Zonda^ 6 Januari 1001
5 centiemen per nummer
53* Jaar 5355
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Zalig Nieuwjaar
Denderbode's
Nieuwjaarwensch!
Niet fraai
DE
GIFTMENGSTER.
Volksregeering
Op goeden weg. goe^ais«%
Opgepast voor Sipidokes
Maatschappijen
van onderlinge bijstand-
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
iagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands
Cuique «unm.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vounisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk tegen der.
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiëD uit vreemde landen zich te «renden ten Bureele
ran dit blad
▲alat, 5 Januari 1901.
»«ii al onse geachte lezers.
Vrede, voorspoed en geluk,
Bij 't vernieuwen «an het jaar,
Onzen Lezers al te gaar
Weuscben wy uit ganscher herte I
Dat zij vrij van alle snaerte,
Vry van kommer, vry van druk
In dees droeve harde tijden
Voor het goede mogen strijden
Dicht geschaard aan onze zij.
Dat ons lange vrienden rij,
Van den Buiten, van de Stad,
Zonder vaar of schrik of vreezen
Immer voor on» mogen wezen
Trouwe lezers van ons blad.
M. Daens in zyn Land van 23
december 1.1. onder He hoofdinge Het
pensioen op den buiten vertelt een
sprookje natuuilyk uit den duim go-
zogen over het pensioen.
Dit sprookje werpt een vraag van recht
op waar wy eeuige wooiden willen op
zeggen.
Eerst het schryven van t Land van
Aelst.
- Een Pastoor ging overtijd rond op zijn
Procbie en kwam aan een arm klein
hutteken, waar twee oude sukkelaars
m woonden Menschen, zegde hij, 't zal
beteren ge gaat een Pensioen trekken,
65 fr.'s jaars, is 130 fr. per jaar.
't Is heel goed Mr den Pastoor, alle
- baten helpen. Ik zie, Vrienden, dat
gy het noodig hebt ge zijt beiden oud
en ziekelijk uw kinders hebben't ook
- lastig...
Naam, straat, nr en ouderdom wer
den opgeteekend.
G'en hebt toch geen eigendom
vroeg de Herder.
M. de Pastoor, dees huizoken is
't onze w'hebben er straf voor ge-
Spreek dus het vonnis uit, dat sij ver
dient, n zoo besloot de voorzitter, n De open
bare orde, de veiligheid oneer familiën, de
achting voor de maatschappij vorderen het
Een zacht gefluister van bijval vergeielde
de laatste woorden. De advocaat Faverot trad
op, doch toen hij sprak, 6chudde iedereen het
hoofd. De arme is verloren 1 zeide men,
Faverot is een talentvol man, maar hier is
niets te redden. De verdediger sprak vijf-
en-twintig minuten, maar zyne rede liet
rechters en publiek onverschillig. Iletzy, dat
zyn talent tegen deze zaak niet opgewassen
was, hetzij hij sich niet in zijn element be
vond, hy behaalde niet den minsten byval
en had ook de bewijzen van den voorzitter
niet ontzenuwd. De beschuldiging bleef ia
haren vollen omvang bestaan.
u De ongelukkige, n herhaalde men van
alle kanten, u zy is verloren, n
Daarna sprak de voorzitter met zijn zware
stem de heer Lachenal heeft het woord.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Lachenal stond op en werd spoedig het.
middelpunt van aller opmerkzaamheid. Hy
werkt't is klein en bouwvallig, er is
een roei of 6 Land bij.
Oei, sprak de Herder mei spijt,
g'bebt gy eigen lom Iu dit ge* al zal u
geen pensioen kunnen gegeven worden.
Die brave mau verliet met bertpijn dit
hutteken.
Dat sprookje is niet fraai en alvorens
Ie oude meuscheu op den buiten de dood
op het lijf te jagen had M. P. Daens de
wet over de pensioenen en het koniuklijk
besluit over hetzelfde onderwerp moeten
ten miuste eeus lezen.
Wij gaan hem dat eens voorgeven, vol
gens het Arbeidsblad van november 1.1.
Eerst art. 9 van de wet van 10 mei 1900.
Eene jaarlijksche toelage van 65
franks wordt verleend aau eiken werk-
man of oud werkman die Belg is, eene
verblijfplaats in België heeft, <len leef-
- tijd van 65 jaar heeft bereikt op 1
Januari 1901 en in nood verkeert.
