w
w
Ponderdag II Januari 1900 5 centiemen per nummer. 54ste Jaar 3455
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
MEID m DEN SCHOUT
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De kwaadsprekerij
of commeerderij.
DE
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. üe prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwilantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des bands.
Cuique
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnisse op
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureelo
van dit blad.
Aalst, 10 Januari 1900.
De kwaadsprekerij is op ooze dagen ,om
zoo te zeggen, eene verkankerde kwaal
geworden, die in Steden en Dorpen bare
verwoestingen druk laat gevoelen.
Algemeen wordt er over geklaagd en
toch boe dikwerf gebeurt het niet dat hij
die zijne klachten hooren laat ze niet
eindigen kan zonder zich aan 't zelfde ge
brek plichtig te maken en zoo het spreek
woord eens te meer te bewaarheden Men
ziet den splinter in een andermaas oog en
men gevoelt den balk niet die uit de zijne
steekt
En het middel om deze vermaledijde
plaag te keer te gaan Wie zal 'het
ontdekken Ja, wie zal het serum vin
den om de microob dezer kwaal te doo-
den
In 't algemeen eene commeere is op
100 gevallen 99 maal een kwaadspreker.
Zelden hoort men hem van den evennaas
ten goed zeggen. Hoe weinig boft hij of
zij op de geburen, ja, zelfs op familie
leden en vrienden
Hebben zij eene goede daad verricht,
daar wordt over gezwegPD, maar hebben
zij 't ongeluk gehad van zelfs een weinigs
ken uit de rechte baan te loopen, 't wordt
met ap- en dependentiën, met gewiezen
en gewazen, merkelijk vergroot of ver
zwaard, gansch den dag voortverteld...
Men bemerkt dat daarin een duivelsch
genoegen wordt geschept en 't is de be
kommernis van den ganschen dag en soms
van de gansche week. Niemand wordt
gespaard.
En zoo komen er vele zaken aan 't dag
licht die voor de eer en faam van soms
gansche huisgezinnen best zouden gezwe
gen zijn geworden.
- De kwaadsprekerij, zoo schrijft Mas-
sillon,is een verblindend vuur dat alles
verwelkt wat het aanraakt, dat hare
vernielingskracht uitwerkt zoowel op
het schoon graan als op het stroo, zoo
wel op het heilige als op 't onheilige,
dat overal waar het gewoed heeft niet
achterlaat dan puineu en verwoestin
gen, dat tot in de ingewauden der
aarde binnendringt en zich met do
- meest verborgeue zaken bekommert,
dat tol vuile asch verbrand 't geen een
oogenblik vroeger nog zooechitterend
a blonk en zoo kostbaar scheen, dat wan-
neer het zelfs niet vlamt en uitgedoofd
schijnt met meerder geweld zijn ver-
nieliugswerk voortzet, dat zwart en
bevuilt wat het niet kan verteeren en
a dat soms kan behagen en glanzen
vooraleer te schaden.
Hieruit moet men dus besluiten dat de
kwaadsprekerij eene plaag is die onze
samenleving bedwelmt, die in Steden en
Dorpen oneenighei I en twist zaait, die de
liefderijkste betrekkingen doet afbreken,
die de oorsprong is van haat en wraak,
die de streken waar ze binnendringt met
waporde overdekt, die er de doodelijke
of gozwoorne vijandin is van vrede, over
komst en volksgeluk.
Eindelijk de kwaadsprekerij is eene
bron dis overloopt van doo iend vergift
al wat er uit spruit verderft al het om
ringende hare lofzangen zelfs zijn ver
giftigend, h|re toejuichingen arglistig,
hare stilzwijgendheid misdadig, hare ge-
haren, hare bewegingen, hare blikken
alles bevat haar vergift dat zij op hare
mauicr verspreid.
Eu 't is dus niet ten onrechte dat het
achtste gebod Gods zoo streng de kwaad
sprekerij verbiedt.
kappe van die iemaud heeft geuit. De
ware kwaadspreker heeft immers van
zijn woorden de uwe gemaakt.
