Donderdag 12 September 1901 S centiemen per nummer, 55,te Jaar 560.1
n
Zonderling
18 MOORDENAARS
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, taal, vrijheid.
j de
alle
EI
Getuigenis van
een Ongeloovige.
Land- en Tuinbouw.
blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere, week, onde
;eekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
de Stad 5 frank; met de Rost verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
nden; fr. 1-75 voor drij maanden/voorop te betalen. De inschrijving
ligt met 31 December. Be onkosten der kwitantiën door de Post ont-
;en zijn ten laste van den schuldenaar
en schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
n alle Postkantoren des Lands
Cuiqrue tsuum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00; Vonnisse op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk legen deB
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten Bureeie
van dit blad
Aalst, 11 September 1901.
a jarenlang de geuzen bevochten te
beu beeft M. Daens eensklaps zijn
gekeerd.
jne woede is tegen de bewaarders
>c-rd hij durft hei woord catholiekén
niet rechtstreeks schrijvenomdat
d zijner lezers nog niet genoeg oot
id zijn en zij slechts beoogen de ge-
ige, eenvoudige menschen te bedrie-
l)e geuzen laat hij met rust, al hoe
bij becl-wel weet dat het juist in die
en is dat de hevigste vijanden van
Ik, schuilen.
eer dan eens zelf heeft bij do geuzen
igsclniftCD van goede, echte ortbo-
e afgeleverd. Zij waren ook eensklaps
e christenen geworden najaren lang
ds gebroed te zijn geweest,
at schuilt daar achter
gaat verder. Niet alleen in zake van
if maar ook onder opzicht vau sociale
(king zwiert hij de geuzen, die ver-
e mancbesterianen, tegenstrevers
alle maatschappelijke wetgeving,
lof toe. De gruzeu die nooit iets voor
tolk deden of doen, of doen zullen,
Icu als zijne vrienden voorgesteld I
Daens scblijft den 11 Juni 1899
Zoodra 't werkvolk zijn weerdigheid
ft en zijn macht vereenigl, geheel de
is aan 't werkvolk I
Be liberalen verstaan beter den
and Zij zullen den klassenstrijd
zachten,ja wegnemen.
ns de liberalen krijgen hier een bloe
en op de mouw omdat zij den klas-
Irijd verzachten zullen, ja weg
moet de klassenstrijd iets zijn dat
is, verfoeilijk en onaanneembaar,
at zien wij.
en maand later ontvangt M A. Daens
opsteller van een geuzenblad van Pa-
L'Eclair. n In dat iotervieuw
de volgende woorden voor door
ruil dan ook aanstonds overgenomen
eeuigo woordekeus lof
Het is tot eenen klassenstrijd
do christene demokraten
vrienden uitnoodigen.
Doop dat nu maar eens aaneen I De
on, dat zijn de mannon, omdat zij
klassenstrijd willen verzachten en
nemen en hij, M. Daens, noodigt
volgelingen uit tot deu klassen-
I 1
at is geen lichtzinnig woord, want in
estorvene Volkseeuw van 27 De
cember 1900, le bl. 1° kol. schreef hij
De kristene Demokraten, die willen
klassenstrijd aan veerden als iets
redelijk en rechtveerdig, scbijuen
enz.
Dus klassenstrijd is iets redelijk en
rechtveerdig I En omdat de geuzen dat
iets redelijk en rechtveerdig bestrij
den, bevechtea, willen wegnemen 1
worden zij geloofd en geprezen 1 I 1
De plaats van zulke mannen is te
Gheel.
DE ZOON
naar het Engelsch.
37"" vervolg.
Ik weet dat ge dit zijt, laat er ons dus
verder over spreken Zie Jos, hij ver-
de mij uwe geheelo geschiedenis, en
jnt te gelooveu, dat gij den moord bedre-
ihebt. Dat geloof ik niet ik geloof niet,
zoo iets zoudt doen, oischoon uw ge-
bij toeval had kunnen afgaan.
Neen Mary, ik deed het noch met opzet
by ongeluk maar ge moet mij niet ver-
vrageu want al zou ik voor het gerecht
ten verschijnen, ik zou het geheim niet
nbaren.
