Zondag 23 Januari 1903 5 centiemen per nummer. S6sle Jaar 3774 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM VADERLAND. TAAL, VRIJHEID. Arbeidsverzekering. OM ZES MILLIOEN Ki uderzel fmoorden Zondagrust. Vervalsclier Demblon.- WET op de arbeidsongevallen. De secretaris ,ro?de winkf Dood van Dr Schaepman. DE DENDERBODE Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont vangen zyn ten laste van den schuldenaar. Men schryft in by C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31, en in alle Postkantoren des Lands. CLIQUE Bl'LM. Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrydag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aalst, 24 Januari igo3. VRIJHEID OF VERPLICHTING. Te oordeelen naar de officieuse berich ten door de dagbladen in de wereld ge zonden, zou dit vraagstuk behandeld zijn geweest in den ministerraad dezer dagen gehouden. De verplichting, door vele dagbladen verdedigd, zou door M. Fran- cotte, Minister van Nijverheid en Arbeid, niet zijn aangenomen. De vrijheid scheen hij te verkiezen boven den dwang. Ons scheen het evenzoo, alhoewel, lijk wij reeds zegden, er redenen vóór zijn en redenen tegen. Het ontwerp der regeering voorziet voldoende waarborgen om desnoods de rente van den verongelukten arbeider te verzekeren. De vrijheid heeft ook zekere voordeelen. Zij stemt overeen met ons nationaal karakter. In alles zoeken wij de oplossing in de vrijheid. Wij willen slechts wijzen op onze wet op de pensioenen. Wij dur ven de vraag stellen Welke politieke partij zou nopens DAT PUNT ZELFS DE VERPLICHTE STORTING DURVEN INVOEREN Nieteene zou er durven op denken de bepalingen der Duitsche ouderdoms-ver zekering in te voeren En nochtans ware het niet schoon dat ieder zijn pensioen hadde, als het verlies van zijne krachten niet meer toelaat zijn brood door arbeid te verdienen Nooit zal in België de verplichte stor ting op de nationale lijfrentkas ingevoerd worden. De partij die het wagen zou, vloog aanstonds van het bestuur. De vrijheid is ten voordeele van den verbruiker, 't is te zeggen, van allen. Veronderstel de verplichte verzekering Al de nij veraars moeten verzekeringen aangaan. Die premiën moeten geschreven worden in de algemeene kosten der voort brenging. De patroon moet die kosten terugvinden, natuurlijk door den prijs te verhoogen waartegen de voortbrengselen worden verkocht. Noodlottigerwijze dus zouden de prijzen der waren stijgen, om hoog gaan in verhouding der te betalen premiën van verzekering. In het stelsel der vrijheid is het zoo niet. De patroons welke zich verzekeren zouden, zullen betalen op hunne winsten; want neven hun zijn er bazen die geene verzekering aangaan en dus die onkosten niet hebben te dragen. Wie zal nochtans eene assurantie nemen Op die vraag heeft men heel zonderling 36® Vervolg. Ik lusiter, mijnheer, zegde Jacques, terwijl hij met zijne hand op den schou der van Olivier leunde. Welnu, mijnheer, stel u voor een mist op zee, een mist zoo dicht als ik er van mijn leven nog geen gezien heb en dat wil nogal iets zeggen, want als men zooals ik twintig jaren lang gevaren heeft, dan weet men wel zoo'n beetje wat er op zee te koop is. Het was in een woord een verschukkelyke mist, men kon de punt van zijnen peus niet meer zien. Wij uw broeder en ik hadden juist met elkaar kennis gemaakt op het dek van de Wellington, dat is nu zoo wat veertien dagen geleden. Dorgeur, die door zijn verhaal in vuur geraakte, hield even op om adem te scheppen en ging toen weer op denzelfden toon sooit Eensklaps... wij waren in de kom buis gegaan, mijne vrouw en ik, maar er waien daar aan boord naar 't schijnt zoet- water-matlozen, die dit aardig weer voor een