En dan wanneer door eene heilige
verontweerdiging aangedreven, gij den
kwaadspreker rekening vraagt over zijue
zoo valsche als laffe handelwijze, wat is
t antwoord Ik weet van niets... 't Is
niet waar, ik sprak van u niet... Men wil
ray vuil maken, schaden in mijne eer en
i faam... Ik ben 't slachtoffer eenor corn
ierWat valschaard Wat lafaard
De jaloezie, de nijdigheid zijn zeer dik
werf «Je drijfveer der kwaadsprekerij. De
kwaadspreker kan niet verkroppen dat
anderen gelukkig zijn, dat hij in zijnen
handel, ambacht of stiel beter vaart dan
hij; dat zijn gebnur door zijne medebur
gers meer geacht, geëerd en bemind
wordt.
Neen, het geluk, de achting, de ver
eering welke zijn evennaasten ten deele
valt, drukken den kwaadspreker geweldig
op 't gemoed en hij zal maar vrede heb- I
ben dan op 't oogenblik dat hij 't geluk
vernietigd, de eer en faam van iemaud
geschonden heeft. Oh hij weet wel dat
de eer en faam eenmaal geschonden,
moeilijk te herstellen vallen hij is bij
Voltaire ter school gegaan en past zijn<
les toe Liegtliegt altijd, blijft voortlie-
gen er eal toch altijd iels van overbtijven.
Laat ons dan voor de vuiltongen all;
onze verachting uitbrakken en ze scha
wen als de pest
En nu ten slotte, geachte lezers.gij, die
ook V Land van Aelst en De Werkman
leest, mag men deze twee organen der
Daonsistenkliek niet aanschouwen als de
gevaarlijkste kwaadsprekers die onder de
zon te vinden "r
inden zijn 't Woord is aan u 1
Nu, dat die vuiltongen zich dan nog
vergenoegden waarheid te spreken, maar
neen, men liegt, men bedriegt en 't is
gelijk men gewooulijk zegt van den top
des kleinen vinger» wordt een gansche
arm gemaakt.
Hoeveel twist wordt er door die kwaal
niet gezaaid onder de meoscben V Hoevele
huisgezinnen welke ineenen zaligen vrede
leefden zij er in geene ware hel veranderd
geworden en aldus gansch ten onder ge
gaan Hoevele worden er niet reeds tot
wanhoop toegebracht
E MARLITT.
(NA VERTELD).
18d" VKRVOI.G.
Hadden wij den twistappel maar op
den weg laten liggen zegde M. MarkuB met
een ondeugend lachje.
De hemel bewaar me sprak ze, terwyl
zij zich lastig omdraaide. Als gij mij beter
kendet, zondt gij dat niet zeggen. Een ande
ren keer doe ik precies hetzelfde. Het hindert
mij maar, dat het jonge mensch zichzelf in
een kwaden reuk gebracht heeftwant hij
was een kind van fatsoenlijke liê dat kon
een blinde wel zien en ik had in mijne
ziel medelijden met hem. En zie me daar de
kleine eens Zij heeft haar pronkdnkaat ver
loren, maar daarvan zien hare oogen niet
rood, het is een kind met een hartje, zoo
zacht als boter. Heb meelijden met den armen
uitgehongerd en jonkman, die nn ook nog
moet gestolen hebben, doet haar telkens weer
■de tranen in de oogen komen.
De nienwe heer lachte.
Hij verliet do keukon, om naar de pacht-
Op weinige uitzonderingen na is de
commeerder of kwaadspreker ook een
volmaakte valschaard of een verachtelijke
lafaard, schijnheilig men kan niet meer.
