Donderdag 3 December 1901 5 centiemen per nummer. 56se Jaar 3629
DES MOORDENAARS
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Leest en verspreidt
«Den Denberbode.»
lEf Alwie een abon
nement neemt op DEN
DENDERBODE voor
liet jaar 1902 en vooraf
betaalt, zal het blad van
heden af tot Nieuwjaar
GRATIS ontvangen.
Een gemaskerde
goddelooze.
Schandaal in de Kamer.
De gelijkheidsprekers.
VARKENSKWEEK.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onde-
agteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week
voor de Stad 5 frankmet de Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden; fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. N. 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
Cuique auum.
Per drukregel. Gewone 15 centiemen Keklamen fr. 1,00; Vonnisse op
'i' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord, Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen deD
dijnsdag en vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zicb te «enden ten Bureele
van dit blad.
Aalst, 4 December 1901.
GedwoDgen door nood zet Dendergalm
een masker op en geeft als gevolg zich
gaarne voor onverschillig uit in zaken van
geloof en godsdienst.
Wy zeggen gedwongen eH het is zoo
hy durft niet eens rechtstreeks zyne
godsdienstige en wijsgeerige overtuiging
rechtuit bekennen. Als wij er hem over
polsen dan geeft de gaai zijn gewoon
deuntjen - ik weet niet - of herhaalt
voor de simpelen de liberale partij
houdt zich buiten de godsdienstige kwes-
lièn.
Hij moet immers eenige kiezers be
driegen op den buiten is men in 't alge
meen nog niet ontvoogd genoeg om den
ruwen goddeloozeu praat te slikken en
de materialistische leerstelsels te ver
toren. Wij hebben gezien immers dat
eenige kortzichtige Jannen den candidaat
der geuzenpartij in den laatsten kiozings-
d hebben aanbevolen.
De logika heeft van de geuzen haron
aatsten stamp nog niet gehad en de bypo-
irisie is nog altijd te huis by de party
ran 't licht. Die heeren kennen niet veel
tan redeneren want men is vcranlwoor-
lélijk voor het kwaad van een persoon
lien men in staat heeft gesteld kwaad te
edrijven
Dat weten die heeren niet of zy zien
liet verder dan hun neus lang is.
Die heeren zegden in huu aanbeve-
ingsbrief dat de godsdienst buiten strijd
ileef.
D E ZO O IV
naar het Engelsch.
Laat ons nu eens aannemen dat dit ook
de meeniug is van de schry vers van den
armtierige.
Hij schrijft een artikel om M. Buyl, de
Oostendsche geus, te ondersteunen in
zijnvraag om het beknopt verslag van
prijs te verminderen.
Over de armzaligheid der bewijsvoering
zeggen wij niets. Want zij kennen de
draagwijdte van hun beweegreden niet.
Uit het vooruitgezette argument vloeit als
gevolg dat de Staat verplicht zou zijn
alle politieke dokumenlen gratis uit te
i deelen.
5 In zulk artikel heeft de armtierige
1 Dendergalm gelegenheid gevonden de
I Godheid te lasteren. Onze lezers vergeven
het ons dat wij die goddelooze taal over-
j nemen. Wy gelooven er ons too verplicht
l om de oogen te doen opengaan.
Zalig zijn ze bralt de armtierige
van 27 Oct. die arm van geest zyn,
3 b want het rijk der Hemelen behoort hun
toe.
j En zoo de goede God ons niet alle-
i maal arm van geest heeft geschapen en
wij naar den Hemel niet gaan,
j dat moet Hij weten.... maar de
dompers zullen zooveel het in hunne
macht is herstellen wat de Schepper
verbruid heeft en trachten zooveel
armen van geest te kweeken als maar
eenigszins mogelijk is.
Wat kwam zoo iets te pas in een artikel
over den prijs van het beknopt verslag
zooveel te meer als men in zaken van
godsdienst onzijdig en onverschillig wil
blijven.
Neen daar spreek do haat in en wij
vragen het aan alle weldenkende lieden
hangt Dendergalm don hypokriet niet
uit Welk gevoel beheerscht u tegenover
een maskerdrager, een heimelijke
Wat de kwestie van onderwijs betreft
die in dit schryven aangeraakt wordt
daarover moeten wij in een zelfstandig
artikel bandelen. Wij zullen daarin eens
zien wie, de catholieken of de geuzen, de
vrienden van het onderwys zyn,
49,u vervolg.
M. Small beantwoordde niet aan zijnes
Mm, want hy was meer dan zes voetlang,
dik naar evenredigheid hij had een plat
szicht en een wipneus maar er was een
wstige trek op zyn wezen, en zijne oogen
likten zoo trouwhartig, dat men terstond
im was ingenomen en vergat dat by
to leelyk was.
