Zondag 29 April 1996
5 centiemen per nummer.
$7sle Jaar 3840
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Verplichtend
Onderwijs.
zonderlinge verdwijning
W ets voorstel-Coreman s
Dreigende
revolutie.
Bemesting der Hop.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgendon dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zyn ten laste van den schuldenaar.
Mon schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, Nr 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQOE 8UUM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00 Vonnissen »p
3d* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by acccord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Hoeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele vaa
dit blad.
AALST. 28 APRIL 1906.
Een der voornaamste punten van liet
programma zoowel van de liberalen als
van de roode en groene socialisten, is
het verplichtend onderwijs of school
dwang.
Het verplichtend onderwijs opper
vlakkig, zonder er over 11a te denken,
beschouwd, komt aan velen voor als
een uitmuntenden maatregel om het
onderwijs onder 't volk te verspreiden.
Een groot getal ouders, beweren onze
driekleurige tegenstrevers, verzuimen
hunne opperste plicht van hunne hin
ders ter school te zenden. En, vragen
zij, is dit niet hoogst betreurensweerdig
en moet het de nadeeligste gevolgen
niet na zich slepen voor de kinders en
het algemeen welzijn
Nu, volgens hen, is er maar een af
doende middel om dezen toestand te
veranderen, namelijk, het verplichtend
onderwijs of den schooldwang.
Men moet de ouders, zeggen ze, ver
plichten op straf van boet en gevang
hunne kinders ter school te zenden.
Oppervlakkig beschouwd, zeggen
wij hooger, schijnt de aanbevolen maat
regel zeer goed en doeltreffend.
Inderdaad moesten de ouders gedwon
gen worden hunne kinders de lessen
van den onderwijzer bij te wonen, na
korte jaren zou niemand meer ongelet
terd zijn.
Nu dit is de gevolgtrekking die men
er uit afleidt, indien men den uitslag
van den schooldwang niet van nabij
onderzoekt.
Maar het verplichtend onderwijs is
niet zoo doeltreffend als onze driekleu
rige tegenstrevers het beweren. In
Frankrijk, in Duitschland, beslaat het
sedert vele en vele jaren en men zou in
dit land geene ongeletterde meer mogen
ontmoeten.
Integendeel is het getal ongeletter-
den er nog vrij groot En wat meer
is bevoegde en ondervindingrijke man
nen moeten bekennen dat de school
dwang niets vermag om de onwetend
heid te bevechten.
Eene wet het verplichtend onderwijs
in België invoerende, zou een aanslag
wezen tegen eene der voornaamste vrij
heden welke de Belgische huisvader
bezit, welke hem behoort de vrijheid
van aan zijne kinders de opvoeding te
bezorgen die hij voor hen verkiest.
De Staat heeft geen het minste recht
om in zyne plaats, op te treden.
De familievader die verzuimt aan
zijne kinders eene goede opvoeding te
verschaffen heeft aan den Staal niet te
verantwoorden, maar wel aan God al-
i" vervolg.
De vrouw wreef zich met bevende
hand over het voorhoofd.
Waar ben ik gebleven Zegde zij.
O, ik hoorde stemmen, waardoor ik zoo
ontstelde, dat ik opstond en naar hare
kamerdeur liep. Het gedruis, dat ik
maakte, toen ik mijn eigen deur ontsloot,
heeft haar zeker dotn schrikken, want
toen ik bij hare kamer kwam, was alles
stil.
Toen wachtte ik een oogenblik, klopte
en riep haar zij antwoordde niet en ik
riep nogmaals. Wat is er, vroeg zij. O,
zegde ik, ik dacht dat ik hier hoorde
spreken en dat maakte mij angstig. Hij
moet hier naast geweest zijn, zegde zij.
Ik verontschuldigde mij en ging weer
naar mijne kamer.
ik hoorde nitts meer, maar toen wij
dezen morgen hare kamtrdcur openden,
en zagen dat zij verdwenen was, dat het
venster openstond, terwijl overal kentee-
kens van geweld en van eene worsteling
aanwezig waren, toen wist ik dat ik mij
niet had vergist, dat er mannen bij haar
waren, toen ik voor hare deur stond, en
dat zij haar ontvoerden.
leen welke hem er scherpe rekening
zal over vragen.
