Zondag 16 Juli 1905
5 centiemen per nummer.
56s,e Jaar 5758
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Onze Ongevallenwet.
IDE HVEJAInT
met den Witten Raard.
Herderlijke brief.
De havenuitbreiding.
Ze noemen of logenaar
Ditjes en datjes.
DE DENDERBODE
Fit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat. Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE 8UIJM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3de bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij acccord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele v*n
dit blad.
AALST, i5 JULI igo5
Wij zijn aan het hoofdstuk IV welke
handelt over de aangifte van arbeidson
gevallen en van de rechterlijke macht die
over de geschillen oordeelt.
De aangifte van het ongeval is
onder boete verplichtend dat is
begrijpelijk 't is het noodzakelijk gevolg
van de wet welke de vergoeding der on
gevallen regelt.
Art. 24 luidt als volgt
Elk ongeval dat aan een werkman is
overkomen gedurende zijnen arbeid en
dat heeft veroorzaakt of van aard is om
te veroorzaken hetzij den dood van het
slachtoffer, hetzij eene onbekwaamheid
tot werken, moet binnen drie dagen, door
het hoofd der onderneming of zijn gelas
tigde worden aangegeven, onverminderd
alle andere bij de wetten of verordeningen
voorgeschreven nasporingen.
De aangifte wordt schriftelijk gedaan
aan den arbeidsopziener, alsook ter griffie
van het vredegerecht of van de scheids
rechterlijke commissie die, krachtens arti
kel 26, bevoegd zijn. De aangifte vermeldt
den aard en de omstandigheden van. het
ongevalzij duidt aan, zoo daartoe aan
leiding bestaat, den naam van den verze
keraar met wien het hoofd der onderne
ming eene overeenkomst heeft gesloten.
Een koninklijk besluit bepaalt verder den
vorm en de vereischten der aangifte, als
mede de gevallen waarin op kosten van
den aangever een geneeskundig getuig
schrift daarbij moet worden gevoegd.
De aangifte van het ongeval kan, met
inachtneming van dezelfde vormen, wor
den gedaan door het slachtoffer of zijne
rechtverkrijgenden.
Ontvangbewijs van de aangifte wordt
in elk geval door den griffier aan den aan
gever toegezonden.
Blijkt het uit de aangifte, dat het hoofd
der onderneming niet erkent dat deze wet
van toepassing is op het aangegeven on
geval, met name wegens de omstandig
heden waaronder het feit gebeurde, of
wegens de hoedanigheid van het slacht
offer, dan stelt de arbeidsopziener een
onderzoek in naar de oorzaken van het
ongeval. Wordt tot een onderzoek over
gegaan uit kracht van deze bepaling of
uit kracht van de wetten en verordeningen
betreffende de arbeidspolitie, dan wordt
een afschrift van het proces-verbaal van
onderzoek door den opziener naar de
griffie van bevoegde rechtsmacht gezon
den.
Partijen hebben het recht, op hunne
kosten, ter griffie kennis of kopie te nemen
van de aangifte van ongeval, van het
daarbij gevoegd getuigschrift en, zoo
daartoe aanleiding bestaat, van het af
schrift van het proces-verbaal van onder
zoek.
58e VERVOLG.
M. Thorn Chatterly had echter niet de
geringste neiging getoond tot de schoone
Mej. Kendal en deze had eene betere
partij gedaan, door den vijftien jaar
ouderen hertog van Castminster te huwen,
maar in haar hart sluimerde nog altijd
eene zoete herinnering aan hare eerste
liefde, want zij had Thorn oprecht be
mind. Wel was zij eene trouwe echtge-
noote en eene zorgzame moeder geweest,
maar zij had haren echtgenoot nooit be
mind, zooals zij jaren geleden den jongen
burggraaf had bemind.
Zij was nu omtrent veertig jaar en eene
schoone statige vrouw. Alhoewel zij eene
oude vriendin der familie Chatterly was,
had zij de tegenwoordige mevrouw nog
slechts eenige keeren vluchtig gezien en
de jonge erfgename kende zij in het ge
heel niet.
Welk een allerliefst kind, zegde zij
tegen Gertruda, toen zij in den langen
gang, wa.irdoor de gravin haar naar hare
vertrekken geleidde, het meisje ontmoette.
