Zondag 20 Januari
1901
5 centiemen per nummer.
55sU! Jaar 5339
HET SPOOR
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Maatschappelijke
Vraagstukken.
Klassenstrijd
der Catholieke Kringen.
Hooge politiek.
Stad van Aalst. - Bevolking.
Wordt daar wijs uit.
DE DENDERBODE
Oit blad verschijnt den "Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands
Guique «uum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00Vonnisse cp
3bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureele
van dit blad
A&lat, 19 J&nuari 1901.
De demagogen Daens en O durven
soms zeggen Al.s de catbolieken iets
doen, als zy iets gedaan hebben 't is dank
aan ons, uit vreeze voor ons I
Op die wijze buiten zij al de werken
uit die de Catbolieken gedaan hebben.
Een blyft uitgezonderd de verhoogiug
der vergoeding aan do militianen welke
van 10 op 30 fr. is gebracht omdat pries
ter Daens er tegen heeft gestemd en
gezegd dat 10 fr. meer dan voldoende
was.
Wü 'inden die verwaandheid wat te
verre gedreveD. Onze demagogen zyn ont
staan,volgens hun in 90, volgens anderen
iü 93 met de veischyniug van hun mani
fest-programma.
Voor de kiezing van M. Van Langen-
baecke van 1890 was er nooit spraak van
Roclauders geweest.
WelDU reeds van te voren hadden de
Catbolieken zich recht verdienstelijk ge
maakt door eene wet onder andere,welke
vreemde wetgevers uit landen van Z. A
S. zyn komen afschrijven wij hebben de
wet van 9 Augusti 1899 genoemd.
Wij willen, vnluens de Renue aónérale
van December 1900 bl. 825 en volgende,
er eenige woorden over zeggen.
Die wet bevat dry verschillige deelen.
1) Inrichting van plaatselijke bescber-
mingscomiteiteu. Deze comiteiten krijgen
door de uitvoering der overgangsmaat
regelen der wet op de pensioenen eene
nieuwe belangrijkheid. In ons Arrondis
sement bestaat er een te Aalst.
2) Toelating aau de Spaarkas iu het
bouwen vau werkmansbuizen tusscben te
komen.
3) Fiskale voordeelen.
De Staat rekenende op de edelmoedige
meèwerkiDg Tan de Spaarkas beeft zicb
tot dan werkman gekeerd en gezegd
De enge toestand waario gy u bevindt,
het gebrek aan hulpmiddelen en waar
borgen beletten u capitalen te vinden. Ik
kom er u aanbieden.
Men ciscbt van u 5 of 4 1/t per honderd
intrest, gy zult er my maar 3 of 4
betalen volgens ge leent met of zonder
levensverzekering.
De fisk zal voor u byzondore voordeelen
hebben. De werkmansbuizen zullen geene
persoonlijke lasten betalen.
Het geld dat gij ontvangt zult gy per
maand weêrgeven sonder meer te betalen
te hebben dan uw tegenwoordig buis-
buur.
Zicb daarna tot de burgery keerend
beeft de Staat gezegd
Ik ben beieid op groote schaal den
werkman te begunstigen die den eigen
dom van zyn buis wil verkrygen maar
VAN
Chetwynd«Park.
DE VONDELING VAN ST-KILDA.
St-Kilda, een klein eiland, dat tot de He-
bridan beboert, ligt 150 Engelscbe mijlen ten
westen van Schotland 't is slechts een rots
blok in den Grooten Atlautischen Oceaan,
want het is maar drie mijlen lang en twee
mylen breed.
Byna tea volle maanden ia 't daar winter,
en gedurende al dien tjjd zijn de weinige be
woners geheel van 't verkeer met de buiten
wereld verstoken, want geen schipper waagt
zich thans langs de onbergzame kusten.