Het is onbetwistbaar dat de weinige
catholieken welke voorstaanders zijn
van den schooldwang in de kaarten van
hunne politieke tegenstrevers spelen.
De voornaamste reden hiervan is dat
onze blauwe en roode tegenstrevers
hierdoor het verplichtend of ongods
dienstig onderwijs verslaan.
Wat ze willen 'lis de ouders te kun
nen dwingen hunne kinders naar god-
delooze scholen Ie zenden.
Neen, neen, 't is uit liefde niet tot het
volksonderwijs dat blauwen en rooden
het onderwijs verplichtend willen ma
ken, maar ze zien daar in slechts een
afdoende middel om den R. C. Gods
dienst te bestrijden.
Zoo wij het hooger zeggenin Frank
rijk bestaat, sedert vele jaren, het ver
plichtend onzijdig onderwijs.
Een congres door de Fransche onder
wijzers te Parijs gehouden in Septem
ber 1905, toont ons aan dat ze in meer
derheid tot het socialismus, tot de vrij
metselarij behooren
Ten bewijze willen wij aanhalen dat
de opvoeders der Fransche jeugd, aan
hangers zijn van de leerstelsels door het
blad l'Action een blauw-rood or
gaan verspreid.
En dit bedoeld blad roemt er zich op
dat het talrijke onderwijzers onder
zijne abonnenlen telt en die hunne me
dewerking verleenen.
Welnu welke zijn de leerstelsels die
l'Action onder zijne lezers ver
spreid
Ziehier en luistert
De mensch heeft drij vijanden
den priester, den rechter en den
soldaat
De eerste steunt op een valsch be-
grip der zedeleer
De tweede op een valsch begrip
der rechtveerdiglieid
De derde op een valsch begrip van
het vaderland
Zouden wij dus het recht niet lieb-
ben ons te verheugen indien wij moes-
ten vernemen dat soldaat, rechter en
priester elkaar onderling uitgemoord
hebben Wat streelende en einde-
looze genoeglijke droom
Zulke leerstelsels worden in Frank
rijk door de offlcieële onderwijzers en
onderwijzeressen bijgetreden en tot de
hunnen gemaakt.
E11 dat zijn dus de opvoeders en op
voedsters die den eerbied voor den
godsdienst en de vaderlandsche instel
lingen in de harten der kinders moeien
prenten.
De framagons zijn hierover ten uiter
ste te vrede want 't is hun werk lang-
zaam en trapsgewijze sedert vele jaren
behendig voorbereid.
Ditmaal kon ik mij niet langer inhou
den.
Lieten zij haar uit het venster zak
ken vroeg ik.
O, zegde zij, er wordt aar. het huis
gewerkt, er is eene leer geplaatst, die tot
aan de derde verdieping reikt, en langs
die leer hebben zij haar meegenomen.
Inderdaad zij schijnt minstens een
zeer gewillig slachtoffer geweest te zijn,
merkte ik op.
De vrouw schudde mijn arm als met
een ijzeren greep.
Gelooft gij het niet hijgde zij, ter
wijl zij mij staande hield, ik verzeker u.
wanneer het is gebeurd zooals ik u zeg,
en de booswichten, of wat zij waren,
haar meenamen, dan zal zij doodsangsten
hebben uitgestaan, zoo vreoselijk dat zij
het zal besterven, als zij niet reeds dood
is. Gij weet niet waarover gij spreekt, gij
hebt haar nooit gezien.
Was zij schoon, vroeg ik, terwijl
ik haastig met de vrouw voortliep, want
wij begonnen reeds de aandacht der voor
bijgangers te trekken. De viaag scheen
ha_r ecnigzir.s in vei warring te brengen.
Och. ik weet nitt, mompelde zij,
ik vond haar altijd schoon, doch andaren
misschien niet. Het ging er van af hoe
men haar aanzag,
Vcor 't eerst voelde ik nu eenige achter
docht bij mij opkomen. Om welke reden
kon ik nog met zeggen. Zij scheen mij op
'een eigenaardigen toon te spreken, het
was alsof zij bang was met zichzelf te
Ziedaar de uitslagen van het koste
loos, verplichtend en verwereldlijk
onderwijs en de wijze waarop de Fran
sche regeering de onzijdigheid ver
staat,
Nu, wat de framagons in Frankrijk
willen dat willen onze Belgische raoor-
telbroeders ook. Onze liberale en socia
listische tegenstrevers zijn geen negen-
menneken beier dan hunne Fransche
partijgenoten, die zij zoo zeer bewonde
ren.