wandelingske vonden... eensklaps, zeg ik, voelen wij een schok waar alles van k aakt. Het was eene stoomboot, die ons zoo maar zonder complimenten boven op het lijf viel. Gelukkig is de Welling- geantwoord. De partijgangers der ver plichting zeggen de goede werkbazen Dat is een zeer aardig princiep om daarop eene menschenkennis te bouwen en de werkmansliefde voor zijne on- derhoorigen van iemand te meten. Wij antwoorden Zal zich verzekeren, wie het gemakkelijk kan en die om van de plicht af te zijn voor vergoedingen te zorgen, op eenige uitgaven niet ziet. Hij ook wiens nijverheid zekere gevaren ople- vèrt en voor wie de verzekering dus, in 't algemeen genomen, voordeelig is. Het belang zal de gewone toetsteen zijn, zal grootelijks de reden wezen, waar om die verplichtingen zullen worden aangegaan. Maar, zegt men, g5 per honderd onzer nijveraars zijn insolvabel 1 Zij zuilen het kapitaal niet kunnen storten in geval van nood. Op hypoiheken valt niet te denken; zij bezitten slechts hun werk materieel I Zegge gS per honderd Is het we' noodig zulke in 't oog springende over drijvingen te weerleggen Onder die insolvabile werkbazen die niets dan hun werkmaterieel bezitten rekent de schrijver misschien onze naam- looze Vennootschappen Kom laat ons ernstig zijn niet waar Stelselmatige lawijdmakerij bederft de beste zaken. Declamatie is tot nu toe een heel slappe beweegrede. De weerde van het werkmaterieel is in 't algemeen in verhouding met het getal gebruikte werklieden. Klein werk materieel, klein getal werklieden en door gaans klein gevaar. Dus weinig of geen ongevallen. In dat geval, kan de zorg en de waakzaamheid, de bestendige au. b., van den patroon de zeldene ongelukken nog zeldener ma ken Kortom, laat ons niet declameeren de belangen van den werkman zijn in het ontwerp van het bestuur voldoende ge waarborgd. Wij ook wij blijven volksge zind, wij beminnen den werkman alhoe wel wij thans de vrijheid verdedigen. Het Fransch catholiek blad la Croix de Nord schrijft het volgende over de talrijke zelfmoorden welke, in Frankrijk, door jonge scholieren worden gepleegd Wij hebben onlangs herinnerd in welke bewoordingen een socialistenblad den beweenlijken zelfmoord verhaalde van een kind van negen jaren het deed zulks met dezelfde koele onverschilligheid alsof het de verbrijzeling van een rijtuig, of de verplettering van eenen hond had be troffen. Een paar dagen geleden was geheel de Rijselsche drukpers verplicht melding te maken van de onuitlegbare en misdadige handeling van twee jonge meisjes, welke in het water gesprongen waren de eene ton een goed schip, dat een stootje ver dragen kan, maar mijne dochter... Uwe dochter vroeg Jacques vol be langstelling. Ja, mijnheer, door den hevigen schok was zij over de verschansing ge vallen. Gc begrijpt, in zulk een weer te water, daar scheen niet veel meer aan te doen. Och, ik hield haar al voor redde loos verloren en ons leven, dat van mijne vrouw en mij, zou niet veel weerde meer gehad hebben, wanneer, mijnheer, uw broeder er niet geweest was. O 1 ik zeg u dat ge trotsch op hem moogt zijn en gij zult mij wel gelooven, wil ik hopen. Wat nu, jonge vriend, gij bloost Loop heen. Ja, mijnheer, hij is inzee gesprongen in een mist, zoools ik er nog nooit ten hib beleefd en wel twintigmaal in de minuut liep hij gevaar er zijn huid bij te verspe len. Hij dook onversaagd en hij was even gelukkig als sterk en moedig. Toen hij weer bovenkwam, had hij mijne dochter in de armen, mijne dochter, die hij het leven gered had. Dorgeur moest weer even ophouden. Ondanks zijne opgewekte spreekwijze itonden hem de tranen in de oogen en zijne keel was als dichtgeschroefd. Ouk de oogen