Zondag 19 Maart 1899.
5 centiemen per nummer.
S48te Jaar 3549
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Droeve rol.
De keiden vau Chipka,
Keuring
De Moordenaar?
De duivel en zijne
Van tak
op tak.
In een vliegende bladje,
Z. H. Leo XIII.
Wandelen gezonden.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan istweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des Land.
Guique euum.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 18 Maart 1899.
Onze erbarmelijke Don Quichotte uit
de Vrijheidstraat heeft in de geruchtma
kende zaak van Rijsel eene droeve rol
gespeeld.
Voor het gerecht heeft die triestige
sire uitspraak gedaan, geoordeeld en ver
oordeeld.
Ah I hoe gelukkig was hij niet eens
eenen broeder aan den gloeienden haat
van zijne geuzenziel te kunnen offeren I
Hij had nochtans met zijne vrienden ge
zworen deu godsdienstzin van iederen
burger te eerbiedigen
Ziedaar dus op heeterdaad betrapt de
weerde gehecht aan eenen eed, aan eene
openbare belofte.
Terwijl de socios lachten en heimelijk
in die uitzinnige aanvallen genoegen
schepten, zwegen onze groenen. Zij heb
ben tegen het lafhartig en lasterend
schrijven geen verzet aangeteekend. Het
Land van Aélst dat eertijds van ont-
weeidiging zou recht gesprongen zijn,
heeft gezwegen
Ah 1 hoe diep moet men niet in het
modder gezonken zijn om niet, uit poli
tieke vrees, tegen zulke eerloosheden de
stem te durven verheffen I
Onze poveren artist is ongelukkiglijk
alleen niet in dien haatvollen veldtocht
tegen den Godsdienst oudernomen ter
gelegenheid van die ijselijke moord te
Rijsel gepleegd.
De Réforme ook die zulke luidruchtige
campagne voert voor den veroordeelde
van het Duivelseiland, voor Dreyfus, en
die dagelijks van recht en onrecht, van
schuld en onschuld gewaagt, heeft aan
onzen Don Quichotte het laffe voorbeeld
Arme geuzerij! die voor eenen beschul
digde, waartegen haast geeue bewijzen,
slechts vermoedens bestaan, de trompet
heeft aangestoken om het reine priester
kleed eens te kunnen bezwadderen 1 Voor
een bewijs is gevonden, roepen en
schreeuwen en vragen zij zijne veroor-
-
die zonderlinge, buitengewone onder-
vraging van den prokureur der Repu-
bliek door eenen gazetschrijver.
Die rechter, zelfs in de uitoefening
van zijn ambt, ter gelegenheid der ge-
a ruchtmakende zaak welke op dit oogen-
i blik geheel het Noorder-departement in
spanning houdt, heeft gedacht aan de
n drukpers de opzoekingen van het ondcr-
zoek, de redens door haar doorgrond
de getuigenissen door haar verzameld
te mogen overleveren.
Hij heeft zijn oordeel uitgesproken,
a sterk gewettigd, over de plichtigheid
vau den beschuldigde hij heeft meer
gedaanhij heeft de reden onderzocht
verondersteld natuurlijk van
dezen, ze besproken, er op geantwoord,
ze vernietigd en zegevierde zoo verscliei-
t> dene maanden op voorhand van eenen
opgesloten en ontwapenden tegenstrever.
n Voor ons die gewoon zijn aan de
achterhouding en aan de weerdigheid
a van ons rechterlijk korps,schijnen zulke
noodwendigheid van geruchtmakend
reklaam en zulke zucht er eene reden
van vooruitgang in te zoeken, heel zon-
derling. Hoe zonderlinger is het gedrag
x van den algemeenen prokureur en van
den minister niet in deze zaak Noch
de eene noch de andere denkt het noo-
dig er tusschen te komen, om tot den
plicht en de welvoegelijkheid dien ma-
x gistraat terug te roepen welke ze zoo
a gemakkelijk uit het oog verliest.
Hoe zulk voorval uitleggen dat nie-
mand in Frankrijk schijnt onwettig te
vinden, a
Wat denkt Don Quichotte over dit
schrijven Zal hij er op antwoorden
Wij zullen zien
Wij zullen echter de dwaze logiek van
onze povere artisten niet toepassen. Wij
zullen de liberale partij niet beschuldigen
met die geruchtmakende redresseurs
de torts te willen aanspannen. Neen,
er zijn uitzonderingeu.