Het verplichtend onderwijs zou hier
in België even als in Frankrijk, van de
offlcieële school een brandpunt maken
van godverloochening, anarchie, ze
deloosheid en haat tegen onze natio
nale instellingen.
Ouders, gij die niet wilt dat men aan
uwe kiuders zou inplanten dat God niet
bestaat, dat men vry leven mag lijk
de dieren, dat er hierna noch loon
noch straf bestaat, dat het vaderland
niets anders is dan een verouderd
zinnebeeld wacht u wel van in de kie-
zingen uwe stem te geven aan de can-
didaten van den blauwen, rooden en
groenen blok
Het hieronder meêgedeelde vertoog
schrift werd alle catholieke volksverte
genwoordigers van ons land toegezon
den
De ondergeteekenden, na kennis ge
nomen te hehben van het verslag der
middenafdeeling in zake Coremans
wetsvoorstels, houden er aan, bij deze
gelegenheid andermaal hunne meening
diesaangaande uit te drukken. Hoewel
zij zich desnoods kunnen aansluiten bij
liet artikel 1 van 't wetsontwerp door
de middenafdeeling voorgedragen, toch
blijven zij van gedacht, dat zij enkel
in het oorspronkelijk wetsvoorstel van
M. Coremans bevrediging vinden
want dit ontwerp en dit alleen huldigt
het grondbeginsel van het gebruik der
moedertaal als voortaal in het onder
wijs het eenige doelmatige en opvoed
kundig stelsel.
Daarenboven nemen zij de eerbiedige
vrijheid, bij UEd., aan te dringen, op
dat het arrondissement Brussel aan de
toepassing der te stemmen wet niet
zoude onttrokken worden immers,
wanneer eene wet wordt gemaakt om
misbruiken uit te roeien of toestanden
te verbeteren, moet. men toch, onzes
inziens, de wet toepassen daar waar de
misbruiken en verkeerde taaltoestanden
het meest bestaan, namelijk, in onder
havig geval, in het arrondissement
Brussel.
Wij verzoeken UEd. dringend, in die
zaak de belangen van het Vlaamsche
volk krachtdadig te willen verdedigen
en groeten UEd., met de meeste ach
ting.
overleggen. Wat het ook was dat mijn
wantrouwen opwekte, ik besloot deze da
me voortaan nauwkeurig in het oog te
houden. Ik zag haar scherp aan en vroeg
hoe het kwam dat zij de eenige was, die
aan de bevoegde macht kwam kennis
geven, dat het meisje verdwenen was
Weet M. Blake er niets van
Ik ontdekte eene kleine verandering op
haar gelaat.
Ja, zegde zij, ik heb het hem aan
het ontbijt verteld, maar M. Blake stelt
niet veel belang in zijne dienstboden, hij
laat al die zaken aan mij over.
Dus weet hij ook niet dat gij de po
litie heb laten roepen
Neen, Mijnheer, en gij zult, hoop
ik, wel zoo goed willen zijn hiervan on
kundig te laten. Hij hoeft het niet te we
ten. Ik zal u achter in laten. M. Blake
is een man die zich nooit met iets bemoeit
Wat zegde M. Blake van dezen
morgend, toen gij hem vertelde dat dit
drommels, hoe heet zij
Emily.
Dat Emily dezen nacht was verdwe
nen
Hij zegde er niet veel van, mijnheer,
Hij zat aan de ontbijttafel en las zijn dag
blad, zag even op, fronste de wenkbrau
wen en zegde dal ik, al wat de dienstbo
den betrof.zelf moest behandelen, zonder
hem lastig te vallen.