Naarmate zij den ouderdom van 65
jaar bereiken, kunnen de werklieden,
x die ten minste 55 jaar oud zijn op 1
x Januari 1901, dezelf ie toelagen genie-
ten, onder dezelfde voorwaarden ecb-
x ter worden de belanghebbenden, die op
x dezen laatsten datum den ouderdom van
- 58 jaar niet bereikt hebben, van het
- voordeel der toelage uitgesloten, indien
zij niet, gedurende een tydperk vau ten
x minsten drie jaar, in de Algemeene
Lijfreutekas stortiugen hebben ge-laan
x tot een bedrag vau ten miuste 3 Irauk
- 's jaars, in 't geheel 18 frank uitma-
kende.
Nu het koninklyk besluit van 20 Oc
tober.
- Abtixel één. Om de jaarlijksche
x toelage vau 65 fiauk, bij artikel 9 der
- wet van 10 Mei 1900 voorzien, te kun-
x nen bekomen, moet men
x 1° Belg zijn
- 2° Eene verblijfplaats in België heb-
x ben
x 3° Ten minste 65 jaar oud lijn
4° Werkman of oud werkman ziju
x 5° Iu nood verkeereo.
Nu wat is dat iu nood verkeeren -
Wij hoeven niet te zoeken wij vinden
het ic het zelfde hesluit. Art. 6 zal het
ons zeggen.
- Abt. 6. Worden aanzien als in
nood verkeerendc, degenen wier l»e-
- staanmiddelen, met hunne lasten ver-
geleken, gewoonlijk ontoereikend zijn
x om door zich zelf alleen in hun onder-
x houd te kunnen voorzien.
Om dezen toestand te bepalen, wordt
er voornamelijk in aanmerking geno-
x men
x Aangaande de bestaanmiddelen
l8 H( t loon van den belanghebbende,
van zijnen echtgenoot en zijue kinderen
of afstammelingen die met hem inwo»
nen
2° Db AABD EK DB OPPERVLAKTE
stond daar bleek, mager, met een ernstig ge
laat en wiachte met de hand het zweet vau
de lippen. Men haalde de schouders op en
zeide Dat is niet onze groote advocaat
waarlijk, bij is dezelfde niet meer
x Dat was vooruit te zien, n meenden an
deren, ziet hij Btamelt, hij zal niet tot het
einde komen. Wie had dat voor eenige jaren
gedacht
Doch spoedig won de zwakke stem aan
kracht, zij vulde de geheele ruimte en klonk
zelfs tot buiten. De woorden klonken helder
duidelijk, diep en machtig. Eeoieder werd
geboeid en hing aan de lippen des sprekers.
De kracht van uitdrukking giug vergezeld
van een gezond oordeel. Lachenal beheerschte
het publiek. Men beefde voor hem, want hij
was weêr opgestaan er ontstond licht, waar
duisternis heerschte. De spitsvondigheden en
schijngronden der aanklacht weken, de ver
baasde rechters en gezworenen ondervroegen
hun geweten en gevoelden dat de waarheid,
die zij meenden in handen te hebben, hun
ontvlnchtte Hoe zou dat alles eindigen
Mijne hoeren n ging de verdediger met
donderende stem voort, wanneer ik vo>
spreek, ik, dieu de ziekte uit deze ruimte
verhaunen heeft wanneer ik, ofschoon haast
stervende, mij voor nwen rechterstoel ge
sleept heb, dan was dat, omdat wellicht ik
alleen u een licht kon doen opgaan over de
zaak en n voor dwaling behoeden.
Eeue dwaling Ja, mijne heeren, ik her
haal dat woord. Eene aangeklaagde staat voor
HDNNEB EIGENDOMMEN EN DEB GOEDE-
BEN DIE ZIJ IN HÜDB HEBBEN J
3° Hunne spaargelden
4° De ondei stand der openbare wel
dadigheid
x 5* Do bijwinsten die voortspruiten
uit zakelijke of persoonlyke rechten
vau gebruik of jaargeld tot onderhoud
x Aaugaande de lasten
1° Het ondorhoud des hnisgezins,
volgens de gewone levenswijze der werk
lieden vau de streek en van betzelf le
x beroep, mits iu rekeniDg te brengen het
getal en den ouderdom der personen
die het huisgezin uiimaken
2° De gebrek kei ijk heden
3° De huurprijs, de belastingen en de
zakelijke lasten.
