Zondag 25 November 1906
8 centiemen pep nummer
37" Jaar 5899
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, BUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Landbouwers
Staat en leest
De Muilplaag-
Sluiting der grenzen!
zonderlinge verdwijning
Nog de Muilplaag.
Ditjes en datjes.
DE DENDERBODE.
Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
ÏHThTJ*! YOlgCndeD dag' De erva" 18 ter week voor
tad 6 frankmet den Post venonden 6 frank 's Jaars, fr. 3-26 voor res
maanden; fr. 1-76 voor drü maanden, voorop;te betalen. - De inschrijving
e». ïgt met 3i December. De onkosten der twittantiën door de Post ont-
/aagen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijn in bij C. Van de Putte-Goossens, Kone Zoutstraat. N* 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CL'IQIIE HLUM.
Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by acccord.
Niet opgenomen bandschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
AALST, 24 NOVEMBER 1906.
De zoo gevreesde muilplaag, waarvan
den Franschen veestapel is aangedaan,
is, ondanks de strengste voorzorgmaat
regels, in ons land binnengeslopen en
reeds zijn tal van stallen door de plaag
besmet geworden.
De vreeselijke plaag is bestatigd
geworden ook in ons Arrondissement
te Sarlardingen bij Geeraardsbergen.
te Wanzele en te Erondegem op eene
uur afstand onzer Stad.
De veestapel in de nabijheid onzer
stad, in de Gemeenten van het rechter
lijk Canton Aalst, is dus bedreigd.
Onder de liberale gazetten die uit
politieke berekening hunne lezers aan
hitsen tegen de sluiting der grenzen,
omdat liet vleesch aldus in prijs zal
opslaan, treft men ook 't orgaan aan der
Aalstersche liberale firma «Vijf Ezels».
Plet is een onbetwistbaar feit dat de
gewone invoer van Fransch slachtvee
in België zoo onbeduidend is, dat hij
geen den minsten invloed kan uitoefe
nen op onze vleeschprijzen.
En wat meer is de grenzen zijn niet
gesloten voor het Fransch slachtvee
bet mag in 't land ingevoerd worden in
geslotene spoorwegwagons rechtstreeks
gezonden naar de slachthuizen van
uregem, Antwerpen, Gent, Brugge,
Luik, enz. op voorwaarde dat dit slacht
vee binnen den bepaalden tijd geslacht
worde. Men kan dus heden ondanks
de sluiting der grenzen zooveel slacht
vee uit Frankrijk invoeren als vroeger.
De toestand is dezelfde gebleven.
Maar daar bekommert zich 't orgaan
der firma Vijf Ezels niet om. Het
doel is dë vleeschverhruikers, 't is te
zeggen, de bevolking, tegen onze catho-
lieke ministers op te jagen en ze hatelijk
te maken. Politieke berekening anders
niet...
Wij vragen ons Wat er zou gebeurd
zijn, ware de heer Minister van Land
bouw met,zooveel krachtdadigheid niet
te werk gegaan
Geeft men zich wel rekening van wat
er gebeuren zou, moesten de afgezon
derde besmette stallen in 't land bestaan
de, zich uitbreiden en eene algemeene
besmetting veroorzaken
Moest België met die calamniteit ge
slagen worden dan zouden de vleesch
prijzen onvermijdelijk verhoogen. On
vermijdelijk verhoogen, zeggen wij,
door 't noodlottig gevolg der nieuwe
maatregels die zouden moeten genomen
worden, namelijk, afzondering en zelfs
afmaking der besmette dieren
En dan geen veehandel meer.
De velbeeslen door de kwaal aange
tast, zouden de slal niet mogen verlaten
en vermageren op zichtbare wijze
De slechte drachten, een der ongeluk
kige gevolgen van de muilplaag, zou
den veekweek verhinderen. Onze vee
stapel zou voor de toekomst verminderd
worden in eene niet te bepalen even
redigheid.
Bij gevolg zou de vleeschprijs ver
hoogen waarvan de hoeveelheid on den
duur niet te voorzeggen zijn.
En de zuivelnijverheid zou er geweldig
door lijden. De melkvoortbrengst zou
natuurlijk verminderen in evenredig
heid van 't kleine getal melkkoeiën en
den slechten gezondheidstoestand in den
welken zij verkeoren en 't gevolg de
melk zal opslaan cn bovendien verslech
ten van kwaliteit... en de boter die reeds
zoo duur is zou voor velen niet meer
koopelijk zijn.