Wij willen hier eenige regelen vertalen
uit Le Journal des Tribunauxaan
wier hoofd M. Picard staat en wij bevelen
ze aau de armtierige kribbelaars van den
poveren Dendergalm.
Alle eerlijke lieden zullen die taal toe
juichen
Onder de menigvuldige verwondering-
wekkende dingen die in deze laatste
n maanden de Fransche magistratuur
ons aanbiedt, zal de kleiuste niet zijn
stippen het als een triomf aan door heu
behaald dat de blauwen en rooden hebben
gezworen de godsdienstige overtuiging van
al de Aalstenaren te eerbiedigen eu de
bestaande toestanden betrekkelijk den
Godsdionst te behouden.
Do helden moeten waarlijk door wraak
zucht ten uiterste verblind zijn, om nu
heden nimmer te begrijpen dat men, in
zake van religie, op de beloften, van de
blauwen en rooden al, waren zij duizend
maal onder eed bevestigd, geen staat ma
ken mag...
Vroeger waren de heldeu hiervan zoo
zeer overtuigd dat ze 't volgende schreven:
AalstAalst g'en zoudt uw droeve
dagrn nog niet overzien hebben men
zou u priugelen en zwingelen en eens
in de slavernij der Logie, geraakt er
I x uit Men deukeer toch ernstig op
't eu is geen zaak van Personen, maar
I van algemeen Belang, van opperste
x Belang; laat ons edelmoedig zijn en
i opoffering doen voor de Goede Zaak;
i n geen persoonlijke genegenheid mag ons
leiden, ook geenen afkeer of haat,
niets dan 't algemeen welzijn en de
sterkte der Katholieke Bewarende Ge-
n zindheid.
Dus gestemd als één man voor de
lijst der Eendracht.
Ge zweert eerbied aan
alle denkwijzen.
ii Maar zijt ge dan geen liberalen
meer Hebt gij u bekeerd Gaat gij
boetveerdigheid doen, gelijk Reynaert
de Vos op Malpertuis Zijt gij alle
zeven van de Fransche Congregatie ge-
n worden of Tertiarissen
Eerbied voor alle denkwijze 1
En in alle groote steden roepen en
schrijven uwe confraters: Geen rust
geen verpoozen of de katholieke Kerk
moet weg Dat is onze vijandinnö
x Weet gij niet dat het hedendaagsche
Liboralismus d'onverdraagzaamheid is
en de tirannie Hebben wij hier niet
gezien arme garentwijnders, die hun
x meesters rijk maakten, verdrukt in hun
zondagsche vrijheid, verdrukt in hun
kinderen,in de ziel vau hun kinderen,
dat het trouwboekske moest komen,
verdrukt in hun zieke familieleden
Heeren, uit eerbied voor aUe
denkwijzen, zoudet gij hier den
Religiehaat doen werken, gelijk
hij in alle liberale steden be-
staat.
De Fransche Opsteller van Dendergalm
beweert dat wij wekelijks artikels meê-
deelen over de gevaren die de Religie zou
loopen indien het blauw-rood-groen ver-
boud moest zegepralen. Men zou zeggen,
schrijft Monsieur le Redacteur «dat
's anderdaags na de blauwe-roode-groene
zegepraal de kerken zullen geplunderd,
de autareu ontheiligd en de priesters vei
bannen worden
Maar wie heeft dat alles geschreven?...
De helden van Chipka de bondgenoten
van liberalen on socialisten eu De Den-
derbode bepaalt zich slechts te herhalen
wat zij vroeger in 't Land van Aelst heb
ben afgekondigd.
En dat zal De Denderbode blijven doen
spijts Monsieur le Redacteur, want wij
zijn nog op verre aan 't einde niet.
III. Koeien en Veereen Zestien
dieren aangeboden.
lu Prijs Hiloné De Cocq, Erembodegem.
2a J. B. Van Cauter, Lede.
3® n E. Buys, Nieuwerkerken.
4® n M. Presiaux, Lede.
Plaatsvervangers Joannes De Witte,
Aalst en Hiloné De Cocq, Erembodegem.