Der gelegenheid van zich bij u te vin
den, en hij zoekt ze zelf», zal hij gebruik
niaken om u uit te hooren. Hij zal van
iemand kwaad spreken, ja, zelfs vilsche
en venijnige geruchten verzinnen, die de
eer en de faam van zekere personen to
kort doen. Nu, ge zijt te eerlijk, te deftig,
te rechtschapen om u te laten misleiden,
gij gebaart dat gij het niet verstaat of ge
neemt de verdediging der aangerande
personen, wat gebeurt er toen
Er zullen niet veel dagen verloopen,
eer gij door 't eene of 't andere toeval zult
vernemen, dat men u al de kwaadspre
kerij heeft toegeeigend die men op de
hoeve te gaan, en hij ging met zeer versnel
den pas. Wie had op den avond van zijne
aankomst gezegd, dat er een dag zou komen,
waarop hij zoo'n haast zou hebben met dezen
gang, dien de plicht n hem oplegde ja dat
hem zelfs allernoodigst zou voorkomen, de
schoonste handschoenen, die hij voor het be
zoek der merkwaardigheden van Neurenberg
bestemd had, tot dit doel voor den dag te
halen
Hij stapte langs het dennenbosch, waar
achter de pachthoeve lag. Aan zijnen linker
hand golfde het welige graan het reikte
bijna tot aan de schouders. De aardappel-
struiken waren op het punt van te bloeien in
het gele koolzaad hoorde men «en zacht ge
gons, en zwaar beladen bieën snorden voorbij
naar de korven. liet Hertenveld had wezen
lijk iets van het gezegende land, dat eenmaal
overvloeide van melk en honing, en toch had
het gebrek ook hier zijnen voet weten te
zetten.
Aan gene zijden van het hout begon zijne
heerschappij. Het koorn stond er dun, het
onkruid groeide er rijkelijk. Het vee op de
pachthoeve moest tot een klein getal gebracht
zijn bij don uitgemergelden bodem hielp
geen iever, ook al waren de tjjd van den
boschwachter en de kracht der dienstmeid
voldoende geweest, om de landen naar eisch
te bebonwen.
Zou de erfenis der overleden hontvesterin
nuttig ayu, dan moest voor alle» de spaariom
gelegenheid der maat-
tuViülAregelen tegen de razernij.
Wij willen hier noch de gepastheid noch
de werkdadigheid der maatregelen onder
zoeken, welke de overheden tegen de
razernij voorschrijven.
Wij zeggen enkel hier dat het evenwel
de muilband niet is, welke eenen hond
beletten zal andere houden te bijten.
Inderdaad gevallen van razernij doen
zich nooit op straat voor. Vóór het uit
barsten der schrikkelijke ziekte, blijkt de
hond t' huis reed» eenigen tijd ouwel to
zijn.
En als de hond voor goed door de
ziekte vastgegrepen wordt,voelt hij dat hij
voor de zijnen een gevaar is en het huis
zijns meesters ontvlucht, dan is bij nooit
gemuilband, en al ware hij het, hij zou
zich wel weten van den muilband te ont
maken in een aanval van razerzij. Als
bewijs hiertoe geldt, dat men, in Duitsch
lapd, waar de muilband voor hondeu ver
plichtend is, nooit een razendeo hond
mot muilband ontmoet heeft eenige der
zieke dieren droegen nog eenige ver
scheurde muilbandstukken. De eenige en
beste maatregel is te eischen, dat het dier
een halsband draagt met den naam van
den eigenaar en men allen zwervenden of
verlaten hond onverwijld in het schulhok
plaatse. Deze rondzwervers alleen kunnen
gevaarlijk worden. De wel gevoede en
verzorgde honden worden niet razend.
Doch wat gewordt er van de honden,
welke men naar het schuthok brengt
Dit vraagpunt is van het grootste belang
voor de maatschappijen voor dierenbe
scherming, wact ieder schuthok kan een
IJselijke martelplaats worden.
Gezond verstand en humaniteit eischen
dat die dieren met de minst mogelijke
pijn ter dood gebracht werden, en dit is I
heel wel mogelijk. Te Londen, te Parijs,
te Brussel, te New-York zijn er stikka-
«?fs' rwaar kek vereordeelde beest door
chloroform of lichtgas verstikt wordt. In
het meereudeel der andere steden, worden
de honden met de grootste ruwheid in het
bijwezen hunuer arme lotgenooten opge
hangen Is dit geen uiterst barbaarsche
handelwijs
Het moge nuttig zija te doen kennen
boe men te Verviers te werk gaat het
gevolgde stelsel geeft er den beste uitslag
men heeft het overigens op meer dan 700
honden toegepast.
Men bedient er zich van een Flobert
pistool van groot kaliber (9^, tot het
doel opzettelijk vervaardigd zij kost 25
frank.
