Pol en Stant. MOORSEL. ZONDAGRUST. Van tak op tak. Tweenamig stelsel. Arbeiderspensioenen. 't Land van Aelst kourl HerdersemHerdersem Moord te Rijsel. Stant ziet Pol in de verte afkomen welgezind,'tpijpken in den mond, den strooien hoed op den kop en de destelachup onder den arm van verre in hij aan 't roepen. Pol. Ha, Staat, ge aijt op uw voordeel van de week, ge komt nen dag vroeger ala naar ge woonte 1 Stant. Ja, Pol, 'k waa kuriena om u te tien en u t'hooren epre- f kennu dat we seaert racht dagen effenaf den f zomer hebben. Pol. Inderdaad, Staat, nu is'teerste klas van wéér en 't ia ongeloofelijk wat wij sedert acht dagen werk afgelegd hebben I Stant. En ia 't hooi al binnen, Pol Pol. Jaat, Stant, aedert eergisteren achternoen, joiat voor de vlaag, en alhoewel dat we nen moment gevreesd hadden voor groote sch&ai, sijn wij er, Qoddank, nog goekoop van af. Stant. En hoe is 't meê d'ander vruch ten allemaal, Pol Pol. 'k Zal 't a gaan eeggen in weinige woerden, Stant: in den oogst ia er veel achiai, maar kunnen wij de droogte behouden, hij sal toch nog wel opbrengen; er aal veel werk aan zijn om te pikken, op te binden, enz..., maar da vergeet nen boer nog al gemakke lijk. De lomervruchten zijn redelijk de pa tatten knnnen g'heel goed worden, d'haver is alecht en 't is alsof er een plaag aan ware: se ataat meê rooê remmenz'ia kort en s'en sal niet opbrengen, 't Mas, da maar weinig meer gezaaid en wordt, is wel gelakt en ze spreken van vier franken de roei. De bette- rave is achteruit, maar ze kan er nog komen. Stant.En de tweede sneê van de klavers dan, Pol? Pol. Slecht, Stant; z'en groeit niet op en z'en vult nie in. Start. Alla, Pol, 't en kan toch nis allemaal eerste klas zijn, en mij dunkt mij dat het nog een voldoende jaar zou kunnen zijn. Pol. W'en klagen niet, Stant; w'hebben er van z'leven slechter voor gestaan als nu; maar een doorslaande jaar en zal 't toch nie- meer zijn, zooveel te meer dat 't fruit langs ons kanten g'heel en gansch mislukt is en dat veel menschen daar op rekenen om er het eerste en 't noodigste geld van te trekken. Stant. Ja, Pol, 't is nen tegenslag, maar 't een zal 't ander lappen, en gaat ge aan het pikken niet Psl. Morgen, als 't God belieft, begin nen wij aan den achakeloen, Stant, en de rogge zal gaan volgen, want hij valt schrik kelijk ineen. Stant. En dan is er weerom werk om 't loof te zaaien, Pol Pol. Jaat, Stant, 't en zal aan geen werk niemeer ontbreken van nu af tot meê den Allerheiligen is 't van 't een op 't ander te springen. Stant. En hebt ge dat al gehoord, Pol, van broeder l'lamidiaan van Rijsel die in vrijheid gesteld is Pol. Neen ik, Stant, 't is alle dagen tot 's avonds laat te travakken en kozzenTist en heeft geenen tijd om hem met de gazetten bezig t'houden maar zeg nen keer, is 't van dienen broeder der kristene scholen die valschelijk beschuldigd was van een schanda lige moord bedreven t'hebben da ge wilt spreken Stant. Jaat, Pol, van broeder Flami- dianus Pol. En zat die brave ziel nu nog in 't kot, Stant Stant. Jaai, Pol, en 't ia maar verleden maandag, rond den negen uren van den avond, da z'hem losgelaten hebben 1 Pol. O die sukkeleer O die martelaar Stant. Wel gezeid, Pol 1 't Is schrikke lijk, 't is ongehoord Nen braven religieus die g'heel zijn leven slachtoffert om de kin deren t'onderwijzen en op te voeden, die uieta en doet als bidden en werken voor het geluk van zijnen evenmenaeh, en ge wordt daar meê oenen keer vastgegrepen, en aaar 't kot gesleurd, en ze laten u daar vijf maand in zitten te midden van de grootste boos wichten van de wereld, en daarentnaschen beschuldigen z'u van alle vuile en walgelijke feiten, en g'heel den genzenboel en al 't slecht volk tiert en briescht tegen n, en alle slechte gazetten staan dagelijks vol valBch sn af schuwelijk nieuws tegen u, en alle francma- $ons en dsngenieten profiteeren er van om alle religieuzen sn priesters en kloosterlingen te belasteren