Onder de groote stieren vinden wij
eenige goede «lieren en veel slechte. De
twee eerste prijzen en den eerste plaats
vervanger zijn halve broeders, afstam
melingen van eenen stier der. kinderen
Daelman, die bier over drij jaren door
alle liefhebbers is bewonderd geweest.
Nog een bewijs dat er dient naar goede
stamvaders uitgezien te worden om 't ras
te verbeteren.
Onder dejonge stieren weinig goede;
vele kalveren die slecht zijn verzorgd ge
weest in hunne jeugd eu aldus ten onde
ren gebleven.
Voor de koeiëngaan wij achteruit, ten
ware «Iejury ons toeliet van de lijst der
prijswiuuers van onder naar boven te
lezen. M. Hiloné De Cocq zou er niet bij
verliezen, en de liefhebbers die de dieren
goed hebben nagezien zouden ons goed
keuren Zou het misschien genoeg zijn
dat eene koe een Hollandsch kleed draagt
om geene fouten in do lijnen en lichaams
bouw meer te bespeuren Wij beknib
belen Diet geerne de jury.doch hier gaat
het over zijn hout. Niettemin elk zijn
goeste, eu 't ware dwaas ons gedacht aau
iedereen te willen opdringen.
- Taurus.
Cantonale
WIE IS
NAAR HET HOOGDUITSCH
van
EDUARD WAGNER.
67"® VERVOLG.
XXVI. - HEER EN DIENAAR.
Filip Piron deed geene enkele poging om
den vluchteling te vervolgen ook had hij be
sloten zijne vermoedens voor zich te houden.
Noch jufvrouw Lepage, noch Johanna moch
ten weten dat hij dezen man kende. Hij scheen
den uitroep van Johanna als eene voldoende
verklaring voor het verdwijnen van jufvrouw
Lepage te houden.
Het is een minnaar, Johanna, zegde bij
met een eigenaardig lachje wij zullen haar
niet verraden.
Mevrouw maakt zich zeer ongerust
luat ons spoedig met mejuffer naar huis gaan,
riep Johanna kom mejuffer, gij behoeft zoo
niet te beven. Wij zullen er niemand iets vau
Sofie antwoordde niet, maar ging naar het
slot. Aan do deur werd zij door mevrouw
Mixtome en mevrouw Bartineux ontvangen,
die zeer opgewonden waren. Mevrouw Bien-
jour stond achter haar, hare scherpe oogen
trachtten de duisternis te doorboren.
Hier is zij riep ze, toen Sofie de trap
pen opklom. Jufvrouw Lepage wij zijn bijna
dood vau schrik, waar zijt gij geweest
Jufvrouw viel in eene kloof, antwoordde
Piron voor Sofie zij ging naar de klippen
om naar het ruisscheu der zee te luisteren en
gleed op de glibberige rotsen uit. Het is een
wonder dat zij niet dood is.
Noch Sofie, noch Johanna spraken deze
leugen tegen. Eene tegenspraak zou Sofie in
eene nog ergere positie gebracht hebben.
Hare bleekheid en de natte zoomen van haar
kleed gaven aau Filips woorden den schijn
van geloofwaardigheid en niemand, behalve
mevrouw Bienjour, twijfelde er aan.
Mevrouw Mixtome noodigde Sofie uit de
zen nacht op Montfa§on te blijven, maar een
blik op het spotachtig gelaat van mevrouw
Bienjour deed haar het verzoek afwijzen. Zij
was overtuigd dat hare vijandin de bewering
van Filip betwijfelde, dat haar zwijgen eene
bevestiging van diens woorden scheen. Hare
waugen gloeiden eu zij wist bijna niet wat zij
deed.
Ik moet heen, mevrouw Mixtome, zegde
der
Runddieren
te Aalst.
14 Meert 1899.
50 stieren werden aangeboden.
I. Stieren met tanden
1® Prijs Lod. De Wilde, Erembodegem,
met P< ius.
2® Gust. Maltbys, Hofstade Osman.
3® Jos. Cobbaut.Aalst-Mijlb.» Léon.
4° Fr. De Petter', Paul.
Plaatsvervangers Daelman kinderen
van Hofstade en W® Vermeuleu, Lede
II. Stieren zonder tanden
1° Prijs J. B. De Coomau, Welle.
2® n L, De Wilde, Erembodegem.
3® J. Cobbaut, Mijlbeke-Aalst.