Terwijl iedereen, buitenman en stede
ling, er door lijden, zouden de margari-
nofabrieken er voordeel bij vinden. En
die lahrieken behooren meest al aan
Hollandscho protestanten en Belgische
liberalen of geuzen.
Ziedaar den toestand dien de liberale
firma, Vijf Ezels, zou willen zien
heerschen... En men merke wel aan dat
de liberale Volksvertegenwoordiger M.
Hens, onze Aalstersche liberale contró-
leurs, enz. deeluitmaken der hoogor be
doelde liberale firma.
Wat bewijst ons die houding der libe
ralen Zij bewijst ons dal zij, waren ze
meester, de grenzen zouden open laten,
bet zieke Fransche vee, ongehinderd
zouden in 't land laten brengen zonder
zich er om te bekommeren dat weldra
onze gansche Belgische veestapel dooi
de muilplaag zou besmet worden en zoo
een calamniteit zou verwekt zijn die de
ruine zou worden van onzen ganschen
landbouwersstand.
En de ruine van de buitenlieden zou
onvermijdelijk deze van vele stedelingen
na zich slepen...
DE MUILPLAAG.De heer Ver-
nieuwe, bestuurder bij het ministerie
van Landbouw, heeft aan eenon confra
ter gezegd dat er brandpunten van be
smetting zijn te Oostakker, Sarlardinge,
bij Geeraardsbergen, Erondegem en
Wanzele in het land van Aalst, te Harel-
beke. bij Kortrijk en te Marchiennes au
Pont, in Henegouw. Dus vier besmette
plaatsen in Oost-Vlaanderen.
Hij denkt dat de ziekte ingebracht is
door kooplieden die de markt van La
Villette, bij Parijs bezocht hebben.
Het is te vreezen dat de smetziekte
eene groote uibreiding zal nemen.
26* vervolg.
Ik herinner mij op dit oogenblik niet
meer of ik, bij het verhaal dat ik deed van
mijn bezoek aan het huis van de Schoen
makers te Vermont, u ook heb gesproken
over het roode kruis, dat in ruwe trekken
op een van de deuren wat geteekend,
Het trok destijds niet zoo bijzonder mijne
aandacht en ik zou er waarschijnlijk ook
niet meer aan gedacht hebben als ik niet
juist nu, terwijl al mijne gedachten zich
met diezelfde Schoenmakers bezighielden,
dat roode krijt had gevonden. Tegelijk
kwam mij nog iets in 't geheugen, dat ik
reeds half vergeten was. Voor eenige da
gen namelijk, had mijne huisbazin mij
verteld dat de menschen boven haar (twee
mannen en eene vrouw zegde zij, geloof
ik) het haar nog al lastig maakten, maar
dat zij goed betaalden en zij hen daarom
niet geerne zou laten vertrekken. En nu
kwam er een vaag vermoeden bij mij op,
dat mij aanleiding gaf weer naar de deur
terug te keeren, die ik bij vergissing had
willen openen.
Het was een eenvoudige, witte deur,
van ruwer maaksel dan die lieneden doch
waaraan overigens niets bijzonders viel
op te merken. Doch thans viel mijn oog
op de deur van de kamer daarnaast. En
nu zag ik op het middenvak daarvan een
rood kruis, volkomen gelijk aan hetgeen
ik eenige dagen geleden op de deur van
het huis der Schoenmakers te Granby had
gezien, en waarschijnlijk geteekend met
hetzelfde stuk krijt, dat ik op het oogen
blik in de hand had.
Bij deze ontdekking ging mij eene hui
vering door de leden, die mij bijna de
haren te berge deed rijzen. Moest dus dit
drietal gevonden worden in hetzelfde huis
waarin ik reeds langer dan eene week
had gewoond, en zelfs vlak boven mijn
hoofd. Ik kon mijne oogen niet van dat
geheimzinnige teeken afwenden. Ik boog
mij voorover naar de deur, ik luisterde,
ik meende een krachtig man op een af
stand te hooren snorken, en kon mij met
moeite weerhouden de deur open te du
wen en binnen te treden. Reeds raakte ik
den knop aan, toen een buitengewoon
krachtig gesnork daar binnen mij waar -
schuwde, dat een kleine man zooals ik
ben, in deze omstandigheden en op dit
uur liever te bescheiden dan te stoutmoe
dig moest zijn.
