DE
Wet op de
werkongevallen.
Zondag 1 September 1001
5 centiemen per nummer.
oSs,e Jaar 3602
'aar
'ren
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
'ett<
I
HET SPOOE
't Wordt tijd
M
T
Liegen!
ZONDAGMIS!.
gevaar
DH1A
chemis
ïaken
A ALS
de eer
3at hij
ie uit<1
•êr kon
bij he;
oonen
ij hij
e en g
e prijz<
nmakei
ie N'
I huis
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onde-
iagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frank; met de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens. Korte Zoutstraat. N. 81,
en in alle Postkantoren des Lands
Cuiqiie auiim.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Keklamen fr 1,00; Vonnisse op
8* bladzijde 50 centiemen Dikwijls te herbalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiteriijk legen den
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich ie «enden ten Bureele
van dit blad
Aalst, 31 Augusti 1901.
NTUII
aals:
tapijt
ran bed
of om
ur on.
n van
ins mho'
i den p
:n de aa
bekroo
Artikel 3 van het wetsontwerp luidt
als volgt
Abt. 3.Gaf het ongeval aanleiding
1) tot tijdelijke en volkome onbekwaam
heid tot den arbeid gedurende meer dan
twee weken, dan heeft het slachtoffer, te
rekenen van den vijftienden dag na het
ongeval, recht op eene dagelij kscho ver
goeding van 50 t. h. van het gemiddeld
dagelijksch loon.
2) Betreft het eene tijdelijke onbe
kwaamheid die gedeeltelijk is of wordt,
dan moet deze vergoeding gelijk staan
met 501. b. van het verschil tussclien
het loon van bet slachtoffer vóór het
ongeval en het loon dat het slachtoffer
kan verdienen alvorens geheel hersteld
te zijn.
3) Betreft het eene onbêkiv aamheid die
voortdurend is of wordt, dan vervangt
eene jaarlijksche vergoediug van 50 t. h.,
bepaald volgens den graad van de onbe
kwaamheid, zooals hooger gezegd, de
tijdelijke vergoeding te rekenen van den
dag waarop, hetzij door overeenkomst
van partijeu, hetzij door een eindvonnis,
blijkt dat de onbekwaamheid van voort-
durenden aard is. Bij het eindigen van
den termijn voor herziening, bepaald in
artikel 26, wordt de jaarlijksche vergoe
ding vervangen door eene lijfrente.
Daaruit volgt1° dat alle onbekwaam
beid tot den arbeid van min dan twee
weken niet wordt vergoed
2° dat bij eene langdurige onbekwaam
heid zelfs de eerste twee weken niet in
rekeniDg gebracht worden, dat is niet
vergoed
3° dat de toegestane vergoeding den
helft bedraagt van het loon.
Wij kunnen ons bij die punten be
palen.
Wat hier bet eerst en het meest tegen
de borst stoot is het feit dat alle onbe
kwaamheid tot den arbeid vaD min dan
veertien dagen niet worJt vergoed.
Waarom T
Dat beeft gewis zijn reden. In alle
stielen, in alle standen vindt men plan
trekkers. Welnu die bepaling moet dienen
om aan hen den lust te ontnemen een licht
ongeval ten nutte te maken om zich het
genoegen toe te staan een verlof met solde
te nemen.
Het schijnt zoo aangenaam niets te
doen en tocli voor niet gedanen arbeid
geld tc ontvangen. Gij ook, niet waar,
lieve lezer, zijt reeds zulke plantrekkers
tegengekomen De niet-vergoeding voor
de veertien eerste dagen moet bun de
lust ontnemen.
Maar, van den andereu kant, zijn daar
zekere en gewichtige bedenkingen tegen
iu te brengen.
ben, de
■scheid in
re uitmi
gen van
ANCKt
ïdrukw
man
adres
rd, met
kens,
eldekei
gema
Het strijdt tegen de rechtveerdigbeid,
in geval van eene langdurige en volko
meue onbekwaamheid tot den arbeid,
door den werkman de onkosten van de
veertien eerste dagen te doen dragen. Die
dagen zijn de ergste geen loon en daarbij
kosten en uitgaven van allen aard, dok
tor, apotheker, enz. enz.
