Zondag 18 Februari 1900.
5 centiemen per nummer.
54sW Jaar 5444
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Roode beloften
DE
GIFTMENGSTER.
Verzorgt uwe weiden.
Z0NDAGRUST
Onze Vlaamsche
werklieden
Kleine erfenissen.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweema-il ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N. 31,
en in alle Postkantoren des bands.
Cuique hu um.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 17 Februari 1900.
Indien onze proenen een handje van
beloven weg hebben toch zijn de s«'Cios
hunne meesters. In 'i algemeen kunnen
de leerlingen den stiel zoo goed niet als
de patroons en onze groenen zijn wat bij
bunne oudere broeders ter school ge
weest. Onze lezers zullen zich herinneren
dat onze groenen vei 1 met de socios heb
ben verkeerd, zelfs hebben wij gezien dat
zij met hen op dezelfde kiezinglijsten
stonden als cocandidaten.
De roode beloften kosten hen weinig;
zij moeten inderdaad niets uitvoeren zij
moeten hen woord niet gestand zijn,
hunne beloften niet houden.
Zij maken alleen bespiegelingen voor
de toekomst en verliezen geheel en gansch
't tegenwoordige maatschappelijke leven
uit het oog.
"Waarom
Omdatzegt een hunner schrijvers
wier werken duor Vooruit worden aan
geprezen en uitverkocht, al de verbete
ringen nu in den toestand der werk
lieden ingevoerd, slechts vertraaend
hunnen werken wat het einddoel be
treft.
Dat schijnt een ordewoord te zijn dat
stipt en trouw door de roode leiders
niet lijders wordi gevolgd. Nergens
inderdaad zien wij bij de socios inrichtin
gen tot stand komen die eenig licht in den
benarden loestand der werkende klas
zouden kunnen brengen en niettegen
staande dit alles verklaren zij luid dat zij
alleen de liefde voor de beproefden, voor
de noodlijdenden in pacht hebben en in
praktijk stellen.
Ach ja I wy vergeten hunne coöpera
tieven, maar de bonis dier inrichtingen
komen niet te goede aan de werklieden
zeiven maar worden grootendeels gebruikt
om de onkosten der kiespropagande te
dekken die de groote leiders, de schreeu
wers op de Kamerkussens brengen moet
en hen toelaten als groote heeren, als
fijne burgers, zoo zeer uitgekreten, te
leven.
Ja, ook wij vergeten de syndikaten
waar haat en nijd in het hert des werk-
mans wordt geblazen, waar zijn geest
wordt verstompt en hem tot een willen-
loozen knecht en slaaf maakt in de han
den der grooten. Daar worden die groote
werkstakingen op touw gezet die zoovele
tranen aan de huismoeders kosten, die
overal de ellende en gebrek rondzaaien,
maar die het zaad uitmaken waaruit er
socialisten moeten opgroeien. Die werk
stakingen zijn de gapende wonde der
samenleving die open moeten gehouden
worden, want zegde een hunner op een
rood congres het vc Ik moet soms eens
bloedenom het kneedbaar te maken in
de handen der uitvoerende macht en die
bestaat uit een klein troepje van heersch-
zuchiigen, van eenige gewezen werklie
den en van verschillige burgers uit
5d* VERVOLG.
Uwe ziekte kan niet in eenen dag over
zyn. Heb geduld God zal n voor al uw lij
den beloonea 1
Het gelaat dee zieken kreeg eene porpere
kleur. Ik verlang den dokter 1 herbaalde
hy met holle stem.
Voorheen was een woord van dezen man
een bevel in zijn huis. Men vreesde hem wel
niet, maar men was gewoon hem te gehoor
zamen als hoofd der familie, als een man be-
zidld met een edel karakter en eerwaardig
door zynen ouderdom en bijzonder door zyue
rechtveerdigheid. Ook mevrouw de Fairières
boog dadelyk voor de plotselinge uiting van
zijnen vasten en onverzettelijken wil. Dat
men Dr Hugonet roepe, n riep zij.
Die is niet in de stad, zeide Gabriëlie,
die joist binnenkwam.
Pardon, hernam hare schoonmoeder
leveidig, hij moet terng zijn.