Ik ging dus naar mijne kamer terug,
doch bleef den geheelen nacht wakker,
steeds luisterende of ik boven ook iets
hoorde, en plannen makende, wat ik doen
zou als het werkelijk bleek dat ik de man
nen op het spoor was naar wie ik met
zooveel ijver had gezocht.
Met het aanbreken van den dag stond
De muilplaag is uiterst besmettelijk
en tot hiertoe is er geen middel gekend
om ze te voorkomen.
Te lande zegt men dat ze voortgezet
wordt door de hennen en ander gevo
gelte ook door honden en katten, enz.
Door het bezoeken aan den stal van
vreemde personen, kooplieden, vrien
den, bloedverwanten, kan de ziekte voor
zeker ook aangezet worden.
Het is dus voorzichtig geene personen
in den stal te laten komen die er geene
zaken hebben. Doch ook de personen dei-
hoeve kunnen de besmetting opdoen,
zondordat zij het weten, natuurlijk, op
markten, verkoopingen, in den trein
en allerlei samenkomsten.
Gelukkiglijk is de ziekte gewoonlijk
niet doodelijk het gebeurt zeer zelden
dat er dieren van de muilplaag sterven.
Het is nochtans reeds gebeurd, -wanneer
er eene andere ziekte bijslaat.
Doch de ziekte brengt een grooten last
medo voor de landbouwers de aange
dane dieren veroischen veel zorgen.
Daar zij moeilijk kunnen eten moet
hun voedsel op bijzondere wijzen gereed
gemaakt worden de muil, de pooten
en do uier moeten dikwijls met een
zuiveringsloog gewasschen worden den
stal moet men zeer rein houden.
Het ergste is echter nog dat de melk
koeien, eens genezen zijnde, geene of
slechts nog 'weinig melk meer geven
de boer heeft dus noch melk noch boter
te vorkoopen en 't is daarin, dat het
groote verlies bestaat.
Wat het afmaken der zieke dieren
betrefthet kan goed zijn om de uitbrei
ding der ziekte to keer te gaan.
Doch, voor den landbouwer zelf is dat
niets weerd, al krijgt hij de volle ver
goeding van zijn vee.
Immmers, hij mag niet dadelijk
andere dieren koopen.ofhij loopt gevaar
dat ze ook de muilplaag zullen krijgen.
Daarom verkiest do landbouwer zijn
ziek vee te behouden. Als hot eens gene
zen is,dan heeft hij niet meer te vreezeu.
Het is nog niet gebeurd dat dezelfde
dieren tweemaal achtereen van de muil
plaag aangedaan worden. Als het vee
zo eens gehad heeft dan schijnt het er
tegen bestand voor een geheelen tijd,
evenals de menschen die eens de pokken
gehad hebben.
REIZIGERSSTATIE AALST. - De
heer Minister van spoorwegen enz. komt
onze achtbarecatholieke Volksvertegen
woordigers aan te kondigen dat de aan
besteding voor de werken onzer reizi
gersstatie zal plaats hebben op 9 Januari
1907 aanst.
De plans van den hoofdingenieur Van
Bogaert, (aan wien men de statie van
Antwerpen te danken heeft), zijn hoogst
merkwaardig). Tusschen ieder paar spo
ren zal zich eene bijzondere wachtzaal
ik op. Ik had iemand met zware schreden
den trap hooren afgaan, en wilde hem
volgen. Maar bij nader inzien vond ik
het toch beterde vrouw des huizes te bel
len en eerst te trachten van haar nog iets
naders omtrent die menschen te verne
men. Zij was op dit vroege morgenduur
reeds druk in de keuken bezig, doch ver
scheen al heel spoedig bij mij in de ka
mer en nu deed ik haar allerlei vragen.
Zij was in hare antwoorden volstrekt niet
achterhoudend. Zij had in den korten tijd,
dien ik bij haar had gewoond, eene on
schuldige genegenheid voor mij opgevat
iets waaraan ik misschien evenveel
schuld had als zij zelf en was maar al te
bereid hare vele grieven in mijn gevoel
vol en medelijdend hart uit te storten,
want die mannen waren haar werkelijk
tot last, hoewel zij moest erkennen dat zij
haar goed en juist betaalden, wat haar
ook niet onverschillig was.
Niet altijd waren zij tegelijk 't huis,
doch steeds een van hen. Dan rookte hij
zijn oude pijp en dit maakte de muren
zoo vuil cn zij zagen er zoo verwaarloosd
uit eD hielden het meisje zoo opgesloten.