en te bespotten, ea als da kwaad gebeurd is en als g'afgezien hebt om er van te sterven, dan komen z'eindelijk na vijf maanden u zeggen ga naar huis, ge zijt vrfj, ge zijt onplicntig Wat dunkt u daar van, Pol Pol. Dat 't is om er onder te bezwijken, Stant, en dat de politiemannen in Frankrijk zonden moeten voorzichtiger zijn eer da ze neu treffelijken mensch vastklampen Stant. Och, Pol, wa zonden wij zeggen mensch G'heel de wereld door worden de religie en de priesters en do kloosterlingen vervolgd, en als de dengenieten maar en kun nen schandaal verwekken om onzen Gods dienst hatelijk te maken, dan zijn z'er boven op, en dan jubileren zij meê al de duivels van d helle Pol. 't Is bijkans onverstaanbaar hoe dat onzen lieven Heer dat kan blijven ver dragen, Stant Stant. Menschelijk gesproken is da waar, l'ol; maar als ge de zaken aanziet lijk ze van onzenlieven Heer geschikt zijn, dan verstaa'k da g'heel goed; Hij zelf immers. Pol, heeft geleden en meer dan iemand als Hij zijn heilige Kerk is komen stichten, en bovendien heeft Hjj ons voorzeid dat die H. Kerk, al hoewel onoverwinnelijk, toch veel zon uit te staan g had hebben van wege de goddeloozen! Pol. 't Is alzoo, Stant 1 Stant. 't Was alzoo van in 't begin, Pol, en 't zal alzoo bljjven; maar 't geen dat onveranderlijk waar is, dat is dat onzen lieven Heer oneindig rechtveerdig is en dat Hij zijn eeuwigheid heeft om aan iedereen te geven naar verdiensten. Pol. En waar 't alzoo niet, Stant, nen mensch zon dikwijls de pijp aan Marten geven; alz ge aiet wa stinkera en bullebakken die hier op de wereld van hunnen neus maken en de brave menschen zoeken den dnivel aan te doenda nen mensch dan niet en peisden op zijnen Hemel en op onzen lieven lieer die zeif alles willen uitstaan heeft om ons af te koopen van de zonde, ge zondt dia windbroe- ken bij den kop pakken en geven z'hnnne verdiende brookes. Stant. 't Is waar, Pol, maar laat ze reapea en tieren al die atelkelverkes die tegen godsdienst en priesters en religieuzen uitval len, 't zal zijn lijk 't ik over tijd nog hoorde preékeu hier op de wereld aanzien zo de Drave menschen voor snullen en onnoozc-laars, maar voor 't oordeel Gods zullen zij uitroe pen dat zij zelve de dwazerikken geweest zijn en dat de dienaars van onzen lieven Heer hier op de wereld alleen wijs sn voorzichtig hebben g'handeld. Pol. En dat is onzen grooten troost, Stant w'hebben den vrede des herten hier op de wereld en we zijn zeker van 't opperst# gelnk hierna; en hoe is 't nu t'Aalst Is de stad nog altijd in rumoer en opstand door de geuaerij en 't domchistendom &tant. De furie schijnt over te zijn, Pol; maar de donsjen bijzonderlijk gaan toch voort meê 't volk op te maken sooveel als ze maar kannen door manifesten waar dat alle leu gens, valschheid, dommigheden en bedriegerij in te lezen staan. Pol. Maar hoe is da mogelijk, Stant, dat de deftige Aalstenaars da blijven ge- doogen Stant. Och, Pol, t krapunl en 't gsu- zengebroeiael loopt daar achter, en al ander menschen walgen er dagelijks langs om meer van. Pol. Maar 'k heb daar over drij a vier dagen hooren vertellen dat zijn heiligheid den Paus 't donchistendom publiek ga con- damneren, wat is daarvan, Stant Stant. Dat is geschreven geweest in goei en geloofweerdige gazetten, Pol, maar wat dat er van is en weet ik niet; overigens do Paos van Roomen heeft al verschillige keeren aan brave menschen laten hooren dat hij de donchistekliek afkeurt en dat dis kleppers Hem veel verdriet aan doen maar alzoo een net condamnatieken in regel en ware toch nie slecht Pol. Och, Stant, z'en zouden zij hun dan nog niet onderwerpen mensch; die zijnen Pastoor en zijnen Bisschop niet en herkent, zal ook doof blijven voor de stem van den Paus Stant. 