De gelijkheid is verbroken ten nadeele
van den werkman, en dat mag niet ge
beuren. De eerlijkheid vereischt dat de
vergoeding betaald wo> de van den dag af
na het ongeval, indien het eene onbe
kwaamheid van zekeren duur meesleept.
Het feit dat de vergoeding slechts den
helfi bedraagt van het gemiddeld loon zal
de plantrekkers wel afschrikken zich
bloot te stellon zich een ongeluk op den
hals te balen. Daarbij zij weten niet aan
welk gevaar zij zich blootstellen.
Wat de onbekwaamheid tot den arbeid
van min dan 2 weken betrefr mag men
niet vergeten dat die ongevallen het tal
rijkst voorkomen, dat zij ook aan de
familie groote onkosten en uitgaven ver-
oorzakpu. Men heeft zelfs vooruitgozet
dat ten gevolge hunner talrijkheid de
verliezen wclko zij na zich sleepen op het
miust het derde deel bedragen der onge
vallen welke eene langdurige onbekwaam
heid meêbrengen.
Laat ons ook niet vergeten dat de werk-
uiau alleen instaat voor de ziemen weme
hunne oorzaak in zijn ambacht, stiel of
bezigheid vinden. Uit dit alles volgt dat
de balans ten nadeele van den werkman
overklinkt.
Dit hebben onze Volksvertegenwoor
digers ingezien. Inde middenaf leeliug is
het ontwerp van de regeering gewijzigd
geworden en heeft men voorgesteld de
vergoedingen toe te staan van den dag af
na het ongeluk.
Dank aan hen zij hebben welgedaan
en de onreebtveerdigheid, waarvan den
werkman bet slachtoffer ging worden,
doen verdwijnen.
Wij hadden lang gehoopt het ontwerp
in dezen zittijd te zien stemmen.
Wij zijn iu deze hoop te leur gesteld»
het outwerp zal eerst toekomend jaar
een voltrokken feit zijn en van dan af
zal men mogen zeggen dat, dank aan de
Catholieken, een uugeluk voor de werk-
i mansfamiliën nimmer de ellende in be-
sten :igheid aan den huiselijken haard
j zal deêrzetten.
Desocios zijn de schuld dat die schoone
j werkmacswet is moeten uitgesteld wor-
don. Door ijdele woordpralerijen hebben
zij aan de Kamer eenec kostelijken tijd
4 doen verspillen en veel goed werk belet.
Hopen wij dat de oogen der werklieden
eens zullen opengaan en dat zij het kwaad
zullen inzien.
Wij voorzien ook hetigen weerstand
van wege de liberalen, die nog eens de
versletene trom van de vrijheid en niet-
tusscbenkomst. zullen doen hooren. Noch
tans bun armzalige tegenstand zal stuiten
op de krachtdadigheid der Catholieken,
die gansch alleen wozenlyk het geluk der
5 werklieden behertigen.
Chetwynd-Park.
35* vervolg.
Niet eerder, dan dat gij gehoord hebt,
wat ik u zeggen ga, Bprok Monk op vasten
toon, Chetwynd houdt u voor een spook,
zooals gij zegt luister
Vlug dan 1 Bedenk, dat hij mij dood
waant hij verlangt naar mij n
Waarvau weet gij, dat hij naar u ver
langt vroeg Monk scherp.
Bernice scheen hem nauwelijks te verstaan,
zoodat Monk zijne vraag herhaalde.
