Pol en Stant.
MOORSEL.
ZONDAGRUST.
Van tak
op tak.
Tweenamig stelsel.
Arbeiderspensioenen.
't Land van Aelst kourl
HerdersemHerdersem
Moord te Rijsel.
Stant ziet Pol in de verte afkomen
welgezind,'tpijpken in den mond,
den strooien hoed op den kop en de
destelachup onder den arm van
verre in hij aan 't roepen.
Pol. Ha, Staat, ge
aijt op uw voordeel van
de week, ge komt nen
dag vroeger ala naar ge
woonte 1
Stant. Ja, Pol, 'k
waa kuriena om u te
tien en u t'hooren epre-
f kennu dat we seaert
racht dagen effenaf den
f zomer hebben.
Pol. Inderdaad, Staat, nu is'teerste
klas van wéér en 't ia ongeloofelijk wat wij
sedert acht dagen werk afgelegd hebben I
Stant. En ia 't hooi al binnen, Pol
Pol. Jaat, Stant, aedert eergisteren
achternoen, joiat voor de vlaag, en alhoewel
dat we nen moment gevreesd hadden voor
groote sch&ai, sijn wij er, Qoddank, nog
goekoop van af.
Stant. En hoe is 't meê d'ander vruch
ten allemaal, Pol
Pol. 'k Zal 't a gaan eeggen in weinige
woerden, Stant: in den oogst ia er veel achiai,
maar kunnen wij de droogte behouden, hij
sal toch nog wel opbrengen; er aal veel werk
aan zijn om te pikken, op te binden, enz...,
maar da vergeet nen boer nog al gemakke
lijk. De lomervruchten zijn redelijk de pa
tatten knnnen g'heel goed worden, d'haver
is alecht en 't is alsof er een plaag aan ware:
se ataat meê rooê remmenz'ia kort en s'en
sal niet opbrengen, 't Mas, da maar weinig
meer gezaaid en wordt, is wel gelakt en ze
spreken van vier franken de roei. De bette-
rave is achteruit, maar ze kan er nog komen.
Stant.En de tweede sneê van de klavers
dan, Pol?
Pol. Slecht, Stant; z'en groeit niet op
en z'en vult nie in.
Start. Alla, Pol, 't en kan toch nis
allemaal eerste klas zijn, en mij dunkt mij
dat het nog een voldoende jaar zou kunnen
zijn.
Pol. W'en klagen niet, Stant; w'hebben
er van z'leven slechter voor gestaan als nu;
maar een doorslaande jaar en zal 't toch nie-
meer zijn, zooveel te meer dat 't fruit langs
ons kanten g'heel en gansch mislukt is en dat
veel menschen daar op rekenen om er het
eerste en 't noodigste geld van te trekken.
Stant. Ja, Pol, 't is nen tegenslag, maar
't een zal 't ander lappen, en gaat ge aan het
pikken niet
Psl. Morgen, als 't God belieft, begin
nen wij aan den achakeloen, Stant, en de
rogge zal gaan volgen, want hij valt schrik
kelijk ineen.
Stant. En dan is er weerom werk om
't loof te zaaien, Pol
Pol. Jaat, Stant, 't en zal aan geen
werk niemeer ontbreken van nu af tot meê
den Allerheiligen is 't van 't een op 't ander
te springen.
Stant. En hebt ge dat al gehoord, Pol,
van broeder l'lamidiaan van Rijsel die in
vrijheid gesteld is
Pol. Neen ik, Stant, 't is alle dagen tot
's avonds laat te travakken en kozzenTist en
heeft geenen tijd om hem met de gazetten
bezig t'houden maar zeg nen keer, is 't van
dienen broeder der kristene scholen die
valschelijk beschuldigd was van een schanda
lige moord bedreven t'hebben da ge wilt
spreken
Stant. Jaat, Pol, van broeder Flami-
dianus
Pol. En zat die brave ziel nu nog in
't kot, Stant
Stant. Jaai, Pol, en 't ia maar verleden
maandag, rond den negen uren van den
avond, da z'hem losgelaten hebben 1
Pol. O die sukkeleer O die martelaar
Stant. Wel gezeid, Pol 1 't Is schrikke
lijk, 't is ongehoord Nen braven religieus
die g'heel zijn leven slachtoffert om de kin
deren t'onderwijzen en op te voeden, die
uieta en doet als bidden en werken voor het
geluk van zijnen evenmenaeh, en ge wordt
daar meê oenen keer vastgegrepen, en aaar
't kot gesleurd, en ze laten u daar vijf maand
in zitten te midden van de grootste boos
wichten van de wereld, en daarentnaschen
beschuldigen z'u van alle vuile en walgelijke
feiten, en g'heel den genzenboel en al 't slecht
volk tiert en briescht tegen n, en alle slechte
gazetten staan dagelijks vol valBch sn af
schuwelijk nieuws tegen u, en alle francma-
$ons en dsngenieten profiteeren er van om
alle religieuzen sn priesters en kloosterlingen
te belasteren en te bespotten, ea als da
kwaad gebeurd is en als g'afgezien hebt om
er van te sterven, dan komen z'eindelijk na