En liet gij toen dit onderwerp
rusten
Namens den Oud-hoogsiudentenbond van
Oosl-Vlaanderen
De hoofdman, Dr Bauw ens de pen
ningmeester, Dr Arthur Slandaert de
onderhoofdman. D Reim. Speleers de
hulpschrijver. Karei Ileyndrickx, doc
tor in de rechten de schrijver, advo
caat LodDosfel
Namens den Oud-hoogstude>itenbond van
AnUocrpen en Brabant
De hoofdman, advocaat Adelfons Hen-
derickx de penningmeester, Arnold
Hendrix de onderhoofdman, Dr A. La-
porta de hulpschrijver, advocaat Van
den Broeckde schrijver, Dr Frans
Mets.
Namens den Oud-hoogsludentenbond van
Limburg
De hoofdman. Paul Bellefroid, hoog
leeraar te Luik de penningmeester,
Moulckers, aalmoezenier de onder-
hoofdman, Dr A. Habets, leeraar aan
't Atheneum de hulpschrijver, Jos.
Aussen, griffier de schrijver, Eug.
Leën, uitgever.
Namens den Oud-hoogstudentenbond van
West-Vlaanderen
De hoofdman, advocaat Emiel De
Visschere de penningmeester, Dr Alf.
de Pla de schrijver, Benoni David, no
taris; de onderhoofdraan, IV O. Van den
Bulcke.
De toestand in Frankrijk is zoo on
rustwekkend geworden.dat de Parijzer
bladen,zelfs degenen die zich niet gauw
schrik laten aaujagen. reeds zeggen dat
de revolutie in aantocht is.
In de streek van het Noorden en
het Pas-de Calais, zoo schrijn de Parij
zer TEMPS, zijn de werkstakersbenden
meester op straat. Zij overweldigen wie
het hun belieft, zij verplichten de vrou
wen dood van schrik do roode
vlag te dragen. Zij overrompelen de
huizen, plunderen de winkels, ver
woesten de bijzondere woningen. De
gendarmen hebben alle moeite ter we
reld om, van tijd tot tijd, de orde eens
te herstellen, die daarop aanstonds weer
gestoord wordt. Al wat men kan be
komen, is dat de werkstakers de sol
dalen of de gendarmen, die van hunne
peerden vallen of door steenworpen ten
gronde geslingerd worden, niet ter
plaats atmaken. Men brengt ze weg,
overdekt met bloed, gekwetst.stervend.
Fen officier is reeds aan zijne wonden
bezweken.
Zulks is het tafereel eerder ver
zacht - - van hetgeen er ter plaatse der
werkstaking gebeurt. De opstand kent
geene palen meer aan zijne grillen.
Er beslaat geene persoonlijke vrijheid,
geen eigendom, geene wetten, geene
regeering meer.
Ja, mijnheer dit stond gelijk met
een verbod om er verder over te spreken.
Voor zoover ik M. Blake kende, was
dit wel te gelooven, want hoewel hij er
volstrekt niet barsch uitzag, was hij toch
altijd zeer afgetrokken en dus ook voor
zijne huisgenooten zeer moeilijk te
naderen.
Wij waren op korten afstand van het
ouderwetsche heerenhuis, dat door de
New-Yorksche aristocratie als een der
aantrekkelijkste woningen van de geheele
stad werd beschouwd, ik gelaste dus den
man. die mij vergezeld liad, ergens in de
nabijheid post te vatten en het teeken af
te wachten, dat ik hem geven zou, als :k
MGrijce noodig had en nu vroeg ik de
vrouw hoe ik in huis zou kunnen komen,
zonder dat M. Blake het merkte.
O mijnheer, al wat ge te doen
hebt is mij langs de achtertrappen te
volgen. Hij zal er niet op letten, of zelfs
als hij dit doet, toch niets vragen.
Op dit oogenblik stonden wij voor de
achterdeur, zij nam eenen sleutel uit
haren zak, deed open en wij traden het
huis binnen.
II.
EERSTE NASPORING RN,
Mevrouw Daniels, zoo was haar naam,
ging met mij miè naar de achterkamer op
de derde verdieping. Terwijl wij door
'verschillende zalen gingen, kon ik niet
vnalaten op te merken, hoe rijk, doch som
ber die ouderwetsche muren en met schil-
En LE TEMPS bekent vlakaf dat die
jammerlijke toestand de schuld niet is
van de werkstakers alleen, maar ook
van de verschillende ministeries, die
elkander in Frankrijk opgevolgd heb
hen. Door sedert eenige jaren aan de
revolvtiomiaire opruiers alles toe te
laten, is men er toe gekomen hun wijs
te maken dat hun alles veroorloofd
was.