Dan wil ik er nooit een enkel woord
ir over spreken. Ik beb zoo mijn eigen ge-
bt over die zaak, maar nu zwijg ik er
Het is bijna dag, en wij hebben een
d eind gelonpen ik zou wel eens willen
zitten en wat uitrusten.
- Weet ge bon ver we nog te loopen heb-
'óór wij aan eeue stad komenMary
We zyn niet ver van Maidstone het
ijzexit aan onzen rechterkant, maar het is te
kkrvn
ialst
Een radikaal gemeenteraadslid van
Limoges, M. Vallet-Dechérat die naar
Lourdes gegaan was als een ongeloovig
nieuwsgierige, is getuige geweest der ge
nezing van den postbeambte Gargan, wien
de ramp van Montmoreau sedert twintig
maanden tusschen leveu en dood had ge
laten. Ondervraagd door een opsteller
vau den Courrier de la Vimne,heeft M.
Vallet-Decbérat, die nog steeds verklaart
niet aan mirakels te gelooven, hem het
volgende verhaal gedaan
Ik heb dus Pottiers verlaten, maan
dna laatst, den negentienden (Augusti),om
4,32 ure 's namiddags, ter zelfdertijd als
de bedevaarders. Ik was alleeu in eeu
kompartiment. Te Angoulême gekomen,
stopt de trein en de deur vau mijn kom
partiment wordt weldra geopeud. Een be-
k laag lijk schouwspel biedt zich aan mijn
oog.
Een man, die er veeleer als een
doode uitziet, is op eene baar uitgestrekt,
welke gedragen wordt door drij perso
nen. Tegen de gewoonte in, wordt de
draagbaar in het kompartiment gescho
ven mot den zieke, wien men de minste
ontschikking vermijdt. De drie personen
nemen naast hem piaats en bewaken hem,
Welhaast echter, ben ik zoo ongesteld
door den onaangenamen geur van phe-
ni«ch iodium, die van den ongelukkige
uitwalmt, dat ik mij in het kompartiment
daarnaast begeef, waar ik M. Boutin ont
moet, een negociant van Ncuville. Wij
verliezen den zieke niet uit bet oog. Vóór
't vertrek vau den trein was zijn lichaam
onbeweeglijk als dood een kwartuurs na
het vertrek, zeker door bet schokken van
den trein, ontwaakt bij de reis schijnt
hem weinig to ontstellen.
Niets bijzonders tot aan Lourdes,
waar wij om 7 ure 's morgens aankomen.
Daar verlies ik den zieke uit het oog en
scheid ik mij af van M. Boutin.
Om 4 ure 's namiddags ga ik de
voorstelling van het H. Sacrament bijwo
nen, die vóór de kerk plaats heeft. De
toeloop is ontzaglijk, het schouwspel
indrukwekkend en waarlijk schoon. Do
zeer talrijke zieken zyn in eene ronde
geschikt en in smeekende houdins ge
plaatst, de oogen naar het Heilig Sacra
ment gericht.
Eensklaps, op slechts 15 meters van
mij af, bemerk ik deu zieke dien ik den
vorigen dag te Angoulême ontmoet had
en met wien ik naar Lourdes kwam in do
voorwaarden die ik u hooger schetste. Ik
zie hem wiêr met oplettendheid aan bij
ligt nog steeds op zijne draagbaar van
een bedevaarder verneem ik dat hij des
morgens, na een bad in den waterbak,
eeno lichte verbetering ondervonden had.
Het uur der voorstelling van het
H. Sacrament is geslagen. Dit uur is
plechtiginderdaad, de dienstdoende
priester gaat het H. Sacrament beurt
voor beurt voorstellen aau eiken zieke eu
dit is het oogenblik, naar het schijnt,
waarop de wonderen moeten gebeuren.
De houdiog der zieken wordt nog smee-
kender.
Het H. Sacrament wordt dus voor
iederen zieke gebracht ik zie naar mijn
gezel van Angoulême en wacht zijne beurt
af. Op bet oogenblik dat de priester bet
H. Sacrament naar hem richt, staat de
ongelukkige, die tot dan onbeweeglijk
gebleven als een doode, eensklaps recht
en roept uitIk hen gznezen De iudruk
op allen is onzeglijk.