Ik wil den dokter van dezen morgen I
beval de zieke, hy heeft my geholpen, hij zal
geroepen worden.
heerschzucbt in de raneen der socios ize-
Sloprn, omdat misschien het blauwe
vaandel hen int de vervulling hunner
duurbaarste weuschen niet voere i kon
De werklieden blijveu het slacht ff-r
en terwijl zijn de leiders op hun gemak.
Wat hen ongemak aanbrengt dat weten
zij wel terzij te stellen Zo<> hebben wij
gezien dat d- gekozenen der roode pai lij
beloofd ha-lden een deeloh een kieiuije
op te offeren aan de propaganda i Dat
duurde niet lang, geen Jaar slechts, en die
schoone belofte was vergeten.
Hun traktement van volksvertegen
woordiger g ng den weg in van huuneD
zak en brandk- ffer
Dat is een.
Het Gatholiek Bestuur geeft aanzien
lijke toelagen aan do wettelijk erkende
spaarbonden I De socios stichten er geene;
zij beletten zelfs hun ontslaan zooveel het
in hunne m *cht is. De partijraad heeft
besloten in zulke dingen niet tusschen ie
komen I
Waarom Ook al misschien uit liefde
voor den werkman
Dat is twee.
In Frankrijk heeft men een ronde mi
nister van handel. En de zaken gaan er
lijk onder het uitgekreten beheer van
eenen burger. Niets is veranderd. Zelfs
als zekere werklieden, wier hoofd op hol
was gebracht zich gereed hielden in
massa naar Parijs te trekken, liet men
hen weten dat hun fameuze minister ze
op eenige korrels lood zou onthalen
Zij hadden nochtans zooveel beloofd
als de rooden aan het roer zouden zijn 1
Dat is dry.
Wij zyn de serie niet ten einde maar
mogen toch reeds besluiten dat de be
loften der socios een fameuze blague zijn
om de werklieden op stoopjes te trekken.
Waarom wordon de weiden meestal
verwaarloosd
Op deze vraag zullen wy met drie re
denen antwoorden,
I reden. Ook de niet bemeste wei
den of beemden leveren eeuen oogst op,
en ziehier waarom
a) In de weiden vindt men allerlei
planten, met verschillende noodwendig
heden, welke in verschillende grondla
gen hun voedsel zoeken.
b) De heideplanten hebben bijna eenen
onafgebroken groei, zoodat zij over veel
tijd beschikken om hun opnemingsver
mogen en hun losmakend vermogen op
de onopgeluste bestanddeelen des gi onds
uit te oefenen.
XI reden. De opbrengst der weide
wordt zelden gewogen, men werpt eenen
oogslag op den hoop en men bedi iegt zich
voor de hoeveelheid en de hoedanigheid
van het hooi. Overigens de vermagering
van den grond heeft eerder de verminde
ring der voedende waarde, dan die der
hoeveelheid voor gevolg.
Men moest gehoorzamen, en zoo gebeurde
het dat Laudregarde ten derde male aan het
bed trad, waar men hem twee uur geleden
zoo vriendelijk vaarwel gezegd had. Om elf
uur had de zieke eenen hevigen crisis te door
staan en de dokter kwam juist van pas.
Toen hij zich om middernacht wilde ver
wijderen, richtte de Fairières, die zijne ge
duchte raadde, eenen smeekendeu blik op
hem, alsof hij wilde zeggen Blijf, het is
beter, als gij hier zijt.
De jonge arts gaf bereidwillig aan dezen
weusch gehoor, die aan zulk eenen hard ge
troffen man te vergeven was. Toen de zieke
insluimerde, begon Landregarde na te den
ken. Met het hoofd in de handen leunende,
beschouwde hjj den aan deu dood gewyden
man, en hij begon te sidderen Dan outmoette
zijn oog Gabriëlie, en een heldere vriende
lijke zonnestraal verlichtte zyn droevig ge
moed. Hoe dikwijlder hij mejnfrrouw de
Fairières zag, des te dnidelyker zag hij dat
hij niet meester meer was van zijne gedachte
hoe meer hy echter ook bespiedde, wat in dit
Bomber huis gebeurde, des te strenger drong
zich eene vraag in zijn geeBt op, die hem met
Bchrik vervulde. Het scheen hem toe, dat van
alles wat hier geschiedde, niets natuurlijk
was. Personen en dingen deden zich voor
zyu geest op als in een geheimzinnig donker
gehuld. Toch dacht hy mijne onkunde
III reden. In vele streken nog
heelt de eigenaar alleen rpclit op het gras
der eerste snede, de verdere opbrengst
hooit toe aan al de gemeentenaren, die
dan volle weirecht op een andermans
goed bezitten Zulk gebruik is een hinder
paal voor de verbetering der weiden,
v >or de verbetering der heesten, voor den
aangroei van den algemeenen rijkdom.