Het dorpje op 't eiland ziet er armznlig
nitvisschers wonen er in ellendige hutten
alleen een klein kasteel en de kerk bi engen
eenige afwisseling. Het kasteeltje werd be
woond door den beer David Uwellan. Een
matig fortuin stelde hem in staat er netjes
met zyne echtgenoote te leven en door buune
mildheid en weldadigheid hadden zy by de
eilandbewoners de algemeene liefde en ach
ting verworven.
liet was sen namiddag iu de maand Octo-
tusscben hem en mij moet er een tus-
schenper8oon zijn iemand moet den
arbeider te gemoet gaan, zijne vraag
onderzoeken, zich over zijne zedelijkheid
iulicbten, hem bet geld ter band stellen
en zijne maandelijksche betalingen ont
vangen. -
Eu by voegde er bij De zending tot
dewelke ik u uitnoodig is gaoscb opoffe
ring. -
Gij moet de leening aan den werkman
toegestaan waarborgen. Gij zult te dien
einde waarborgmaatschappijen iuricbteu
gij zult er uw geld in geven en er de ver
antwoordelijkheid van dragen.
Is er iemand onder u, burgerij, dit
zulke taak op zich wil nemen
En bij dien oproep, in een bewonde-
ringsweerdige opwelliDg, zyn honderden
mannen rechtgestaan en hebben geant
woord Mijn broeder, de werkman,
heeft iemand noodig die voor hem borg
wil zijn hier beu ik 1
Op 1 Mei 1894 bestonden er reeds in
België 59 maatschappijen voor werkmans
buizen en hadtien een capitaal onder
schreven van 4,847,000 Iranb.
Op ouzen buiten is die wet nog te wei
nig gekend. De werklieden weten nog
niet hoe gemakkelijk zy een buis in
eigendom kunnen verkrijgen.
Die leeningen gaan gepaard met ec-ne
verzekering op levea Jat de kosten rer
weiuigsken verhooed ui»»'
geval van overlijden van den huisvader,
de eigendom verzekerd wordt aan de
weduwe en kinderen.
Ziehier een sprekend voorbeeld
Een myuwerker van H istal bij Luik
hatl den I December 1891 een buis ge
bouwd met de tusscben komst van de
maatschappij De heerd van den werk
man te Luik.
Iu Maait 1894 was hij het slachtoffer
van een ongeval.
Hy bad zich verbonden maandelijks
10 fr. te storten eu hy deed het stipt en
regelmatig eenige dagen voor bet onge
luk bad bij nog zijne 10 fr. betaald.
Dus met 27 maandelijksche stortingen
vanlOfr. of 270 fr. in 't geheel liet bij
aan zijne weduwe ua een splinternieuw
buis van 2200 fr.
Werklieden, overweegt dat en doet dit
na by geval.
gezegde demokr iten al de puutcu uit bet
programma der socialisteu, of liever, zij
bekennen bet.
Priester Daens heeft het op eeno mee
ting te Meenen gezegd - Wat de chris
tene democraten scheidt van de socialis
ten is de godsdienstkwestie.
Inderdaad. Een punt dat men zeker
niet iu hel ieidscbrifl der groeuêu ver
wachtte is de klassenstrijd, de ongeluk-
ber. De gouden zonnestralen vielen op een
jong meisje, dat op de punt eener rots stond,
die ver in de zee vooruitstak en een prachtig
vergezicht opleverde. Zy scheen nauwelijks
zeventi.m jaar oud, was rank en tenger van
gestalte on had buitengewoon fraaie gelaats
trekken. De ideale nitdrnkking van baar ge
laat beloofde zicb eens tot eene heerlyke
schoonheid te ontwikkelen en zooals ze daar
op le rotspunt stond met de bekoorlijkheid
eener nimf en eene aangeboren fierheid op
baar edel voorhoofd, scheen ze op de eenzame
hoogte zoo vry te zyn als een vogel in de
lncht,
Bernice was de aangenomen dochter der
kinderloose familie Gwellau. Gwellan en
zyne vrouw waren van goede familie en ken
den vormen genoeg, om in het fijuste gezel
schap te verschijnen. Bernice hadden ze laten
onderrichten in de muziek en vreemde talen
en zij toonde zich een yverige leerlinge. Nn
echter deed zich voor 't waardige echtpaar
de vraag op, wat er van de jonge maagd
worden zon. Een der ruwe, onbeschaafde
dorpsbewoners kon ze nooit tot echtgenoot
nemenaan wien dan zon ze mettei tijd
baar lot verbinden
Ach de goede oude lieden vermoedden
niet, dat deze tjjd reeds gekomen was.
