Zondag
23 Januari 1903
5 centiemen per nummer.
S6sle Jaar 3774
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND. TAAL, VRIJHEID.
Arbeidsverzekering.
OM ZES MILLIOEN
Ki uderzel fmoorden
Zondagrust.
Vervalsclier Demblon.-
WET op de
arbeidsongevallen.
De secretaris ,ro?de winkf
Dood van Dr Schaepman.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schryft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CLIQUE Bl'LM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrydag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, 24 Januari igo3.
VRIJHEID OF
VERPLICHTING.
Te oordeelen naar de officieuse berich
ten door de dagbladen in de wereld ge
zonden, zou dit vraagstuk behandeld zijn
geweest in den ministerraad dezer dagen
gehouden. De verplichting, door vele
dagbladen verdedigd, zou door M. Fran-
cotte, Minister van Nijverheid en Arbeid,
niet zijn aangenomen. De vrijheid scheen
hij te verkiezen boven den dwang.
Ons scheen het evenzoo, alhoewel, lijk
wij reeds zegden, er redenen vóór zijn en
redenen tegen.
Het ontwerp der regeering voorziet
voldoende waarborgen om desnoods de
rente van den verongelukten arbeider te
verzekeren.
De vrijheid heeft ook zekere voordeelen.
Zij stemt overeen met ons nationaal
karakter. In alles zoeken wij de oplossing
in de vrijheid. Wij willen slechts wijzen
op onze wet op de pensioenen. Wij dur
ven de vraag stellen
Welke politieke partij zou nopens
DAT PUNT ZELFS DE VERPLICHTE STORTING
DURVEN INVOEREN
Nieteene zou er durven op denken de
bepalingen der Duitsche ouderdoms-ver
zekering in te voeren En nochtans ware
het niet schoon dat ieder zijn pensioen
hadde, als het verlies van zijne krachten
niet meer toelaat zijn brood door arbeid
te verdienen
Nooit zal in België de verplichte stor
ting op de nationale lijfrentkas ingevoerd
worden. De partij die het wagen zou,
vloog aanstonds van het bestuur.
De vrijheid is ten voordeele van den
verbruiker, 't is te zeggen, van allen.
Veronderstel de verplichte verzekering
Al de nij veraars moeten verzekeringen
aangaan. Die premiën moeten geschreven
worden in de algemeene kosten der voort
brenging. De patroon moet die kosten
terugvinden, natuurlijk door den prijs te
verhoogen waartegen de voortbrengselen
worden verkocht. Noodlottigerwijze dus
zouden de prijzen der waren stijgen, om
hoog gaan in verhouding der te betalen
premiën van verzekering.
In het stelsel der vrijheid is het zoo
niet. De patroons welke zich verzekeren
zouden, zullen betalen op hunne winsten;
want neven hun zijn er bazen die geene
verzekering aangaan en dus die onkosten
niet hebben te dragen.
Wie zal nochtans eene assurantie
nemen
Op die vraag heeft men heel zonderling
36® Vervolg.
Ik lusiter, mijnheer, zegde Jacques,
terwijl hij met zijne hand op den schou
der van Olivier leunde.
Welnu, mijnheer, stel u voor een
mist op zee, een mist zoo dicht als ik er
van mijn leven nog geen gezien heb en
dat wil nogal iets zeggen, want als men
zooals ik twintig jaren lang gevaren heeft,
dan weet men wel zoo'n beetje wat er op
zee te koop is. Het was in een woord een
verschukkelyke mist, men kon de punt
van zijnen peus niet meer zien. Wij
uw broeder en ik hadden juist met
elkaar kennis gemaakt op het dek van de
Wellington, dat is nu zoo wat veertien
dagen geleden.
Dorgeur, die door zijn verhaal in vuur
geraakte, hield even op om adem te
scheppen en ging toen weer op denzelfden
toon sooit
Eensklaps... wij waren in de kom
buis gegaan, mijne vrouw en ik, maar er
waien daar aan boord naar 't schijnt zoet-
water-matlozen, die dit aardig weer voor
een wandelingske vonden... eensklaps,
zeg ik, voelen wij een schok waar alles
van k aakt. Het was eene stoomboot, die
ons zoo maar zonder complimenten boven
op het lijf viel. Gelukkig is de Welling-
geantwoord. De partijgangers der ver
plichting zeggen de goede werkbazen
Dat is een zeer aardig princiep om
daarop eene menschenkennis te bouwen
en de werkmansliefde voor zijne on-
derhoorigen van iemand te meten.