Welke zijn de voordeelen eener goede
weideverzoiging
Wij zullen niet handelen over den in
vloed, welke deze verzorging uitoefent op
de veeteelt de rechtstreeksche voordee
len zullen eiken landbouwer tot handelen
aansporen.
In proefnemingen te Rothamsted, gedu
rende 40 jaar, met minerale meststoffen
bekwam men gemiddeld op de ongemeste
perceelcB 2875 kil. en op de. bemesie per-
ceelen gemiddeld 8000 kil. hooi per hec-
taar en per jaar.
Hoe zal men de weiden bemesten
Stalmest is geenzins gepast, scheikun
dige mesistoffen integendeel zijn ontnis
baar om de weiden te verzorgen.
Een enkel bestanddeel is niet voldoen
de, do gezamenlijke werking van phos-
phaten, potaschzouten en nitraat is bier
vereischt. Ten bewijze zouden wij talrijke
proefnemingen kunnen aanhalen, wy
zullen ons echter bepalen bij de volgende
besluiten, afgeleid uit proefnemingen,
door den landb.-ingenieur Van den Berck,
in het Landbouwblad van Limbnrg be
kend gemaakt.
Deze besluiten zijn
I. Men bekwam de grootste kooiop-
brengst a) in zandgrond arm aan organi
sche stuffen, b) in zandgrond rijk aan
org. St., c) in leemacbtigen zandgrond
arm aan org. st., d in denzelfden grond
rijk aan org. st., altoos door de toepas
sing van 400 k. metaalslakken, -f- 600 k.
kaïniet, -f 200 k. sodanitraat.
II. De vervanging van de metaalslak
ken door dezelfde hoeveelheid superplios-
phaat verminderde do opbrengst.
Wij kunnen de volgende bemesting
aanraden
1° jaar 1000 k. metaalsl., 600 k.
kaïniet, 200 k. nitraat.
Volgende jaren 600 k. metaalsl., -f-
400 k. kaïniet, -f 100 k. nitraat.
De thomasslakken en de kaïniet moeten
zonder uitstel toegepast worden. Daarna
zal men eggen.
Het sodanitraat zal in de lente, bij de
herneming van den gi oei worden uitge
strooid.
P. Pipers, landbouwieeraar.
dienstdoende Apotheker Zondag 18
Februari 1900, Mr De Waele, Kerk
straat.
bedriegt mij. Maar tegen wil en dank kwam
de eerste gedachte altijd bij hem terug.
De jonge man, die men mijnheer Lachenal
noemde, betoonde hem eene koele vriend
schap, die weinig sympathie opwekte. In den
loop van den avond had hij eenige woorden
met mevrouw gewisseld en zich daarna terng-
gotrokkeu. Wat de laatste betreft, zij had bij
't verschijnen van Dr Landregarde hare vijan-
delyke stemming duidelijk laten blijken. Of
schoon beleefd, maar trotacli, scheen zij de
rol vau den vorigen avond en huar pogiugeu
om te behagen, vergeten te hebben. Met
zichtbare ergernis had zij zich verwijderd en
Gabriëlie medegenomen, welke moeite had
om hare verlegenheid te verbergen.
Jan, de bediende, bracht den nacht inde
voorkamer door. Ook de dienstmeid van me
vrouw de FairièreB was gedwongen met Lan
dregarde te waken. Een aur had zij het vol
gehouden tegen slaap en vermoeidheid, toen
viel ze in een diepen slaap.
De oogen van den dokter bleven op den
sluimerenden zieke gevestigd. Hij kon 68 of
70 jaren tellen, maar de ziekte gaf hem het
voorkomen van eenen 80jarigen grijsaard.
Hij moest vroeger een zeer schoon man ge
weest zijn nn was hij niet meer dan een
geraamte. Landregarde bestudeerde opmerk
zaam het gelaat, dat niettegenstaande den
ouderdom eu de ziekte eene karakteristieke
IN FRANKRIJK.