Toen Bernice op de gevaarljjke rotspunt
stond, bleven bare oogen v p een vaartuig ge
vestigd, wat in deze wateren eene zeldzaam
heid was. liet was een Engeisch jacht, dat in
kige opstand vau arm togen rjjk, van
onderdaan tot moester. Wat is er onge
lukkiger in de samenleving dan de stel
selmatige strijd van den werkman tegen
deu patroon, van arbeider tegen den ny-
veraar
Is het niet tammer dat ie dereen niet
beter zjjne belangen versta
Ieder edelmoedig, rechtzinnig bert
moet dien r.impzaligcD kamp betreuren,
kamp, die zooveel onheilen s iebt en on
gelukken aan den werkman bijzonder.
Toch de groenen Diet, als 't u belieft.
Om den werkman te vleieu moeten zij
de socios naapen die de driften, de lage
driften en n* iuingen van den meuscb ver
goddelijken. Eu zoo ook ziju zij gekomen
den klassenstrijd te aanvoerden I
Wij lezen inderdaad in den Volks
zeever vau 27 december 11. onder
haudteekouiug van priester Daens zelf
De christen demokraten willen klas
senstrij l aanvoerden als iets redelijk
en rechtveerdig.
De klassenstrijdde opstand van den
arme tegen deu rijke, van den knecht
tegen den meester, van den arbeider
tegen zijuen patroon is rechtvaardiq
niet in een bijzonder geval maar als
stelsel
Rampzalige politiek
if V iW u
De bestuurraad van dien Bond is den
10 Januari vergaderd geweest, onder
voorzitterschap van M. Woeste. In deze
zitting werden de volgende punten be
handeld
1. Bjj bet openen der zitting beeft
de voorzitter hulde gebracht aan de ge
dachtenis van M. Baron Paul Bethune,
schatbewaarder van den Bond van af
dezes stichting, 't is te zeggen, sedert 32
jaren.
Een brief van deelneming werd, namens
den Boud, aan de familie gezonden. De
bestuuriaad beeft beslist bet ambt van
schatbewaarder aan te bieden aau M.
Baron Felix Betbuuo, die reeds toege
voegd schatbewaarder is.
2. De bestuurraad heeft de stad
Brugge aangeduid, al3 den zetel van den
iu 1901 te houden drie-en dertigsteu zit
tijd vau den boud. In overeenkomst met
de Catholieke Vereeniging en deu Catho-
licken Kring dier stad, beeft bij de dagen
dezer vergadering bepaald op 4 eu 5 M<*i.
Daar de H. Bloedprocessie den 6 Mei
plaats h eft, zy u (leze dagen voorgekomen
als bet best beaut woon lende aan de ver
langens van veleCatholieken.
Het program van den zittijd is vastge
steld eu zal later afgekondigd worden.
3. De bestuuiraad heeft keunis ge
nomen van de antwoorden der Vereeni-
gingen op het vragenboek, betreffende de
militaire kwestie.
Deze antwoorden zullen in een geza
menlijk werk vereenigd en aan de regee
ring medegedeeld worden.
4. De bestuurraad beeft vervolgens
beraadslaagd over de uitbreiding, te geven
a»n het Secretariaat der Maatschappelijke
Werken en aan de instellingen ten voor
deelt der Belgische werklieden welke in
deu vreemde gaan arbeiden
Hij beeft ook besloten, zich aan te slui
ten bij de p «gingen der Vereeniging voor
de verdediging der kleine burgerij en baar
voordrachtgevers to bezorgen.
5. Eiudeljjk beeft de bestuurraad
de stemreebtkwestiëu iu oogenschouw ge
nomen en in 't bijzonder zijne aandacht
gevestigd op het meervoudig stemrecht.
(Fondsenblad).
30 Dicemhei II. kermt, dat de pachten te
hoog zijn. Wij zulleu dat punt nu niet be
twisten. Wij gaan integendeel zooveel
mogelijk het woord aan K. R. zelf geven:
Ah rjjken, roept M. Novus uit
'c is de schrijver van dit opstel
moest gjj eens aan de tafel zitten uwer
arme pachters, daar zoudt gjj meest al
dc dageu pan en gestampte patatten
mogen eten en ook sommige dagen een
De fijuaard beeft, om zijD stelling te
bewijzen, juist datgene genomen dat zoo
gemakkelijk niet is om te controleeren.