vijf maanden u zeggen ga naar huis, ge zijt
vrfj, ge zijt onplicntig Wat dunkt u daar
van, Pol
Pol. Dat 't is om er onder te bezwijken,
Stant, en dat de politiemannen in Frankrijk
zonden moeten voorzichtiger zijn eer da ze
neu treffelijken mensch vastklampen
Stant. Och, Pol, wa zonden wij zeggen
mensch G'heel de wereld door worden de
religie en de priesters en do kloosterlingen
vervolgd, en als de dengenieten maar en kun
nen schandaal verwekken om onzen Gods
dienst hatelijk te maken, dan zijn z'er boven
op, en dan jubileren zij meê al de duivels van
d helle
Pol. 't Is bijkans onverstaanbaar hoe
dat onzen lieven Heer dat kan blijven ver
dragen, Stant
Stant. Menschelijk gesproken is da
waar, l'ol; maar als ge de zaken aanziet lijk
ze van onzenlieven Heer geschikt zijn, dan
verstaa'k da g'heel goed; Hij zelf immers. Pol,
heeft geleden en meer dan iemand als Hij zijn
heilige Kerk is komen stichten, en bovendien
heeft Hjj ons voorzeid dat die H. Kerk, al
hoewel onoverwinnelijk, toch veel zon uit te
staan g had hebben van wege de goddeloozen!
Pol. 't Is alzoo, Stant 1
Stant. 't Was alzoo van in 't begin,
Pol, en 't zal alzoo bljjven; maar 't geen dat
onveranderlijk waar is, dat is dat onzen lieven
Heer oneindig rechtveerdig is en dat Hij zijn
eeuwigheid heeft om aan iedereen te geven
naar verdiensten.
Pol. En waar 't alzoo niet, Stant, nen
mensch zon dikwijls de pijp aan Marten geven;
alz ge aiet wa stinkera en bullebakken die
hier op de wereld van hunnen neus maken
en de brave menschen zoeken den dnivel aan
te doenda nen mensch dan niet en peisden
op zijnen Hemel en op onzen lieven lieer die
zeif alles willen uitstaan heeft om ons af te
koopen van de zonde, ge zondt dia windbroe-
ken bij den kop pakken en geven z'hnnne
verdiende brookes.
Stant. 't Is waar, Pol, maar laat ze
reapea en tieren al die atelkelverkes die tegen
godsdienst en priesters en religieuzen uitval
len, 't zal zijn lijk 't ik over tijd nog hoorde
preékeu hier op de wereld aanzien zo de
Drave menschen voor snullen en onnoozc-laars,
maar voor 't oordeel Gods zullen zij uitroe
pen dat zij zelve de dwazerikken geweest zijn
en dat de dienaars van onzen lieven Heer
hier op de wereld alleen wijs sn voorzichtig
hebben g'handeld.
Pol. En dat is onzen grooten troost,
Stant w'hebben den vrede des herten hier
op de wereld en we zijn zeker van 't opperst#
gelnk hierna; en hoe is 't nu t'Aalst Is de
stad nog altijd in rumoer en opstand door de
geuaerij en 't domchistendom
&tant. De furie schijnt over te zijn, Pol;
maar de donsjen bijzonderlijk gaan toch voort
meê 't volk op te maken sooveel als ze maar
kannen door manifesten waar dat alle leu
gens, valschheid, dommigheden en bedriegerij
in te lezen staan.
Pol. Maar hoe is da mogelijk, Stant,
dat de deftige Aalstenaars da blijven ge-
doogen
Stant. Och, Pol, t krapunl en 't gsu-
zengebroeiael loopt daar achter, en al ander
menschen walgen er dagelijks langs om
meer van.
Pol. Maar 'k heb daar over drij a vier
dagen hooren vertellen dat zijn heiligheid
den Paus 't donchistendom publiek ga con-
damneren, wat is daarvan, Stant
Stant. Dat is geschreven geweest in
goei en geloofweerdige gazetten, Pol, maar
wat dat er van is en weet ik niet; overigens do
Paos van Roomen heeft al verschillige keeren
aan brave menschen laten hooren dat hij de
donchistekliek afkeurt en dat dis kleppers
Hem veel verdriet aan doen maar alzoo een
net condamnatieken in regel en ware toch
nie slecht
Pol. Och, Stant, z'en zouden zij hun
dan nog niet onderwerpen mensch; die zijnen
Pastoor en zijnen Bisschop niet en herkent,
zal ook doof blijven voor de stem van den
Paus
Stant. 'k Peis 't ook, Pol; maar alla,
't zal die ertisten toch altijd langs »m beter
doen kennen. Bovendien, Pol, ze beginnen
van nu af al hun plan te trekken ze begin
nen al te zeggen en te schrijven dat de Paus
oud wordt en ziekelijk, dat hij omringd is
van kardinalen die tegen 't donchistendom
zijn, dat by Hem misschien ook wel zal laten
verleiden door de geldmacht, lijk de priesters
van Aalst en den Bisschop van Gent, enz.