Dan legt hij zich weer neer op zijne
draagbaar, omdat hij niet gekleed is. MeD
draagt hem onmiddellijk Daar het bureel
der vaststellingen. Dank aan de kaart die
de achtbare heer Beaucamp mij verschaft
beeft, kan ik den zieke naar het bureel
volgen, waar ik, gelijk de geneesheereu
zei ven, vaststel, dat er op het lichaam van
M. Gargan, o. a. op de voeten, wonden
geweest waren én dat deze wonden al de
kenteekens droegen van eene genezing,
die nog maar pas kon plaats gehad heb
ben om der waarheidswille, moet ik er
echter bijvoegen, dat ik die wonden te
voren niet had kunnen zien, door de
windsels waarmede zij bedoken waren.
En M. Gargan kon rechtstaan en
gaan vraagt de dagbladschrijver.
Niet slechts kon hij rechtstaan, maar
bij giüg alleen en zonder steun.
Zonder steun Nogtans, volgens het
verslag van de Croix, dat wij eergister
hebben overgenomen, ging M. Gargan op
iemands arm geleund.
Daar is niets van. Hij giDg alleen en
zonder steun ik heb het gezien, met
mijne eigene oogen gozien.
Wat denkt gij van die genezing, gij
die met den zieke gereisd hebt, die bem
bijna dood hebt gezien, zooals gij mij zoo
even zegdetgij die hem, beter dan
iemand anders hebt zien rechtstaan bij
het voorbrengen van het H. Sacrament
dicht by Gravesend, en sommigen van de
matrozen of soldaten zouden ons kunnen her
kennen. Zoodra wij aan eene goede plaats
komen, waar wij een dronk water kunnen ne-
men, zullen wij wat gaan rusten. -
Omstreeks eene mijl verder kwamen zij
aan eono kleine beek, welke den weg door
sneed.
Hier is het goed, Jos, sprak Mary laat
ons hier neerzitten.
Het was klaarlichte dag zoodra zij nit de
beek gedronken hadden, gingen zij op hunne
pakken zitten.
Nu Jos, zegde Mary laten wij eens zien
hoeveel geld wij hebben. Vrouw Chopper gaf
mij alles wat zij had God loone die goede
ziel Tel het Jos, het is het uwe.
Neen Mary, zij gaf het voor ons beiden.
Dat is niets bewaar gij het want zie,
Jos, het kon gebeuren dat ge eens plotselings
op de vlucht moest gaan,,en ge zoudt dan
toch niet zonder geld dienen te ziju.
Wel,zoo ik eens plotselings op de vlucht
moest gaan, dan zou ik alles meêaemen, en
ge zoudt toch ook niet zonder geld dienen te
zijn, Mary we zullen dus elk de helft be
waren, hoewel we maar eene beurs zullen
Goed dan want moest gij onderweg be
roofd worden, of ik, dun zou de andere helft
nog gered kunnen worden.
Zij deelden daarop het geld Jos bond zijne
helft in zijn beursje en borg het zorgvuldig
weg, terwijl Mary de hare maar los in den
zak stak.
Zie, sprak zij tot Jos nu geloof ik, dal
wij beter doen met uit te garen dat wij broe
der en zuster zijn om alle lastigo vragen te
vermijden. Wij dienen af te spreken wat wij
zullen zeggen. Ik zoek eenen dienst, en gij
ook, dat is duidelijk genoeg vader en moe
der zijn beiden dond vader was hakker. Dit
alles is de waarheid, voor zooveel mij betreft
en daar gij nu mijn broeder zijt, dient ge
toch mijuen vader en moeder hebben. Het is
in alle geval toch geen groote leugen.
Maar we kunnen niet zeggen dat we
vau Gravesend komen.
Zeker niet, en dit kunnen we verzwijgen
zonder liegen het dorp, door hetwelk we
dezen nacht gingen, heet Wrotham we ko
men dus van Wrotham.