Het is nochtans onloochenbaar dat onze
landelijke bevolking beter gevoed wordt
dan vroeger.
Man lief, de boeren zaaien veel te wei
nig rogge om het heele jaar door zicb
daarmeê te voeden.
Er is een ander feit. Maar laten wij
het woord aan M. Novus zelf
Ja, zal tnen ie,gen, waarom gaat
onze landelijke bevolking too schoon
De faut ligt weerom aan u, rijke men-
schen. Gij zet de oogen open Ja, gij zijt
de oorzaak, lacht niet. M. Novus schrijft
Hewél zulks komt voort uit overgroo-
- te pracht en weelde onzer rijke standen,
wier verderfelijk voorbeeld zij eeuigs-
zins navolgen. Ook mogen onze land-
lieden wel in iets genoegen vinden.
Verder spreekt Novus nog van tal van
zedeloosheden waaraan de rijken schuld
dragen.
De rijken hebben bet dus weeral ge
daan zij zjjn de schuld van alles.
Abijd dezelfde stelselmatige politiek
Ophitsen, ophitsen met het lage doel er
persooulijk piofijt uit te trekken.
De menscbeu ziju genegen die schoou-
spiebeis tv gelooveu zij denken dat zijn
ons vrienden muariu wezenlijkheid wor
den zij op schandalige wijze uitgebuit.
Mens r.Len, gedenkt de fabel van den
Riaf en de Vos.
Beweging gedurende 1900.
Op 31 December 1899
telde onze stad 29,746 inwoners.
Geboorten en in
tredingen gedu
rende 1900 2034
Overlijdensen uit
tredingen gedu
rende 1900 1711
Verschil in meer 323
Te samen 30,069 inwoners.
Gedurende 1900 zijn er geweest
1115 geboorten.
39 doodgeboren.
61 onwettige kinderen.
621 overljjdens.
247 huwelijken.
1 echtscheiding.
47 gewettigde of erkende kinderen.
919 personen hebben zich hier komen
vestigen.
1090 personen hebben de Stad ver
laten.
Onze stad telt dus meer dan 30 duizend
inwoners.
Het gevolg biervan zal zijn dal, na de
volksop'elling die komt te gebeuren, onze
Stad van rang zal verhoogen, namelijk
voor het patentrecht gecotiseard volgens
het tarief B. Wij zullen van den derden
zal fcene vernTucl':"?'40® «vergaan -t
brengen voor zekere patentplicbtigeü'/'
Voor de overgroote meerderheid der
necriogdoeners aangeslagen volgens bet
tarief B zal de opslag niet groot zijn.
Bij voorbeeld, de kooplieden, de her
bergiers enz., die nu beden in principaal
betalen fr. 8,48 zullen dan fr. 9,54 of
1,06 meer aan den heer Ontvanger te
dragen hebben.
Het patent van bijna al de personen
welke werklieden gebruiken, wordt vol
gens tarief A gecotiseerd en zal niet
opslagen.
KlokU Roeland jammert dat de pachten
geeuzins overeenkomen met de grond-
weerde. Wij willen die kwestie nu niet
grondig bespreken, maar een feit dat in
t oog sp ingt is dat er weinig Ian I braak
ligt. Er is meer maar laten wij de schrij
ver zelf spreken
Nochtans, zegt M. Novus, als 't eene
of 't andere gebruik openvalt, loopt
men er seffens met 20 of 30 naartoe om
- elkander af te pachten
Als er veel vraag naar iets is, slaat dat
ding op. Is dit zoo met de pachten
In geenen deele. Vele eigenaars willen
uit dieu toestand geen profijt trekken. Zij
die het doen zij handelen heel slecht—
zijn in klein getal.
De onderhuurders, de onderkruipers
hebben ongelijk zult ge zeggen.
Dat is het gedacht niet van M. Novus
't is wcöral de eigenaar die Let gedaan
beefr.
Wie is het die oneerlijk handelt,
vraagt M. Novus Het is de eigenaar
die in plaats van uitbuiter te wezen,
sijn vc stand zou moeten gebruiken
en weten dat de gebruiker met zijnen
paebt bestaan kan.