VERSLAG van M. Baron
Belhune, ter Volkskamer, over de
begroolmg van buitenlandsche zakeyi
Verleden jaar had de Middenafdeeling
aan het Gouvernement twee zeer belang
rijke vragen gesteld, die volgenderwijze
waren saamgevat
1° Is de dienst onzer consuls in de land
bouwstreken van Frankrijk,voornamelijk
in Brie, (Seine-et-Marne, Seine et Oise,
Maine, Aube, Yonne), Beauce, (Eure-ct-
Loire, Loire-et-Cher) en aangrenzende
departementen, ingericht op eene wijze
die genoegz «am en voldoende bescherming
ver/ekert aan de Belgische werklieden,
die jaarlijks in deze gewesten verblijven.
2° Hoe is de dienst onzer consuls inge
richt in de nijverheidstreken van het
Noorden en het Oosten van Frankrijk
Het Gouvernement bracht,in antwoord
op d ze vragen, een belangrijk advies uit,
dat ingelascht werd in 't laatste verslasz
over de Begrooting van Buitenlandsche
Zakon.
Alhoewel hulde brengende aan de toe
wijding en verknochtheid, door verschei
dene Belgische consuls in Frankrijk aan
deu dag gelegd, drukt de Midd-nafdeeling
de meening uit, dat de tijdelijke en
bepaaldelijke uitwijking dsr Vlaamsche
wer.lieden do inrichting vereischt van
verscheidene nieuwe consulaten in zekere
landbouw- en nijverheidstreken van
Frankrijk.
In zijne redevoering van 23 Februari
1899 beloofde de heer Minister van Bui
tenlandsche Zaken,een afgeveerdigde van
zijn Departement met een onderzoek be
trekkelijk deze kwestie te zullen gelasten.
Dit jaar werd door verscheidene leden,
in afdeelingen vergaderd, het verlangen
uitgedrukt, ingelicht te worden over het
gevolg dat door het Ministerie aan deze
belofte gegeven werd
Diensvolgens stelde de Middenafdeeling
aan den heer Minister de vulgende vraag:
Welke zijn de uitslagen geweest van
het onderzoek dat beloofd werd tijdens de
bespreking der laatste Begrooting nnpens
de te nemen maatregelen, om, in het be
lang der Vlaamsche uitwijkelingen, onzen
Consulairendienst in Frankrijk te volle-
digen
Ziehier het antwoord van het Departe
ment
Dit onderzoek is ingesteld en geleid ge
weest met het rechtzinnig verlangen van
voldoening te schenken aan de wenschen,
in den schoot der Volkskamer uitgedrukt.
De hervormingen, als noodig erkend,
bevatten
1° Eene nieuwe herverdeeling der Bel
gische con-uls in Frankrijk, rekening
houdende van den tegenwoordigen toe
stand.
2° Middelen in uitvoering te brengen
ten einde de Belgische arbeiders alle ge-
uitdrukking had. Het voorhoofd was hoog,
bet oog, als de zieke, voor een oogeublik uit
den slaap wakker, opkeek, zwart eu levendig,
het haar was overvloedig en sneeuwwit. In
zijue jeugd moest deze man een hevigen strijd
tegen zijue hartstochten gevoerd hebben.
Eene uitstekende opvoeding en een ingeprent
gevoel voor recht hadden den overwinnaar
doen blijven over zijn vurig hart, eu den man
gevormd, dis recht door zee ging eu rustig
naar de haven vau rust en tevredenheid ste
vende, welke de ouderdom voor krachtige
naturen opent.
Dit was 't oordeel, dat zich de jeugdige op
merker bij den aanblik vaD dit edel hoofd
vormde.
Op dit oogenblik opende de zieke de oogen.
Zijt ge daar vroeg by met nauwelijks
hoorbare stem.
Zeker, autwoordde Landregarde.
De lamp brandde op de kleine nachttafel
en de dokter schoof haar zachtjes weg, opdat
't licht den zieke niet zou hinderen. Deze
deed eene poging om zich op te richten.
Hoe laat is het vroeg hij.
Twee uren.
Al reeds dan heb ik geslapen.
Ja tamelijk lang.
Ik gevoel, dat het mij goed doet. Kort voor
nwe aankomst had ik nog eeu hevigeu crisis te
doorstaan. Ge gaat toch niet weg, niet waar
mak te verschaffen om zich in betrek
king te stellen met de Consulsposten, te
genieten van hunnen bijstand en alle
praktische inlichtingen te bekomen die
zij van noode hebben.