enzen alzoo beginnen die mannen al
te doen verstaan, dat de Paus over hen mag
zeggen wat Hij wilt en dat z'er aan vagen
Pol. O die rampsaligaara, Stantdie
fanatieke en versteende hooveerdigaards
Dat rappeleert mij nog een historie aiemijn
moeder zaliger mij nog verteld heeft van de
Stevenisten. De Stevenisten dat waren ket
ters en stijfhoofdig en fanatiek zoo erg als de
donehisten, ze wierden vermaand en ge
praamd door hun geestelijke Overheid, Pas
toor en Bisschop; neen, zegden zijwij luiste
ren naar niemand als naar den Pans van
Komen Enweet gij wat er gebeurde, Stant?
Ze zonden twee van hun kliekmannen naar
Komen om persoonlijk tegen zijn Heiligheid
te spreken, en deze keurde seffens hunne
dwaling af en smeekte hun van in den schoot
der H. Kerk terug te keeren. En peis non
keer, Stant: als die twee gezanten tot Eecloo
terugkwamen (want ze waren van Eecloo)
dan zeiden de kopstukken van de Stevenisten
dat men hen bedrogen had, dat zij den Paos
niet gezien hadden, maar oenen persoon die
men valschelijk voor den Pans had doen door
gaan,en die koppigaards bleven Stevenist lijk
voor en naar en ze zijn alzoo gestorven
Stant. Den hoogmoed he Pol
hoogmoed, den haat en de koppigheid
Maar laat ze maar doen, onzen lieven Heer
zal se wel vinden En nu Pol, tot de naaste
week en werk u toch maar niet dood met die
groote hitte 1
Pol. We zullen voorzichtig voortdoen.
Stant, on zorgt maar meer on meer voor
droog woêr.
frrArr. Aio 't God belieft, Pol 1
Verleden dijusdag geschiedde in de
parochiale kerk van Moorsel de plechtige
lijkdienst die de teraarde bestelling voor
afging van wijlen Doktor Remigius
Moroy, geboren te Geeraardsbergen den
17 November 1841.
M. Moroy was een braaf en rechtzinnig
man, met hart en ziel verkleefd aan zijne
katholieke overtuiging; hij was een goed
letterkundige wier taalkennis bijzonder
uitschijnt in de oenige schriften die bij
liet drukken.
Als student aan de Hoogeschool van
Leuven onderscheidde hij zich als een der
werkzaamste leden en de verdienstvolle
secretaris van het letterkuudig Genoot
schap Met tijd en vlijt. Naderhand
waren de vriendschapsbetrekkingen met
wijlen professor Wiilems, die hem als
student leeren waardeeren had, de oor
zaak dat hij geroepen werd om lid te zijn
van het Hoofdbestuur van hetDavidsfonds
hetgeen bij bleef tot in deze laatste jaren.
Doctor Moroy vestigde zich met zijn
huisgezin te Moorsel in 1875, hij was een
bekwaam geneesheer, geacht om zijne
voorzichtigheid en onbaatzuchtigheid, hij
was aanzien als eene bijzondere onder
vinding verworven te hebben in het ver
zorgen der typhuskoorts nog onlangs
bekwam hij voor bewezene diensten het
burgerlijk eereteeken van 1* klas.
Behalve de mededeelingen die hij als
briefwisselend lid naar de Geneeskundigo
Commissie zond, zijn de volgende penne-
vruchten van Dr Moroy gekend
1879. Het leven en de werken van
P. Cornelis Smet, verschenen in de
Vlaamsche Wacht. -
1880. Over Romeinsche oudheden in
de omstreken van Aalst. Jaarboek
van het Davidsfonds voor 1880.
1881. J. David's leven. Uitgave van
het Davidsfonds.
1888. De abdij van Affligem. Het
Belfort 1888.
1889. Een Geertsbergsche straatnaam.
Id. 1889.
1890. Hoogleeraar Jan David en dich
ter Prudent Van Duyse. ld. 1890.
1897. Uit ons martelaarsboek. Beden
kingen op de geschiedenis van den
Boerenkrijg, ld. 1897.
dienstdoende Apotheker: Zondaa 16 Juli
1899, Mr Ghysselincfcx, Molenstraat.