Daar is alles.
Wordt daar niet in gespi-okeu van eigen
dommen M. Daena Gij ziet dus dat de
eigendom van een huizeken, klein en
bouwvallig, op den hoop toe, vijf of zes
roeien land niet beletten in nood te ver-
keeren en bijgevolg een pensioen te ge
nieten.
Dit gerucht loopt rond op den buiten
maar de vleugels moeten ervan gefnuikt
werden.
Wy hebben het, hoop ik, gedaan met
le artikels van de wet en van het konink
lijk besluit in de hand.
Onze lezers moeten het als eene plicht
aanzien de arme meuscheu, die in het
geval zijn, gerust te stellen.
Frankrijk heeft eene volksregeering,
wauwelt ooze arme Pie.
Men is daar eeu wetsontwerp aan 't ma
ken waarbij het aan al de kloosterlingen
verboden wordt te onderwijzen
Dat is nochtans een land van Z. A. S.
die, volgens Don Quicbotte, ons de alge-
meeue deugd en de algemeene vreugd
brengen moet.
De vry metselaars zijn daarmeè nog
niet te vreden. M. Waldeck-R>usseau, de
minister der Joden, komt zooeven nog
aan den keurraad te vragen bij dit wets
ontwerp oen artikel te voegen waarbij
zelfs de gewezen leden van een klooster
orde niet onderwijzen mogen tenzij tij
beioijten op doortastende tcijee dat tij
iet meer tol de orde behooren
Is dat niet ongehoord 1 De kloosterlin
gen mogen niet meer onderwijzen maar
de wegloopers wel 1
Hoe diep is men toch in F/ankryk ge
vallen. Ougelukkig land 1
Tot daar zouden wij ook komen indien
met het Z. A. S. de socios bier meesier
wierden eu straffeloos mochten baas
spelen
Eu Pie Daens wil het rijk der socios
bespoedigen en vergemakkelijken.
Brave menschen, laat u niet verleiden j
u, zy is onschuldig. Indien gij haar veroor
deelt begaat gij eene misdaad grooter dan die
welke gij haar ten laste legt. Catbarina Fi-
geart is onschuldig, ik zweer het u. Bewij
zen barer onschuld roept gij. Geeft mij
eerst bewyzeu harer schuld. De akte van
beschuldiging wemelt er van, antwoordt
gij. De voorzitter heeft in zijne rede alles op
gesomd en op eene wijze gegroepeerd, dat er
aan geen twyfel te denken valt. Ik laat aan
het groote t&leDt van den voorzitter recht
wedervaren, maar in deze zaak heeft hij niets
bewezen ik zal al deze bewyzen, het een na
het ander, omverwerpen.
Welke zekerheid, n fluisterde men, welke
overtuiging
x Ik 7.al kort zijn, mijne heeren, zeer kort
de daadzaken spreken zelf en behoeven geen
bewijs. Eene vrouw is hier aangeklaagd van
eene afschuwelijke misdaad. Wie is deze
vrouw Gy ziet het, mijne heeren, en de aan
klacht zegt niet het tegendeeleen zacht,
vlijtig, getiouw meisje. Zij heeft slechts
vrienden en geene vijanden, en wanneer zij
geld heeft, geeft zij het aan hare oude, arme
tante. Aan de goedheid paart zij eenvoud
eeu bew ijs daarvoor is hare terugkomst raar
Frankrijk, het ware haar immeis gemakkelijk
geweest te blijven, waar zij was. Een verder
bewijs is haar zwijgen en hare hardnekkige
weigering om zich te verdedigen, alsof zij
voor andere personen het licht der waarheid
vreesde. Dit eenvoudig meisje is dus van
eeus misdaad beschuldigd, waartoe sluwheid,
ouzo vieze pastoor x. Iu den verzonken
Volksteever van 13 december schrijft hij
een ariikel over het antisemistisme. Hij
vindt dat weerom dweepzucht, en trekt
het bestaan van den Talmud joodsch
heilig wetboek, in twijfel.