M. Chatterly zal wel trotsch op haar zijn.
Zij was voor hem eene bittere teleur
stelling, te meer daar wij geenen zoon
hebben, zegde de moeder treurig.
Daaruit volgt
i* dat alle ongeval, zonder onderscheid,
van 't oogenblik dat 't werk minsten voor
ÉÉN dag geschorst is, moet aangegeven
worden. (Zie Arbeidsblad December 1904
bl. 1390).
2° die aangifte moet gedaan worden
door den nijveraar of zijnen zaakgelas
tigde.
3° zij moet gedaan worden binnen de
drie dagen na het ongeval.
40 Zij moet schriftelijk zijn; men moet
daarin de formuul volgen welke door het
koninklijk besluit is aangenomen. In
Arbeidsblad van December 1904 zal men
het model vinden, (bl. 1291) alsook het
Koninklijk besluit dat de zaak regelt.
Boet van 5 tot 25 frank dreigt den over
treder.
Wij geven van dat Koninklijk Besluit,
artikel 2 en 3.
Art. 2. De aangifte wordt schrifte
lijk gedaan door middel van een voor
schrift dal overeenkomt met het bij dit
Koninklijk Besluit gevoegd model A.
Art. 3. Bij een ongeval dat heeft
veroorzaakt of van aard is te veroorzaken
het zij den dood, hetzij eene onbekwaam -
heid tot werken gedurende meer dan
ÉÉNE week, moet het hoofd der onder
neming of zijn gelastigde bij elk voor
schrift van aangifte een geneeskundig
getuigschrift, naar het hierbijgevoegd
model B opgesteld, voegen.
5° de aangifte moet gedaan worden
a) ter griffie van het Vredegerecht of
indien eene bijzondere scheidscommissie
bestaat, lijk het 't geval kan zijn in de
machtige maatschappijen, aan die com
missie.
b) aan den opziener van den arbeid.
Onder oogpunt van arbeidstoezicht vormt
Oost-Vlaanderen het 4"» district. De
arbeidstoezichter is M. Fabri en
woont te Gent.
Het slachtoffer heeft het recht ook het
ongeval aan te geven. Hij moet dezelfde
vormen in acht nemen. Dat kan zeer nut
tig zijn.
Er wordt van de aangifte een ont
vangstbewijs afgeleverd.
Het kan gebeuren dat de patroon bij de
aangifte verklaart dat de wet op de onge
vallen niet mag ingeroepen worden dan
gebeurt een onderzoek door den arbeids
toezichter. Deze zendt den uitslag van zijn
onderzoek met al de stukken naar de
griffie van het Vredegerecht of naar de
scheidsrechterlijke Commissie.
Daar kunnen patroon en werkman
kennis nemen van al de stukken, zelfs
afschrift ervan mits te betalen.
Z. Em. de Cardinaal en de Bisschoppen
van België hebben aan deGet stelijken en
de Geloovigen, ter gelegenheid van het
nationale feest, een herderlijken brief
toegestuurd die door de eerw. heeren
Pastoors in de kerken zal worden afgele
zen.
Vervolgens riep zij
Phillis, kom eens hier en heet
mevrouw de hertogin welkom op het
kasteel.
Mevr.Castminster kuste het kind teeder
op beide wangen en Gertruda was ver
wonderd, toen zij tranen in de oogen van
hare uitgenoodigde bemerkte.
De hertogin droogde die echter spoedig
af en toen zij kort daarop hare toiletkamer
binnentrad, zegde zij bij wijze van ver
ontschuldiging tot Gertruda
Uwe lieve, kleine Phillis gelijkt zoo
sprekend op haren overleden oom Thorn.
Kort daarop verzamelden de gasten
zich in de eetzaal aan een prachtig ban
ket en tot niet geringe ergernis der gast
vrouw, kwam het gesprek weldra op het
drama, dat er in de maand September
laatstleden was gespeeld.
Ik hoop, zeide, de hertogin van
Castminster tot den gastheer, dat het
geheim van deze euveldaad toch eenmaal
zal onthuld worden en dat men iets zal
ontdekken, dat ile policie op het spoor
van den moordenaar kan brengen.
Ik geloof niet dat dit ooit gebeuren
zal, zegde Chatterly, om de eenvoudige
reden dat hier geene misdaad, maar eene
zelfmoord is gepleegd.