LEDE Alhoewel wij, in 't ge-
heel, niet gehouden zijn
liet volgende schrijven in te lasschen,
1 tar ouzo correspondent hoegenaamd
niet is genoemd, bedoeld of aangewezen
geworden, willen wij het mc-ê loeien en
dit bijzonderlijk, Mijnheer de Muziek
leeraar, opdat onze lezers u niet zouden
aanzien als de schrijver van 't artikel
verschenen ia 't vuilblad van Chipka.
Gij hebtgrootelijks gelijk in dergelijke
gedoemde gazetten niet te willen schrij
ven catholiok vooral, nietwaar M.
Eduard.
Dit gezegd zijnde, ziehier 't factum vau
onzen correspondent
Aan ds gemaskerds (muzikanten met echt
dompersbloed)
Daar gij mij in uwe aoutelooze verwijten
(Denderbode van 8 July 1899) als den dader
aanschouwt van een artikel verschenen in
(het Land van Aalst van 1 July en getsskend
(een jong muzikant), wil ik graag, sooals het
sen kristen mensoh betaamt, u, mijne broe
ders, van een dwaalspoor brengen waarop gij
zeker gesukkeld zijt ton gevolge van uw ge
maskerd aanschijn.
Volgens uw schrijven, moeten uwe oogen al
niet veel verder dragen dan uwen nena, of
uwe neuzen, om niet te zien of niet te weten
dat ik, om awe bolle te wasschen, mijne toe
vlucht tot geene ongeteekende dagbladbrieven
hoef te nemen. Dit weet eenieder en daar hebt
gij mogelijks persoonlijke ondervinding van
geuoten. Des te meer, ik loochen volstrekt de
schrijver te zijn van bedoeld artikel en ik
daag u uit mij zulks te bewijzen. Ook keur ik
dit af uit al mijne krachten en zal de eerste
zijn (indien het onder de bevoegdheid der
maatschappij valt) eene blaam tegenover des-
zelfs opsteller te stemmen.
Wat nwe naamlooze schimpen en lasteren
de zinspelingen betreft, die raken nog aan de
zolen niet van mijne slechtste schoenen. Er is
een spreekwoord dat zegt doe wel en zie
niet om.
Ten anderen, ik vrees des volkes oordeel
niet, en als gij beweert dat ik den ondergang
der maatschappij wil bewerken, zullen hon
derden monden u toeroepen dat gy liegt. Het
is van eenen anderen kant dat de wind komt
hé zoete vriendjes van uit eenen donke
ren kant waar mannen loopen met gemas
kerde gezichten.... van die visschers in troe
bel water wiens minste zorg in het behoud
der maatschappij bestaat
Maar aan a, die het toch zoo nel meent
met ons muziek wil ik verzekeren dat gij voor
zijnen vooruitgang in de kunst vaat op mij
rekenen kuut dat ik, geholpen door mijne
vrienden, trouw ter zijde zal staan in ai
wat de maatschappij hare stoffelijke en zede
lijke belangen aangaat en dan, voornit en
wee de verraders
Nu, om te sluiten,gemaskerde (muzikanten
met echt dompersbloed) zoo het u lust de
pen eens tegen mij te trekken, kemt maar
af, maar met open vizier hoort ge eerst
uw masker af, geene naamlooze artikels
(want die zal ik in bet toekomende onbeant
woord laten) komt eens vóór den delper,
toont dat gij durft, dat gij man of mannen
zijt, zoo niet zullen alle eerlijke lieden u
aanzien als eenen hoop laffe kwaadsprekers
en veraohtelijke schijnneiligaards.
Aan u.
Eduard Van Zaudycke,
muziekleeraar, Lede bij Aalst
Tapii m#»n vcrledene jaar, de
i ueii liicu groene democraten be
schuldigde van een verbond te hebben
gesloten met de progressisten en socia
listen, dan sprong M. Plancquaert, dade
lijk te peerd en schreef in Het Recht
Zulke houding van onzentwege zou
enkel dienen om onze geloovige bevolking
wijs te maken dat progressisten en socia
listen en cbristene democraten 't zelfde
zijn, en ons doen doorgaan voor vijanden
van den Godsdienst. Dat zou zooveel te
gemakkelijker zijn, daar in de meeste
liberale bladen het verbond of cartel der
libera-socialisten bekend staat onder den
naam anticlerikaal of anticatholiek ver
bond en dat, voor iemand die den waren
toestand van 't arrondissement kent, dit
de echte, de ware naam is ook.
En 't Leeuwke voegde er bij
Eens gekozen zouden progressisten
en socialisten zich toch zeker niet bepa-
met in de kamers enkel van het algemeen
stemrecht of evenredige vertcgenwoordi
ging te spreken en te stemmen.
En nu, heden zijn liberalen, socialisten
en groene democraten bondgenooten, 'tis
te zeggen, maken de groene democraten
deel uit vau 't anti-catholiek verbond.