Maar waar zijt gij nu vau plan heen te
gaan, Mary
Nog een goed eind verder, wij moeten in
ieder geval eenen dienst zoeken in een andere
streek. Zoo ge nu gereed zijt, Jos, zullen we
doorgaan en zien dat wy ergens kunnen ont
bijten.
Een half uur later kwamen zij aan een dorp
en gingen eene herberg binnen om te ont
bijten. Op de vragen van de weerdin ant
en hem hebt hooren uitroepen Ik ben
genezen
M. Vallet-Dechérat, na een oogenblik
overweging Wat mij betreft, moet ik
u zeggen dat de zaak mij ontroerd heeft
gelijk iedereen, maar ik geloof niet aan
een mirakel.
Hoe legt gij ze dan uit
Ik herhaal u dat ik niet aan een
mirakel geloof, maar nogtans kan ik ook
het tegenovergestelde niet bevestigen.
Komen wij terug op M. Gargan.
Hebt gij tot hem gesproken in het bureel
der vaststellingen
Ja, ik heb hem gesproken en hij heeft
mijne vragen volkomen beantwoord.
Wat heeft hij u gezegd
Dit beeft bij mij gezegd Ik was
een twijfelzuchtige en geloofde geenszins
aan de mirakels toen ik gisteravond van
Angoulême vertrok. Dezen morgen zelfs,
geloofde ik er evenmin aan. - Nogtans,
zegde ik hem, moet men gelooven om
te genezen. Dan antwoordde hij
mij Ik heb geloofd van juist op het
oogenblik dat het II. Sacrament vóór mij
gekomen is, en nu qeloof ik en zal ik altijd
gelooven. En terwijl hij zoo sprak, was
hij rechtzinnig en gelukkig boven alle
uitdrukking.
Deze getuigenis van een ongeloovige is
niet de minst belangrijke.
Socialisten en gendarmen. Ci-
toyen Troclet, volksvertegenwoordiger van
Luik, had in de Kamer lotsverbetering
gevraagd voor de gendarmen.De Luiksche
socialisten hebben dat ongehoord gevon
den, en om citoyen Troclet te straffen,
hebben zij hem uit den beheerraad van la
Populaire gesloten.
Hek mond- en klauwzeer neemt
nog steeds toe in de CdlloopolJer, Kiel-
drechtpolder eD Arenbergpolder onder
Verrebroeck en Kieldrecht, maar de kwaal
is Diet meer zoo kwaadaardig als vroeger.
Te Calloo, Melsele, en Zwijndrecht is het
aantal ziektegevallen afnemende en mag
men de hoop koesteren dat de ziekte er
weldra zal verdwenen zijn.
In de provincie Antwerpen, langsheen
de schelde, schynt de ziekte eenigszins
toe te nemen.
Hoendercholera. De Moniteur
bevat verscheidene stukken, houdende
verbod van invoer der kiekens, enz.
woordde Mary, dat zij eenen dienst ging
zoeken en haar broeder haar vergezelde. Na
een paar uren gerust te hebben, zetten zij
hunne reis voort. Gedurende eenige dagen
trokken zij aldus verder, tot zij zich in het
dorp Marstone in Dorsetshire bevonden,waar
zij, volgens gewoonte, in eene kleine herberg
overnachtten. Hier vertelde Mary eene an
dere geschiedeniszij had te vergeefs eenen
dienst gezocht en keerde nu naar haar ge
boortedorp terug.
De weerdin was zeer ingenomen met znlk
een net meisje als Mary, zoowel als met het
uitzicht van Jos, welke, ofschoon als zeeman
gekleed zich toch in zijn uiterlijk en manieren
deftiger toonde dan een jongen van zijnen
vermoedelijken stand, en zij zegde dat, zoo
zij daar eenige dagen wilden vertoeven, zij
haar best zou doen hun eene betrekkiug te
bezorgen. Den derden dag na hunne aan
komst, berichtte zij aan Mary, dat zij gehoord
had van eene plaats als meid op een kasteel,
ongeveer eeue mijl daar vandaan, zoo zij die
wilde aannemen, eu Mary stemde vol blijd
schap toe. De weerdin stuurde eene bood
schap en kreeg bericht, dat Mary eens komen
moest; deze begaf zich, van Jos vergezeld,
naar het kasteel. Toen zij daar aankwamen
en het doel van hunne komst bekend maak
ten,werd hun gezegd in de keuken te wachten
tot zy geroepen zou worden. Omstreeks een
Hoenderteelt. Welke hoenders
het meest eieren leggen. De eieren zijn
het belangrijkste voortbrengsel van het
hoenderhofin gewone tijden, zijn het de
grootste eieren, die het best betaald wor
den de eieren der jonge goed gevleesch-
de hennen, zijn grooter dan die van de
magere en slecht gevoede hoenders. De
grootte der eieren is overigens zeer ver
schillend volgens de hoenderrassen.