van Jacques waren voch tig geworden. Goed zoo. Olivier, goed zoo, jon gen zegde hij, terwijl hij zijnen broeder hartelijk de hand drukte. Deze stond met neergeslagen oogen en zweeg. is verdronken, en de andere, welke men nog levend uit het water heeft kunnen halen, wanhoopt men te redden. Het zou meer dan tijd zijn aan geheel die kleine wereld van jongens en meisjes, van tien tot vijftien iaren. die scholen bijwonen waaruit de catechismus ver bannen is, al de lafhartigheid, al de dwaas heid en tevens al de misdadigheid van den zelfmoord te toonen. Doch helaas onderwijzers cn onder wijzertssen der officieele scholen zijn on bekwaam om, met de noodige overtuiging en de vereischte overredingskracht, deze zoo belangrijke zedelijke les te geven. Op dat punt blijven hunne handboeken van zedeleer onduidelijk en hunne klas sieke geschiedschrijvers kunnen de ver maarde zelfmoorden van Cato en van Seneca niet afkeuren, noch zelfs de po ging van Robespierre, die op het schavot klom, de kaak verbrijzeld door een pis toolschot, waarmede het hem niet gelukt was zich het leven te ontnemen. Daar zij machteloos is om in princiep vast te stellen dat de zelfmoord eene mis daad is, hoe zou de wereldlijke zedeleer ertoe geraken de jonge zielen, waarvan zij zich de vorming aanmatigt, met afschrik voor de wandaad te vervullen Daaruit volgt dat de ongelukkige meis- jrs, van welke wij hocger spreken, in openlijke overtreding zijn tegen de grond beginselen der christene zedeleer, maar dat zij, helaas geenszins in strijd handelen met de onzekere leering der zoogenaamde wereldlijke zedeleer, welke geenen invloed op de zielen heeft. Met zulke zedeleer mogen wij ons, van wege de schooljeugd, verwachten aan verrassingen, welke zoo pijnlijk zijn voor de familiën als noodlottig voor de samen leving. Ziedaar wat het kost de zedeleer der Kerk te verlaten De opmerkingen van la Croix du Nord zijn alleszins gegrond. Iemand die zulks goed moet weten is de gewezen seminarist Combes, hoofd van het Fransch ministe rie, die niettemin voortgaat met, de vrij heid der catholieken onder de voeten tredende, het catholiek onderwijs in Frankrijk uit te roeien. Moesten ooit in België de liberalen en socialisten zich van het bewind kunnen meester maken, zij zouden de vervolging*- politiek van den apostaat Combes nav. >1- gen en aan de catholieken alle vrijheid ontnemen. Wat er alsdan van onze volkskinderen zou geworden, daarmede bekommeren zij zich niet. Catholieken wilt gij de ramp vermijden, volgt den raad van den Bisschop van Namen,blijft één en eensgezind cn gij zult onoverwinnelijk zijn. Van 's middags tot middernacht dienst doende Apotheker, op Zondag 25 Januari igo3, M. De Valckeneer, Esplanade. Er volgde een oogenblik stilte, die weer door de luidklinkende stem van Dor geur verbroken werd. Wat verduiveld riep hij uit. Zijn wij nu mannen of oude wijven Nu alles, Goddank is afgeloopen zonder dat er iemand zijne kleeren aan gescheurd heeft, behoeven wij er ook niet over te klagen. Ik zou met dat alles het doel van mijn be zoek vergeten. Stel u dan voor, M. Fio- mentel, dat ik met eene officieële uitnoo- diging kom. Eene uitnoodiging Zooals ik zeg. Gij zult het toch wel zulk een wonder niet vinden, dat me vrouw Dorgeur den redder van hare doch ter nogmaals zien en bedanken wil. Maar... Wacht even. En gij, hebt gij geene begeerte het arme meisje weer te zien, dat zonder u thans op den bodem van de zee zou rusten Helaas zij zelf heeft weinig begrip van den dienst, dien gij haar bewezen hebt, cn zeker is het, dat gij op hare erkentelijkheid niet behoeft te rekenen, maar daarom is het des te meer onze plicht, om u dankbaar te zijn. Mijnheer, stamelde