Hij eindigt zijn gedacht over de ritueele
moorden met de volgende woorden
Vlaar dat het algemeen gebruik zij
de joden durven het niet Nota)
of de Joodsche wetten tulke gruwelen
voorschrijven, dat ia snoode laater
door de dweepzucht uitgevonden.
Eb wel, priester Da-ns, er is mi Idal
voor u om 10,000 fr. te wionen. Vermits
gij denkt dat dit snoode laster is, zult gij
terzelflertijd uwe goede vrienden van het
Dreyfus syudikaat een grooteu dienst be-
wijzeu met den handschoen op te rapen.
Priester Lamarque, Kauunuik te Monte
Guiliano heeft eeu werk geschreven over
den Talmud x en die som uitbeloofd
aan hem die bewijzen zal dat eene
enkele zijner citaten valsch is. Gy leest
wel eene enkele.
Gij twijfelt over de schoonheden van
den Talmud, welnu lees bladzyden 41- 51
en 53.
Het werk van priester Lamarque is
niet in den handel. Nochtans indien gij
i v»ndt tot den uitgever Alfred Vroraaut,
Kapp.-llestraat 3, Brussel en uw ioaicht
laat kennen, zult gij bekomen wat gy ver
laagt. Wij twijfelen er niet aan.
Zal bij den handschoen oprapen f Er is
een schoon stuivertje aan vast voor hem,
hij die beweert zoo arm als Job te zijn.
Wij zullen onze lezers op de hoogte hou
den.
De treffende woorden van den Bien
Public kwamen my te binnon toen ik
nadacht op deD gespannen toestand te
Brussel. Niets is onverdraagzamer en
slechter dan eeu liberaal byzonder als hij
zich roemt de verdraagzaamheid te verde
digen en uit te oefenen.
Reeds vijf jaar bestaat de schoolwet
welke de Gemeenten verplicht het gods
dienstig ouderwijs behoorlijk in te richten
en niettegenstaande zoo zij beweren
hunnen eerbied voor 's lands instellingen
en wetten, was die bepaliag eene doode
letter gebleven ia twee groote steden in
Autwerpen, iu Biussel en voorsteden.
Ia de boofstad worden nu maatregels
genomen om eindelijk de wet toe te pas-
seu en deu catechismus iu de scholeu le
onderwyzeu.
Dit voornemen der geestelijke Over
heid doet de geuzen en de socios alle
twee, zeggen ze, de verdraagzaamheid en
de liefde voor de vry beid in persoon
opspiiugen eu dansen vau kwaadheid.
bedorvenheid en eene in het kwade verharde
ziel vereischt worden. Gij ziet reeds de zede
lijke onmogelijkheid van zulke handelwijze
in, als men ze met het karakter vergelijkt
waaraan men haar toeschrijft.
Beschouwen we na de feiten, of bij de zede
lijke onmogelijkheid ook nog de absolute
komt.
Waarop steunt voornamelijk de beschuldi
ging? Op I rieven, die door haar onderteekend
zijn op eene in haar bezit gevondene som
geld, op hare onverwHchte vlucht en het weg.
blijven gedurende twaalf jaren. Dat zijn de
eeuige bewijsstukken. Ik moet bekennen,
myne heeren, ik vind ze zwak en onhoudbaar,
aoodat ik mij verwonder, dat ze toereikeud
genoeg gevonden worden, om zulk eene zware
straf, als de doodstraf is, te vorderen.
Deze brieven Welke brieven Zijn ze
van haar Wat bewijzen zy Kannen zij
niet door een ander geschreven of opgesteld
geworden zyn door een man, die haar onge
luk zocht Dan was ze alleen maar een werk
tuig
Men luisterde ademloos en gevoelde dat de
verdediger met vaste schreden voortging.
Nauwelijks gunde hij zich tijd om adem te
haleu en ging voort Doch waarom zoek ik
zoo ver Dit meisje heeft deze ontwerpen van
j brieven niet geschreven, zij zyn niet van hare
5 hand daarvoor blijf ik borg
t r Mijnheer Lachenal, n onderbrak hem de
voorzitter ga niet zoo ver in uwe verdedi-
I ging 1 De aangeklaagde heeft wel steedi hare
In deze zaak noehtaas kon men eens
feitelijk bewyzen dat men de overtuiging
van anderen eerbiedigt, maar dat is het
geval niet. Het was zoo gemakkelijk den
den huisvader te laten beslissen in volle
vrijheid of hij zijn kind de lessen van den
catechismus liet volgen of niet. Indien zij
wezenlijk de vrijheid lief hadden waarom
handelden zij niet zoo
Allen mogelijken dwang wordt in de
hoofstad op de ouders uitgeoefend door
alle mogelijke mildelen, door vrees,
schrikaanjaging, dreigementen, broodroof
worden de ouders verplicht de dispensatie
van de godsdienstles te vragen.