Ge zoudt nu zeggen als de eigenaars
hun verstand gebruiken en bet rand niet
I 'e hoog verpachten dat bet d&a voor de
senaat
niet uitmaken der menners, van de man
nen die op t .uur olie gieten, altyd met
het edele doelwit in de Kamers ie ge
raken.
Wij bewijzen
In Klokke Roeland 30 December, dus
zelfde nummer lezeu wij
- Ik verzeker u, moest de verpachting
Lier oprecht gebeuren de goederen ten
minste 25 per honderd meer zouden op-
de bocht voor 't eiland 't anker uitgeworpen
had. Eenige blauwg. kleede matrozen slen
terden over 't dek en eene boot met vier
scheepsjongens bemand roeide naar de kust
aan bet roer zat de eigenaar van bet jacht,
de jonge markies van Chetwyud.
Hij verbleekte toen hij 'tjong meisje op
die gevaarlijke pnnt zag staan en wenkte
haar met zyn zakdoek naar beneden te komen.
OogeDblikkelijk voldeed zij aan den wensch
van den jongen man als eene gems sprong
zij van rots op rots, terwijl bij haar met in
gebonden adem gadesloeg.
Weldra stiet de boot aan land en Bernice
bleef iu eene grot staan, door de natnur ge
vormd, welke men gewoonlijk van bet strand
bereiken kon.
Deze grot scheen haar lievelingsverblijf te
zijn, want de ruwe boderr was met matten
bedekt, en in de spleten der rotsmuren sta- j
ken boeken en zelfs eene gitaar. De jonge
markies trad de grot binnen en naderde met
uitgebreide armen het meisje doch deze trad
glimlachend ter zijde en ontweek zoodoende
de omhelzing.
Heet gy mij zoo welkom, Bernice
vroeg de jonge lord (1) verbaasd gij ont
wijkt my als een schuwe vogel ofschoon gy
mij liefde en trouw gezworen hebt en of
schoon gij weet, dat gij mij alles zijt op deze
wereld, n
(1) Lord, een Engelsch woord beteekenend
Mijnhter, wordt gebruikt voor eddellieden.
Wat ge al niet vertelt hernam Ber
nice met een schal kach lachje gij moet
maar weten, dat wy meisjes het altijd met de
waarheid zoo nauw niet nemen. Wat voert
lord Chetwynd heden hierheen Willen wy
weer samen lezen
Het gelaat van den jongen lord werd bleek
en kreeg eene strenge uitdrukking. Hij
was een zeer schoon man met blonde baren
en blauwe oogen, een sierlijke baard bedekte
den wel gevormden mond tot aan de kin. Hy
was groot en slank van gestalte, de geheele
uitdrukking van zijn gelaat getuigde van
moed en vastberadenheid bij was een echte
edelman.
De meisjes zyn toch allen plaagsters, -
zei de jonge lord. Onze pleizierrijs is ten
einde, Berniceik verliet, myne geboorte
plaats in Mei, heb drie maanden in Noorwe
gen en Zweden rondgezworven en vertoef
reeds sedert Augustus in Kilda. Weldra zal
de lange winter het eiland met 8ueeuw en ijs
insluiten en daarom moet ik nu vertrekken.
Mijn stuurman voorspelt mij niets goeds,
indien wij langer wachten, morgen gaat
de Sylvia onder zeil.
Morgen reeds zoo spoedig vfoeg zij
op smeekenden toon. Gij schertst niet waar
Max ik kan de gedachte niet verdragen, dat
gij dit eiland weer zoudt verlaten.
En toch moet het zijn, lieve, hervatte hij
ernstig.lk moet weg, want mjjne plichten ver
oorloven mij niet langer te bly ven.Thuis heeft
Over boord. Wij lezen in
Vooruit het volgende
De Jonge Wacht der christene volks
partij vau Brussel, de stemming van
volksvertegenwoordiger De Backer in de
Kamers over het contingent en de dotatie
van den graaf van Vlaanderen beoordee-
leude, keurt deze onthoudingen ten volle
af.
- De voorgaande houding van De Bac
ker uagaanie, aanziet zij voornoemden
volksvertegenwoordiger niet meer als
vertegenwoorwiger der christeire volks
partij. Zij aanziet hem slpcbts als een
verrader, die de bijzonderste prin
ciepen der democratie met de voe
ten treedt.