Nu werken ze samen met d6 vijandea vaD
God, Kerk en Priesters...
Leeuwke Plancquaert heeft gelijk te
schrijven dat do blauwen en roodeu zich
niet zouden bepalen in de Kamers enkel
te spreken vau A. S. on E. Vweldra
zouden zij wetten stemmen van gods
dienstvervolging en van vernietiging van
't vaderland en der bestaande samenle
ving.
En de groene democraten die er on
rechtstreeks zouden hebben toe meêge-
werkt, zullen er dan ook de verantwoor
delijkheid van dragen voor God en de
menschen 1
Goedkoop doodschieten. Do
Amerikauec hebben onlangs ontdekt, dat
zij den eersten prijs verdienen voor het
dooden tijdens den oorlog.
Volgens wij lezen zouden zij, tijdens
het beleg van Santiago, maar 230 kogels
geschoten hebben, om ééDen spaanschcn
soldaat te dooden.
Indien dit cijfer juist is, hebben zy
veruit den eersten prys, want, tijdens
de bloedigste legerontmoetingen in 1870
werden er minstens 289 kogels verscho
ten voor elkon soldaat.
In 1859 (Solferino) was het middency-
fer nog 700 kogels voor éénen man.
Tijdens de oorlogen van Napoleon I
geleverd (Austerlitz, Eylau, Wagram,
Friedland, Iéna) was, volgens de officieële
stukken het middencyfer 3900 kardoezen
voor éénen man.
't Is het verbeteren der vuurwapens
dat dit profijt te weeg brengt.
De heoren Ross^euw en P. Delvaux heb
ben een wetsontwerp ingediend, gesteund
op de tweenamigo stemmiug. Dit stelsel
werd door de Catholieke Vereeuine, van
Aalst, iu eene zittling, over 4 maanden
gebonden, voorgestaan.
Ziehier de beweegredeuen
1° Beter dan het eennamig stelsel, zal
het dan te veel uitsluitelyke vertegen
woordiging der plaatselyko belaugen te
genwerken
2' Het zai, de versnijding van de groote
rechterlijke Cantons niet vereiscben, ge
lijk het eennamig stelsel, versnijding die
voorzeker zou beknibbeld worden
3° Het zal de vereeniging van 2 Cantona
voor de kiezingen der Senateurs niet
vergen
4° De vordeeling des lands in 76 kies
omschrijvingen is gemakkelijker, levert
meer waarborgen vau onpartijdigheid op
en zal minder aan kritiek onderworpen
zijn
5° Het tweenamig stelsel is logischer
en beantwoordt beter aan de wezenlijk-
beid, waut de eennamige omschrijving
moet tweenamig worden voor de Senaat-
kiezineen
6° Eindelijk de catholieke democra
tische elementen onzer groote Arrondis
sementen zouden bij dees regiem de grie»
ven zien verdwijnen die zy tegen hot een-
namigstolsel in brengen.
Ziedaar de voornaamste bewoegreden.
Op de zitting; der independenten te
Brussel werd door M. Goffio het alge
meen stemrecht als de eenige oplossing
aanbevolen.
M. Théodor verklaarde daarentegen
dat men niet mocht denken aan eene her
ziening der grondwet en dat de hoofdzaak
was, zoo gauw en zoo spoedig mogelijk,
tot dealgeheele E. V. te komen.
En de vergadering sloot zich bij die
zienswijze aan.
Nieuw Hospitaal. Indien
men P. Daens wil gelooveu dan is 't aan
hem te danken dat er hier een nieuw
Hospitaal komt gesticht te worden en dit
op d'Hertshage.
Men moet verwaande guit zijn om dit
pluimtje op zijnen hoed te durven steken,
wanneer het algemeen is gekend en gewe
ten, dat Aalst het nieuw Hospitaal te
danken heeft aan wijlen den heer Frans
Gheeraerdts, Schepen, welke het de
eerste ontworp ontwerp, dat nu heden
verwezenlijkt is geworden door zijn zoon
onzen tegenwoordigen heer Burgemeester,
geholpeu door de heeren Leden van den
Stedelijken Raad wier mandaat eindigde
31 December 1894.
Onze Pie beweert ook dat hij het is die
de Hertshage als plaats heeft aangewe
zen. Nog al een pluimtje dat hem niet
toekomt. In nummer van 't Land van
Aelst van 7 Juni 1891, leest men im
mers
- 't Nieuw gasthuis gaat er komen,
maar op welko plaats dat moet nog
besproken en beslist worden. Ons is
't gelijk als de plaats maar goed is voor
n de zieken en hun Familiën, als wij een
goed, groot, gezond gasthuis hebben,
hoog en wel gelegen en buiten de
slechte winden de slechte winden zijn
'tzuiden en 't westen waaruit de be-
smettelijke zomerziekten voortgedragen
worden.