Die handelwyze is oneerlijk en alle
rechtziooige menschen zullen ze kracht
dadig veroordeelen gelijk zij het verdient.
la Aalst' toch is er een groene Don
Quichotte, die de oude bondgenooten, geus
en socio, van alle schuld vrijspreekt eu de
fout op deu rug der catboliekeu tracht te
schuiven en moeten wij het zeggen, bij
zonder op M. Woeste.
Zij, de groenen, zouden het beter doen
Den schooloorlog overal bestendig inrich
ten en de Gemeenten onder den last doen
kezwijken 1 Dat willen zij.
Alle wet heeft hare leemten en met
•neerlij ke tegenstrevers vatbaar voor
droeve en aanstootende toepassingen.
Het priuciep der catholieken is onaan
tastbaar. Zij wilden de vrijheid van den
huisvader eerbiedigen en hebben hem
daaiom de keus geiateu ot zyn kind of
niet de godsdienstlessen volgen zou. Wa
ren de geuzen en de socios verdraagzaam,
eerbiedigden zij dit recht van den huisva
der de toepassing der wet zou geen aan
leiding ge»en tot betreurlijke feiten.
Tot de ouders van Brussel zullen wij
een woord toesturen Lieve ouders, in
Sipido hebt ge een voorbeeld wat de
jeugd wordt wanneer ze in de onwetend
heid- van den Godsdienst is opgevoed.
Denkt op dit voorbeeld, trekt er eene
duurzame les uit. Gij zult nooit betreuren
dat uwe kinderen den weg inslaan naar
de kerk dat is het pad v in deugd en
geluk en ouderdanigheid vreest echter
wanneer gij ze de goddelooze lokalen ziet
binnentrekken. Sipido deed het ook en
beken trauen heeft zijn gedrag aan zijae
ouders gekost. Ouders, laat u door het
voorbeeld van anderen onderwyzeu I
Demao-oo-ip 0r? ll bfwüzen
KECiiia0uöic, Jat de pAUS geeQ
recht heeft op zijne wettige bezittingen is
Dendergalm, in zynen haat tegen de Kerk
en dezer instellingen, verplicht het recht
van oproer te verdedigen en te beweren
dat het volk naar wilkeur over den regec-
ringsvorm die hem behterscht, beschik
ken kan en mag.
Wij laten voor e«n oogenbük de ge
schiedkundige kwestie van de inpalming
der Kerkelijke Staten ter zij. Er zijn
schnld ontkoud, maar niet de echtheid van
deze in hare kamer gevonden brieven.
x Ik weet niet, n hernam Lachenal, waar
om zij daarover gezwegen heeft, maar ik
verklaar dat de brieven niet van hare hand
komen. Vraag het haar, mijnheer de voor
zitter
Na had een klein tooneel plaats, dat veel
opzien baarde in de saai Op de vraag des
voorzitters bleef Catharioa zwijgen.
x Antwoord dan toch, n zeide hij hebt
gij deze brieven geschreven
Antwoord n riep Lachenal vrees
niets en zeg de waarheid, r
Het meisje 7.ag den voorzitter en Lachenal
beurtelings aan en sprak Nooit heb ik die
brieven ontvangen of geschreven zij zijn
niet van mij n
Men heeft ze echter met uw schrift vei
geleken en beweerd dat ze van u afkomstig
zijn. n
x Daar begrijp ik niets van maar ik
verklaar, dat ik nooit aan eenen hrer met
name Emile, geschreven heb of heb willen
schrijven.