Waarom, vraagt LE TEMPS, heeft
men altijd meer en meer toegegeven?
Kan de hartstochtelijke begeerte om
eene ministersportefeuille te winnen of
te behouden.opwegen tegen het berouw
dat zij thans moeten gevoelen, degenen
die ons in dien schrikkelijken toestand
gebracht hebben
Die vraag, welke liet Parijzer blad
aan de Fransche ministers stelt, zou in
België ook moeten gesteld worden aan
de liberalen, die door hunne toegevin
gen aan de socialisten, hunne kiesver-
bonden mei die rerolutionnairs, ons
land ook tot zulke uitersten zouden lei
den Moesten in België de liberalen
meester worden, zij zouden.0111 aan het
bewind te kunnen blijven, steeds nieu
we toegevingen aan de roode opruiers
moeten doen, en weldra zou hier ook de
revolie dreigend het hoofd opsteken.
Dat de kiezers daar wel eens aan den
ken, en zij zullen zorgen dal wij in ons
land niet zoo ver geraken als onze
ongelukkige zuiderburen.
Sedert een drietal jaren, zijn de
meeste hoplelers voor goed de baan des
vooruitgangs ingeslagen en passen zij
de laatste verbeterde bemestings teelt
en droogwijzen toe, welke de nieuwere
landbouwwetenschappen ons voor
schijven.
Ongelukkiglijk, zijn er toch nog
landbouwers, welke hierin ten achter
blijven, zoodat wij thans ook eenige
woorden willen zeggen over de bemes
ting, aangezien wij door de verbeterde
teelt-en droogwijzen alleen tot geene
overvloedige opbrengst van goede
hoedanigheid kunnen komen, maar
deze in de eerste plaats van de bemes
ting afhangt.
De landbouwers maken over het
algemeen een te groot gebruik van
stalmest en vooral van beer. Stal
mest dient voorzeker de grondslag te
blijven der hopbemesting, aangezien
de hop in eenen humusrijken grond
goed gedi jdt en men mag er tot 30,000
kgr. per hectare van gebruiken, doch
men zal omzichtig zijn met heer en
sodanitraat, aangezien deze te snel den
groei opjagen, de rijpwording ver
tragen en de hoedanigheid verminde
ren. Beter ware het. «bij het open doen
der kuilen, eene gematigde hoe
veelheid ammoniaksulfaat tegebruiken.
derwerk versierde plafonds er uitzien,
hoe dit alles verschilde met hetgeen wij
thans zien, als wij de meer moderne hee
renhuizen van de vijfde Avenue binnen
treden.
Hoewel mijn ambt meêbrengt, dat ik
reeds een groot aantal weelderig inge
richte huizen heb gezien, toch had ik
nooit den dorpel overschreden van een
huis als dit en het hinderde mij zelfs
eenigzins dat ik een gebouw, zoo schoon
en eerbiedweerdig, moest binnentreden
met het docloni g.;rechtelijke nasporipgen
te doen.
Maar toen ik eenmaal in de kamer van
het vermiste meisje was, zette ik alle
nevengedachten op zij om slechts te vol
doen aan de verplichtingen, mij door
mijne roeping opgelegd.
Reeds terstond had ik begrepen, dat
deze geheimzinnige verdwijning voor mij
niet zoo gemakkelijk zou te ontsluieren
zijn de juisthuid der verklaringen van
Mev. Daniëls liet ik hierbij geheel in het
midden.
Hoewel Mev. Daniëls haar een naai-
sterke noemde, zag ik reeds bij den eersten
opslag dat dit geene kamer voor zuik een
meisje was. Hoewel het meubelier, in
vergelijking met de prachtige en rijk
bewerkte wanden en zoldering eenvoudig
was, zag n>en toch overal in deze groote
kamer fraaie zaken en artikelen van
weelde, die mij de veronderstelling, dat
dit het verblijf eener gewone naaister was,
zeer twijfelachtig deed voorkomen.