Dus verre van de Hertshage voor te
staan, was 't hem onverschillig waar men
't Hospitaal oprichten zou.
Wat verwaande kerel toch
Peerdevleesch. Jaarlijks worden
in ons land van 12 tot 15 duizend peerden
geslacht, 't Is België dat aan het hoofd
der natiën staat voor het verbruik van
Het meeste deel der peerden komt uit
Engeland, waar dit vleesch niet gegeerd
In zitting van Woensdag 12 Juli 11, deed
de heer Liebaert, minister van Financiën
de volgende verklaring
Ziehier eene verklaring die ik in
naam der Regeering,'over het beginsel
afleg.
In den loop van toekomenden
zittijd zal de Regeering eene op-
n lossing van 't vraagstuk der ar-
n beidspensioenen aanbieden, met
n van den eenen kant de inkomsten
en middelen, en van den anderen
n de onkosten.
rt De Regeering zal er voor zor-
n gen dat het vraagstuk in den loop
van den zelfden zittijd worde
opgelost. n
Deze verklaring zal door de werker
standen met vreugde vernomen worden.
De catholieken blijven dus getrouw aan
hunne belofte.
De laügste straat van Parijs, te weten
do rue Lafayette (2789 m.), die voort
loopt onder den naam van rue (CAlle-
magnc, (1286 m.), is 4609 meters lang.
Moest men al de straten van Londen,
de grootste stad der wereld, aaneenvoe
gen, men zou eoDe leDgte bekomen van
13,000 kilometers of 2662 uren. 't Is om
trent het derde deel van den omtrek der
aarde.
a
Een blauw- rood- groene
Jonge Wacht, komt te Aalst,
zegt Vooruit van Donderdag, ingericht te
worden om op de catholieken te kloppen.
En dio bende telt reeds, altijd volgens
Vooruit, 1200, zegge twaalf honderd
leden.
't Is om er kiekenvleesch van te krij
gen 1....
Maar 't zullen zeker vreêr leden op
papier zyn, gelijk de 1200 leden van den
liberalen Werkmauskring
In alle geval de catholieken zullen er
toch by wezen....
heden den strnatoproer goed. üe horsen-
looze schrij velaar die 't vuilblad van
Chipka aaneonflanst mot bijua wekelijks
't zelfde te herhalen, vindt het nu ook
zeer gepast en rechtveerdig dat zekere
roode-groene en blauwe politiekers 't volk
aauhitseu en het doen roepen Leve de
republiek Weg de koning van carton
Weg de catholieken, enz cns. en dit om
hunnen wil op te dringen.
Volgens die zelfde schrijvelaar zijn de
Overheden,welke den straatoproer beteu
gelen, moordenaars, enz. enz.
Maar die zelfde schrijvelaar oordeelde
er anders over in 1891.
In nummer van 8 Februari van dit jaar
schreef hy 't volgende 't welk onder alle
opzichten toepasselijk is op zijne eigene
hedcndaagsche houding eu die zijner
bondgenooten
Attentie I
De liberale gazel kent maar een
klank Algemeen stemrecht I... Niets
- over d'armoede 1 niets over de kleine
daghuren Algemeen stemrecht
Zou Dendergalm 5 handteekens van
- groote liberalen krijgen voor 't alge-
meen stemrecht 't Gaat hier gelijk te
Brussel De liberalen roepen alge-
meen stemrecht en als men in de sek-
tiën der kamers aan Bara vraagt, om
te samen het kiesrecht uit to breiden,
geen antwoord, Menheer!...
8 't En is allemaal die zestien- en
- halven nietmeester worden, de
- katholieken verdeelen, dat wa-
- ren de permisse-schellingen.... In
de plaats der katholieken, wij zouden
nu eene goede stemwot maken, uit-
breiding van 't stemrecht, den Buiten
s in evenredigheid gesteld met de Steden,
s en deftig recht geven aan 't werkvolk,
daarmeê amen en uit en als 't
- straatlawijt opkomt daar eens
s kortspel meè gemaakt voor goed.
Dus de hersenlooze schrijvelaar van
Chipka was, in 1891, een overtuigde
tegenstrever van algemeen stemrecht en,
wat de straatoproer betreft, hij zou dan
onder de oproermaker doen schieten heb
ben gelijk onder de musschen en er doen
op kappen en kerven dat de «tukken er
zouden afvliegen om cr een kort spel
meè te maken en dat voor goed
De held van Chipka zou dan, als moor
denaar, te Brussel en elders het bloed bij
beken willen doen stroomen hebben... O
gi verachtelijke verrader I... De menigte
van 't volk walgt van u I
Stekskens zonder solfer. Men
weet dat de wedstrijd voor den prijs van
50,000 fr., den 1 Mei gesloten werd.
Er zijn ongeveer 400 papsoorten voor
stekskens ingekomen.