Catbarina zeide dit op eenvondigen, be
daarden toon, die zeer ten haren gnnste sprak.
x Ga voort zeide de verbaasde voorzit
ter tot Lachenal.
x Gy hebt het gehoord, mijne heeren, n be.
gon deze weêr is dit de toon der leugen
is diegene, welke daar spreekt, in staat tot
eene boosheid, welke nauwelijks de grootste
misdadigers bezitten De waarheid straalt
enkele schreeuwers geweest die Victor
Emmanel naar Rome riepen, maar zij
waren betaald en uitgekocht door de
logie. Al dat geschreeuw en geroep was
het werk der vrijmetselaars, van Gari
baldi en zijne bandieten. Lijk het altijd
gebeurt heeft een monsch die tiert meer
lawijd gemaakt dan tien dio zwegen. Wij
willen daar nu niet van spreken.
Wij denkeu dat Dendergalm daar ge
vaarlijke leerstelsels verdedigt, wier uit
komst de volkomone bandeloosheid en
eene volslageue anarchie is Alle wettig
gezag wordt daardoor ondermynl en
onmogelijk gemaakt en strekt om alle
volksoploopen te wettigen ea te reebt-
veerdigen.
Dendergalm dwaalt als hij gelooft dat
het genoeg is dal eent daad door het volk
words gepleegd om haar telvtn le wet
tigen, dat er boven de wil van het volk
niets meer is waar rekening moet van
gehouden worden. De wil van het volk is
de maatstaf nist van het recht.
Zij moeten tevreden zijn.de socialisten,
ever Dendergalm, die zulke noodlottige
princiepen onder het volk verspreidt. Hy'
bereidt het terrein waarop ze later zullen
oogsten zij zullen slechts uit die prin
ciepen de logioke gevolgtrekkingen be
hoeven af te leiden. Oaze omwenteling,
hoe wreed ook, is recht, zullen zij zeggen,
want, volgens Dendergalm, is de wil van
volk recht en rede
Woenslag, tweeden Kerstdag 1.1, had
te Antwerpen het Congres plaats van
den Bond der maatschappijen van onder
linge bijstand.
De afgevaardigde vau het ministerie
van nijverheid eu arbeid legde aldaar eene
uiterst belaugryke verklaring af. Hy
zegde namelyk dat binnen kort een ko
ninklijk besluit zal verschijnen, luidende
dat de rentegenieter der Lyfrentkas by
het in genot treden der rent een aanzien-
lyk deel der gestorte sommen (voorbehou
den kapitaal; zal kunnen terugbekomen
en toch zijn pensioeu genieten.
Eene lauge bespreking werd gehouden
over het inrichten van onderlinge maat
schappijen voor vrouwen.
De hierna volgende wenschen werden
uitgedrukt
1° Dat de priesters en Je onderwyzers
niet als staatsbeambten mochten be
schouwd worden en aldus de voordeelen
der wet geoieteo
2° Dat ia den tekst der wet het woord
werkman x door het woord handwer
ker x mochte vervangen worden
3° Dat de werklieden van deu Staat
ook gemachtigd mochten zijn om in de
Lijfrentkas le storten met de voordeelen
der Dieuwe wet.
nit hare oogen. Hier ziet gij eene schandslyke
comedie, wier geheimen ik wel wenschte te
kannen onthullen. Dit meisje is niet alleen
onschuldig, maar ook het slachtoffer van den
werkelijken dader De misdaad is een feit,»
zegt gij. O mijne heeren, ik ontken dit niet.
Yoor mij is het klaar, dat de heer de Fairièros
geen natuurlijken dood gestorven is. Maar ik
verklaar, dat Catbarina Figeart onschuldig
is. Uadde zij haren meester willen vergiftigen
zy had daartoe noch de middelen, noch de
gelegenheid gehad. De zieke werd door twee
elkander vreemde doktoors behandeld en door
zijne familie gedurig bewaakt.
x Maar wat dan fluisterde men in de
menigte, die elk woord van Lachenal opving.
Deze echter hoorde niets, maar vervolgde
zijnen weg, terwyl bij de gemoederen in op
schudding bracht en dit proces 't geen men
reeds beslist waande, uit nieuwe gezichtspun
ten beschouwde.
Niet een eenvoudig landmeisje zon de ge
dachte gehad hebben met langzame hand
giflstoffen te mengen, om niet de aandacht
der doktere gaande te maken. Maar gesteld
dat zij dit beproefd hadde, zou men haar niet
honderdmaal betrapt hebben Het is onmo
gelijk aan te nemen, dat dit zon ontgaan zijn
aan de leden der familie, gedurende eene
ziekte van drie maanden.
(Wordt