Wij antwoorden Zal zich verzekeren,
wie het gemakkelijk kan en die om van
de plicht af te zijn voor vergoedingen te
zorgen, op eenige uitgaven niet ziet. Hij
ook wiens nijverheid zekere gevaren ople-
vèrt en voor wie de verzekering dus, in
't algemeen genomen, voordeelig is. Het
belang zal de gewone toetsteen zijn,
zal grootelijks de reden wezen, waar
om die verplichtingen zullen worden
aangegaan.
Maar, zegt men, g5 per honderd onzer
nijveraars zijn insolvabel 1 Zij zuilen het
kapitaal niet kunnen storten in geval van
nood. Op hypoiheken valt niet te denken;
zij bezitten slechts hun werk materieel I
Zegge gS per honderd Is het we'
noodig zulke in 't oog springende over
drijvingen te weerleggen
Onder die insolvabile werkbazen die
niets dan hun werkmaterieel bezitten
rekent de schrijver misschien onze naam-
looze Vennootschappen
Kom laat ons ernstig zijn niet waar
Stelselmatige lawijdmakerij bederft de
beste zaken. Declamatie is tot nu toe een
heel slappe beweegrede.
De weerde van het werkmaterieel is
in 't algemeen in verhouding met het
getal gebruikte werklieden. Klein werk
materieel, klein getal werklieden en door
gaans klein gevaar.
Dus weinig of geen ongevallen. In dat
geval, kan de zorg en de waakzaamheid,
de bestendige au. b., van den patroon
de zeldene ongelukken nog zeldener ma
ken
Kortom, laat ons niet declameeren de
belangen van den werkman zijn in het
ontwerp van het bestuur voldoende ge
waarborgd. Wij ook wij blijven volksge
zind, wij beminnen den werkman alhoe
wel wij thans de vrijheid verdedigen.
Het Fransch catholiek blad la Croix
de Nord schrijft het volgende over de
talrijke zelfmoorden welke, in Frankrijk,
door jonge scholieren worden gepleegd
Wij hebben onlangs herinnerd in welke
bewoordingen een socialistenblad den
beweenlijken zelfmoord verhaalde van een
kind van negen jaren het deed zulks
met dezelfde koele onverschilligheid alsof
het de verbrijzeling van een rijtuig, of de
verplettering van eenen hond had be
troffen.
Een paar dagen geleden was geheel de
Rijselsche drukpers verplicht melding te
maken van de onuitlegbare en misdadige
handeling van twee jonge meisjes, welke
in het water gesprongen waren de eene
ton een goed schip, dat een stootje ver
dragen kan, maar mijne dochter...
Uwe dochter vroeg Jacques vol be
langstelling.
Ja, mijnheer, door den hevigen
schok was zij over de verschansing ge
vallen. Gc begrijpt, in zulk een weer te
water, daar scheen niet veel meer aan te
doen. Och, ik hield haar al voor redde
loos verloren en ons leven, dat van mijne
vrouw en mij, zou niet veel weerde meer
gehad hebben, wanneer, mijnheer, uw
broeder er niet geweest was. O 1 ik zeg u
dat ge trotsch op hem moogt zijn en gij
zult mij wel gelooven, wil ik hopen. Wat
nu, jonge vriend, gij bloost Loop heen.
Ja, mijnheer, hij is inzee gesprongen in
een mist, zoools ik er nog nooit ten hib
beleefd en wel twintigmaal in de minuut
liep hij gevaar er zijn huid bij te verspe
len. Hij dook onversaagd en hij was even
gelukkig als sterk en moedig. Toen hij
weer bovenkwam, had hij mijne dochter
in de armen, mijne dochter, die hij het
leven gered had.
Dorgeur moest weer even ophouden.
Ondanks zijne opgewekte spreekwijze
itonden hem de tranen in de oogen en
zijne keel was als dichtgeschroefd.
Ouk de oogen van Jacques waren voch
tig geworden.
Goed zoo. Olivier, goed zoo, jon
gen zegde hij, terwijl hij zijnen broeder
hartelijk de hand drukte.
Deze stond met neergeslagen oogen en
zweeg.
is verdronken, en de andere, welke men
nog levend uit het water heeft kunnen
halen, wanhoopt men te redden.