Olivier met hoogrood gelaat. Ja, ja, ik weet het al, ik verveel u met er zooveel over te babbelen, maar kan ik het hdpen, dat ik er ieder oogen blik aan moet denken, en dat, telkens dat ik er aan denk, ik b- hoefte voel 11 nog eens de band te drukken en u te herhalen dat ik mij voor eeuwig aan u verplicht In de gazetten is men nog altijd bezig met de valsche en eerlooze woorden, die citoyen Demblon in de Kamer toeschreef aan den Heiligen Alfonsus van Liguori. M. Renkin, catholieke volksvertegen woordiger van Brussel, heeft dit onge hoord bedrog met al zijne kanten en abouten doen uitschijnen in eenen artikel in het tijdschrift Revue générale en die nu in een afzonderlijk boekje verschenen is in de Belgisehe maatschappij, van Boekhandel, Treurenberg, Brussel. 't Is bewezen, zoo klaar als de zon, dat Dembion eenvoudiglijk die woorden uit gevonden heeft ten laste van den heiligen Alfonsus van Liguori zij werden nooit geschreven. Demblon blijft in slot, gebaart zich stom en doof. Te Luik ging hij eene mee ting met tegenspraak houden. Toen een advocaat en een werkman het woord vroegen, om Demblon zijn gedrag onder den neuze te leggen, verklaarde Demblon dat hij geene tegenspraak kon aan veer den 1 Demblon is, door die gebeurtenis, nog kleiner geworden dan hij reeds was. En zulke kerel wordt door de Dender- galmers verdedigd Maandag morgend is een ministerraad gebonden onder het voorzitterschap van graaf de Smet de Naeyer. De zitting heeft geduurd van io tot 12 uren. Alleen M. de baron van der Bruggen, op reis, en generaal Cousebant d'Alke- made, waren afwezig. M. Francotte, minister van arbeid, heeft aan zijne collegas de amendementen aan de wet op de arbeidsongevallen, die hij eerlang zal voorleggen, onderworpen. Hij deed de amendementen der mid- denafdeeling kenneu, welke hij bijtreedt en die welke hij verwerpt. De wijzigingen van M..Francotte ver anderen de grondvesten der oorspronke lijk ingediende wet niet. Uit goede bron wordt gemeld dat het niet in de voornemens der regeering ligt de verplichtende verzekering in te voe ren, noch de taks der schadeloosstelling, berekend op 5o t. h. van bet loon, te ver hoogen. Het gouvernement verwerpt, zegt men, het Duitsche stelsel tot betaling der scha deloosstelling, het zoogenaamde stelsel der verdeeling, ('t is te zeggen dat ieder jaar de nijveraars de noodige som storten tot betaling der schadeloosstellingen). M. Francotte blijft aanhanger van het stelsel de capitahseering.j't is te zeggen, dat de patroon in eens het noodige kapi- reken Maar ik hinder u er mee, afge sproken dan, ik zal er voortaan mijnen mond over houden. Dat zal toch, hoop ik, wel geen beletsel voor u wezen om bij ons te komtn dineeren, geen gala-diner zooals onlangs, maar nu eens echt onder ons, gezellig, huiselijk, als een vriend. Ólivier aarzelde, maar Jacques kwam tusschen beiden. Ik geloof waarlijk, zegde hij, dat gij een zoo gulle, gastvrije uitnoodiging niet moogt afslaan. Het goedhartige gelaat van Dorgeur straalde van voldoening. Zoo is het go< d riep hij uit, M. Jacques spreekt naar mijn hart, en die uitnoodiging geldt u even goed als uw broeder. Maar mijnheer, ik ben toch een vreemdeling voor u. Wat vreemdeling Dan moest ik niet weten dat gij Jacques Fromentel zijt cn dat gij de broeder zijt van mijn vriend Olivier Fromentel en gij weet, de vrien den van onze vrienden zijn ook onze vrienden. Geen woord er meer over, de zaak is beklonken en mijne vrouw zal er wat mté in haren schik zijn. Wacht, nu zullen wij den dag eens bepalen. Wat denkt gij van aanstaanden Dinsdag Dan is het juist 6 Januari, Drie-Koningendag. Dal komt goed, dan eten wij den ko- ningskotk. Ik stem voor Drie K01 