De scheikundigen hebben reeds de ont
leding gedaan van de helft dezer toebe
reidingen.
Die gemeente gezeten op den rand der groene
Dendervallei, aan de noordergrens van 't Ar
rondissement Aalst. Wie keat er zijn klooster
niet van Zusters Josephieneu De prachtige
Concerts die daar jaarlijks worden gegeven,
en niet min de goede faam der Zusters selven,
hebben het alom bekend gemaakt.
Daar, in dat klooster, zal het binnen kort,
namelijk den 17 Augusti, volop feest zijn.
De eerweerde Moeder-Overste visrt dien
dag haar Zilveren Jubelfeest; sedert 25 jaren
bestiert zij met een ongewoon beleid en een
bewonderensweerde zelfopoffering dat aan
zienlijk gesticht dat zij de kunst verstaat
zich van iedereen te doen achten en beminnen,
zal blijken uit de geestdrift en de uitbundige
vreugde, welke te Herdersem heerschen zul
len. Immers, dit feest zal geen feest zijn voor
de kloosterbewoners alleen ganssb het Catho
lieke Herdersem, de Catholieke Vriendenkring
aan 't hoofd, zal er deel aan nemen. Heel bet
Catholieke Herdersem zal weten te toonen,
dat het zijne ware vrienden kent, en huldigen
en danken kan.
Wij mogen niet vergeten dat de Eerweerde
Moeder met alleen is om te jubbelen ook
Zuster Agatha en Zuster Catbarina viereu
den 25" verjaardag van ban aankomst in
bet Klooster van Herdersem aan die drie
Jubilarissen, wenschen wij uit ter harte
Proficiat
Eerw. Broeder Flamidien
vrijgesproken.
De Kamer van inbeschuldigiDg-stelling
van het Beroepshof te Dowaai gelast uit
spraak te doen over de zaak van Broeder
Flamidien heeft hem maandag vrijge
sproken. Onmiddelijk werd Broeder Fla
midien in vrijheid gesteld.
De vryspraak werd gedaan door de
gewone Kamer van inbeschuldigingstel
ling en de boetstraffelijke Rechtbank
vergaderd in eene enkele zitting ten ge
volge van een bijzonder bevel van den
heer Procureur-generaal, krachtens een
dekreet van 6 Juli 1810.
Niets, hoegenaamd niets dat zijne plich-
tigheid zou bewijzen heeft men kunnen
voorbrengen men is verplicht geweest
hem vrij te spreken, omdat het ganscbe
onderzoek zijne onschuld ten klaarste
En nogthans niets, ja, niets werd onbe
proefd gelaten om Broeder Flamidien van
moord te kunnen overtuigen. Rechter
Delalé handelde hatelijk en partijdig ge
durende gansch 't oöderzoek en aarzelde
zelfs niet middelen aan te wenden onweer-
dig van de magistratuur in een beschaafd
land.
Men heeft den onschuldigen Broeder
de grievendsto zedelijke folteringen cn
pijnigingen doen lijden.
Eu al de blauwe en roode helhonden
vervolgden den onschuldigen Broeder. Zij
braakten de schandelijkste beschuldigin
gen tegen hem uit, tegen hem, die zich
niet verdedigen kon tegen hunne laffe
aanvallen.
En onze armtierige Dendergalm huilde
met de andere blauwe en roode helhon
den meê I...
Zal Dendergalm nu de onschuld vau
den gelasterdeu Brooder afkondigen
En zal de uitventer van 't, verachtelijk
Laatste vuil Nieuws, die, hier te Aalst,
in Februari II., in de volkswijken, den
hoornstak om te verkonden dat Broeder
Flamidien de moordenaar was, nu ook,
in dio zelfde volkswijken, den hoornste
ken en de onschuld, de vrijspraak van
BroederFlamindien uitroepen?...
O neen I... Men zou immers eerder
frikadellen in een hondenkot vinden, dan
eerlijkheid en deftigheid bij zekere blau
wen en rooden.
Meer dan 2000 personen zijn den broe
der in het gesticht komen gelukwon-
sehen.
Kinderen uit al de werkmanswijken
van Rijsel brachten bloemtuilen. In den
avond kwamen de jongelieden der patro
nage, beleedigiugeo, kreten en bedrei
gingen op de straat verachtend.
Later kwam eene afveerdiging van de
oudloerlingen van Moulins-Lille. Een
jonge knaap van de handelsschool be
vond zich in hun midden met eenen
bloemtuil. Hot kind werd in de rue de la
Monnaie laf geslagen door schoelies, die
het zijne bloemen wilden afnemen.
Ten 9 uren waren al de opkomenden in
de zalen vereenigd en toen broeder Fla
midien verscheen had er eene geestdrif
tige betooging plaats.