'k Peis 't ook, Pol; maar alla, 't zal die ertisten toch altijd langs »m beter doen kennen. Bovendien, Pol, ze beginnen van nu af al hun plan te trekken ze begin nen al te zeggen en te schrijven dat de Paus oud wordt en ziekelijk, dat hij omringd is van kardinalen die tegen 't donchistendom zijn, dat by Hem misschien ook wel zal laten verleiden door de geldmacht, lijk de priesters van Aalst en den Bisschop van Gent, enz. enzen alzoo beginnen die mannen al te doen verstaan, dat de Paus over hen mag zeggen wat Hij wilt en dat z'er aan vagen Pol. O die rampsaligaara, Stantdie fanatieke en versteende hooveerdigaards Dat rappeleert mij nog een historie aiemijn moeder zaliger mij nog verteld heeft van de Stevenisten. De Stevenisten dat waren ket ters en stijfhoofdig en fanatiek zoo erg als de donehisten, ze wierden vermaand en ge praamd door hun geestelijke Overheid, Pas toor en Bisschop; neen, zegden zijwij luiste ren naar niemand als naar den Pans van Komen Enweet gij wat er gebeurde, Stant? Ze zonden twee van hun kliekmannen naar Komen om persoonlijk tegen zijn Heiligheid te spreken, en deze keurde seffens hunne dwaling af en smeekte hun van in den schoot der H. Kerk terug te keeren. En peis non keer, Stant: als die twee gezanten tot Eecloo terugkwamen (want ze waren van Eecloo) dan zeiden de kopstukken van de Stevenisten dat men hen bedrogen had, dat zij den Paos niet gezien hadden, maar oenen persoon die men valschelijk voor den Pans had doen door gaan,en die koppigaards bleven Stevenist lijk voor en naar en ze zijn alzoo gestorven Stant. Den hoogmoed he Pol hoogmoed, den haat en de koppigheid Maar laat ze maar doen, onzen lieven Heer zal se wel vinden En nu Pol, tot de naaste week en werk u toch maar niet dood met die groote hitte 1 Pol. We zullen voorzichtig voortdoen. Stant, on zorgt maar meer on meer voor droog woêr. frrArr. Aio 't God belieft, Pol 1 Verleden dijusdag geschiedde in de parochiale kerk van Moorsel de plechtige lijkdienst die de teraarde bestelling voor afging van wijlen Doktor Remigius Moroy, geboren te Geeraardsbergen den 17 November 1841. M. Moroy was een braaf en rechtzinnig man, met hart en ziel verkleefd aan zijne katholieke overtuiging; hij was een goed letterkundige wier taalkennis bijzonder uitschijnt in de oenige schriften die bij liet drukken. Als student aan de Hoogeschool van Leuven onderscheidde hij zich als een der werkzaamste leden en de verdienstvolle secretaris van het letterkuudig Genoot schap Met tijd en vlijt. Naderhand waren de vriendschapsbetrekkingen met wijlen professor Wiilems, die hem als student leeren waardeeren had, de oor zaak dat hij geroepen werd om lid te zijn van het Hoofdbestuur van hetDavidsfonds hetgeen bij bleef tot in deze laatste jaren. Doctor Moroy vestigde zich met zijn huisgezin te Moorsel in 1875, hij was een bekwaam geneesheer, geacht om zijne voorzichtigheid en onbaatzuchtigheid, hij was aanzien als eene bijzondere onder vinding verworven te hebben in het ver zorgen der typhuskoorts nog onlangs bekwam hij voor bewezene diensten het burgerlijk eereteeken van 1* klas. Behalve de mededeelingen die hij als briefwisselend lid naar de Geneeskundigo Commissie zond, zijn de volgende penne- vruchten van Dr Moroy gekend 1879. Het leven en de werken van P. Cornelis Smet, verschenen in de Vlaamsche Wacht. - 1880. Over Romeinsche oudheden in de omstreken van Aalst. Jaarboek van het Davidsfonds voor 1880. 1881. J. David's leven. Uitgave van het Davidsfonds. 1888. De abdij van Affligem. Het Belfort 1888. 1889. Een Geertsbergsche straatnaam. Id. 1889. 1890. Hoogleeraar Jan David en dich ter Prudent Van Duyse. ld. 1890. 