Men maakt het dier eerst bij middel
van een halsband of koord vast. Daarna
neemt men het oogenblik waar, dat het
beest gerust is om dit te verkrygen geeft
men het desnoods een weinig melk of
vleesch.
Do loop der pistool wordt op de slaap
geplaatst en men lost. Het dier (hond of
kat) valt. als neêrgebliksemd dood. Soms
bespeurt men nog eenige stuiptrekkingen,
maar 't is alles I
Bij ervaring weten wij dat dit een zeer
snel middel iser is geen doodstrijd,
geen doodvrees voor het dier. Het is mis
schien verkioslijk boven het stelsel der
stikklokken.
In alle geval blijft ons stelsel het beste
m kleine steden, waar men zich geen bij
zonder stiktocstel kan aanschaffen. Eene
voorzorg mag men niet uit het oog ver
liezen de pistool mag maar toevertrouwd
worden aan een braven en voelenden
mensch, die de dieren niet sou kunnen
doen lijden, die ze afzonderlijk ter dood
brengt, zonder dat de overblijvende of
zelfs een mensch aanwezig zy.
Nieuwsgierigen, welke in dit schouw
spel behagen vinden, mogen niet geduld
worden men mag ook niet toelaten, dat
iedereen op de dieren van het «chuthok
de werking van het pistool beproeve.
Zulken persoon, met hart en plichtbe
sef, hobbeu wij tc Verviers gevonden en
wij zijn overtuigd, dat de dierenbescher-
mende maatschappijen hem elders, mit»
voldoende bezoldiging, ook wel zullen
ontmoeten.
De pistool stellen wij ten dienste van
iedereen, welke ons stelsel in andere
steden wil beproeven.
Wij hebben een anderen dienst te Ver
vier» ingericht en wij vestigen er de aan
dacht op van alle dierenvrienden. Een
I persoon, hiermede bijzonderlijk belast,
gaat de honden, waarvan men zich ont-
I maken wil, ten huize halen, bii middel
van een zeer licht, tweehokkig karretje.
Vroeger liet men de honden van honger
op straat sterven of smeet men ze in de
rivier. Deze arme beesten dienden maar
al to vaak de kinderen tot speelbal. Na
Uten de menschen, welke het dier niet
langer willen houden, ons zulks weten of
zij verwittigen de politie, en hond of kat
worden onmiddelijk afgehaald. Het ge
beurde wel eens dat de katten, welke men
ineen der hokken van 't karretje zette,
omhoogsprongen en krabben wildon, al»
men ze uit het karetje nemen wilde.
Daarom nebben wij een soort van kooi
laten maken, met een schuifdeurtje voor
zien. Deze kooi kan men gemakkelijk in
een der hokken van het karretje plaatsen.
In de kooi zelve wordt de kat, in het
slachthuis der stad, doodgeschoten. Dit
alles is zeer praktisch. De bevolking van
Verviers keurt den maatregel zeer goed
eu steunt ons in dit werk. Wij hopen dat
in andere steden ons stolsel insgelijks zal
ingevoerd worden. Jules Rum.
(Onte beste Vrienden).
du op de herberg Tan Tillroda «tond, Io, onbeleefd ven den nieuwen heer Tan
gemaakt en in de Tenraarlooade landerijen HertenTeld, dat h(j naar de tafel trad
ge.token worden. Of mejnfvronw de gouver- eene .cheer, een vingerhoed en lo. neêr^wor^
«ent. d.t ren maten of zo niet eer aou ge- p„„ naaigo.d verraadde, dat eene dame hier
neigd zijn, de aan de Joden verkochte zijden bezig wa, geweeet. Maar er atond ook eenen
kleren door ander, te vervangen en zich met inktkoker en daarnaeet lag en open .chrijf-
weelde toomnngen, waaraan zij zich in het boek. D.t deed de d.nr toe zoo.l. men zegt
hum van den generaal to frankfort echeen i„ dezen groenen echnilhoek m.ekt mejnf.