ingen en den koningskoek riep Jacques vroolijk, ter wijl Olivier, die nog altijd naast hem taal zal moeten betalen tot vorming der rente, die aan den werkman moet worden gestort. De ministerraad onderzocht ook de amendementen van MM. Melot, Cartuy- veis, Brabant, de Coster, baron d'Huart en Versteylen, welke de wet uitbreidt tot de schadevergoeding voor ongevallen bij landbouwondernemingen De schadevergoeding wordt in deze amendementen als volgt berekend Betreft liet ongevallen overkomen bij landbouwondernemingen, dan wordt on der loon, als grondslag aangenomen voor de vergoeding, verstaan het gemiddeld loon to< gekend aan de landbouwarbeiders van het soort waartoe het slachtoffer be hoorde gedurende het jaar dat het onge val voorafging, in de gemeente waar het zich voordeed. Na de gemeentebesturen te hebben geraadpleegd, bepaalt de Bestendige De putatie van den provincialen Raad, eik- jaar, voor elke gemeente der provincie en per soorten van arbeiders, het cijfer van die gemiddelde vergoeding. Zij berekent het in natura betaald loon naar den gemiddelden prijs in de gemeente. Tot berekening van het dagelijksch gemiddeld loon, volgt men dezelfde rege len als hooger vastgesteld. Eene definitieve beslissing over de amendementen der landbouwgroep werd door de rrgeering nog niet genomen. De ministerraad, om 12 geschorst, werd om half 4 's namiddags voortgezet. politiekers van de Saskaai beknibbelt het dat De Dender- bode heeft ingeschreven voor 5 franks in de Nieuwjaarsgiften voor Z. H. den Paus. De rijke paus, zegt de secretaris, is 5 n franken waard voor Denderbode 6 a 700 stakers en gedwongen stakers maar 2 centen. Vroeger werd dat vertelselken nog meer herhaald. Nooit hebben die stakers zich tot ons persoonlijk gewend, nooit hebben ze ons persoonlijk iets gevraagd. Nu die herhaling heeft ook zijnen goe den kant, want zij herinnert ons dat d socialistische kliek zich op onbeschaamde wijze de som van fr. 721,44 heeft toerge- eigend die overgebleven is van de gel den bij de Burgers voor de werkstakers rondgehaald. Dit geld behoort aan al de stakers zonder onderscheid van denk wijze. Wie met die fr. 721.44 onderzit, hebben de roode lieperikken nog nooit durven aanwijzen. 't Is eene les voor de toekomst. Moest het nog eens voorvallen er zal gezorgd wor den dat de gelden niet moeten geteld worden door mannen die rooden vogel- tjeslijn aan de vingers hebben. stond, iwijgend en goedkeurend knikte. Uitstekend hernam Dorgeur. Wij zeggen dus aanstaanden Dinsdag. Komt ten 5 ure, dan drinken wij op mijne ka mer nog een gezeliig bitterken. Zoo onder ons jongens. Wacht eens, ik weet niet of gij bitter drinkt, ik voor mij kan er piet buiten, dat is nog eene gewoonte van aan boord. Als ik mijn bitterken niet heb vóór 't eten, dan smaakt het niet en aan wal is het zoo gebleven. Als wij tegen woordig, nu alles zoo grootscheeps gaat, bezoek hebben, dan moet ik madera drin ken of porto of sherry of hoe die rimram verder heeten mag, dan mag ik ook geene pijp rooken, maar ik verzeker u dat ik mij dan voel als een visch op het droge. Mijn bitteike en mijne pijp, daar kan ik niet buiten. Maar voor u zal ik zooveel beslag niet behoeven te maken, ik pak mijn bit terken en gij drinkt wat gij wilt. Stil eens, wij konden er nog wel een paar gasten bijvragen, eenvoudige menschen, waar wij ook geene complimenten meè behoe ven te maken, den maire en den dokter bij voorbeeld. Hebt gij er niets tegen Volstrekt niet. Goed zoo, ik zeg maar, hoe meer zielen hoe meer v reugd, als het maar niet deftig wordt. Als ik een zwart habiet moet dragen, dan is het mij of ik in een dwang kamizool zit. Stil, daar valt mij nog iets in. Kent 11 mijn neef? Neen