Het was een moord, zegde de her-
toging op eenen toon van overtuiging en
dezelfde man heeft een nieuw schelmstuk
.uitgevoerd. Met zijne witte haren en
zijnen langen baard heeft hij zich als
De Regeering heefi de twee ontwerpen,
krijgs- en huishoudkundig aan elkander
verbonden. Er valt dus niet aan te den
ken ze te scheidenen opvolgentlijk aan
te bieden. Voorzeker dan bleef de om
heining in de pan.
De rechterzijde is nopens die verzwa
ring van krijgslasten verdeeld. Eenige,
om de havenuitbreiding te bekomen, zou
den eene opoffering willen doen en, heug
tegen meug, ook de verplaatsing der
vesting toestaan anderen willen er niet
van hooren en zouden haast al de werken
prijs geven, indien geen terrein van ver
zoening wordt gevonden.
Is de verplaatsing der omheining eene
opoffering in andere woorden beant
woordt de nieuwe vesting aan eene nood
zakelijkheid
En zoo men daarover niet eens is, zoo
zij niet noodzakelijk is, is zij ten minste
nuttig
Het nuttige kan misschien duur ge
kocht worden, aan hoogen prijs, maar
alles wel ingezien, dan is dat nooit een
volkomen rouwkoop.
Lieve lezer, hebt gij al eens nagedacht
of liever hier of daar gelezen welke rol de
vesting van Antwerpen in eene weder-
landsche verwikkeling kan spelen
Neen
Kom, laat ons dan daarover eens wat
te zamen redeneeren. Het en moeten al
geen colonels of generaals zijn die er
over schrijven met eene grondige bevoegd
heid, ja maar ook met eene buitengewone
vooringenomenheid. Zij dragen gewoon
lijk een fel beslagen bril, en zien en
oordeelen alles door den engen hoek van
hunne driften. Wy hebben geene voor
ingenomenheid, geene driften enkel
eenvoudig gezond verstand.
Er kunnen verschillende gevallen zijn.
Eersten. BelgiB voert oorlog.
Met wie
Met Nederland De Hollanders zijn
onze beste vrienden. Zij denken er niet
aan ons aan te vallen. Zij zullen er nooit
aan denken, omdat wij veel sterker
zijn dan zij.
Geen gevaar langs dien kant.
De militaristen beweren en zeggen
Antwerpen moet een toevluchtsoord zijn
voor de opperste Macht, voor de Regee
ring, enz. Zij moet ook de laatste schuil
plaats zijn voor ons leger.
Dat is de eenige reden van Antwer-
pen-sterke-stad.
Het is klaar dat, bij een inval van het
Hollandsch leger,Antwerpen de rol welke
haar beschoren is, r.iet vervullen kan. De
stad wordt onmiddelijk aangevallen en
ingesloten.
geestelijke vermomd en eenen Engelsch-
man bijna vermoord, die te Parijs in een
hotel logeerde. De avondbladen van giste
ren zijn er vol van.
De graaf van Chatterly dronk zijn glas
uit vóór hij antwoordde
De dagbladen liegen zoo dikwijls
en overdrijven altijd. Ik geloof dat het
bericht van dien moordaanslag geheel
verzonnen is.
Toch niet, de witte baard en de
pruik werden naast het slachtoffer gevon-
nen. Deze had eene diepe wonde in de
borst, maar was nog niet dood, zoodat
men hem naar het hospitaal bracht.
Als hij zoo zwaar gewond is, dan
zal hij zeker wel sterven, zegde Chatterly
onverschillig, het is zelfs een wonder dat
hij nog leeft.
Ook hierin kon de hertogin zijne mee
ning niet deelen.
Parijsche dokters zijn buitengewoon
kundig, en het zou mij verwonderen, zoo
hij het leven niet behield.
Het banket liep ten einde, de dames
begaven zich in een aangrenzend salon,
waar koffie opgediend werd, de heeren
bleven nog bij den wijn en staken eene
cigaar op.
De opzichter Jordan kwam binnen en
fluisterde de graaf in 't oor
Heer graaf, daar is dokter Bardon,
die vraagt of gij hem even kunt ont
vangen.