Plaatsvervanger Sev. Van Wezemael,
Erembodegem, Torjoden.
zij, en haar angst en onrust namen toe, toen
eenige andere gasten uit het salon in het por-
taal kwamen. Houd mij niet terug, ik ben I
zeer wel.
Wij zullen Sofie op Charlemont goed
verzorgen, zegde mevrouw Bartineux. Gij
moogt mij jufvrouw Lepage toevertrouwen.
Jufvrouw Lepage kan doen wat zij ver
antwoordde mevrouw Mixtome. Wan
neer zij wil gaan, zal ik baar niet terughou
den morgen zal ik iemand zenden om te
vernemen hoe het met haar is. Gij weet Sofie,
voegde zij er op erustigen toon bijdat ik u
liever zou houden na zulk een ongeval
moest gij dien langen tocht niet ondernemen.
Ik moet heen, herhaalde Sofie beslist.
Mevrouw Mixtome drong niet langer aan.
Zij leidde het meisje naar de kleedkamer.
Sofie's treurige blik bij 't afscheid bewoog
mevrouw haar nogmaals te omhelzen,
Ik wil u vertrouwen, mijn kind, zegde
zij zacht. Gij moet de volgende week weer
bij mij komen,om met mij naar Parijs te gaan.
Zij bracht Sofie naar de deur en zag haar
in het rijtuig stappen, over welke vriende
lijkheid mevrouw Bienjour zeer boos was. De
jonge graaf hielp Sofie op hare plaats, zelfs
de markies toonde zich vriendelijker dan te
voren en vroeg of zij zich niet bezeerd had.
Het rijtuig vertrok Sofie ging iu de kus
sens liggen en sloot de oogen om alle mo-
handlangers. Eenige
jaren geleden riep M. Ro
bert,vroeger liberale volks-
vertegenwoordiger van
Brussel, in eene meeting
De duivel is ons aller opperhoofd,
n onze vader.
De eerste is hij tegen God opgestaan
x en heeft uitgeroepen Ik zal u niet
r dienen Zoo doen wij ook Weg
met God en leve Satan
Nu heden schrijft de liberale Chronique
op hare beurt
De duivel is de vader van al de revo-
x hitiemannen, van allen die de wet Gods
x niet willen aannemen en M. Vander
n Kinderen heeft dus overschot van gelijk
x een verbond te willen sluiten met den
x duivel om de catholicken te verdelgen.
't Is onbetwistbaar dat de blauwen en
roodeu de gezworen vijanden zijn var
God, Kerk en Priesters, want hunne leer
stelsels, hunnen handel eu wandel be
wijzen het zonneklaar.
Nu 't is evenmin onbetwistbaar dat de
blauwen en rooden tot bijzonder doel
hebben den godsdienstzin in de herten
der raeuschen uit te dooveD, om dan hun
ne heerschappij te vestigen op de puinen
onzer christeue samenleving.
Eu in die omstaudighedon, men moet
toch de schijnheiligheid tot de uiter
ste palen drijven, gelijk- de Aalstersche
blauwen en rooden, om hel art. 1 van
't blauw- rood- groen programma bij te
treden, luidende
Eerbied voor de godsdienstige over-
x tuiging van al de inwoners. Handha-
x ving der bestaande toestanden betrék-
x helijk den Godsdienst
Mannen die roepen Weg met God,
leve Satan en die met dezen laatste
een verbond willen sluiten zouden
God. Kerk, Godsdienst en Priesters eer
biedigen 1...
Wie zal dat aannemen I... Denkt de
firma van Anker en Zonne dan toch
dat de catholieke Aalstenaars dwaas ge
noeg zijn om zich door die schijnheiligheid
te latèu om den tuin leiden JDat de
heldeu vau Chipka wier hersenpan door
wraakzucht benevehl is, die schijnheilige
verklaringen voor goede munt aannemen
dat is begrijpelijk, maar niemand die
zijne vijf zinnen bezit zal men er kunnen
beet meê nemen
in den loop dezer week alhier verspreid
door de helden van Chipka wordt er ge
spot met de openbare werken door ons
catholiek Bestuur uitgevoerd en bijzon
derlijk met de brug aan de Hertshage
die men Brugge-berg-op heet.