niet waar? Zoudt gij kennis met hem willen maken, hij is een aardige kerel Geerne. Woensdag is uit Rome het bericht gekomen, dat Mgr Dr. Schaepman 's nachts, tien minuten over vieren ge storven was, ten gevolge eener hartver lamming, die na een rustigen nacht tamelijk onverwacht intrad. Door twee Hollandsche priesters, zijne oud-leerlin gen, werd Mgr. in zijne laatste stonden bijgestaan: Dr Schaepman rust in het gewaad der Franciscanen op zijn sterfbed. Volgens zijn verlangen is hij Donderdag, ten g ure, op het kerkhof van San-Lorenzo, bui ten de muren, begraven geworden. In de kerk van San Lorenzo rust, zooals men weet, Z. H. Pius IX. Het overlijden van den Nederlandschen prelaat staatsman-dichter heeft in Rome grooten indruk gemaakt, zoowel in parle mentaire als in kerkelijke kringen. Z. H. de Paus namelijk, was zeer geschokt bij 't vernemen van dit afsterven. Nederland verliest in Mgr Schaepman een zijner grootste zonen en de opschud ding, die zijn afsterven maakt bij onze Noorderburen, bewijst, welke groote plaats hij in het nationaal leven van zijn volk innam. Figuren als Dr Schaepman zijn dan ook zeldzame verschijningen. Óp elk gebied, waar hij ook zijne werkzaamheid openbaarde, ontving men van hem steeds den indruk van forsche kracht, ontembare wilskracht en hooge hegaafdheid. Nuttig werk. M. de Smet de Nayer, minister van geldwezen en van openbare werken, heeft een groot onderzoek over heel het land bevolen, met het oog op de verbetering der Staatsbanen. Al de ingenieurs van bruggen en wegen hebben last gekregen, een staat op te maken van de verbeteringen, welke zij oordeelen noodzakelijk te zijn aan de banen van hun ressort, ten einde die banen op de hoogte te brengen van al de noodwendigheden van het verkeer en der jongste vervoermiddelen. Het doel is die banen het maximum van nuttigheid te doen opleveren. Bij den staat zal ook de beraming der uitgaven moeten gevoegd worden. Dit onderzoek moet onmiddellijk be gonnen worden en de uitslagen moeten den heer minister worden onderworpen, naar gelang de studies voor iedere baan zijn afgeioopen. Ziedaar een werk van algemeen nut, dat door de gansche bevolking vooral door de buitenbevolking met voldoe ning zal vernomen worden. Het is de eigenschap van het achtbaar Cabinetshoofd, te werken, zonder veel lawijd of beslag te maken een land mag zich gelukkig achten, een man als graaf de Smet de Naeyer aan 't hoofd der zaken te hebben staan. Ja, van de geheele familie Van den oud-oom van mijne vrouw, dien armen baron d'Amfreville, is tegenwoordig nie mand overgebleven, dan hij en wij, het spreekt dus van zelf dat wij ons wat nauw bij elkander aansluiten. Mijn neef heet Henri Sorandal. Bij het hooren van dien naam leefde Olivier. Sorandal, dien naam heb ik meer gehoord. Hij trachtte zich te herinneren, maar Dorgeur kwam hem ter hulp. Zoek maar niet, hernam hij, gij hebt dien naam in de dagbladen gelezen. De aime Sorandal is verdacht geweest, onzen oom, den baron d'Amfreville ver moord te hebben. Ja, ja, dat is zoo riep Olivier uit en hij is zelfs gevangen genomen, als ik het goed voor heb. Is het mogelijk I mompelde Jacques verbaasd. Ja, mijnheer, antwoordde Dorgeur, het is weer een van de betreurensweerdige misvattingen, die de justicie soms begaat. Gelukkig dat de waarheid nog aan het licht is gekomen, voordat de fout onher stelbaar was. Ja, M. Sorandal is aange houden en men heeft hem gedurende eenige dagen gevangen gehouden. O hij moet vreeslijk geleden hebben, maar hij heeft zonder veel moeite zijn alibi kun nen bewijzen en van de lasterlijke aantij ging is niets overgebleven. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1903 | | pagina 1