Over 't algemeen mag men zeggen dat
de grootte der eieren in verhouding is
met de grootte der hennen.
Het meer of min overvloedig leggen is
ook zeer verschillend, volgens de verschil
lende hoenderrassen.
Onder dit oogpunt, nemen de Kempi-
sche en Brakelsche hoenders den eersten
rang in, met een aantal eieren, dat tot
225 per jaar kan klimmen, daarop Tolgen
de Italiaansche met 200; het Andalusisch
ras met 170, dat van Houdan met 135
andere rassen geven zelfs een veel lager
aantal en zijn bijgevolg als slechte eier-
leggers te aanschouwen.
Overigens, het aantal gelegde eieren
verschilt ook bij eene en dezelfde hen,
volgens haren ouderdom do jonge hen
nen die het vroegst rijp zijn, leggen reeds
op den ouderdom van vijf maanden, en de
vruchtbaarheid bereikt haar hoogste cij
fer in het tweede jaar om in het vierde
te verminderen.
Het is dus op den ouderdom van om
streeks drij jaar en half, dat men zich
van de eierlegsters moet ontdoen op dat
tijdstip geven zij geen eieren genoeg, maar
zij worden nog gemakkelijk en voldoende
gevleeschd om aan een goeden prijs ver
kocht te kunnen worden.
Gouden Jubelfeest in de pers.
Dendermoude zal op 12 October het
50jarig intreden in de pers herdenken van
M. Aug. Grootjans-Hulpiau, bestuurder
van het wakkere catholieke blad Dender
en Schelde.
DeDendermondsche catholiekeD stellen
alles in 't werk om waardig dezen goeden
strijder te berdenkea, die steeds op de
bres stond voor de verdediging der catho
lieke zaak en der Kerk.
Hij was een der mannen van 1872. die
het liberaal gemeentebestuur van Dender
moude hielpen omtuimelen en ton slotte
verjoegen uit eene schijnbaar oninneem-
bare vesting.
M. Grootjans begon zijne loopbaan in
1851, als opsteller van het Vlaamsche
Land eu de Beurzen Courant van Gent.
kwartier later werd Mary ontboden, en ter
wijl Jos in de keuken bleef wachten, giog zij
naar de meesteres des hnizen, welke haar
vroeg, of zij vroeger ooit gediend had, en of
zij eene goede aanbeveling had.
Mary antwoordde dat zij nog nooit in
dienst geweest was en volstrekt geene aanbe
veling had.
De dame glimlachte over dit eenvoudig
antwoord en ondervroeg Mary over hare
ouders.
Op deze vraag had Mary haar antwoord
ireed, en zij voegde er bij, dat zij hare
woonplaats verlaten had om eenen dienst te
zoeken, maar dat dit haar mislnkt was dat
haar vader en moeder overleden waren, doch
dat haar broeder beneden was en haar verge
zeld had en dat vrouw Chopper eene onde
vriendin was van hare moeder en haar eene
aanbeveling^kon geven.
De dame was gunstig gestemd voor Mary
door het verslag van de waardin, en door het
fatsoenlijke dat haar broeder haar vergezelde
en nam aan het eens met haar te beproeven
maar tevens zeide zy, dat zy het adres van
vrouw Chopper moest hebben om haar te
kunnen schrijven doch wijl de plaats open
stond, kon zy den volgenden morgen komen;
haar loon werd bepaald en terstond aangeno
men en zoo kreeg Mary eene betrekking.
Wordt voortgezet.