Vroeger jaren wanneer de helden
hunne partij nog niet verraden hadden,
werd er in H Land van Aelst met uiter
sten lof gesproken over de openbare wer
ken door ons catholiek Bestuur uitge
voerd.
Ten bewijze willen wij hier laten vol
gen wat 't Land van Aelst van 5 October
1890 over de openbare werken schreef
Aalst. Welke verandering aan
de Hertshage, die oude vermaarde
plaats van 't Graven Aalst 1 Scboone
Kaaien, eene Brug aau den Zwarten
Hoek reeds voltooid, een ander Brug
n aan den Moxdmolen, (Bruggo-berg-op),
twee Steenwegen en reeds begint men
op die hoogte te bouwen.
Aalst is een der schoonste ste-
den van Vlaanderen geworden dank
aan ons catholiek Bestuur... Wie durft
x dat loochenen wie zou zoo onrecht-
veerdig durven spreken Langs alle
- kanten der Stad ziju groote verbeterin-
gen en schoone verfraaiingen tot eer
van Aalst, tot voordeel van ambachts-
man eu werkman... Wie zal zeggen
x hoeveel duizende en duizende franken
«lie nieuwe gebouwen aan Dam. Vaart,
Statie, Dirk-Martensstraat, enz. enz.,
noeveel duizende franken die werken
hebben gebracht aan Metsers, Schrijn-
x werkers, Schilders, Smeders, aan kalk-
n steen-ijzer-en houtkoopmans!... En
wat doen de liberalen Ons hertebloed
x uitzuigen door hun scholeu en door
hun medehulp aan 't zedebederü.
Ze zijn wreed de sommen die de Stad
jaarlijks moet steken ia de liberale
scholen...
Wij staken hier, het vervolg tot betere
gelegenheid voorbehoudende.
Wie, vraagt 't Land van Aélstdurft
dat loochenen wie zou zoo onrechtveer-
dig durven spreken En wij ant
woorden: Zij die uit hoogmoed, baat
zucht en wraak, hunne partij heb
ben verraden en de paljassen der blau
wen en rooden zijn geworden ten bate van
den Judaspenning 1
Men weet dat Z. E. Cardinaal Goossens,
Aartsbisschop van Mechelen,dezer dagen,
in bijzonder gehoord werd ontvangen door
Z. H. Leo XIII.
Z. H. Leo XIH sprak in 't latijn tot
Z. E. den Cardinaal en drukte de wensch
uit dat België nimmer onder de heer
schappij van 't liberalism vallen zou.
Daarom, zegde Hij, is het noodig, dat
de Belgische catholieken vereenigd zijn
en zich onderlinge verstaan. Ik houd
niet op dit aan te bevelen maar ik
kan niet altijd de stem verheffen. Zy
moeten naar de Bisschoppen luisteren
en de catholieken moeten zelf ieveren
a voor de eendracht.
Advies aan de helden van Chipka
Kokos-boter. Het Fransche tuin
bouwblad Le Jardin deelde onlangs mede
dat de kokos-boter op weg is de dierlijke
boter te verdringen. Door Algiersche
landbouwsyndikaten wordt ze de gebrui
kers zeer aanbevolen. Volgens een pros-
pektus is deze boter gemakkelijker ver
teerbaar en ook gezonder dan die van
koeimelk ze wordt niet ranzig, terwyl
men in het gebruik aau twee derden
evenveel heeft als aan drie derden der
aandere. Een aangenaam vooruitzicht
voor de zuivelhandelaars.
Menheer August-Adolf Daons had Het
Nieuws van den Dag een antwoord ge
zonden op een artikel en het blad wei
gerde het af te kondigen om reden dat er
l erde personen in de zaak gebracht
waren.
De Rechtbank van Brussel heeft gelyk
gegeven aan Het Nieuios van den Dag en
Menheer August-Adolf wandelen gezon
den met de onkosten aan zijne slippen.
Om rozenstammen te verkloeken.
Sommige rozensoorten hebben zeer
zwakke stammen en kunnen zich niet
alleen recht houden, als ze met bloemen
beladen zijn.
Om den stam te verkloeken is het goed
de struiken te begieten met eene oplos
sing van ijzersulfaat men mag dat enkel
maar doen als de rozenknoppen reeds
goed gevormd zijn.
De stammen verkrijgen daardoor ge
noegzame kloekte.
gelijke vragen te ontwijken maar graaf
Boauoourt wist zeer goed dat zij niet sliep.