M. Small hield veel van schertsen en ook
Q redetwisten, maar hij h 1 zulk een vreem-
manier om aan zijne bew edenen kracht
te zetten, dat, gelijk Emu au Jos ver-
ildhad, weinige lieden na ee«. 0en tijd het
aagden hem tegen te spreken. Deze manier
n redeneerou bestond iu niets minder, dan
et de harde knuisten van zijne groote hand
n tegenparty in de ribben testooten, wy
uden oer zeggen gaandeweg een gat in uw
f boren, als hy zich iets of wat rpwond.
Niemand op de geheele wereld was meer
zorgd om iemand smart en leed te besparen
n by zelfs geen worm zou hy kwaad doen,
nochtans, niemand veroorzaakte meer pyn
Voor de tweede maal sedert er socia
listen in de Kamer zyn, hebben de
vertegenwoordigers eener oproerige min
derheid zich tegenover de meerderheid
gesteld on haar deze onbeschaamde uit
daging in 't gelaat geworpen
Ofwel zult gy, meerderheid, doen wat
wy willen, ofwel zullen wy u beletten te
beraadslagen.
Indien iets zoo onbeschaamds in het
Eogelsche Lagerhuis gezegd werd, zou
het lid, die zich dergelijke taal veroor-
of scheen daar meer genoegen in te vinden
want zijn gelaat straalde van genoegen, ter
wijl hij n onder het spreken een stoot gaf dat
gij naar uwen adem zocht.
Wat het nog erger maakte, was dat hy de
gewoonte had u met de andere hand bij den
frak te grijpen, zoodat het onmogelijk was te
ontsnappen, en als hij al zyne bewijsreden
had uitgeput, eindigde hy gewoonlijk met een
harden stomp onder de vijfde rib, zeggende
Gevoelt ge nu de kracht van mijne rede
neering Iedereen deed dit en niemand
durfde hem tegenspreken, of de tafel moest er
tusschen zijn.
Evenzoo was het met zijne grappen hij
zon er een vertellen en dan luid lachend en
met een venijnigen stoot tusschen de ribben
u vragen Hebt ge 't gevat
M. Sleek had ook zijne eigenaardigheden,
en was geen aangenaam persoon om mede te
redetwisten want hij had leeren redetwisten
door bestendigen en jarenlangen omgang met
het hoofd der firma.
M. Sleek was een lang, mager man, erg
door de pokken geschonden en met een bui
tengewoon groote mond als hij aan het re-
deneereu was, spuwde hy zoo veel, dat een
geeprek van een kwartier unrs met hem even
goed was als een stortbad. Uit de verte kon
M. Sleek het van zynen patroon winnen,
maar zoodra deze wat dichterbij kwam, gaf
Sleek onmiddelijk toe.
looft, onmiddellijk aan de deur gezet
worden.
Men zou slechts in de Kamer terug-
keereD, na voor de balie der vergadering
te zyn* verschenen, om er zich in 't open
baar te verontschuldigen en te hebben
beloofd zich aan het gezag van den voor
zitter te onderwerpen.,
In België blijft zoo iets ongestraft.Maar
't is te hopen dat de herhaling dezer
schandalen eindelijk het geduld onzer
wetgevers zal uitputten.
Eene zitting als die van Donderdag
laatst, moet de leden der rechterzijde en
zelfs hunne liberale collegas hebben over
tuigd van de dringende noodzakelijkheid,
het reglement der Kamer te herzien.
Het is te betreuren dat men deze her
ziening niet heeft gedaan in 't begin van
dezen zittyd.
Dat was veel dringender dan de herin
richting van het leger.
Het gevaar dreigt niet aan de grens
bet is in 't hart van den Staat, in het
parlement, waar eene stoutmoedige partij
zich openlijk verzet tegen het recht van
de meerderheid.
't Is tegen dien vyand dat men moet
oprukken, om hem te dwingen onze instel
lingen te eerbiedigen.
lfin waarlijk, indien de tegenwoordige
meerderheid kon willenzou het weldra
gedaan zijn.
Dat men den voorzitter de noodige
macht geve, die hem thans ontbreekt,
om de lawijdmakers aan de deur te zet
ten, en alles zal weldra in orde zijn.
Zeer waar dit alles I Handelsblad.
Wie scbild'ren wil, en geen verschil
Maakt iu zijn verf en kleuren,
Die is een Klaas, die zot en dwaas
Zyn doeken gaat besmeuren
Maar ook de man, die maakt het plan
Een maatschappij te stichten,
Zoo hij versmaadt, 't verschil van staat
Zal broddelwerk verrichten.
Het dient gezeid die 't onderscheid
Van standen en van stielen,
Wil schaffen af, zal suood en laf
De maatschappij vernielen.
