalte eu zijnen vollen baard,
antwoordde de aangesprokene hij scheen mij
jong eu schoon te zijn.
Zonderling zegde de graaf, nadat de zaak
nog eens over en weêr besproken was maar
ik geef u mijn eerewoord, movrouw Mixtomo,
dut jufvrouw Lepage niet iu staat is iets on
edels te doen. Ik geloof het niet dat een man
haar omhelsde. Alleen hare eigen bekentenis
zal mij overtuigen. Ik ken haar zoo goed dat
ik zelfs de. getuigenis van eenen engel tegen
haar niet gelooven zou.
leest men
- Sedert eenige weken doet de bewa-
n rende drukpers ongelooflijke pogiDgen
om de christene democraten als bond-
genoten der liberalen en socialisten
voor te stellen.
En om te bewijzen dat de bewarende
drukpers de groenen onrechtveerdiglijk
beschuldigt, haalt 't Leeuwken aan dat
hot Congres van Antwerpen enkel heeft
besloten dat de democraten eeno geza
menlijke propaganda met allo andere
partijen, de calholieke bewaarders begre
pen, op het getouw mogeu zetten voor
het bekomen der evenredige vertegen
woordiging.
Versta wel, roept 't Leeuwken, eene
propagandageen kiesverbond.
En om aan zijne bewering nog meer
kracht bij te zetten, schrijft 't Leeuwken
A. Het zelfde Congres van Antwerpen
heeft zelfs allo kiesverbond met andere
partijen verworpen.
B. - De propagandakring van Brugge
n hoeft, in zijne vergadering van zondag
n laatst, met eenparigheid besloten dat
u er geen spraak is of kan zijn van kies-
verbonden met goddeloozen. -
Ehwel, ondanks al de beslissingen zoo
plechtig genomen, hebben do groene
democraten hier te Aalst een verbond
gesloten met de liberalen en socialisten,
met de goddeloozen.
Het programma tusschen den liberalen
Burgerskring, Concordia, de christene
volkspartij en de socialistische werklie
denpartij van Aalst is verre van eenvou
dig eene propaganda te zijn voor de even
redige vertegenwoordiging 't is een
programma van hervormingen in zekere
zaken di,e de liberalen en socialisten naar
hunnen geest zouden willon ingericht
zien....
En de groenen komen niet beweren dat
de liberalen en socialisten geene godde
loozen zijn, want wij willen ben hier on
der oogen brongen in welke sombere
kleuren de held van Chipka, op Zondag
19 October 1890, de liberalen als godde
loozen afschilderde
Attentie
Heeren Kiezers,
Morgen, ze verwachten ons morgen
b in de respektieve Bureelen.
Morgen, zondag, Kiezing g'heel Bel-
- genland door, voor den helft der Gemeen-
teraden.
- 't Is eene groote, een weordige Vry-
heid, dat de bevolking haar Overheden
mag kiezen.
Achtbare Kiezers, let toch op een
- zaak voornamelijk Van nooit, ondar
geen opzicht, voor niemand, in 't werk
- van het hedendaagsche Liberalismus
a meê te helpen.
- Bestrijdt toch het kostbaarste niet
dat er bestaat
Uw geloof, uw Katholiek Vaderland.
De oogen van mevrouw Mixtome straalden
van genoegen. Zij reikte de graaf de hand,
die deze greep en warm drukte.
Doch na de halve bekentenis, welke
Sofie deed, is het noodig dat zij die volledig
maakt, zegde mevrouw Mixtome, na eenige
oogenblikken gezwegen te hebben. Ik moet
weten wie doze man was en waarom hg hier
niet aan huis kwam, om naar haar te vragen.
Het is uwe plicht graaf Beauconrt, om met
haar over deze zaak te spreken. Zy is oner
varen in de wereld en reisde alleen van Grie
kenland naar Parys. Misschien heeft zij on
derweg den man leeren kennen, die haar
later volgde en nu lastig valt. Wellicht wae
het een harer bloedverwanten. Doch, wie het
ook zy, in elk geval is het zeker, dat jufvrouw
Lepage den raad van eenen vriend noodig
heeft, en ik zou haar gaarne mijne hulp wil
len bieden, indion zij maar rechtuit tegen
mij wilde opbiechten.
Uwe vrees, dat Sofie dezen man toevallig
op reis heeft leeren kennen, is niet onwaar
schijnlijk, zegde graaf Beaucourt bezorgd. Bij
de eerste gelegenheid de beete zal ik de zaak
eens ter dege met haar bespraken. Indien
iemand gewaagd heeft haar te belagen, zal
hij ondervinden dat zy niet zonder beecher-
mbr is.
Kort daarop nam graaf Beaucourt afscheid
en reed naar Charlemont terug.
(WORDT VOORTGEZET).