Verscheidene redevoeringen werJen
uitgesproken. Zeer aangedaan sprak
broeder Flamidien zijnen dank uit.
Over de onlusten, die in den loop van
den avond plaats hadden, vernemen wij
nog dat zij zorgvuldig waren ingericht en
er burgers aan 't hoofd stondon der ver
schillende groepen, die bevelen uitdeel
den en den weg wezen.Men heeft reeds de
zelfde inrichting opgemerkt bij de eerste
onlusten. Talrijke betoogers waren op
gekomen van Armentières, Roubaix en
Wattrelos, zoodat men hier nogmaals het
doel heeft zien doorschemeren, dat sedert
vijf maanden met den hatelijken veld
tocht tegen broeder Flamidien vervolgd
wordt.
De moeder van broeder Flamidien,
Mad. Hamez, woont te Coudekerke-
Branche, bij Duinkerke. Een redacteur
van de Dépêche heeft haar het goede
nieuws gebracht. Zij was bijna ziek van
blijdschap. Zij had geen oogenblik ge
twijfeld-aan de onschuld haars zoons. De
arme vrouw is bij al die beproevingen
veel verouderd. Zij is onmiddellijk met
hare familie naar Rijsel vertrokken.
Van een anderen kant wordt gemeld
dat broeder Flamidien woensdag morgend
ten tien uren, zelf naar Coudekerke, bij
zijne mooder, is vertrokken, 's Avonds is
in Rijsel de orde niet meer verstoord.
Jonge knapen verbrijzelden eenige ruiten
en daarmee was 't uit.
Uit Rijsel wordt aan Petit Parisien
gemeld, dat woensdag avond, rond tien
uren, eene bende manifestanten de ge
schilderde ramen iu de Sinte-Catherina-
kerk hebben verbrijzeld. Er werden stee-
nen geworpen naar 't wcezenhuis van St-
Vincentius k Paula. De politie chargeerde
do betoogers, die 8 a 4000 in getal waren.
Voor het pensionnaat der broeders werd
er met flesschen, stekskenspotten, enz.
naar de agenten geworpen. Op al de pun
ten der stad hadden er woelingen plaats.
I i J 1st*Men verzoekt ons
Ajijnreuc. de Hjkrede m^è te
deelen walke bij de begrafenis van wijlen
den heer Pieter De Mol, word uitge
sproken door M. Edmond Sghïbblimckx,
Griffier onzer Rechtbank van Koophandel
MIJN HEEREN
Het afsterven van Peter De Mol, Eere
bestuurder onzer Muziekschool, is een
verlies voor de muziekale kunstwereld,
en vooral voor da Stad Aelst in het bij
zonder.
Door zijn talent en zijne begaafdheid
komt hij op den eersten rang tusschen de
toondichters die sedert eene halve eeuw
Belgenland vermaard hebben gemaakt
echter heeft overdrevene nederigheid mis
schien zijne faam belet om tot de jongste
geslachten te komen maar de geschie
denis zal zijne schitterende hoedanighe
den ophalen en aan De Mol de eer toe
brengen die hem ten rechte toekomt.
Peter De Mol werd geboren te Brussel,
deo 7 November 1825. Als leerling van
hot conservatorium dezer stad, behaalde
hij den 1° prijs van harmonie en contra
punt.
In 1853, behaalde hij den 2° prijs van
Romen met zijne cantate Les Chrétiens
Martyrsuitgevoerd tijdens de Septem
berfeesten. Dit stuk werd onthaald m«it
onderscheiding, vooral voor de oorspron
kelijkheid on de frischhcid van gedachten
der melodiën welko er in voorkomen.
Iu 1855, behaalde hij den ln prijs met
zijne cantate Le dernier jour d'Hcrcu-
lanum. Het merkwaardigsto van dit
stuk is de instrumeuteering welke oprecht
meesterlijk is. Hij had ook deel genomen
aan de prijskampen van 1849 en 1851.
Peter De Mol was daarenboven een
uitstekende Basvioolspeler, en maakte in
die hoedanigheid deel uit van het orkest
des Muntschouwburgs te Brussel. Na
eene kunstreis door Duitschland en
Frankryk, waar hij te Orléans 2den Orkest
meester geweest is, vestigde hij zich te
Besangon als Professor der Muziekschool
en Vioolcel-solo van den Schouwburg.
Na eenige jaren verblijf in deze stad,
kwam hij terug naar zijn geboorteland
welke hem duurbaar aan het hart lag, om
do plaats te bekleeden van kapelmeester
van de Prins van Chimay. Na vijf jaren
dit ambt vervuld te hebbeD, werd hij, in
1880, Bestuurder benoemd der Muziek
school van Aalst, alsook kapelmeester
dor S' Martinuskerk, der Koninklijke
Harmonie, en van do Koormaatschappy
S* Cecilia, waar zyn onverpoosd streven