Het zou meer dan tijd zijn aan geheel
die kleine wereld van jongens en meisjes,
van tien tot vijftien iaren. die scholen
bijwonen waaruit de catechismus ver
bannen is, al de lafhartigheid, al de dwaas
heid en tevens al de misdadigheid van
den zelfmoord te toonen.
Doch helaas onderwijzers cn onder
wijzertssen der officieele scholen zijn on
bekwaam om, met de noodige overtuiging
en de vereischte overredingskracht, deze
zoo belangrijke zedelijke les te geven.
Op dat punt blijven hunne handboeken
van zedeleer onduidelijk en hunne klas
sieke geschiedschrijvers kunnen de ver
maarde zelfmoorden van Cato en van
Seneca niet afkeuren, noch zelfs de po
ging van Robespierre, die op het schavot
klom, de kaak verbrijzeld door een pis
toolschot, waarmede het hem niet gelukt
was zich het leven te ontnemen.
Daar zij machteloos is om in princiep
vast te stellen dat de zelfmoord eene mis
daad is, hoe zou de wereldlijke zedeleer
ertoe geraken de jonge zielen, waarvan zij
zich de vorming aanmatigt, met afschrik
voor de wandaad te vervullen
Daaruit volgt dat de ongelukkige meis-
jrs, van welke wij hocger spreken, in
openlijke overtreding zijn tegen de grond
beginselen der christene zedeleer, maar dat
zij, helaas geenszins in strijd handelen
met de onzekere leering der zoogenaamde
wereldlijke zedeleer, welke geenen invloed
op de zielen heeft.
Met zulke zedeleer mogen wij ons, van
wege de schooljeugd, verwachten aan
verrassingen, welke zoo pijnlijk zijn voor
de familiën als noodlottig voor de samen
leving.
Ziedaar wat het kost de zedeleer der
Kerk te verlaten
De opmerkingen van la Croix du Nord
zijn alleszins gegrond. Iemand die zulks
goed moet weten is de gewezen seminarist
Combes, hoofd van het Fransch ministe
rie, die niettemin voortgaat met, de vrij
heid der catholieken onder de voeten
tredende, het catholiek onderwijs in
Frankrijk uit te roeien.
Moesten ooit in België de liberalen en
socialisten zich van het bewind kunnen
meester maken, zij zouden de vervolging*-
politiek van den apostaat Combes nav. >1-
gen en aan de catholieken alle vrijheid
ontnemen. Wat er alsdan van onze
volkskinderen zou geworden, daarmede
bekommeren zij zich niet.
Catholieken wilt gij de ramp vermijden,
volgt den raad van den Bisschop van
Namen,blijft één en eensgezind cn gij zult
onoverwinnelijk zijn.
Van 's middags tot middernacht dienst
doende Apotheker, op Zondag 25 Januari
igo3, M. De Valckeneer, Esplanade.
Er volgde een oogenblik stilte, die
weer door de luidklinkende stem van Dor
geur verbroken werd.
Wat verduiveld riep hij uit. Zijn
wij nu mannen of oude wijven Nu alles,
Goddank is afgeloopen zonder dat er
iemand zijne kleeren aan gescheurd heeft,
behoeven wij er ook niet over te klagen.
Ik zou met dat alles het doel van mijn be
zoek vergeten. Stel u dan voor, M. Fio-
mentel, dat ik met eene officieële uitnoo-
diging kom.
Eene uitnoodiging
Zooals ik zeg. Gij zult het toch wel
zulk een wonder niet vinden, dat me
vrouw Dorgeur den redder van hare doch
ter nogmaals zien en bedanken wil.
Maar...
Wacht even. En gij, hebt gij geene
begeerte het arme meisje weer te zien,
dat zonder u thans op den bodem van de
zee zou rusten Helaas zij zelf heeft
weinig begrip van den dienst, dien gij
haar bewezen hebt, cn zeker is het, dat gij
op hare erkentelijkheid niet behoeft te
rekenen, maar daarom is het des te meer
onze plicht, om u dankbaar te zijn.
Mijnheer, stamelde Olivier met
hoogrood gelaat.