Wat het eerste punt betreft, er zullen
zoodra mogelijk uitvoeringsmaatregelen
genomen worden, rekening houdende van
de bijzo dere vereischten en hoedanighe
den die de Consulaten dienen te bezitten,
die gesticht zijn in de streken, waarheen
zich onze arbeiders wenden.
Aangaande het tweede punt, het Depar
tement van Buitenlandsche Zaken be
reidt, met de medehulp der overheden en
bevoegde persondn, do noodige hervor
mingen. Het zal niet ten achteren blijven
in het bekendmaken en afleveren van alle
praktische en zeer volledige bestatigin-
gen die toegelaten hebben van de in de
zen laat>ten tijd uitgevoerde voorbehou-
dene onderzoeken te ontheffen.
De Middenafdeeling was het eens, om
het Gouvernement over dit antwoord
dank te zeggen. Zij dringt en houdt
krachtdadig aan op deze belangrijke
kwestie, en beveelt haar opnieuw in de
aandacht en de bezorgdheid vau het Gou
vernement aan.
Kieekronijk. Wij vernemen dat
do achtbare heer Baron Pyoke de Pete-
ghem, Senatenr voor Audenaarde, vau de
vernieuwing zijns maudaats afziet om rede
vau hoogen ouderdom.
Een wetsvoorstel, aangeboden door M.
den baron vander Bruggen (thans mi
nister van landbouw) en anderen, hoeft
voor doel den overgang der kleine eigen
dommen in de familie te verzekeren en
tevens de voordeelen uil te breiden, welke
de wet toekent aan den overleden echt
genoot
De midden-afdeeling der Kamer, voor
gezeten door M. De Sadeleer, heeft het
ontwerp, met eenige wijzigingen goedge
keurd. Het verslag vau M. Juliaan Yan
der Linden is reeds neèrgelegd.
Het ontwerp is toepasselijk op du erfe
nissen bevattende onroerende goederen,
waarvan het kadastraal inkomen de 400
fr. niet overtreft, hetgeen overeenkomt
met eene verkoopweerde van 12 tot
16,000 fr., zonder te rekenen de meu
bels, het landbouw gereedschap en de
dieren behoorende tot het laud bouwge
bruik.
Als een der ouder6 is gestorven, laat de
wet aan ieder der erfgenamen toe de on-
middelijke verdceling te eischen en waar
borgt hem zijn aandeel, in natuur van al
de roerende en onroerende goederen wel
ke de erfenis uitmaken. Daar deze ver-
deeling meest altijd feitelijk onmogelijk
is, moet men tot de verkooping overgaan
en onzcggelijke kosten dragen.
Neen, ik blijf ik heb het u beloofd.
De sympathie was opgewekt tusschen den
zieke en den arts. Ze gevoelden dat, zonder
dat ze eene gedachte van beteekenis samen
gewisseld hadden.
De tijd kroop voor Landregarde, die geene
seconde de oogen sloot, langzaam voort en
twee uren later weêr door de Fairières uit
zijn gepeins opgewekt werd. De zieke deed
hem verschillende vragen, die door deu ge
neesheer met zekere vertrouwelijkheid beant
woord werden. Toen hnn gesprek eeu daar
mede overeenstemmend karakter kreeg, begon
de zieke door de vrengde zijner beterschap
zich ook meer voor den jongen man te inte
resseeren.
Het is dus het toeval, dat u in dit huis ge
voerd heeft vroeg hij.
Het toeval alleen.
Als de dokter der Parijsche faculteit eu
als inwoner dier Btad hebt ge dus veel on
dervonden
Ik heb meer gestudeerd dan ondervon
den, hernam Landregarde, ik heb meer ge
studeerd iu boekeu, dau iu menschelijke
lichamen, meer gedacht, dan belesfd. Dok
was ik vijf jaar als geneesheer aan een zie
kenhuis verbonden.
Dat is eene leerschool, zeide de grijs
aard, daar ziet men de ziekte in al hare ge
stalte en de ellende in al hare grootte. Als
Dat is de verstrooiing van het bezit der
familie en dikwijls haar onderg&ug.