Waarvan ik dat weet Omdat ik naar
verlang. O, hoe bemin ik hem Gilbert
bevrijd mij van mijnen eed. n
Hoor mij aan, Bernice Ik hield u voor
de moedigste on edelste vrouw van de wereld,
maar gij zijt zelfzuchtig gelijk anderen. Zijt
jj niet in Btaot tot zelfopoffering. n
Welke zelfopoffering vroeg Bernice ver
wonderd.
Kunt gij u zelf opofferen voor het geluk
van uwen man
Gilbert wat bedoelt gij n vroeg Bernice
met levendige stem.
Welke was uwe laatste handeling eer gij
inden schijndood vervielt n zei Monk op
strengen toon.
Bernice wilde antwoorden, doch kon niet.
Gy herinnert u Uwe laatste daad was
Chetwynd's en Sylvia's handen in elkaar te
leggen. En welke waren uwe laatste woor
den
Geen antwoord zij begreep waar Monk
heen wilde.
Uwe laatste woorden waren eene bede
aan Chetwynd, Sylvia te trouwen een jaar na
uwen dood, verklaarde Gilbert koel is dit
niet zoo n
Bernice staarde hem stom aan, een felle
smart lag in hare oogen.
Gij spreekt mij niet tegen. Gij schijnt te
begrijpen, dat beiden elkander beminden.
Was het huwelijk van Max met u geen onbe
zonnen daad van zijnen kant n
u O neen neen jammerde Bernice. Hy
had mij lief, Gilbert, hij beminde mij teer n
Denkt gy dat Luister dan. Chetwynd
en Sylvia werden op het sterfbed zijner moe
der verloofd en bominden elkaar hartstoch
telijk. Doch beiden waren fier ten twist
scheidde beu. Chetwynd ging met zijn schip,
tot aaudeuken zijner verloofde Sylvia n
geheeten, op reis naar het Noorden. Hij kwam
te S' Kilda. Gij weet de rest. Uit ergernis over
Sylvia's gedrag hnwde hij u.
Neen, neen, hij beminde my.
u Gelooft gy dat lord Chetwynd, die aan een
Een omzendbrief is door den pro
cureur-generaal naar al de parketten ge-
zooden, luidende als volgt
Iu huune propaganda ten voordeele
van het algemeen stemrecht, verbergen
de organen van de socialistische partij
hun inzicht uiet, tot wanorders, g"weld,
tot opstand hunne toevlucut te nemen,
in het geval zy er niet in gelukkeu, bin
nen koit hunne wenschen door wettige en
vredelievende middeleu vervuld te zien.
Het parket mag niet werkeloos blij
ven in tegenwoordigheid van deze aanhit
singen tot oproer, die dagelijks meer en
meer vorm schijnen aan te uemen. Zijne
eerste plicht is, den eerbied voor de wet te
verzekeren en bij te dragen tot den open
baren vrede.
Ik verzoek u dien ten gevolge, de
noodige maatregelen te nemen, opdat u
onmiddelijk verslag gegeven worde, van al
de meetings iu welke redevoeringen ge
houden worden, die schijnen inbreuk te
maken op het decreet van 20 Juli 1831 of
de wet van 25 Meert 1891.
Gij zult mij die onmiddelijk doen ken-
neu met uw gemotiveerd oordeel over de
gevolgen, die zij zouden kunnen hebben.
Gij zult insgelijks zorg dragen van
mii He ilavhladartilrpla nf "n~ "-''p.-"
schriften te doen keunen, in uw arrondis
sement uitgegeven, die schijnen het karak
ter van eene overtreding te hebben.
De Peuple noemt dieu omzendbrief
eene uitdaging.
Maar wat mogen dan zijne aanhitsingen
tot geweld en oproer, zijne premiestelsels
van revolvers wel zijn
Vooruit buldert dat de mouchardstijd
op nieuw zal gaan floreeren.
Eu wat zal de groene profeet van Chipka
zeggen, hij die wekelijks in 't Land van
Aelst en in Den Werkman, de werklie
den tot revolutie opstookt
Indien wij ons de moeite wilden geven
al de ophitsingen tot geweldigen opstand
op te zoeken en ze af te kondigen twee
kolommen van Den Denderbodc zouden
onvoldoende zijn.