Ja, ja, ik weet het al, ik verveel u
met er zooveel over te babbelen, maar
kan ik het hdpen, dat ik er ieder oogen
blik aan moet denken, en dat, telkens dat
ik er aan denk, ik b- hoefte voel 11 nog
eens de band te drukken en u te herhalen
dat ik mij voor eeuwig aan u verplicht
In de gazetten is men nog altijd bezig
met de valsche en eerlooze woorden, die
citoyen Demblon in de Kamer toeschreef
aan den Heiligen Alfonsus van Liguori.
M. Renkin, catholieke volksvertegen
woordiger van Brussel, heeft dit onge
hoord bedrog met al zijne kanten en
abouten doen uitschijnen in eenen artikel
in het tijdschrift Revue générale en die
nu in een afzonderlijk boekje verschenen
is in de Belgisehe maatschappij, van
Boekhandel, Treurenberg, Brussel.
't Is bewezen, zoo klaar als de zon, dat
Dembion eenvoudiglijk die woorden uit
gevonden heeft ten laste van den heiligen
Alfonsus van Liguori zij werden nooit
geschreven.
Demblon blijft in slot, gebaart zich
stom en doof. Te Luik ging hij eene mee
ting met tegenspraak houden. Toen een
advocaat en een werkman het woord
vroegen, om Demblon zijn gedrag onder
den neuze te leggen, verklaarde Demblon
dat hij geene tegenspraak kon aan veer
den 1
Demblon is, door die gebeurtenis, nog
kleiner geworden dan hij reeds was.
En zulke kerel wordt door de Dender-
galmers verdedigd
Maandag morgend is een ministerraad
gebonden onder het voorzitterschap van
graaf de Smet de Naeyer.
De zitting heeft geduurd van io tot 12
uren.
Alleen M. de baron van der Bruggen,
op reis, en generaal Cousebant d'Alke-
made, waren afwezig.
M. Francotte, minister van arbeid,
heeft aan zijne collegas de amendementen
aan de wet op de arbeidsongevallen, die
hij eerlang zal voorleggen, onderworpen.
Hij deed de amendementen der mid-
denafdeeling kenneu, welke hij bijtreedt
en die welke hij verwerpt.
De wijzigingen van M..Francotte ver
anderen de grondvesten der oorspronke
lijk ingediende wet niet.
Uit goede bron wordt gemeld dat het
niet in de voornemens der regeering ligt
de verplichtende verzekering in te voe
ren, noch de taks der schadeloosstelling,
berekend op 5o t. h. van bet loon, te ver
hoogen.
Het gouvernement verwerpt, zegt men,
het Duitsche stelsel tot betaling der scha
deloosstelling, het zoogenaamde stelsel
der verdeeling, ('t is te zeggen dat ieder
jaar de nijveraars de noodige som storten
tot betaling der schadeloosstellingen).
M. Francotte blijft aanhanger van het
stelsel de capitahseering.j't is te zeggen,
dat de patroon in eens het noodige kapi-
reken Maar ik hinder u er mee, afge
sproken dan, ik zal er voortaan mijnen
mond over houden. Dat zal toch, hoop
ik, wel geen beletsel voor u wezen om bij
ons te komtn dineeren, geen gala-diner
zooals onlangs, maar nu eens echt onder
ons, gezellig, huiselijk, als een vriend.
Ólivier aarzelde, maar Jacques kwam
tusschen beiden.
Ik geloof waarlijk, zegde hij, dat gij
een zoo gulle, gastvrije uitnoodiging niet
moogt afslaan.
Het goedhartige gelaat van Dorgeur
straalde van voldoening.
Zoo is het go< d riep hij uit, M.
Jacques spreekt naar mijn hart, en die
uitnoodiging geldt u even goed als uw
broeder.
Maar mijnheer, ik ben toch een
vreemdeling voor u.
Wat vreemdeling Dan moest ik
niet weten dat gij Jacques Fromentel zijt
cn dat gij de broeder zijt van mijn vriend
Olivier Fromentel en gij weet, de vrien
den van onze vrienden zijn ook onze
vrienden. Geen woord er meer over, de
zaak is beklonken en mijne vrouw zal er
wat mté in haren schik zijn. Wacht, nu
zullen wij den dag eens bepalen. Wat
denkt gij van aanstaanden Dinsdag Dan
is het juist 6 Januari, Drie-Koningendag.
Dal komt goed, dan eten wij den ko-
ningskotk.
Ik stem voor Drie K01 ingen en den
koningskoek riep Jacques vroolijk, ter
wijl Olivier, die nog altijd naast hem
taal zal moeten betalen tot vorming der
rente, die aan den werkman moet worden
gestort.