Namens bet bestuur der Jonge Wacht,
De Schrijver,
(Handteeken).
men in vier maanden niets van mij verno
men en men zal reeds ongerust over mij wor.
den. Doch ik wil niet alleen van hier vertrek
ken, Bernice gij weet hoe zeer ik u bemin.
Gij weet, dat ik een trouw hart heb, en nu
smeek ik u, Bernice, geef my hart en hand
en ik zal u als mijne vrouw naar Engeland
voeren.
Ditmaal ontweek zy hem niet, zij wierp
zich aan zijne borst en hij drukte den eersten
kas der liefde op de bevende lippen.
Ja, ik ga met u, lieve Max, zonder u is
de wereld v«or mij eene woestijn hoe zon ik
nog een winter in St-Kilda kannen leven na
znlk een zomer. Doch gy zijt rijk en van
adelijke afkomst en ik ben maar een arm
jong meisje zult gij nooit berouw hebben
over uwe liefde als ik uwe vrouw zal zijn
De liefde neemt alle onderscheid van
stand weg, Bernice, en gij en ik zijn rijk. Ik
heb geld en goederen, gij zijt schoon en hebt
een edel karakter liever wil ik nw echtge
noot zijn dau koning over de heele wereld.
Mijn huwelijk met u zal de kroon zetten op
mijn levensgeluk.
Maar Max, wat zullen uwe vrienden
zeggen n
Ik heb vader noch moeder, n zei de jonge
markies trenrig, u en daar mijn oom en
tac'e my in hunne zaken niet om raad vra
gen, kunnen zij ook niet verwachten, dat ik
het do9. Mijne naaste familie zyn eigenlijk
geen bloedverwanten, Bernice. Het zyn myn
WorJt daar nu eens wijs uit, als 'tu
belieft, indien ge Diet aanneemt dat die
mannen stelselmatig de arme menschen
willen ophitsen en ze daarom alle soorten
van ezelsooren aannaaien.
IQ Hoe wonderbaar toch 1 Het
I juJascijfer 13 vervolgt ongenadig
de groene belden.
Het slot vanChipka draagt bet judas-
cijfer, 't is genummerd 13, en al waar de
Lel len hand of vinger aan steken draagt
13 of draait op 13 uit....
Zoo gebeurde het wéér dat liet eerste
nummer vau bun nieuw weekblad - De
Volkseeuw n of Volkscetver op 13 janua
ri vorsclieeD. Dus weêr al eens hetjudas-
cijfer 13.
Geachte lezers, is dat waarlijk niet
wonder dat alles bij de groenen met den
stempel der ju iasscrij wordt gemerkt I
stiefbroeder en mijn stiefzuster, kinderen van
den tweetien echtgenoot myner moeder zy
wonen hij mij in hnis en ik heb hen zeer
lief. n
a Vroeger hebt gij mij nooit over hen ge.
sproken, Max.
Niet Dat komt zeker, omdat ik te veel
aan u dacht in uw gezelschap, n zei de lord
lachende. Mijn vader stierf, toen ik nog
een kind was en ik heette reeds lord Chet-
wynd, toen ik op 't gymnasium kwam. Mijne
moeder, een zachte en schoene vrouw, bleef
eenige jaren weduwe en huwde daarna voor
den tweeden keer. toen ik op de Univer
siteit was. Haar tweede gemaal was Gilbert
Monk, een oud-Indischofficier het hnwelijk
was echter niet gelukkig, want er lag geen
liefde aan ten grondslag. De officier Monk
was vroeger in Italië getrouwd geweeet en
bad twee kinderen, die daar geboren waren
en welke hij mee naar Chetwynd-Park
bracht. Twee jaren later stierf hij en mijne
moeder moest hem op zijn sterfbed beloven
goed voor zijne kinderen te zorgen. Dat deed
zij, doch een jaar later rukle ook haar de
dood weg en haar laatste verlangen was, dat
ik voor hare stiefkinderen een goede vriend
broeder zon zijn. Ik beloofde haar plechtig,
dat Sylvia steeds een thnis zon vinden in
Chetwynd-Park en ik heb hen zoo lief als
zuster en broer.
Wordt voortgezet.