1897. Uit ons martelaarsboek. Beden kingen op de geschiedenis van den Boerenkrijg, ld. 1897. dienstdoende Apotheker: Zondaa 16 Juli 1899, Mr Ghysselincfcx, Molenstraat. LEDE Alhoewel wij, in 't ge- heel, niet gehouden zijn liet volgende schrijven in te lasschen, 1 tar ouzo correspondent hoegenaamd niet is genoemd, bedoeld of aangewezen geworden, willen wij het mc-ê loeien en dit bijzonderlijk, Mijnheer de Muziek leeraar, opdat onze lezers u niet zouden aanzien als de schrijver van 't artikel verschenen ia 't vuilblad van Chipka. Gij hebtgrootelijks gelijk in dergelijke gedoemde gazetten niet te willen schrij ven catholiok vooral, nietwaar M. Eduard. Dit gezegd zijnde, ziehier 't factum vau onzen correspondent Aan ds gemaskerds (muzikanten met echt dompersbloed) Daar gij mij in uwe aoutelooze verwijten (Denderbode van 8 July 1899) als den dader aanschouwt van een artikel verschenen in (het Land van Aalst van 1 July en getsskend (een jong muzikant), wil ik graag, sooals het sen kristen mensoh betaamt, u, mijne broe ders, van een dwaalspoor brengen waarop gij zeker gesukkeld zijt ton gevolge van uw ge maskerd aanschijn. Volgens uw schrijven, moeten uwe oogen al niet veel verder dragen dan uwen nena, of uwe neuzen, om niet te zien of niet te weten dat ik, om awe bolle te wasschen, mijne toe vlucht tot geene ongeteekende dagbladbrieven hoef te nemen. Dit weet eenieder en daar hebt gij mogelijks persoonlijke ondervinding van geuoten. Des te meer, ik loochen volstrekt de schrijver te zijn van bedoeld artikel en ik daag u uit mij zulks te bewijzen. Ook keur ik dit af uit al mijne krachten en zal de eerste zijn (indien het onder de bevoegdheid der maatschappij valt) eene blaam tegenover des- zelfs opsteller te stemmen. Wat nwe naamlooze schimpen en lasteren de zinspelingen betreft, die raken nog aan de zolen niet van mijne slechtste schoenen. Er is een spreekwoord dat zegt doe wel en zie niet om. Ten anderen, ik vrees des volkes oordeel niet, en als gij beweert dat ik den ondergang der maatschappij wil bewerken, zullen hon derden monden u toeroepen dat gy liegt. Het is van eenen anderen kant dat de wind komt hé zoete vriendjes van uit eenen donke ren kant waar mannen loopen met gemas kerde gezichten.... van die visschers in troe bel water wiens minste zorg in het behoud der maatschappij bestaat Maar aan a, die het toch zoo nel meent met ons muziek wil ik verzekeren dat gij voor zijnen vooruitgang in de kunst vaat op mij rekenen kuut dat ik, geholpen door mijne vrienden, trouw ter zijde zal staan in ai wat de maatschappij hare stoffelijke en zede lijke belangen aangaat en dan, voornit en wee de verraders Nu, om te sluiten,gemaskerde (muzikanten met echt dompersbloed) zoo het u lust de pen eens tegen mij te trekken, kemt maar af, maar met open vizier hoort ge eerst uw masker af, geene naamlooze artikels (want die zal ik in bet toekomende onbeant woord laten) komt eens vóór den delper, toont dat gij durft, dat gij man of mannen zijt, zoo niet zullen alle eerlijke lieden u aanzien als eenen hoop laffe kwaadsprekers en veraohtelijke schijnneiligaards. Aan u. Eduard Van Zaudycke, muziekleeraar, Lede bij Aalst Tapii m#»n vcrledene jaar, de i ueii liicu groene democraten be schuldigde van een verbond te hebben gesloten met de progressisten en socia listen, dan sprong M. Plancquaert, dade lijk te peerd en schreef in Het Recht Zulke houding van onzentwege zou enkel dienen om onze geloovige bevolking wijs te maken dat progressisten en socia listen en cbristene democraten 't zelfde zijn, en ons doen doorgaan voor vijanden van den Godsdienst. Dat zou zooveel te gemakkelijker zijn, daar in de meeste liberale bladen het verbond of cartel der libera-socialisten bekend staat onder den naam anticlerikaal of anticatholiek ver bond en dat, voor iemand die den waren toestand van 't arrondissement kent, dit de echte, de ware naam is ook. En 't Leeuwke voegde er bij Eens gekozen zouden progressisten en socialisten zich toch zeker niet bepa- met in de kamers enkel van het algemeen stemrecht of evenredige vertcgenwoordi ging te spreken en te stemmen. En nu, heden zijn liberalen, socialisten en groene democraten bondgenooten, 'tis te zeggen, maken de groene democraten deel uit vau 't anti-catholiek verbond. Nu werken ze samen met d6 vijandea vaD God, Kerk en Priesters... Leeuwke Plancquaert heeft gelijk te schrijven dat do blauwen en roodeu zich niet zouden bepalen in de Kamers