Of is er kaDs de wort-ld gansch
Op eenen leest te schoeien
Dat waar gewis, zooals ik gis,
Een zottelijk bemoeien.
Wat denkt ge ervan Moest alleman
Nu eeDS gaan doktor wezen
Dan moest elkeen maar zijn te been,
Omniemand te genezen.
De zeekapiteins waren gewoon te zeggen
dat deze itooteude manier van redeneeren van
M. Small tegen alle regelen der krijgskunde
en wilden er zich nooit aan onderwer
pen, behalve wanneer zy geld ter leen vroe
gen en dan, door een zeker getal stompen
in de ribben te verdragen, naar evenredigheid
van het onredelijke hunner vragen, kregen
zy gewoonlyk al wat zy wenschten.
Wat M. Sleek betreft, hoewel de beste
man ter wereld, hadden zij een afschuw van
hem zij noemden hem, een gieter en be
weerden dat zy geene planten waren en niet
noodig hadden begoten te worden. Zelfs in
het grootste gezelschap stond M. Sleek altijd
alleen en bij kon niet verstaan waarom. Toch
was hij een belangryk persoon, want als een
schip spoedig uitgereed moest worden, waren
de zeelieden niet voor eene kleine regenbui
vervaard.
M. Small was, gelyk gezegd is, een scheeps
agent dat is te zeggen, hij bezorgde de
uitrusting van de sohepen der vloot. Hy ver
kreeg van hen het agentschap voor allen oor
logsbuit, welken zij binnenbrachten, ofwel,
hy bezorgde hnnne rekeningen; leende hun
geld, verschafte hun wijn en alles wat zy
verder noodig hadden bijgevolg hield men
het er voor, dat hy op weg was om schatrijk
te worden.
Zooals gewoonlyk het geval is, hield hy
opsn tafel voor de kapiteins, welke zyne
Moest heel de staat eens advokaat
Of procureur gaan spelen
Hoe dat gekal en dat geral
Onze ooren zou vervelen I
Was eens de wensch van ied'ren mensch,
Te zijn als timmerlieden
Het naar geluid, dat volgde eruit
Zou fluks dien keus verbieden.
Zoo 't elk beviel, te doen den stiel
Van brouwer en van kuiper
Dat ware wel een grappig spel
Dan lachte menig zuiper
Gelijkheid dan, voor alleman
Ia werken en in sjouwen,
Dat ban niet zijn, hoe lang en fijn
Men 't ook wil gaan beschouwen.
Er bleef nochtans nog eene kans
Om elk gelijk te maken
Zoo ied're stand deed overhand
Eens anders werk en zaken.
Ik denk, die zaak viel in den smaak
Van 't meeste deel der meoscben,
Vermits wij zien zoovele liên
Die steeds verand'ring wenschen.
Die heden tapt, of schoenen lapt,
Of staat in 't veld te spitten
Zou morgen dan, als kamerman,
Iu 't parlement gaan zitten
Iiij die vandaag, met schaaf en zaag
Of met truweel moet werken,
Kwam morgen voor als een doktor,
Of schreef met tal van klerken.
Een peerdenknecht, die heden slecht
En ruw is van manieren,
Verlaat den stal, en morgen zal
Die schoft don staat bestieren.
Die schoenen smeert of straten keert
Zal dra als redder prijken
Met fijue jas en witten das
Zal hij het vonnis stryken.
Wel heil'ge deugd 1 Dat ware een vreugd
Voor die hun taak beklagen
Och, wat genot, mocht elk zijn lot
Verand'ren alle dagen 1
Eerst hovenier, daarna bankier;
Eorst staatsman, daarna slachter
Eerst advokaat, daarna soldaat
Eerst klerk, dan zwynenslachter.
Eerst handelaar, dan redenaar
Eerst boer, dan schouwenvager
Eerst juwelier, daarna barbier;
Eerst smid, dan zakkendrager.
Eerst ebenist, daarna bloemist
Eerst snijder en dan brouwer
Eerst winkelier, daarna koetsier
Eerst kok, dan ossenstouwer.
Zoo dit beviel, kon elk zijn stiel
Steeds wis'len en verruilen
Dat koste vast veel meeite en last,
Maar niemand zou nog pruilen.
Zoo 'k meester was, ik zou alras
Het plan maar eens beproeven;
En schoot ik mis, het zou gewis
Mij grooteiyks bedroeven.
Maar 'k wist dan toch, met wat bedrog
Men paait de onnooz'le menscben.
En 'k zou voortaan, maar naar de maan
Al die gelijkheid wenschen.
Versleten zilvergeld. De Na
tionale Bank zal binnen kort de versleten
half-frankskens uit den omloop trekken,
't Wordt tyd.