En als zij uitgingen dan kwamen zij
altijd op zulk een ongewoon uur 't huis.
Dit alles was haar hoogst onaangenaam,
maar het geld...
Ja, zegde ik, dat begrijp ik, terwille
van het geld moet gij al die kleine onaan
genaamheden over het hoofd zien. Wat
ii een huisbazin dit geen geduld heeft.
bevinden die des winters zal gesloten
worden. Gansch de statie zal overdekt
worden.
ALGEMEEN STEMRECHT.
Een webontwerp werd in naam der
liberale linkerzijde, neergelegd, bepa
lende dal de Evenredige Vertegenwoor
diging aan de Gemeentekiezingen zal
toegepast worden en afschaffing van
't meervoudig stemrecht behalve dat
aan de familievaders eene bijkomende
stem zal worden gegund op 35 jarigen
ouderdom.
Wat zullen de socialisten nu zeggen,
zij. die liet algemeen stemrecht op
21 jarigen ouderdom en een jaar verblijf
in de gemeente eisehen
Wel, ze zullen moeien bekennen dat
zij zich door hunne liberale bondgenoo-
ten, als echte kerstekinderen in de
doekskens hebben laten doen.
LIBERALE gENATEUR VOOR
AALST-AUDENAARDE. Wij lezen
in het liberaal blad L'Indépendance
nr van 22 November 11.
Men kondigt aan dat de liberale
Senateur voor Aalst-Audenaarde, M.
Bernaeyge, ter oorzake van ltooge
jaren, de vernieuwing van zijn man-
u (laat niet meer zal verzoeken. Hij zal
vervangen worden door M. Guisset,
nijveraar te Ronse.
Zoo is het dus geschoteld en gelepeld
door de opperbazen
Wat gaan onze twee brouwers candi-
daten-senateurs hiervan zeggen
Wat zal hiervan zeggen de derde
candidaat die ten einde voorkeur te be
komen op de twee candidaten-brouwers,
zich, een paar maanden geleden, in de
logie heeft laten opnemen
Maar zal men zich afvragen
De Denderbode hoe weet hy dat
van de logie
Op een eeuwig zwijgen luistert
't Is ons Luistervinkje dat ons dit
onlogenstrafbaar nieuws meêdeelde. Ver
slaan hé
Nu de drij candidaten-brouwers en
logiobaas zijn alledrij den azijntobbens
in M. Guisset wordt liberale senateur
voor Aalst
Hartelijk proficiat aan de beroemde
liberale Associatie der VIJF EZELS
SOCIALISM EN GODSDIENST.
De socialistische Journal de Char
leroi zegt eens vlakaf zijne meening
over de betrekkingen tusschen het
socialism en den godsdienst
Het. is niet mogelijk zegt hy
socialist te zijn, als men eenen gods
dienst belijdt.
Alwie niet uit zijn byzonder leven
alle spoor van godsdienst wegruimt,
heeft het recht niet zich op het socialism
te beroepen.
Zeker zijn de gevallen zeldzaam van
strijders die zich vergeten tot aan de
schande der godsdienstoefeningen.
Doch zulke zijn er en dat i3 voldoende.
Waarom ze in dat geval, lateu begaan
Uit die brutale bekentenis, kostbaar
voor dezen die nog zouden twijfelen aan
de volkomene onvereenigbaarheid van
godsdienst en socialism, trekken wij de
volgende besluiten
1° De socialisten stellen als princiep
dat godsdienst en socialism niet kunnen
samengaan
2° Zij erkennen dat het getal hunner
partijgenooten die nog eenigen gods
dienst behouden hebben, uiterst gering
En ik ried haar volstrekt niet aan, hun de
huur op te zeggen.
Maar het meisje, ging zij voort, wat
is zij lief en bedaard, en wat ziet zij er
lyderd uit, Ik kan het bijna niet uitstaan,
dat zij in die kleine kamer opgesloten en
door die ruwe kerels bewaakt wordt. De
oude man zegt dat zij zijne dochter is, en
zij ontkent dat niet maar nog eer zou ik
gelooven dat die lieve kleine, die gij hier
over in de vensterbank ziet zitten aan dien
bedelaar behoort, die op straat voorbij
gaat, dan dat de jonge dame hierboven
met hare beschaafde manieren in eenige
bttrekking zou staan tot die ruwe men
schen. Gij moest haar eens zien.