Of ik thans dokter Baidon kan ont-
Aannemende dat de Hollandsche ka
nonnen te zwak zijn om de stad te be
reiken, dan zal de honger hun beste
bondgenoot worden. Aan ravitailleeren
valt niet te denken. Langs 't water, niet,
niet waar? Een enkel oorlogsschip is vol
doende om het te beletten. Te lande, is
het even onmogelijk daar bij veronder
stelling, de stad is ingesloten.
Dus kan Antwerpen's vesting niets
doen voor het behoud onzer onafhanke
lijkheid.
Bvilgië voert oorlog met Frankrijk of
Duitschland
Wij worden geholpen of wij worden
het niet.
Worden wij niet geholpen, dan zijn wij
reddeloos verloren. Wat wij ook doen
mogen, niets kan ons redden. Wat kun
nen wij verrichten tegen een 8 of 10 maal
sterkeren vijand Zelfs al moesten wij al
ons geld besteden aan versterkingen en
soldaten, dan nog zijn wij op voorhand
overwonnen.
Antwerpen's vesting kan niet baten,
kan onzen val slechts 2 dagen vertragen.
Worden wij geholpen, dan is zij even
nutteloos .vermits over ons lot in vlak
ke veld zal worden beslist.
Wij moeten, zegt men, onzen edelmoe-
digen redder tijd geven om te komen.
Dat zal ons leger doen, maar geen
vesting.
Doch dit alles schijnt ons reeds theorie.
Want zijn wij feitelijk aangevallen, dan
is reeds ons lot beslist. Wij zijn verloren
en niemand zal ons bijspringen. Men zal
zich verhaasten zich onzij lig te verklaren.
Dat wil nu juist niet zeggen dat wij op de
mogendheden niet rekenen mogen. Oh,
in geenen deele.
Doch onze bescherming zal meest ge
beuren op diplomatiek gebied. Het kan
tot dreigen komen, maar niet tot een
treffen. Onze te duchten vrienden en be
schermers van 't zuiden of 't oosten
zullen, in geval van inpalmingsbegeerte,
wel eens de pols voelen der landen die
ons steunen zouden kunnen, van Enge
land, bij voorbeeld. Wordt er van daar
beslist geantwoord België aanvallen
wordt als een casus belli aanzien, dan
zullen de hoorntjes ingetrokken worden
en men zal ons met rust laten.
Ging men er toch over heen, dan
volgde een oorlog en het is niet zeker dat
het pleit beslist zou worden op de histo
rische velden van ons land.
Wilde Frankrijk ons inlijven, daar zou
den Duitschland en Engeland tegen opko-
men. Frankijk zal het laten steken.
Wilde Duitschland het, dat zouden
Frankrijk en Engeland het niet dulden.
Duitschland zal het niet wagen.
Zoo wil het 't Europeesch evenwicht en
dat is ons sterkte. Wie van die landen
België bezit, overheerscht de andere en
dat zullen zij beletten.
Zoolang dit zoo is, zijn wij veilig. Als
de toestand verandert, is een casus belli
gauw gevonden en worden wij uit het
boek dee volkeren gescheurd.
De vesting van Antwerpen zal dit niet
belttten.
Blijft eene tweede mogelijkheid een
oorlog tusschen Frankrijk en Duitsch
land. Een van de twee wil door ons land.
En dan zijn er de Maesforten.
vangen, riep de graaf uit. Zeker niet, ik
kan mijne gasten niet alleen laten, hebt
gij hem dat niet gezegd
Ja, heer graaf, maar de dokter zegde
dat er veel haast bij is, antwoordde de
opzichter.
Laat hem dan maar schrijven wat
hij mij te zeggen heeft, ik kan hem nu
niet ontvangen.
Graaf Chatterly nam weer deel aan het
gesprek met zijne gasten en dacht spoedig
niet meer aan dokter Bardon.
Vervolgens werd er een matinee gege
ven in de groote muziekzaal.
Na afloop van de matinee begaven de
heeren zich naar de rook- en biljardzalen,
terwijl de dames zich in het salon van
mevrouw Chatterly vereenigden.
Ten acht ure werd het diner in de
groote eetzaal opgediend.
Alles ging voortreffelijk, de gezamen
lijke gasten en niet het minst de hertog
en de hertogin van Castminster schenen
zich voortreffelijk te vermaken. Er was
niemand onder het geselschap, met wien
zij niet in aanraking zouden willer. komen
en de graaf was er trotsch op, dat zijne
eerste poging om het kasteel van zijne
voorvaderen tot den ouden luister terug te
brengen, zoo schitterend was geslaagd.