De ministerraad onderzocht ook de
amendementen van MM. Melot, Cartuy-
veis, Brabant, de Coster, baron d'Huart
en Versteylen, welke de wet uitbreidt tot
de schadevergoeding voor ongevallen bij
landbouwondernemingen
De schadevergoeding wordt in deze
amendementen als volgt berekend
Betreft liet ongevallen overkomen bij
landbouwondernemingen, dan wordt on
der loon, als grondslag aangenomen voor
de vergoeding, verstaan het gemiddeld
loon to< gekend aan de landbouwarbeiders
van het soort waartoe het slachtoffer be
hoorde gedurende het jaar dat het onge
val voorafging, in de gemeente waar het
zich voordeed.
Na de gemeentebesturen te hebben
geraadpleegd, bepaalt de Bestendige De
putatie van den provincialen Raad, eik-
jaar, voor elke gemeente der provincie en
per soorten van arbeiders, het cijfer van
die gemiddelde vergoeding.
Zij berekent het in natura betaald
loon naar den gemiddelden prijs in de
gemeente.
Tot berekening van het dagelijksch
gemiddeld loon, volgt men dezelfde rege
len als hooger vastgesteld.
Eene definitieve beslissing over de
amendementen der landbouwgroep werd
door de rrgeering nog niet genomen.
De ministerraad, om 12 geschorst,
werd om half 4 's namiddags voortgezet.
politiekers van de
Saskaai beknibbelt het dat De Dender-
bode heeft ingeschreven voor 5 franks in
de Nieuwjaarsgiften voor Z. H. den
Paus.
De rijke paus, zegt de secretaris, is 5
n franken waard voor Denderbode 6 a
700 stakers en gedwongen stakers maar
2 centen.
Vroeger werd dat vertelselken nog meer
herhaald.
Nooit hebben die stakers zich tot ons
persoonlijk gewend, nooit hebben ze ons
persoonlijk iets gevraagd.
Nu die herhaling heeft ook zijnen goe
den kant, want zij herinnert ons dat d
socialistische kliek zich op onbeschaamde
wijze de som van fr. 721,44 heeft toerge-
eigend die overgebleven is van de gel
den bij de Burgers voor de werkstakers
rondgehaald. Dit geld behoort aan al de
stakers zonder onderscheid van denk
wijze. Wie met die fr. 721.44 onderzit,
hebben de roode lieperikken nog nooit
durven aanwijzen.
't Is eene les voor de toekomst. Moest het
nog eens voorvallen er zal gezorgd wor
den dat de gelden niet moeten geteld
worden door mannen die rooden vogel-
tjeslijn aan de vingers hebben.
stond, iwijgend en goedkeurend knikte.
Uitstekend hernam Dorgeur. Wij
zeggen dus aanstaanden Dinsdag. Komt
ten 5 ure, dan drinken wij op mijne ka
mer nog een gezeliig bitterken. Zoo onder
ons jongens. Wacht eens, ik weet niet of
gij bitter drinkt, ik voor mij kan er piet
buiten, dat is nog eene gewoonte van aan
boord. Als ik mijn bitterken niet heb
vóór 't eten, dan smaakt het niet en aan
wal is het zoo gebleven. Als wij tegen
woordig, nu alles zoo grootscheeps gaat,
bezoek hebben, dan moet ik madera drin
ken of porto of sherry of hoe die rimram
verder heeten mag, dan mag ik ook geene
pijp rooken, maar ik verzeker u dat ik mij
dan voel als een visch op het droge. Mijn
bitteike en mijne pijp, daar kan ik niet
buiten. Maar voor u zal ik zooveel beslag
niet behoeven te maken, ik pak mijn bit
terken en gij drinkt wat gij wilt. Stil eens,
wij konden er nog wel een paar gasten
bijvragen, eenvoudige menschen, waar
wij ook geene complimenten meè behoe
ven te maken, den maire en den dokter
bij voorbeeld. Hebt gij er niets tegen
Volstrekt niet.
Goed zoo, ik zeg maar, hoe meer
zielen hoe meer v reugd, als het maar niet
deftig wordt. Als ik een zwart habiet moet
dragen, dan is het mij of ik in een dwang
kamizool zit. Stil, daar valt mij nog iets
in. Kent 11 mijn neef? Neen niet waar?