Dat is juist wat ik zou wenschen,
viel ik haar in de rede. Niet omdat gij
mijne verbeelding hebt opgewekt door
eene opsomming van al hare aantrekke
lijkheden, haastte ik mij er bij te voegen,
maar omdat er, als ik mij niet vergis, voor
hare ontdekking en bevrijding eene be
langrijke som is uitgeloofd.
En zonder verdere omwegen vertelde
ik nu aan de verbaasde vrouw, dat ik
r.iet was, waarvoor zij mij steeds had
gehouden, een klerk buiten betrekking,
wiens dagelijksche bezigheid was naar
een andere positie uit te zien, maar een
lid van de geheime politie.
Zij stond geheel versteld, en liet zich
gemakkelijk overhalen mij, voor zoover
dit in hare macht was, in alles te helpen.
Zij gaf mij de vrije beschikking over de
3° Zij verklaren dat men dezen die
- zich vergeten tot aan de schande der
godsdienstoefeningen, niet mag laten
begaan
Dat alles is zeer goed om weten en
onthouden.
Ten andero dit is toch geen groot
nieuws. Immers roode pacha Anseele
zegde in 1894 ter Volkskamer
Indien do menschen ons ondervragen
nopens onze godsdienstige gedachten,
wij antwoorden met Liebknecht
Wij zijn goddeloos.
EEN GOEDKOOP WEERGLAS.
- Sluit eone echel in eonsn grooten
glazen bol, vul dien mei water, dekt
Item too mot eene stof, licht genoeg om
voldoende versche lucht door te laten.
Ziehier, volgens het Illustrated
Rural Industries hoe de aanduidingen
van dat levend weerglas moeten uitge
legd worden
Blijft de echel opgerold op den bodem
liggen, dat is een teeken van schoon
weder kruipt zij tegen den wand op,
en blijft dan boven liet peil van het
water hangen, dan is regen niet verre
meer af.
Heeft zij geen oogenblik rust, kruipt
zij in alle richtingen door liet water, en
dat met groote snelheid, dat is een zeker
voorteeken van hevigen wind.
Een dag of twee voor dat er oen on-
weder losbreekt, blijft de echel altijd
boven liet water zitten en heeft stuip
achtige bewegingen.
De echel, die in de geneeskunde wat
buiten de mode geraakt is, kan nog
eenigen dienst bewijzen om het weder te
voorzeggen.
IN ZIJN VERSLAG over de
blauw roode betooging van Zondag te
Brussel, zegt Vooruit.
Aalst.
Een uitbundig gelach begroet deze
zeer dichte groep. Hoog aan eert stok
bengelen een massa vet gevulde sau-
cissen...
En daar onder een schild met de
woorden A bas Woeste
Wij gelooven dat de Aalstersche libe
ralen nog een uitbundiger gelach zouden
verwekt hebben, hadden zij aan hunnen
stok ook een paar warme pantoffels
gehangen om nevens de vetgevulde sau
cissen te bengelen.
't Schijnt dat een der Commissarissen
van den stoet deod opmerken dat het
bovenste verdieping, en beloofde mij bo
ven alles stipte geheimhouding, zonder
welke al mijne fljn doordachte plannen,
om de booswichten gevangen tc nemen
zonder schandaal te maken, verijdeld zou
worden.
Reeds op den middag van denzelfden
dag had ik mijn intrek genomen in de
kamer naast die met het roode merktee-
ken, dat mij den vorigen avond met sulk
eer. koortsachtige hoop had vervuld. Ge
kleed in de kale plunje van een verarmd
fransch artist, met wien ik eens had ken
nis gemaakt, met iets van zijne houding
en voorkomen, en de wit gepleisterde
muren versierd met eenige van zijne
kunstproducten van twijfelachtige weerde,
begon ik, met alle hoop op goed succes,
de geheele bovenverdieping en hare be
woners te spionneeren, hetgeen ik nood
zakelijk achtte om 't plan dat ik beoogde,
tot een goed einde te brengen.
Een lastige kuch was een van de eigen
aardigheden van mijnen vriend, en be
sloten om geheel in zijn karakter op te
treden, veroorloofde ik mij nu en dan de
stilte te verbreken, door te hoesten en te
hijgen, wat wel niet bijzonder aangenaam
was, maar toch voor mijne omgeving vol
doende bewees dat ik mijne tegenwoor
digheid niet voor hen trachte te verber
gen. Het was dan ook mijn wensch dat
zij zoo spoedig mogelijk zouden weten,
dat zij een buarman hadden gekregen,
wel bijziende en min of meer onnoozel,
niet betaamde, tegenstrevers te beleed 1-
gen en dat. om den man zyne vermetel
heid te beloonen, hij er met eenige bon
ken en stompen is van afgekomen.