enkel te spreken vau A. S. on E. Vweldra zouden zij wetten stemmen van gods dienstvervolging en van vernietiging van 't vaderland en der bestaande samenle ving. En de groene democraten die er on rechtstreeks zouden hebben toe meêge- werkt, zullen er dan ook de verantwoor delijkheid van dragen voor God en de menschen 1 Goedkoop doodschieten. Do Amerikauec hebben onlangs ontdekt, dat zij den eersten prijs verdienen voor het dooden tijdens den oorlog. Volgens wij lezen zouden zij, tijdens het beleg van Santiago, maar 230 kogels geschoten hebben, om ééDen spaanschcn soldaat te dooden. Indien dit cijfer juist is, hebben zy veruit den eersten prys, want, tijdens de bloedigste legerontmoetingen in 1870 werden er minstens 289 kogels verscho ten voor elkon soldaat. In 1859 (Solferino) was het middency- fer nog 700 kogels voor éénen man. Tijdens de oorlogen van Napoleon I geleverd (Austerlitz, Eylau, Wagram, Friedland, Iéna) was, volgens de officieële stukken het middencyfer 3900 kardoezen voor éénen man. 't Is het verbeteren der vuurwapens dat dit profijt te weeg brengt. De heoren Ross^euw en P. Delvaux heb ben een wetsontwerp ingediend, gesteund op de tweenamigo stemmiug. Dit stelsel werd door de Catholieke Vereeuine, van Aalst, iu eene zittling, over 4 maanden gebonden, voorgestaan. Ziehier de beweegredeuen 1° Beter dan het eennamig stelsel, zal het dan te veel uitsluitelyke vertegen woordiging der plaatselyko belaugen te genwerken 2' Het zai, de versnijding van de groote rechterlijke Cantons niet vereiscben, ge lijk het eennamig stelsel, versnijding die voorzeker zou beknibbeld worden 3° Het zal de vereeniging van 2 Cantona voor de kiezingen der Senateurs niet vergen 4° De vordeeling des lands in 76 kies omschrijvingen is gemakkelijker, levert meer waarborgen vau onpartijdigheid op en zal minder aan kritiek onderworpen zijn 5° Het tweenamig stelsel is logischer en beantwoordt beter aan de wezenlijk- beid, waut de eennamige omschrijving moet tweenamig worden voor de Senaat- kiezineen 6° Eindelijk de catholieke democra tische elementen onzer groote Arrondis sementen zouden bij dees regiem de grie» ven zien verdwijnen die zy tegen hot een- namigstolsel in brengen. Ziedaar de voornaamste bewoegreden. Op de zitting; der independenten te Brussel werd door M. Goffio het alge meen stemrecht als de eenige oplossing aanbevolen. M. Théodor verklaarde daarentegen dat men niet mocht denken aan eene her ziening der grondwet en dat de hoofdzaak was, zoo gauw en zoo spoedig mogelijk, tot dealgeheele E. V. te komen. En de vergadering sloot zich bij die zienswijze aan. Nieuw Hospitaal. Indien men P. Daens wil gelooveu dan is 't aan hem te danken dat er hier een nieuw Hospitaal komt gesticht te worden en dit op d'Hertshage. Men moet verwaande guit zijn om dit pluimtje op zijnen hoed te durven steken, wanneer het algemeen is gekend en gewe ten, dat Aalst het nieuw Hospitaal te danken heeft aan wijlen den heer Frans Gheeraerdts, Schepen, welke het de eerste ontworp ontwerp, dat nu heden verwezenlijkt is geworden door zijn zoon onzen tegenwoordigen heer Burgemeester, geholpeu door de heeren Leden van den Stedelijken Raad wier mandaat eindigde 31 December 1894. Onze Pie beweert ook dat hij het is die de Hertshage als plaats heeft aangewe zen. Nog al een pluimtje dat hem niet toekomt. In nummer van 't Land van Aelst van 7 Juni 1891, leest men im mers - 't Nieuw gasthuis gaat er komen, maar op welko plaats dat moet nog besproken en beslist worden. Ons is 't gelijk als de plaats maar goed is voor n de zieken en hun Familiën, als wij een goed, groot, gezond gasthuis hebben, hoog en wel gelegen en buiten de slechte winden de slechte winden zijn 'tzuiden en 't westen waaruit de be- smettelijke zomerziekten voortgedragen worden. Dus verre van de Hertshage voor te staan, was 't hem onverschillig waar men 't Hospitaal oprichten zou. Wat verwaande kerel toch Peerdevleesch. Jaarlijks worden in ons