Zoudt gij kennis met hem willen maken,
hij is een aardige kerel
Geerne.
Woensdag is uit Rome het bericht
gekomen, dat Mgr Dr. Schaepman
's nachts, tien minuten over vieren ge
storven was, ten gevolge eener hartver
lamming, die na een rustigen nacht
tamelijk onverwacht intrad. Door twee
Hollandsche priesters, zijne oud-leerlin
gen, werd Mgr. in zijne laatste stonden
bijgestaan:
Dr Schaepman rust in het gewaad der
Franciscanen op zijn sterfbed. Volgens
zijn verlangen is hij Donderdag, ten g
ure, op het kerkhof van San-Lorenzo, bui
ten de muren, begraven geworden. In de
kerk van San Lorenzo rust, zooals men
weet, Z. H. Pius IX.
Het overlijden van den Nederlandschen
prelaat staatsman-dichter heeft in Rome
grooten indruk gemaakt, zoowel in parle
mentaire als in kerkelijke kringen. Z. H.
de Paus namelijk, was zeer geschokt bij
't vernemen van dit afsterven.
Nederland verliest in Mgr Schaepman
een zijner grootste zonen en de opschud
ding, die zijn afsterven maakt bij onze
Noorderburen, bewijst, welke groote
plaats hij in het nationaal leven van zijn
volk innam.
Figuren als Dr Schaepman zijn dan
ook zeldzame verschijningen. Óp elk
gebied, waar hij ook zijne werkzaamheid
openbaarde, ontving men van hem steeds
den indruk van forsche kracht, ontembare
wilskracht en hooge hegaafdheid.
Nuttig werk. M. de Smet de Nayer,
minister van geldwezen en van openbare
werken, heeft een groot onderzoek over
heel het land bevolen, met het oog op de
verbetering der Staatsbanen.
Al de ingenieurs van bruggen en wegen
hebben last gekregen, een staat op te
maken van de verbeteringen, welke zij
oordeelen noodzakelijk te zijn aan de
banen van hun ressort, ten einde die
banen op de hoogte te brengen van al de
noodwendigheden van het verkeer en der
jongste vervoermiddelen.
Het doel is die banen het maximum
van nuttigheid te doen opleveren.
Bij den staat zal ook de beraming der
uitgaven moeten gevoegd worden.
Dit onderzoek moet onmiddellijk be
gonnen worden en de uitslagen moeten
den heer minister worden onderworpen,
naar gelang de studies voor iedere baan
zijn afgeioopen.
Ziedaar een werk van algemeen nut,
dat door de gansche bevolking vooral
door de buitenbevolking met voldoe
ning zal vernomen worden.
Het is de eigenschap van het achtbaar
Cabinetshoofd, te werken, zonder veel
lawijd of beslag te maken een land mag
zich gelukkig achten, een man als graaf
de Smet de Naeyer aan 't hoofd der zaken
te hebben staan.
Ja, van de geheele familie Van den
oud-oom van mijne vrouw, dien armen
baron d'Amfreville, is tegenwoordig nie
mand overgebleven, dan hij en wij, het
spreekt dus van zelf dat wij ons wat nauw
bij elkander aansluiten. Mijn neef heet
Henri Sorandal.
Bij het hooren van dien naam leefde
Olivier.
Sorandal, dien naam heb ik meer
gehoord.
Hij trachtte zich te herinneren, maar
Dorgeur kwam hem ter hulp.
Zoek maar niet, hernam hij, gij
hebt dien naam in de dagbladen gelezen.
De aime Sorandal is verdacht geweest,
onzen oom, den baron d'Amfreville ver
moord te hebben.
Ja, ja, dat is zoo riep Olivier uit
en hij is zelfs gevangen genomen, als ik
het goed voor heb.
Is het mogelijk I mompelde Jacques
verbaasd.
Ja, mijnheer, antwoordde Dorgeur,
het is weer een van de betreurensweerdige
misvattingen, die de justicie soms begaat.
Gelukkig dat de waarheid nog aan het
licht is gekomen, voordat de fout onher
stelbaar was. Ja, M. Sorandal is aange
houden en men heeft hem gedurende
eenige dagen gevangen gehouden. O hij
moet vreeslijk geleden hebben, maar hij
heeft zonder veel moeite zijn alibi kun
nen bewijzen en van de lasterlijke aantij
ging is niets overgebleven.
(Wordt voortgezet).