Geene gedachte aan zijne drie slacht
offers stoorde zijne vreugde.
Zijne toekomst was nu verzekerd, bin
nen een paar uren hij wist dat hij zich
op de druiven verlaten kon zou de
yi jn Wij hebben Pie Daens uitge-
J daagd de personen te noemen
die hem, uit naam der catholieke Ver-
eeniging onzes Arrondissements, voor
stellen van vrede en verzoening hebben
gedaan.
Wat antwoord Pie Daens ons Zie
hier
In de voorstellen ons met Paschen
gedaan, voorstellen, die gelijk altijd,
vertrouwelijk, tusschen vier oogen aan-
gevangen werden, maar op 't eerste
woord afgekeerd, in die voorstellen was
het gedacht Denderbode zal er tegen
zijn, Denderbode zal uitvallen, zal
razen en schelden, maar WIJ hebben
ons Volksstem en kunnen den lom-
a perik missen.
Wie, ja, wie deden die voorstellen van
vrede en verzoening?... Wie, ja wie waren
het die in naam der catholieke Vereeni-
ging optraden?...Wie, ja wie waren het die
in naam van het catholiek kiezerskorps
de verbintenis voorstelden van aan Pie
Daens, de patroon der zeeveraars, de
tweede plaats op de catholieke candidaten-
lijst af te staan
Wij. catholieken, hebben er het groot
ste belang bij te weten wie in onzen
naam, die voorstellen van vrede en ver
zoening deden.. Immers de eerste de beste
guit, die zich het ganschc catholieke
kiezerskorps waant, kan opgetreden zijn.
Maar zoo schijnt het niet te wezen.
Immers uit de woorden a Wij heb
ben ons Volksstem mag men afleiden
dat zij die in naam der catholieke Vereeni-
ging optraae», personen moeten zijn die
De Volksstem naar hun handje kunnen
drillen, lieden die er 't hoogo woord voe
ren... en om reden.
Waarom die personen niet genoemd
Waarom weigeren Als de voorstellen
waarlijk gedaan zijn mag iedereen weten
door wie..-
Wij weten. Pie Daens, dat ge van de
eerste politieke leugen niet geborsten zijt
en daarom herhalen wij zoolang gij de
vredeboden niet met naam en stuk
noemt, zullen wij u als een verachte-
lijken logenaar aanschouwen.
Nog een woord Gij zegt ons, Pie
Daens
Denderbode, ge zijt nog niet vol-
leefd. In de catholieke Partij, die gij
bezoedeld hebt, zult ge uwe straf vin-
den, zij is nabij.
Het spreekwoord zegt a Men ziet den
top van zijnen wijsvinger maar 't einde
i) van uw leven niet en dat is de waar
heid.
Maar wat wij weten en wel weten, 't is
dat ondanks al het ongelijk dat ons zou
kunnen worden aangedaan, wij nooit,
neen nooit. Judas, verrader onzer Partij
zullen worden gelijk gij, Pic Daens.
Neem er nota van Judas van Chipka.
Ons uit den strijd terugtrekken 't is moge
lijk maar Judas worden, neen GE
TROUW TOT DER DOOD BLHVEN
WIJ 1..
laatste hinderpaal uit den weg zijn ge
ruimd. De nederig geboren kinderen van
zijnen broeder Thorn zouden opgehou
den hebben te bestaan, terwijl Cecil
Monkton zeker niet van zijne zware ver
wonding zou herstellen.
Alles ging volkomen naar wensch en
geene macht ter wereld zou hem langer
den onrechtmatig verkregen rijkdom kun
nen betwisten.
Tegen elf ure begaven de gasten zich
naar de logeerkamers.
Graaf en gravin Chatterly waren een
oogenblik alleen.
Ik geloof dat alles zeer goed gegaan
is, zegde Gertruda, en ik hoop dat gij
tevreden zijt.
Meer dan tevreden, mijne lieve,
antwoordde de graaf. Jaren lang heb ik
van zulk een feest op het kasteel Chat
terly gedroomd en eindelijk is mijn droom
dan werkelijkheid geworden. Ik heb het
bewijs gekregen dat mijne vrouw naar
waarde eene plaats in de hoogere krintren
kan bekleeden.