Aan 't hoofd onzer Aalstersche roodjes
marcheerden de snullenbarbiers.de win-
kelpolitiekers, lyk de liberalen hen
heeten, die de ziende-blinde sukkelaars
zoo fijnekes weten uit te buiten.
ALS LASTERAAR VERVOLGD.
Donderdag verscheen in bijlegging of
conciliatie voor den heer Vrederechter
M Gustaaf Leveau, alias Staafken
met zijn balken Gemeenteraadslid en
kwakbaas.
In zitting van onzen Stedelijken Raad
op 30 October II. beschuldigde M. Leveau
op deuitdrukkelijkste wijze, een onder
wijzer onzer Aalstersche Vrije Scholen
van ongehoorde mishandelingen ge
pleegd te hebben opeen zijner leerlingen.
En M. Leveau zou in geheime zitting
den plichtige aanwyzen maar hij bleef
er aan te kort. (Zie De Denderbode van
4 Nov. 11.)
Een enkwest door de Schooloverheid
geopend heeft bewezen dat die beschul
digingen van M. Leveau ongegrond en
valsch zijn bevonden en van verre
gaande lafheid getuigen.
Nu al de onderwijzers der Vrije
Scholen, 28 in getal, hebben hem voor
't Gerecht gedaagd en eisehen 28duizend
frank als eerherstelling en afkondigin
gen van het tusschen te komen vonnis.
Mr Moyersoen, advoeaat der onder
wijzers, verklaarde dat in zijn exploot
de feiten worden voorgesteld gelijk ze
ter zitting des Gemeenteraads zijn voor
gevallen en in den eisch bleef volher-
den.
Mr Michiels verklaarde de conciliatie
onraogelyk en eischte dat er zou worden
geacteerd dat zijn klant verklaart dat
het alles valsch en logenachtig is, dus
dat er niets bestaat waarvan men hom
beschuldigt en ter Stedelyken Raad is
voorgevallen.
Men zal hem dat anders wys maken
te Dendermonde.
IN FRANKRIJK.De ministers
Viviani en Briand verdedigden dezer
dagen de scheidingswot en deden het
in eene taal die een groot getal leden
deed protest aan teekenen tegen de hel-
sche godslasteringen die ze uitbraakten.
Minister Viviani riep uit dat hy het
Geloof zou verdelgen en uit allo zielen
de hoop in een beter leven wilde rukken.
Minister Briand zegde dat het Fransch
gouvernement oen Staat moet zijn zonder
Godsdienst.
La Croix dü Nord heeft tegen die
openbare godslasteringen, in naam der
Fransche catholieken, met verontweer-
diging protest aangeteekend.
Landgenoten als de liberalen en socia
listen geholpen door do groene demo
craten hier zullen meester zijn, zullen
wij hier die zelfde openbare godslaste
ringen hooren uitbraken.
maar toch een buurman die dag en nacht
zijne deur zou open houden, natuurlijk
voor de warmte van den gang en die,
met de lastige gewoonte van een oud
man, die eens in goeden doen en bij de
dames zeer gezien was geweest, in den
gang heen en weer liep, ieder dien hij
aansprak en een vriendelijk woord terug
verwachtte. Als hij niet in den gang heen
en weer liep of hoestte, dan maakte hij
bouwplaten van karton om daarmeê de
argelooze kinderen de centen uit den zak
te lokken deze bezigheid verrichtte bij
aan eene klein* tafel vlak tegenover de
openstaande deur.
Zooals ik verwachtte, had ik nauwelijks
drie malen gekucht, toen de naaste deur
met een ruk geopend werd en een ruwe
stem riep
Wie maakt bier toch zoo'n gruwe
lijk leven Als 't met dat helsche spek
takel niet onmiddelijk uit is...
Eene zachte stem viel hem in de rede
en hij trad weer terug in de kamer.
Ik zal eens gaan zien, klonk het
vriendelijk, en Luttra Blake want
reedsvoor ik haar zag, was ik overtuigd
dat sij het was kwam in den gang.
Ik boog mij over mijn werk, terwijl zij
voor mij ging staan. Ik durfde bijna niet
opzien, in dit voor mij zoo gewichtig
oogenblik van spanning.
(Wordt voortgeaet.