land van 12 tot 15 duizend peerden geslacht, 't Is België dat aan het hoofd der natiën staat voor het verbruik van Het meeste deel der peerden komt uit Engeland, waar dit vleesch niet gegeerd In zitting van Woensdag 12 Juli 11, deed de heer Liebaert, minister van Financiën de volgende verklaring Ziehier eene verklaring die ik in naam der Regeering,'over het beginsel afleg. In den loop van toekomenden zittijd zal de Regeering eene op- n lossing van 't vraagstuk der ar- n beidspensioenen aanbieden, met n van den eenen kant de inkomsten en middelen, en van den anderen n de onkosten. rt De Regeering zal er voor zor- n gen dat het vraagstuk in den loop van den zelfden zittijd worde opgelost. n Deze verklaring zal door de werker standen met vreugde vernomen worden. De catholieken blijven dus getrouw aan hunne belofte. De laügste straat van Parijs, te weten do rue Lafayette (2789 m.), die voort loopt onder den naam van rue (CAlle- magnc, (1286 m.), is 4609 meters lang. Moest men al de straten van Londen, de grootste stad der wereld, aaneenvoe gen, men zou eoDe leDgte bekomen van 13,000 kilometers of 2662 uren. 't Is om trent het derde deel van den omtrek der aarde. a Een blauw- rood- groene Jonge Wacht, komt te Aalst, zegt Vooruit van Donderdag, ingericht te worden om op de catholieken te kloppen. En dio bende telt reeds, altijd volgens Vooruit, 1200, zegge twaalf honderd leden. 't Is om er kiekenvleesch van te krij gen 1.... Maar 't zullen zeker vreêr leden op papier zyn, gelijk de 1200 leden van den liberalen Werkmauskring In alle geval de catholieken zullen er toch by wezen.... heden den strnatoproer goed. üe horsen- looze schrij velaar die 't vuilblad van Chipka aaneonflanst mot bijua wekelijks 't zelfde te herhalen, vindt het nu ook zeer gepast en rechtveerdig dat zekere roode-groene en blauwe politiekers 't volk aauhitseu en het doen roepen Leve de republiek Weg de koning van carton Weg de catholieken, enz cns. en dit om hunnen wil op te dringen. Volgens die zelfde schrijvelaar zijn de Overheden,welke den straatoproer beteu gelen, moordenaars, enz. enz. Maar die zelfde schrijvelaar oordeelde er anders over in 1891. In nummer van 8 Februari van dit jaar schreef hy 't volgende 't welk onder alle opzichten toepasselijk is op zijne eigene hedcndaagsche houding eu die zijner bondgenooten Attentie I De liberale gazel kent maar een klank Algemeen stemrecht I... Niets - over d'armoede 1 niets over de kleine daghuren Algemeen stemrecht Zou Dendergalm 5 handteekens van - groote liberalen krijgen voor 't alge- meen stemrecht 't Gaat hier gelijk te Brussel De liberalen roepen alge- meen stemrecht en als men in de sek- tiën der kamers aan Bara vraagt, om te samen het kiesrecht uit to breiden, geen antwoord, Menheer!... 8 't En is allemaal die zestien- en - halven nietmeester worden, de - katholieken verdeelen, dat wa- - ren de permisse-schellingen.... In de plaats der katholieken, wij zouden nu eene goede stemwot maken, uit- breiding van 't stemrecht, den Buiten s in evenredigheid gesteld met de Steden, s en deftig recht geven aan 't werkvolk, daarmeê amen en uit en als 't - straatlawijt opkomt daar eens s kortspel meè gemaakt voor goed. Dus de hersenlooze schrijvelaar van Chipka was, in 1891, een overtuigde tegenstrever van algemeen stemrecht en, wat de straatoproer betreft, hij zou dan onder de oproermaker doen schieten heb ben gelijk onder de musschen en er doen op kappen en kerven dat de «tukken er zouden afvliegen om cr een kort spel meè te maken en dat voor goed De held van Chipka zou dan, als moor denaar, te Brussel en elders het bloed bij beken willen doen stroomen hebben... O gi verachtelijke verrader I... De menigte van 't volk walgt van u I Stekskens zonder solfer. Men weet dat de wedstrijd voor den prijs van 50,000 fr., den 1 Mei gesloten werd. Er zijn ongeveer 400 papsoorten voor stekskens ingekomen. De scheikundigen hebben reeds de ont leding gedaan van