Wij willen er slechts eenige aanwijzeu
daar al de vroegere van den zelfden aard
zijn.
Op 4 Augusti 1901 schreef de groene
profeet
Wij durven schrijven en verklaren
België, 85 jaar zonder oorlog, met
braaf werkzaam volk, is in dusdanige»
toestand gekomen door de opeenstape-
ling der Fortuinen, dat die groote
- eigendom diefstal is en dat een
- algemeen volksopstand wettig
wordt, noodig en onvermijdelijk
als de krachtige volkswetton er met
spoedig komen
En de volkswetten zullen er niet
komen, zonder de volksmacht en 't eer-
ste artikel der volksmacht is zuiver
algemeen stemrecht.
In 't Land van Aelst van 21 Juli 1901
leest men
Laat ons manhaftig zijn in den strijd
voor de sociale rechtveerdigheid, 't is
een werk, dat groote en duurzame
weerde geeft aan ons leven... Indien de
Bewaarders koppiger blijven als Koning
Pbarao in zijn oud Egipten, indien zij
doof blijven voor zucht naar Vrede en
goede Rede, dan zullen er ander
banden springen, ze spreken van
bloed dat zou vergoten, van men-
schen die zouden doodgeschoten
worden wat geeft dat
- Och God, wat zijn eenige men-
schenlevens tegen de hekatomba van
Grijsaards, van Moeders en Kinders,
ontelbaar in getal, die dagelijks vallen
en sterveD, tan Armoe en Ellende 1
En nu zondag 11., treft men in H Land
van Aelst aan de twee volgende ophitsin
gen tot opstand of revolutie
OpgepastEen oog in 't zeil I Mal
kander opgewekt I Weldra wordt het
sein gegeven voor de verovering van
n Algemeen Stemrecht de laatste ge
wichtige stap moet gedaan worden, een
parig, krachtig. Het zal gemakkelijker
gaan dan men denkt... Over 2 jaar stond
Brussel alleen op, en men moest toe
geven nu zal de beweging overal zijn,
.-«outfcieu gciyrv iu uc ttciou,
den Buiten gelijk in de Steden, het is
nog geen week kwaad werk, om het
Algemeen Stemrecht te veroveren.
(lc bladz. 3® kolom, art. Aan 't Vólk).
Op bladz. 3, leest men
't Volk vraagt zijn eerlijk stemrecht.
De 3 a 4 stemmen, 't is grouwelijk. Ons
Heer met zijn Apostelen, die allen werk-
lieden waren, zouden als alles méégaat,
10 a 12 stemmeu gehad hebben, 10
- Schroebbers en Phariseérs zou-
den gepraald hebben met 40 stemmen.
En door de Bedriegerij in de Kiezers-
lijsten komt het op 8 a 10 stemmen
- tegen 1.... Daartegen kan 'l volk niet
- op...'t Is Dwingelandij...Tegen dwin-
gelandij is c~> tand, zelfs gewei
digen opstand een plicht. Weldra
wordt het teekcu gegeven om op te
- staan. Elk houde zich gereed.
Als dergelijke ophitsingen tot geweldi
gen opstand niet onder de toepassing val
len van den hier hooger meègedeelden
omzendbrief dan begrijpen wij er niets
meer van.
Eu die aanhitsingen tot opstand dour
H Land van Aelst dagteekenen uiet van
over eenige maanden maar van over 2 A
3 jaren en zijn gemeenlijk onderteekend
met de initialen P. D.
(1) Dus zij die meer dan eene stem bezit
ten zij n Schroebbers en Phariseérs.
tot middernacht
dienstdoende Apotheker Zondag 1 Sep
tember 1901, M. Meganck, Leopold-
gezelschap uit booge kringen gewoon was,
zich zoo dadelijk in een arme vondelinge ver
liefde Ik spreek wel harde taal, maar heb
ik ongelijk n
Bernice had het hoold op de borat laten
zinken en weende.