Zijne oogen fonkelden en zijne stem
beefde van opgewondenheid, zoodat Ger
truda ongerust werd.
Gij zult toch niet te lang opblijven,
zegde zij, toen zij hem goeden nacht
wenschtc. Ik zien dat gij vermoeid zijt,
Reginald, en wij zullen ons morgen vroeg
ten tien ure aan de ontbijttafel weer ver
zamelen.
Ik zal niet te lang opblijven, maar
Gedurig roepen de rooden, blauwen en
groenen ons,catholieken,toe: «Toekomend
i) jaar kegelen wij u van 't bewind, zult gij
schuppenbuiten zijn uit de ministeries.
De dagen van 't catholiek miuisterie
zijn gesteld. De val van 't papen-
ministerie nadert. Het uur der ver-
- gelding zal weldra aanbreken, enz. enz.
Maar zijn zij daarvan overtuigd
't Schijnt van neen, want M. Hymans,
een der liberale leiders gevraagd zijnde
wat hij er over dacht, antwoordde
Men zegt en herhaalt het ons zoo
dikwijls, dat wij het eindelijk zouden
b gaan gelooven.
Het laatste vuil nieuws, het liberaal
orgaan, laat ook hooren dat zijn vertrou
wen in den uitslag der aanst. kiezingen
aan 't wankelen is. Het schrijft
Een cijfer gaat niet van vóór onze
oogen weg 20 stemmen meerderheid en
dat met de evenredige vertegenwoordi
ging, 't is te zeggen een cliché, die ge
heel moet hersmolten worden om in 19
of 18 te veranderen.
In die voorwaarden is eene meer
derheid van 20 stemmen eene sterke
meerderheid. Diegenen onzer vrienden
of bondgenooten die alles in 't schoon
zien, werken zich in 't zweet om te be
wijzen, bij middel van berekeningen of
vooruitzichten, dat die meerderheid zou
kunnen dalen tot O, of tot 5 stemmen.
Deze meerderheid van 5 stemmen komt,
voor hen, op O, daar zij meenen dat eene
catholieke regeering met5 stemmen meer
derheid niet zou kunnen besturen.
11 Wij wenschen dat alles, maar wij
gelooven er niets van. Onze wetge
vende geschiedenis leert ons het tegen
overgestelde. En wat mogelijk was onder
het cynsstelsel is niet meer mogelijk onder
het meervoudig stelsel met evenredige
vertegenwoordiging.
Wij hebben al die cijfers en bereke
ningen overwogen en dikwijls, bij een
ernsiig onderzoek over den toestand der
arrondissementen waar onze vrienden
hopen eenen zetel te winnen, bij middel
van het verbond (met de socialisten) heb
ben wij niet kunnen nalaten het hoofd te
schudden.
Dus het liberaal orgaan aanschouwt de
toestand zoo voordeeüg niet als de groene
judassen het zich inbeelden.
gij, mijne lieve Gertruda,moet nu terstond
gaan slapen, opdat gij morgen weer frisch
en schoon zijt.
Hij kuste haar en zag haar na, terwijl
zij langzaam de breede trap naar hare
slaapkamer beklom.
Aan de deur daarvan stond Jordan.
Gij behoeft niet op mij te wachten,
zegde de graaf vriendelijk, ik heb niets
meer noodig.
Neen, heer graaf, sprak de opzich
ter, maar dokter Bardon heeft eenen brief
en een pakje laten bezorgen. Hij heeft
mij uitdrukkelijk gezegd, dat ik het nog
dezen avond aan u moest geven en
daarom wachtte ik om u te zeggen dat ik
het op het schrijfburcel heb neergelegd.
't Is goed.
Het pakje was een eenvoudig karton
doosje.
Toen graaf Chatterly het opende, vond
hij er eenige druiven in.
Hij wierp het doosje met den inhoud
op het vuur in den haard en opende toen
den biief.
Deze luidde
Vrienden van Beatrix Charles wijzen
alle geschenken af, die van graaf Chat
terly komen, want zij willen niet, dat
deze het lot van hare zuster zal deelen.
Zoodra zij buiten gevaar is, zal zij zoowel
de aanslag op haar eigen leven als den
moord op hare zuster wreken.
Wordt voortgezet.