DE FRAN
CHMANS.
zitting van 22 Februari 4899.
REDE VOERING
van den heer Bon Leo Bethune.
V O L14 S li A 11 E It
De Volkskamer beraadslaagde Woensdag 22 Februari 11.,
over de begrooting van buitenlandsche zaken.
De heer Maenhaut na gevraagd te hebben dat er meer
Consuls die Vlaamsch spreken in Frankrijk zouden aangesteld
worden, riep de aandacht der regcering in op de voorstellen
in de Fransche Kamer gedaan, betreffende het heffen van
rechten op de vreemde nijverheidsarbeiders die naar Frankrijk
gaan werken. Het ware eene wezenlijke ramp, voor onze
werklieden, zegde spreker, moest een dier ontwerpen tot wet
gemaakt worden. De Fransche regcering zal, hoopt hij, de
socialistische voorstellers van die ontwerpen niet volgen.
Tusschen haakjes gezegd, de heer* Maenhaut begrijpt niet hoe
socialisten die beweren doordrongen te zijn van menschen-
liefde, durven voorstellen aldus werklieden te treffen Is dat
socialistische broederliefde en internationalism
De heer Bethune, verslaggever. Drie redenaars hebben
gesproken van den toestand onzer Consuls in Frankrijk, waar
ieder jaar talrijke Belgische werklieden gaan werken. De
heeren De Sadeleer, Tack en Van Cleemputle hadden dat punt
reeds vroeger opgeworpen, doch tot nu toe kwam er geene
doelmatige oplossing, 't Geldt hier nochtans een overgroot
belang, want er zyn 465,000 Belgen in Frankrijk. De Belgische
kolonie in Frankrijk alleen bedraagt 87 t. h. van het algeheel
getal Belgen die inden vreemde verblijven.
In het Noorderdepartement alleen, telt men er 289,526 en te
Parijs en in het Seinedepartement 58,453. In andere departe
menten zijn er van 6,000 tot 30,000.
Onze landgenooten zijn in drie hoofdgroepen verdeeld de
eerste groep is gevestigd te Parijs en in het departement der
Seine. De aldaar gevestigde Belgen zijn het best bedeeld wat
het vrijwaren van hunne belangen betreft, en wel dank aan
ons gezantschap.
Anderzijds wijs ik met genoegen op het Werk der Vlamin
gen, te Parijs gesticht door den Bisschop van Gent en dat
reeds 19,000 huwelijken wettig heeft gemaakt.
Dit werk bewijst wat de katholieke liefdadigheid voor het
foede vermag. Na deze instelling, vermeld ik de Union beige
ie meer dan 800 leden telt en een kapitaal van 73,000 frank
bezit. In een enkel jaar gaf zij 41,000 frank uit aan onderstand
voor onze landgenooten, kosten tot terugzending van behoefti-
fen naar hun" vaderland, enz. Men ziet welke diensten de
ijzondere ondernemingsgeest kan bewijzen, wanneer hy ge
steund wordt door de zedelijke medewerking onzer agenten
in den vreemde.
In het Noorderdepartement zijn er Consuls te Duinkerke,
Rijsel, Roubaix, Tourcoing, Valencijn en Maubeuge. Hun ge
tal is te gering doch zekere Consuls namelijk deze van Rijsel
vervullen hunne taak met eene ware zelfopoffering.
Vroeger deed de heer Tack met reden het nut uitschijnen
van het instellen van consulaten te Armentièrcs en te Ilalluin.
Insgelijks te Lens, waar zich talrijke Belgische steenbakkers
bevinden, zou er een moeten zyn. Tal van Luxemburgsche
Belgen werken in Fransch Lotharingen ook zou er eon con
sulaat moeten ingericht worden te Longwy.
Gij kent allen de uitwijking van onze veldarbeiders naar
't midden van Frankrijk. Verleden jaar bezocht de heer Maen
haut die streken met den heer Eylenboscli en den heer graaf
Ch. deGrunne zij konden er vaststellen dat meer dan 30,000
werklieden naar dat gedeelte van Frankrijk gaan arbeiden. Dat
uitwijken is eene gewoonte die van ouds bestaat en schynt het
gevolg te zijn van eene aan ons volk eigen overlevering hieruit
voortspruitende dat onze pachters steeds hunne kinderen naar
Frankrijk zonden om er ne Fransche taal te leeren.
Re landbouw kan in Frankrijk niet meer voort zonder onze
werklieden, wier zedelijkheid, matigheid en handigheid men
er kan naar waarde schatten Het Journal du Loiret erkende
het nog in Juli laatstleden, toen het weesop de ontvolking van
het platteland in Frankrijk ten voordeele van de steden het
stelae onder andere vast dat de werkkracht der Belgen een
derde grooter is dan die der Fransche arbeiders.
Onze werklieden nemen in Frankrijk het werk aan bij ploe
gen, onder bevel van eenen ploegbaas, en in 't algemeen, kee-
ren zij terug naar de hofsteden waar ze 't vorige jaar gewerkt
hebban doch er kunnen natuurlijk moeilijkheden ontstaan,
zonder te spreken van de ongevallen, van de sterfte, enz.