Zij beminden elkaar als Romeo en Julia, zij
hadden voor elkaar het leven gegeven. Eerst
toen Chetwynd met u terugkeerde, zag hij in,
wat hij gedaan had. Hij beminde Sylvia en
was met u getrouwd. Maar hij is een edel
men8ch en zou u dat nooit laten blijken. Op
zekeron avond zei by tot Sylvia, dat hij haar
meer dan ooit beminde en hij wenschte dood
te zijn. n
Bernice hijgde naar adem. Zij herinnerde
zich den avond, toen zij Sylvia bij Chetwynd
gezien had. De overtuiging, dat Monk haar de
volle waarheid gezegd had, drong bij haar op.
Monk bemerkte, welken indruk hy op Ber
nice maakte.
Door uwen dood werden zij aan elkaar
teruggegeven, n ging hij voort, en na uwe
begrafenis had Chetwynd een onderhoud met
Sylvia, waarin alles vereffend werd. De lord
vond het goed, het jaar van rouw in den
vreemde door te brengen en hij vertrok, want
hy wilde zijne vrouw niet aan praatjes bloot
stellen. Heden keerde hij terug en werd hunne
verloving hernieuwd, terwijl Chetwynd Sylvia
smeekte hun huwelijk zooveel mogelijk te
bespoedigen. Nu is hij verheug
Het volgende is een laffe leugen.
In een concilie of vergaderiug van
bisschoppen en kerkvoogden werd er
ernstig gesproken en getwist over de
vraag of de vrouw j i of neen eene ziel
heeft, er werd over gestemd en het
scheelde maar eenige stemmen of de
vrouw was hare ziel kwijt. -
Dender galm 18 Augusti 2® bl. 1® kol.
Zooveel woorden, zooveel leugens.
Nooit is de wijsgeerige vraag Of
de vrouw eene ziel heeft op eene kerke
lijk'! vergadering besproken noch min
betwist.
Dendergalm, voor wie alle middelen
goed zijn, heoft dus eene peerdeleugen
uitgekraamd.
Hij kan zoo eerlijk zijn I Geuzen eerlijk-
beid 1
Op het concilie van Macon opperde een
bisschop do twijfel of men do uitdrukking
homo n op eene vrouw toepassen mocht.
Dat is eene rein philologische kwestie.
Welk besluit moet ge uit die woorden
van Dendergalm trekken
Dat voor dit armtierig blad de laffe
leugen een goed middel is om zijne tegen
strevers te bevechten
uai uit üiumciig uiau uouit uei wuuru
eerlijk uitspreken mag het toepassende
op zijne handelwijze.
De geuzen zijn zoo eerlijk I Hij was
ook voor de vrijheid als hij den 13 Sept.
1891 zegde Wij ook gelooven dat het
beter is paters en priesters aan de gren
zen te zetten.
Hy zal zyne leugen niet herroepen-
Heeft hij de onschuld vau Flamidien oois
bekend
doch wat eene teleurstelling zou het voor hem
zijn, indien gij hem verriedt dat gij leeft n
Monk scheen gansch aangegrepen door deze
gedachte en Bernice stond daar als eeu beeld.
Zij herinnerde zich, hoe zij voor weinige uren
Sylvia's hand in die van lord Chetwynd had
zien rusten, en een onbegrijpelijke smart over-
stelpte haar.
Monk beschouwde zijn offer opmerkzaam,
en schijnbaar treurig vervolgde hij
u O Bernice, 't is eene vreeselijko geschie
denis Wat te doen. Het is akelig uit het graf
op te staan en te zien, dat men overbodig is
Er zijn vrouwen geweest, zei Monk na
eoDig stilzwijgen, die zooveel zelfverlooche
ning bezaten, dat zij in zulk geval hun be
staan geheim hielden.