Doch, 't zijn vooral de kali- en
fosfoorzuurmesten, waaraan niet zel
den de grond, ofwel dc stalmest en de
beer te arm zijn welke hier de hoofdrol
vervullen, immers zy vervroegen de
rijpwording, en dragen niet weinig
bij tot de hoedanighetd der bellen, aan
zien deze hierdoor ten gevolge ryker
aan lupuline (hopraeel) en fijner van
geur zullen zyn. En 't is juist dit, wat
de brouwers vragen, die, het zij hier
ter loops te hunner eer gezegd, onze
bopboeren stevig steunen in hunne lof
felijke pogingen tot het verbeteren
onzer inlandsche hopteelt, en, vergeten
wij het niet,dat het juist dit is, wat wy
betrachten moeten, thans, dat de hop
meer en meer naar hare hoedanig
heid verkocht wordt. Wij moeten
vroege hop betrachten, rijk aan
geurige lupuline.
Uit onze persoonlijke en menigvul
dige andere proeven welke wij thans
nog voortzetten en waarop wij later
wellicht eens breedvoerig terugkeeren,
besluiten wij. dat het noodzakelijk is,
ten einde hel doel te bereiken, dat men
beoogen moet, de hop eene duchtige
kali- en fosfoorzuur, benevens eene
gematigde stikslofbemesting toe te
dienen, en wij bevonden ons immer
goed met eene aanwending van 300 kgr
chloorkalium of zwavelzure kali, 500
kgr. superfosfaat of beter nog 600 kgr.
ijzerslakken, en 200 kgr. ammoniak
sulfaat, doch men bemerkte goed dat de
minerale zouten innig met de bouwlaag
dienen vermengd, terwijl het ammo
niaksulfaat oppervlakkig mag inge
werkt wordenBemerken wy eveneens,
dat de ijzerslakken en het ammoniak
sulfaat nooit gelijktijdig mogen
aangewend worden.
Eindelijk denken wij gerust te mogen
aauraden de chloorkalium of zwavel
zure kali te vervangen door 500 tot 600
kgr. patentkali-manesia (sulfate double
de potasse et de magnésie) dat 25
watervrije kali en 11 0/o zuivere mag
nesia inhoudt, aangezien de hop veel
magnesia bevat, en deze in geene enkele
onzer gewoonlijk gebruikte handels-
meststoffen aanwezig is.
Onbeschaamdheid. Maar
dui ven 1 schijnt tiet ordewoord der libe
ralen te zijn.
Wij willen afschaffing van voorrech
ten. schreeuwen zij en bunne kop
stukken bewi eren dat alwie catholiek is
geene plaats van den Staat mag bedienen.
Wij willen gelijkheid en rechtveerdig-
heid, schreeuwen zij en waar zij aan
't roer zijn verkrijgen de liberalen alle
ambten en bedieningen.
Wij willen licht, schreeuwen zij en
zij zitten in hunne donkere logiehoien te
cotnpioteeren, en houden zorgvuldig al
hunne plannen in den zak, of leggen er
een schijnheilig kladpapier op.
Mev. Daniëls, die mijne verwondering
bemerkte, haastte ziet eenige verklaring
te geven.
In deze kamer werd altijd het naai
werk behandeld, zegde zij, en toen Emily
kwam, vond ik het gemakkelijker hier
een bed te plaatsen, dan haar naar boven
te laten gaan. Zij was een zeer lief meisje
en hield alles goed in orde.
Ik zag naar de schrijfkas, die open op
een tafeltje, midden in de kamer stond,
naar de vaas, half gevuld met deels ver
welkte rozen, op den schoorsteenmantel
raar Shakespeare's werken en Macauly'a
Geschiedenis van Engeland, die rechts
van mij op een boekentafeltje stonden, en
ik dacht er het mijne van, doch zegde
niets.
Vondtgij van morgen de deur ge
sloten zegde ik, toen ik even een onder
zoek in de kamer had gedaan, waardoor
drie feiten bij mij vast stonden ten
eerste, dat het meisje 's nachts niet in bed
was geweest, ten tweede, dat er eene
worsteling of overrompeling had plaats
gehad, daar een der gordijnen als door
eene angstige hand vastgegrepen vreese-
lijk gescheurd was, om niet te spreken
van een stoel, die met een gebroken poot
op den grond lag ten derde, dat men,
hoe vreemd dit ook mocht schijneo, door
het venster vertrokken was.
Wordt voortgezet.