Dagelijks zijn er franschmans, die zich tot myne achtbare
colïegas van Gent en Aalst en tot my zelf wenden om in die
gevallen onze hulp in te roepen. Reeds dikwijls hebben wy
het geluk gehad hun goed recht te doen wedervaren. Ik breng
hulde aan de Fransche balie die ons daarin dikwyls behulp
zaam was. Ook de Fransche rechtbanken staan hun kostelooze
rechtpleging en verdediging toe. Maar niettemin blijven de
moeilijkheden voortbestaan, want gewoonlijk verstaan onze
Vlaamsche werklieden geen Fransch 't is vooral met het oog
op dien toestand dat wij Consuls moeten hebben die beide
talen machtig zijn.
Doch het is ongehoord en treurig te moeten denken dat Bel
gische arbeiders, die op 20 mijlen boven Parijs werken, ver
plicht zyn zich tot de Belgische volksvertegenwoordigers te
wenden, omdat er geene Belgische Consuls zijn in Beauce noch
in Brie. Al onze consulaten werden indertijd gesticht met het
oog op het zeewezen en de kolennijverheid, lang vóór dat
sommige Fransche pachters tot zestig Belgische arbeiders
hadden", zooals heden.
Nochtans moet deze toestand verholpen worden, want hij
verwekt gegronde klachten en ik ben overtuigd dat de heer
Minister hem zal weten te verhelpen.
Wellicht zal de heer Minister mij antwoorden dat men, om
eenen post van Consul in te richten de instemming moet heb
ben van de vreemde reegering, die het exequatur aan den by
haar gevolmachtigden agent moet verleenen. Doch ik ben ze
ker dat de Fransche regeering zulks niet zal weigeren. Wordt
het exequatur niet met het meeste gemak verleend aan Consuls
van onbeduidende landen, zooals het vorstendom Monaco en
de republiek van Costa-Rica
Het is insgelijks noodig dat de te benoemen Consuls de
Vlaamsche taal kennen.
Verleden jaar vroeg de lieer Tack dat men met Frankryk
eene overeenkomst zou sluiten, waarbij aan behoeftigen van
heidelanden openbaren onderstand wordt verleend. Ongetwy-
feld zal de rogeering niet aarzelen, vooral na het edelmoedig
voorbeeld van Ilysel, waar in een jaar tijds, zoouls de lieer
Maenhaut herinnerde, 300,000 frank onderstand aan onze on
gelukkige landgenoten werden uitgedeeld.
Er werd reeds gesproken van de kosten van terugkeer naar
't vaderland en men heeft gevraagd of het met dat doel op de
begrooting uitgetrokken krediet niet moest verhoogd worden.
De uitwyking werd, in haar verband met het volkenrecht, zeer
grondig onderzocht in den schoot van het Instituut voor inter
nationaal recht te Kopenhagen, dat een ontwerp van interna
tionale overeenkomst heeft opgemaakt.
Ondervraagd aangaande het byeenroepen van eene interna
tionale conferentie, drukt de regeering de meening uit dat die
conferentie niets kon verbeteren aan de maatregelen welke
reeds in België van kracht zyn, en die, zooals uit de ondervin
ding gebleken is, uitmuntende uitslagen hebben opgeleverd.
Ik denk echter dat het aannemen, door eene internationale
conferentie, van ecnige algemeene beginselen heel nuttig onze
wet zou aanvullen in zake van uitwijking.
't Is vooral daar waar de wijkelingen aanlanden, dat men ze
zou moeten beschermen. De bijzondere ondernemingsgeest
heeft dien toestand reeds trachten te verhelpen en iedereen
kent, onder andere, de toewyding van de Maatschappij Sint-
Raphaël.
Maatschappijen van dien aard zouden onder de bescherming
der regeeringen moeten staan dienaangaande zouden eenslui
dende beginselen moeten opgenomen worden in het volken
recht en bekrachtigd worden door eene internationale veror
dening.
Derhalve vraag ik dat de regeering wol zou willen onderzoe
ken of er geene conferentie kan totstandkomen, waarop die
vraagstukken van internationaal recht zouden geregeld wor
den in 't belang der bescherming van de uitwijkelingen.
De heer Tibbaut heeft gesproken over de inrichting van
zekere onzer gezantschappen, voornamelijk in de landen buiten
het christendom. Ons aanzien en onze waardigheid, zonder te
spreken over de belangen der gezondheid, eischen dat de
rogeering Belgie's vertegenwoordigers in die landen behoor
lijk huisveste het is noodig, met name te Teheran, een hotel
aan te koopen.
Doch die aankoopen mogen niet lichtzinnig geschieden, ten
einde de misrekening te vermyden, die men te Peking had. In
elk geval moeten onze agenten eene vaste woonplaats hebben,
om het bewaren van het archief niet in gevaar te brengen dat
is vooral noodig in de landen buiten het christendom. (Rechts i
Zeer wel 1