Prijskamp van Varkenskweeke-
rijen van inlandsch ras.
Wij herinneren dat, in
1902, door de zorgen van
de Commissie voor de
verbetering der varkens
rassen in België, een
bijzondere Prijskamp voor Varkens van
Inlandsche rassen in de provinciën Bra
bant, West- en Oost-Vlaanderen inge
richt is.
Te dezer gelegenheid zullen, aan iede-
ren mededinger, een der volgende prijzen
kunnen toegekend worden in den bijzon
deren prijskamp voor varkenskweeke-
rijen van inlandsch ras
Eene premie van le klas van 500 fr.
Eene premie van 2® klas van 400 fr.
Eene premie van 3e klas van 250 fr.
Daarenboven zal er een Eereprijs van
750 fr. mogen uitgereikt worden voor de
mededingende kweekerij die voorde jury
als buitengewoon merkwaardig zal ge
schat worden.
Om een prijs te kunnen bekomen in den
pryskamp der kweekerijen van inland
sche rassen, moeten de mededingers in
den loop van den derden trimester 1902,
aan de jury een toom kweekvarkens kun
nen onderwerpen bestaande uit ten min
ste
o) Een volwassen beer
6) Twee jonge beeren (ongeveer S maan
den oud)
c) Vijf voor den kweek gebruikte zeu
gen.
Deze dieren zullen allen tot de verbe
terde inlandsche type van do streek moe
ten behooren en de eigendom zijn van den
klanten waren en verzocht ook bij
heid de jongere officieien, zoodat Mevronw
Philips en Emma hem van groot nut waren
en de handen vol hadden met zijne hnishon-
ding te bestieren.
Nu wij kennis gemaakt hebben, zullen wij
an hoe het met Jos afliep.
Wel, jongmensch, mijne zuster heeft mij
alles omtrent u verteld. Gij wilt dos niet lan
ger landlooper spelen, he?
Neen, mijnheer.
Hoe ond zijt gij Kunt gy boekhouden?
Ik ben zeventien jaar en heb boekge
houden antwoordde Jos in zijne onnoozel-
heid, want hy beschouwde de opschrijfboeken
lu vronw Chopper als boekhondan.
En gy hebt eenig geld hoeveel
Jos antwoordde, dat hij zooveel had van
zyn eigen en zyne zuster evenveel had.
Zeven honderd pond dos, myn jongen
Ik begon myne zaak met honderd pond min
der, en hier sta ik nu. Geld brengt geld
voort, verstaat gij dat? en hier kreeg Jos een
stoot tusschen de ribben dat hy by kans om
viel maar hy verdroeg het zonder zyn ge
zicht te vertrekken, omdat hij het als een
goed voorteeken beschouwde.
Wat kannen wij met dien jongen doen,
Sleek zegde M. Smallen wat zullen wij
met zyn geld aanvangen
Laat hem hier voor eene week op het
bareel, antwoordde M. Sleek, en wy zallen
De inschrijving op deze belangrijke
prijskampen moet vóór 1 Januari 1903
gedaan worden ten bureele van den heer
Bolin, nr 17, Augustijnenstraat, te Brus
sel. Voor alle verdere inlichtingen, regle
menten, programma's, enz., gelieve men
zich tot vorig adres te wenden.
zien wat wij kunnen doen wat zyn geld be
treft, dat zal hier even zeker zijn als in de
bank, tot wij weten hoe het te gebruiken, wy
zullen vijf ten honderd geven. Dit alles werd
gezegd met zooveel spuwen, dat Jos zyn ge
zicht met zijnen neusdoek moest afvegen.
Ja, ik denk dat dit voor het oogenblik
voldoende is, voegde M. Small er by maar
deuk er op, Sleek, dat dit heerschap machtige
voorspraak heeft en wij iets voor hem moeten
doen of het zal niet goed afloopen. Verstaat
gy dat vroeg hij aan Jos, en gaf hem een
nieuwen stoot. De Dames daar is niemand
tegen bestand
Jos meende dat niemand tegen zulke ribbe-
stooten bestand was, maar hy zegde niets.
Ik laat hem aan uwe zorg over, Sleek.
Ik moet naar kapitein James toe. Zorg voor
kosten inwoon van den jongen. Daar is een
order voor de offioierstafel van de Hicits.
Zoo sprekende ging M. Small heen.
M. Sleek vroeg aan Jos waar hij verbleef,
wees hem een ander kwartier aan, dicht by
het huis, en legde hem uit hoe hij moest
handelen en'welke overeenkomst hij moest
maken. Hij zegde hem zich zooveel te haasten
als mogelijk en dan op het bureel terug te
komen.
Binnen een halre uur was Jos v
(Wordt voortgezet).