de helft dezer toebe reidingen. Die gemeente gezeten op den rand der groene Dendervallei, aan de noordergrens van 't Ar rondissement Aalst. Wie keat er zijn klooster niet van Zusters Josephieneu De prachtige Concerts die daar jaarlijks worden gegeven, en niet min de goede faam der Zusters selven, hebben het alom bekend gemaakt. Daar, in dat klooster, zal het binnen kort, namelijk den 17 Augusti, volop feest zijn. De eerweerde Moeder-Overste visrt dien dag haar Zilveren Jubelfeest; sedert 25 jaren bestiert zij met een ongewoon beleid en een bewonderensweerde zelfopoffering dat aan zienlijk gesticht dat zij de kunst verstaat zich van iedereen te doen achten en beminnen, zal blijken uit de geestdrift en de uitbundige vreugde, welke te Herdersem heerschen zul len. Immers, dit feest zal geen feest zijn voor de kloosterbewoners alleen ganssb het Catho lieke Herdersem, de Catholieke Vriendenkring aan 't hoofd, zal er deel aan nemen. Heel bet Catholieke Herdersem zal weten te toonen, dat het zijne ware vrienden kent, en huldigen en danken kan. Wij mogen niet vergeten dat de Eerweerde Moeder met alleen is om te jubbelen ook Zuster Agatha en Zuster Catbarina viereu den 25" verjaardag van ban aankomst in bet Klooster van Herdersem aan die drie Jubilarissen, wenschen wij uit ter harte Proficiat Eerw. Broeder Flamidien vrijgesproken. De Kamer van inbeschuldigiDg-stelling van het Beroepshof te Dowaai gelast uit spraak te doen over de zaak van Broeder Flamidien heeft hem maandag vrijge sproken. Onmiddelijk werd Broeder Fla midien in vrijheid gesteld. De vryspraak werd gedaan door de gewone Kamer van inbeschuldigingstel ling en de boetstraffelijke Rechtbank vergaderd in eene enkele zitting ten ge volge van een bijzonder bevel van den heer Procureur-generaal, krachtens een dekreet van 6 Juli 1810. Niets, hoegenaamd niets dat zijne plich- tigheid zou bewijzen heeft men kunnen voorbrengen men is verplicht geweest hem vrij te spreken, omdat het ganscbe onderzoek zijne onschuld ten klaarste En nogthans niets, ja, niets werd onbe proefd gelaten om Broeder Flamidien van moord te kunnen overtuigen. Rechter Delalé handelde hatelijk en partijdig ge durende gansch 't oöderzoek en aarzelde zelfs niet middelen aan te wenden onweer- dig van de magistratuur in een beschaafd land. Men heeft den onschuldigen Broeder de grievendsto zedelijke folteringen cn pijnigingen doen lijden. Eu al de blauwe en roode helhonden vervolgden den onschuldigen Broeder. Zij braakten de schandelijkste beschuldigin gen tegen hem uit, tegen hem, die zich niet verdedigen kon tegen hunne laffe aanvallen. En onze armtierige Dendergalm huilde met de andere blauwe en roode helhon den meê I... Zal Dendergalm nu de onschuld vau den gelasterdeu Brooder afkondigen En zal de uitventer van 't, verachtelijk Laatste vuil Nieuws, die, hier te Aalst, in Februari II., in de volkswijken, den hoornstak om te verkonden dat Broeder Flamidien de moordenaar was, nu ook, in dio zelfde volkswijken, den hoornste ken en de onschuld, de vrijspraak van BroederFlamindien uitroepen?... O neen I... Men zou immers eerder frikadellen in een hondenkot vinden, dan eerlijkheid en deftigheid bij zekere blau wen en rooden. Meer dan 2000 personen zijn den broe der in het gesticht komen gelukwon- sehen. Kinderen uit al de werkmanswijken van Rijsel brachten bloemtuilen. In den avond kwamen de jongelieden der patro nage, beleedigiugeo, kreten en bedrei gingen op de straat verachtend. Later kwam eene afveerdiging van de oudloerlingen van Moulins-Lille. Een jonge knaap van de handelsschool be vond zich in hun midden met eenen bloemtuil. Hot kind werd in de rue de la Monnaie laf geslagen door schoelies, die het zijne bloemen wilden afnemen. Ten 9 uren waren al de opkomenden in de zalen vereenigd en toen broeder Fla midien verscheen had er eene geestdrif tige betooging plaats. Verscheidene redevoeringen werJen uitgesproken. Zeer aangedaan sprak broeder