gewend te hebben Naar de woorden der de gouvernante zonder twijfel haar
dienstmeid te oordeel...temde zjj, helaa, b.rtro.r.ede verzen aan Lunn en Ho.peru.
op dit punt geheel met haar oom den echout Ua.r gec.t echeen een. echadnw af te werpen
op den onbescheidene, nog voor hij de dame
tot ,U.'o J- zelve zag. Il.t volgende oogenblik kon hjj
tot aangezicht zien. U,j waa geharna.t tegen „iet nalaten, even te lachen - poëtUch w^
deze gonvernante-nederighoid, waarachter, het niet, wat zijn zchninech, blik ontdekt,
zoo.l, hg maar .1 te goed wmt, de begeer- j Twee paar dniven te Tillrod. verkocht, id„„
lgkheid verborgen zat. r drie dagm A,s bjj. mejuf,rouw de
De gebouwen der pachthoeve waren aan de gouvernante vandaag met inkt aan de vinger,
achterzij door den zoom van het dennenbosch aantrof, dan was alleen het huishoudboek er
begrensd ze waren met eene verdieping van de schuld van.
geringen omvang oo zoo oud on vervallen, dat j Hij ging verder. Waar de hntanunr aan de
de voorbijvliegende atoom ze binnen kort rechterhand ophield, e tond eeno heg of liever
r hoop zon werpen. Aan de zuidzij la, ren boechj. van frambozen welke'b.t gram
grasveld eu de traliedeur in de doornheg plein van het voorplein scheidde dat was
geleidde naar het boschje (le gron(1) waarover de rails zouden loopen.
Deze deur was met gesloten, de heer Mar- j De twee, drie overgebleven kiekens kakel
kus trad binnen eu ging den weg op, die het j den, een hond blafte, ex ging eene denr in
grasveld doorsneed, hetwelk met veldbloemp- j het boschje openen iets wits kwam door de
jes pronkte. Een paar hooge pereboomen en takken.
een lijsterbeziëubooin wierpen eene koele M. Markus trok onwillekenrig dan hand
schaduw af. Hij kwam ook langs een prieël schoen strakker over de rechterhand en ver
luiden, waar eaue steeuen tafel eu twee haastte zijne schreden, om de in het wit ge-
nieuwe houten banken Btonden. Het was zeer kleede dame te gemoet te gaan, maar het was
L. Du Catillon, christen-democraat,
treedt als leeraar in de socialistische
universiteit 1
Men heeft zorg er bij te voegen dat het
is als genoodigde, met als aangesloten bii
de party. J
Wat niet belet dkt het daareeue ver-
dachte plaats voor hem is.
niemand anders dan de meid, wier verscho
ning hem telkens zoo ergerde, dat het bloed
bem Daar het hoofd .teeg. Zjj had een. breed,
witte keukenvoorschoot voor haar armoedig
werkpak gebonden en de lange mouwen op-
gestroopt de halsdoek ontbrak evenals de
oogkleppen.
De heer van het Hertenveld bleef onbe
weeglijk etaan, en zij zag hem niet zij ging
naar de groenheiden en bukte, om een hand-
vol kruid af te enjjden. font hjj het oprichten
wendde zij het hoofd an zag zj, hem eUan.
Hen gloeiend rood overtoog haar aangezicht
en hare e.r.te beweging wae, de lange mou-
won neer to slaan.
Onwillekeurig atond hjj gareel d,„ hoai
af te nemen, zoo.1. hjj voor da vermeend,
deme in het wit zou gedaan habban, maar
zUn afkeer wa. aterk genoeg, om hom hier
voor te bewaren. Dit waanwjjze m.iaje wild.
hij ten minate met in da meeniog vereterken
al. nam hjj hare geleende voornaamheid voo^
goede mnnt aan.
Hij raakte daarom .lochia even den rand
van zijn hoed aan en vroeg op koelen on-
veracbilligen toon naar M. Franz. Daarbij
zag hjj haar in het gezicht, in de bruin,
oogen, die zich blijkbaar verechriit op hem
veetigden - zjj dacht zeker, dat hot ramp
zalige oogenblik gekomen o,
onrechtmatige bewoner, der pachthoeve op
straat zouden gezet worden.
(Wordt voortgezet).