Maar ik ben zijne vrouw. Wij hebben
elkaar trouw gezworen, totdat de dood ons
scheidt, Gilbert. Zijn tweede huwelijk zou
ongeldig wezen zoolang ik leef.
Zoo is het niet. De dood verbreekt eiken
band en gij zijt schijnbaar dood en begraven.
Voor de wet zoudt gij opnieuw met lord Chet
wynd moeten verbonden worden, eer gij zijne
vrouw waart. Voor de wet zyt gij dood en
Chetwynds tweede huwelijk is volkomen
wettig.
Bernice, die groot gebracht was op een
afgelegen eiland, had geen begrip van wetten;
zij nam aan, dat Monk gelijk had.
- Wat ga ik beginnen
Van M. Woeste.
M. Neujean, een geus van Luik, gezegd
hebbende dat de verplichte Zondagrust in
strijd was met een artikel der groudwet,
onze uitmuntende Staatsman antwoordt
Noch de uitdrukkingen noch de
geest der grondwet zijn in de zaak betrok
ken en M. Neujean doet haar zeggen wat
zij uiet zegt.
leder heeft het recht des Zondags te
arbeiden, lijk te koopen en te verkoopen
maar het voorstel van M. Helleputte
heeft maar een doelwit beletten dat
men des Zondags doe arbeiden de
genen die niet willen werken. En
dat gebeurt maar te dikwijls op onze
dagen. De patroon oefent eenen zede
lijken dwang op zijne werklieden om ze
te verplichten te arbeiden.
Spitsvoudigbeid zegt de achtbare
spreker. Zou bij durven beweren dat er
waarlijk tusschen den werkbaas enden
arbeider gelijkheid van toestand is
De weerdigheid der werklieden eischt
Diet te moeten arbeiden lijk de dieren en
ten minste een dag per week to kunnen
rusten. (Beknopt Verslag 1900 - 1901
bl. 562. Franschen text.)
Ehwel M.Daens? Ehwel RoelanJers
De Dendergalrners ook hebben de
groedwet ingeroepen om de verplichte
Zoo lagrust te bestrijden.
De groudwet is een armtierige uit
vlucht. Na lijk vóór de wet Helleputte,
zal mogen arbeiden wie wil maar doen
werken, anderen verplichten te werken,
halt dat niet meer, dat is gedaan
Maar de Zoudagrust is niet volledig I
zegt de armtierige nog. Om lat niet allen
kunnen rusten des Zondags daarom zou
men de voordeelen der wet niet mogen
toekennen aan eenigen, aan het grootste
deel I
Arme Dendergalm
Kolen. Na herhaalde boringen in
Belgische Limburg, te Asch heefc men
eindelijk een vijftal lagen kolen aange-
troff n op eene gemiddelde diepte van 600
meters.
Het is dus te voorzien dat Asch, dat
nu eenvoudig een boerendorp is, weldra
eene koolmijn zal hebben en den zetel zal
worden van allerlei nijverheden.
üfEirinviw
Het schijnt dat het stieltje van volks
menner bij de socialisten heel winstge
vend zijn moet, want onlangs brachten de
nieuwsbladen ons de verrassende tijdiDg
dat Bebel een schoon buitengoedtje in
het schilderachtige zwidserland had aan
gekocht.
Hij heeft dit gedoopt Behels rusl.
Als de man nu vermoeid zijn zal van
tegen de capitalisten te donderen, zal hij
daar nieuwe krachten gaan patten voor
nieuwe veldtochten.
Ia België ook zien wij dergelijke dingen
gebeuren. Terwijl de arme werkslaven
zich in de fabrieken en winkels van Vooruit
dood zwoegen, zien wij gezel Anseele op
zijn duizend gemakken de zachte zeelust
met volle teugen inademen te Oostende,
te Blankenberghe, enz. Hij hangt daar
den grooten capitalist uiten rust zich uit
van zijn groot parlementarisch werk dat
hy niet heefc gedaan.