Toen zij liet portaal van Charlemont weer
binnentraden, waren graaf Beancourt en Sofie
een oogenblik alleen, want de markies begaf
zich terstond naar de bibliotheek en mevrouw
Bartineux naar de huiskamer. Daar vroeg
de graaf voor 't eerst, wat er gebeurd was.
Ik heb niet gezegd, dat er een ongeluk
heeft plaats gehad, antwoordde zij, hare oogen
onbevreesd naar den graaf opslaande. Filip
Piron zegde het, ik niet.
Was het geen ongeval
Neen. Filip Piron en Johanna troffen
ij aan op weg naar huis. Er was iemand bij
ij dezelfde man die ik reeds vroeger op
Montfa£<ni zag.
De graaf werd ernstig, maar de oogen die
op hem gericht waren, zagen hem open en
eerlijk aan.
Ik vertrouw u Sofio maar zou het niet
beter zijn dat gij mij alles verteldet. Ik v
dat de eene of andere ellendeling, dien gij
wellicht toevallig op reis hebt ontmoet, zich
nan u heeft opgedrongen. Uw vader is te ver
van hier dan dat hij u met raad en daad kan
bijstaan daarom zeg aan mij of aan mevroui
Mixtome alles. Denk er dezen nacht eens ove
na en weet wel, dat de raad van hen, die de
wereld beter kennen dan gij, u voor veel
kwaads kan behouden*
Sofie fluisterde eenen goeden nacht en ging
naar hare kamer.
Mevrouw Mixtome zal nu de waarheid
wel reeds gehoord hebben, sprak zij bij zich
zelfwant Johanna zal hare meesteres niet
beliegen. Wat moet zij van mij denken Ik
beu bang van Filip Piron. Hij vermoedt de
waarheid ik zag het aan zijn lachen. Wat
zal hij doen en wat zal er van mijnen vader
geworden
Terwijl zij zoo dacht en de vree» haar pij
nigde, deelde Johanna de ware toedracht der
zaak aan mevrouw Mixtome mede.
Een man bij haar riep zij, niet kunnende
gelooven dat zij goed gehoord had. Is haar
dan geen ongeval overkomen Heeft zij dan
de waarheid niet gezegd
- Neen, mevrouw, Filip Piron sprak on
waarheid. Mejuffer was zeer stil. De arm
jonge jnffer zou dit niet gedaan hebben
Filip verzon eene leugen, om haar alle vragen
•n opmerkingen te sparen, mevrouw. Wat
zon mejuffer gezegd hebben indien zij had
moeten spreken van haar onderhond met
eenen minnaar
Een minnaar herhaalde mevrouw Mix
tome, aan den graaf denkend. Hoe zag hij er
uit
Dat kon ik niet zien. Filip hief de lantaarn
omhoog, maar hij sloeg hem die uit de hand.
Ik zag alleen een vollen, zwarten haard.
Vertel niemand iets van dit voorval,
zegde mevrouw, na eenig nadenkem. Ik wil
er geen gepraat over.
Johanna beloofde te zwijgen en keerde naar
hare kamer terug.
Kan ik aan dit meisje twijfelen vroeg
mevrouw Mixtome zich af, toen zij alleen
was. Onmogelijk zij is rein en onschuldig
als een engel, De een of andere ellendeling
heeft zich aan haar opgedrongen en zjj schrikt
nu voor terug mij dit te bekennen. Wen
er ik bleef aandringen het my mede te doe
len V Ik zal haar zoo aanspreken, dat zy niet
staat is haar geheim langer voor zich te
honden ik wil en moet het weten.
Terwijl mevroew Mixtome metznlke ge»
dachten hare kamer onrustig op- en melrliep,
terwyl graaf Beaucourt zich uitputte om eene
verklaring te vinden voor Sofie's verdachte
handelwijze, terwyl Sofie zich aan hare smart
overgaf werd er in eene kamer van Char
lemont een tooneel afgespeeld, dat wel in
staat was meer dicht te verspreiden over het
duistere drama der familie Charlemont.
De markies was naar zijne bibliotheek,
waar hij bleef tot alle bewoners van het hnia
zich te rust hadden gelogd, Toen zocht hij
ook zijne eigene kamer op.
(Wordt voertgeeet)