Flamidien zijnen dank uit. Over de onlusten, die in den loop van den avond plaats hadden, vernemen wij nog dat zij zorgvuldig waren ingericht en er burgers aan 't hoofd stondon der ver schillende groepen, die bevelen uitdeel den en den weg wezen.Men heeft reeds de zelfde inrichting opgemerkt bij de eerste onlusten. Talrijke betoogers waren op gekomen van Armentières, Roubaix en Wattrelos, zoodat men hier nogmaals het doel heeft zien doorschemeren, dat sedert vijf maanden met den hatelijken veld tocht tegen broeder Flamidien vervolgd wordt. De moeder van broeder Flamidien, Mad. Hamez, woont te Coudekerke- Branche, bij Duinkerke. Een redacteur van de Dépêche heeft haar het goede nieuws gebracht. Zij was bijna ziek van blijdschap. Zij had geen oogenblik ge twijfeld-aan de onschuld haars zoons. De arme vrouw is bij al die beproevingen veel verouderd. Zij is onmiddellijk met hare familie naar Rijsel vertrokken. Van een anderen kant wordt gemeld dat broeder Flamidien woensdag morgend ten tien uren, zelf naar Coudekerke, bij zijne mooder, is vertrokken, 's Avonds is in Rijsel de orde niet meer verstoord. Jonge knapen verbrijzelden eenige ruiten en daarmee was 't uit. Uit Rijsel wordt aan Petit Parisien gemeld, dat woensdag avond, rond tien uren, eene bende manifestanten de ge schilderde ramen iu de Sinte-Catherina- kerk hebben verbrijzeld. Er werden stee- nen geworpen naar 't wcezenhuis van St- Vincentius k Paula. De politie chargeerde do betoogers, die 8 a 4000 in getal waren. Voor het pensionnaat der broeders werd er met flesschen, stekskenspotten, enz. naar de agenten geworpen. Op al de pun ten der stad hadden er woelingen plaats. I i J 1st*Men verzoekt ons Ajijnreuc. de Hjkrede m^è te deelen walke bij de begrafenis van wijlen den heer Pieter De Mol, word uitge sproken door M. Edmond Sghïbblimckx, Griffier onzer Rechtbank van Koophandel MIJN HEEREN Het afsterven van Peter De Mol, Eere bestuurder onzer Muziekschool, is een verlies voor de muziekale kunstwereld, en vooral voor da Stad Aelst in het bij zonder. Door zijn talent en zijne begaafdheid komt hij op den eersten rang tusschen de toondichters die sedert eene halve eeuw Belgenland vermaard hebben gemaakt echter heeft overdrevene nederigheid mis schien zijne faam belet om tot de jongste geslachten te komen maar de geschie denis zal zijne schitterende hoedanighe den ophalen en aan De Mol de eer toe brengen die hem ten rechte toekomt. Peter De Mol werd geboren te Brussel, deo 7 November 1825. Als leerling van hot conservatorium dezer stad, behaalde hij den 1° prijs van harmonie en contra punt. In 1853, behaalde hij den 2° prijs van Romen met zijne cantate Les Chrétiens Martyrsuitgevoerd tijdens de Septem berfeesten. Dit stuk werd onthaald m«it onderscheiding, vooral voor de oorspron kelijkheid on de frischhcid van gedachten der melodiën welko er in voorkomen. Iu 1855, behaalde hij den ln prijs met zijne cantate Le dernier jour d'Hcrcu- lanum. Het merkwaardigsto van dit stuk is de instrumeuteering welke oprecht meesterlijk is. Hij had ook deel genomen aan de prijskampen van 1849 en 1851. Peter De Mol was daarenboven een uitstekende Basvioolspeler, en maakte in die hoedanigheid deel uit van het orkest des Muntschouwburgs te Brussel. Na eene kunstreis door Duitschland en Frankryk, waar hij te Orléans 2den Orkest meester geweest is, vestigde hij zich te Besangon als Professor der Muziekschool en Vioolcel-solo van den Schouwburg. Na eenige jaren verblijf in deze stad, kwam hij terug naar zijn geboorteland welke hem duurbaar aan het hart lag, om do plaats te bekleeden van kapelmeester van de Prins van Chimay. Na vijf jaren dit ambt vervuld te hebbeD, werd hij, in 1880, Bestuurder benoemd der Muziek school van Aalst, alsook kapelmeester dor S' Martinuskerk, der Koninklijke Harmonie, en van do Koormaatschappy S* Cecilia, waar zyn onverpoosd streven

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1899 | | pagina 2