Hij is er zijne redevoeringen aan 'c ge
reed maken tegen de rijken die op 't zweet
van huu werkvolk leven
Anseele rust zich uit, hij wandelt dage
lijks langs het zeestrand, brengt er aan
gename uren door
In Vooruit laat hij 1,25 fr. betalen
voor het maken eener broek. De opstel
lers vau zijn blad mochten zich Diet der
wijze schikken een dag verlof of twee te
nemen met hun werk op voorhand af te
doen, en hij, de groote man, hij handelt
maar best lijk de grootste capitalist.
Ea die mannen zullen de maatschap
pelijke gelijkstelling invoeren
Arme werklieden En gij gelooft aan
dat akelig comediespel 1
Gy komt uwe aanwezigheid hier verraden
en het levensgeluk van den man, dien gij be
mint verstoren, of gij kunt naar Marw-Castle
terugkeeren, totdat uw verder lot zal beslist
worden. Wilt gij uw geluk opofferen voor dat
van uwen beminde, of wilt gij tot eiken prijs
uwe verloren rechten herwinnen
Wilt gij naar Marw-Castle terugkeeren
vroeg Monk.
Bernice knikte toestemmend en Monk ging
•tér in het park, waar hij Flack vond. Hij
zond hem een rijtuig halen in het dorp en
Dop toen weer het kasteel binnen.
Toen hij in de kleine kamer kwam, waarin
hij Bernice achtergelaten had, was zij er niet
meer.
Wat was er gebeurd Was zij ontdekt
Zijn woedende blikken zochten de kamers
rond ten slotte vond hij een stuk papier op
den grond, waarop Bernice het volgende ge
schreven had
Gilbert Ik heb mijn boop opgegeven.
Mijnen eed zal ik houden, doch verlaten kan
ik hem uiet. Nog eeu blik in zijn gelaat moet
ik werpen, nog eenmaal moet ik zijn Btem
hooren daarbij geschiedt niemand onrecht.
Zoek mij niet. Misschien keer ik naar Marw-
Castle terug doch nu niet. Ik wil ongezien
in zijne nabijheid blijven.
Dat was alles. Gilbert zocht den heelen
nacht, luisterde aan Chetwynds deur maar
hy vond haar niet.
XXVII. RAGEN'S ONTDEKKING.
's Morgens na de tweede verschijning van
den geest der afgestorvene Lady in Chetwynd-
Park was de familie om de onbijttafel verza
meld. Aan de bleeke aangezichten en roode
oogen kon men zien, dat allen een slapeloozen
nacht hadden doorgebracht.
De markies trad ernstig en bekommerd
naar jufvrouw Monk toe en geleidde haar op
eene zitplaats. In zijn gedachten was hij den
geheelen nacht met Bernice bezig geweest,
zoodat hij zijn tweede verloving met jufvrouw
Monk heelemaal vergeten was, Dit was geens-
het geval met Sylvia. In haar wezen lagen
eene zachtheid en liefderijke vertrouwelijk
heid, die lord Chetwynd tot de werkelijkheid
deden terugkeeren. Na het ontbijt nam juf
vrouw Monk den arm van lord Chetwynd en
voerde hem naar een ander vertrek.
O, Max, zeide zij op zachten toon, hoe
gelukkig ben ik. Ik word dan uwe echtgenoote
en de meesteresse van Chetwynd-Park. Gy
weet niet, hoe ik u bemin. Na eenig stil
zwijgen voegde zij er bij het kan u niet
vreemd zijn. dat ik verlang naar een haard,
die mij regelmatig toekomt.
Chetwynd schrok een weinig. Hij wilde
zijne verloving liever niet zoo gauw na zijn
terugkomst bekend maken, maar te langen
laatste stond hij het toe.
(Wordt voortgezet).