De bijzonderste veranderingen, welke
de nieuwe staat van zaken toebrengt zijn
de volgende
1° Wanneer de overledene, echtgenoot (of
echtgenoote) achterlaat, zal deze geheel de
erfenis in vruchtgebruik mogen behouden.
Doch, daar hetgeen hij aldus ontvangt de
weerde kan overtreffen van hetgeen hem we
zenlijk toekomt, betaalt hy aan de erfgenamen
eene jaarlijksche rente voor hetgeen zijn aan
deel overtreft.
2° Indien er daarenboven minderjarigen
zijn en dat er belang by is eene verdeeling te
beletten, kan men de onverdeeldheid behou
den indien men zulks goed vindt tot dat al de
minderjarigen hunne meerderjarigheid be
reikt hebben.
3° Indien de verdeeling gedaan wordt heeft
de overledene echtgenoot 't recht de massa
op schatting over te nemen. Bij gebreke van
hem behoort hetzelfde recht aan dezen der
erfgenamen die daarvoor door den overledene
aangeduid zyn en indien hij' niemand heeft
aangeduid, behoort dit aan ieder der erfge
namen.
4° Alles wat betreft de uitoefening van het
recht van vruchtgebruik, ten voordeele van
den overlevenden echtgenoot, of het recht van
overneming ten voordeele van deze laatste
of van de kinderen wordt geregeld met tus-
schenkomst van den Vrederechter, die in
laatsten aanleg uitspraak doet.
5° De registratie- en overschrijvingsrechten
voor de uitoefening van het recht vau over
neming worden verminderd op de helft van
den tegenwoordigen taks, duB met 50 °/0.
Dat zijn de bepalingen van het nieuw
ontwerp, dat voorzeker bestemd is om
de heilzaamste uitslagen op te leveren.
Daengistlsche litteratuur.
Onder dezen titel ontleedt de hoor
Henri Ryckmansin - Le Messager de
Bruxelles - Het loopende nieuws dat
zondag 4 Febr. door 't Land van Aelst
werd meégedeeld.
De hoer Ryckmans bestatigt dat het in
eene taal is geschreven weerdig van
Vooruit n en van Het Volksrecht
twee roode organen. Verder wijst de
schrijver met verachting op de talrijke
beleedigingen en lasteringen die in 't iac-
tum van Pie Daens zijn vervat, tegen de
rijken,tegeD de voorname catholieken, die
hij schelmen van behouders heet, tegen
de cath. ministers, tegen Z. M. den Ko
ning, tegen de EE. HH. Priesters en
Kloosterlingen en tegen Z. H. Mgr Stil
lemans. Ook doet hij bemerken dat P.
Daens den burgeroorlog tot der dood aan-
gepredikt....
En na dat alles gelezen te hebben,
gaat M. Ryckmans voort, vraagt men
zich af of men niet aan 't droomen is ge
weest...
Dat schrijven van P. Daens schijnt u
te verwonderen M. Ryckmans nogtbans
het duurt bijna 7 jaren lang dat die deun
tjes wekelijks herhaald worden. De Aal-
stenaars zijn ze zoodaDig gewoon te boo-
ren dat ze zeggen Oh 1 't komt vau Chipka
waar al de wyzen in 't zothuis zitten en
men do gekken laat in vrijheid loopen 1
men iets dikwijls en van nabij ziet, most men
het ten slotte grondig kennen. Een arts die
geruimen tijd in zulk gesticht werkzaam ge
weest is, heeft niet alleen zyn gezichtskring
als geneesheer uitgebreid, maar ook een die
pen blik in 't leven en de maatschappij ge
worpen. n
Er ontstond een pauze, want de zieke was
zeer zwak en 't aanhoudend spreken ver-
Hebt ge ook familie vroeg hij na eenige
minuten.
Geene, mijnheer.
Men heeft toch altijd ergens een bloed
verwant, hernam de gry«aard en beproefde
te glimlachen.
Ik, myuheer, ik heb er geen.
Zyn nwe verwanten dan allen dood.
Ik weet het niet, hernam de jonge man
met bewogen stem ik heb noch een vader,
noch eene moeder, noch eeu bloedverwant
gekend. Voor zoover ik my kan herinneren,
sta ik alleen in de wereld en ben ook immer
alleen gebleven.
En wat voerde u naar Caën vroeg de
zieke snel, terwyl hy eene zekere aandoening
trachtte te verbergen.
(Wordt voortgeset).