Donderdag !1 April 1907 5 centiemen per nummer 578le Jaar 5958
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
De kleine
Burgerij.
Eert Vader en Moeder.
Oudervinding.
Catholieke Jonge Wacht
EEN EN AND Eli.
AELST.
DE DENDERBODE
Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
keoing van den volgenden dag. De j»rys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad B frank met den Post verronden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zee
mj.anden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eii.digt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQIIK HIIIIM.
Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3** bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen hij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in dan voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemds landen zich te wenden ten bureeie van
dit blad.
Aalst, ÏO April ÏOOT.
Donderdag der verleden week verga
derde des namiddags de nationale Com
missieder Kleine Burgerij, onder Voor
zitterschap van M. Cooreman.
De beraadslaging over de wenschen
die haar werden voorgesteld door hare
vierde en vijfde sectiën in zake van
fiscale kosten, werd voortgezet.
De heer Tibbaut kwam terug op het
voorstel in de laatste zitting aangeno
men. betrekkelijk de afschaffing der
pleitbezorgers en drukte den wensch
uit dat de pleitbezorger door den advo
caat zou vervangen worden voor de
rechtbank als zaakgelastigde der par
tijen.
Eene langdurige besprekiug werd
hierdoor uitgelokt tusscnen de heeren
Brassine, Varlez, Cooreman, Vander
Cruyssen en Tibbaut. Eindelijk stelde
de heer Voorzitter voor eenvoudig de
aandacht der wetgeving in te roepen op
't gezamenlijke der wenschen door de
Commissie uitgedrukt, in acht nemende
de afschaffing der pleitbezorgers. (Werd
aangenomen.)
Vervolgens hield de Commissie zich
onledig met de fiscale hervormingen in
de wetgeving tot stand te brengen.
De Commissie vraagt de vrijstelling
van het zegel voor al de acten en rechts
plegingen van de vrederechters en voor
al de acten te beteekenen van pleitbe
zorger tot pleitbezorger zij eischt ook
de afschaffing der greffliersrechten, na
melijk, voor het op de rol brengen, re
gistratierechten, rechten op de afschrif
ten en hunne vervanging door de regi
stratie, aan een minimum en klimmende
taks, van al de minuten der vonnissen.
Betrekkelijk het bepalen van een ta
rief der gerechtskosten, beveelt de Com
missie de vaststelling aan van een wei
nig ingewikkeld tarief, 't welk zou
vaststellen dat de vergelding der deur
waarders, pleitbezorgers, deskundigen
trapswijze opgaande zou zijn in evenre
digheid van do belangrijkheid der zaken
met bet oog op den vooruitgang der
techniek en zonder dat er rekening
worde gehouden met het getal der ge
dane beteekeningeu en vacantiën.
De Commissie verzoekt de Regeering
bij ordemaatregel, te beslissen dat de
afschriften der vonnissen en andere ge-
rechterlyke stukken nimmer aan de
II.
ie vervolg.
DE RONDGANG.
Wij gingen door lange, ver uitgestrekte
gangen, aan vele, vele «ellen voorbij. Ook
ontmoetten wij vele krankzinnigen, welke
zich schuw, met afgewend gelaat tegen den
muur drukten.
In enkele verblijven mochten wij een
blik werpen en mijn leidsman wist mij van
velen veel te zeggen.
Daar zat er een met een kroon van klau-
tergoud op het hoofd en een stok in de
hand, arm» koning of keizer een
ander riep, toen wij zijn kamertje binnen
traden terug, want ik ben van glas. Een
arm meisje, welks gelaat nog sporen van
schoonheid droeg, wierp ons vreeselijk
wilde blikken toe die moesten zonder den
minsten twijfel beteekenen weg, weg, ik
wil geen menschelijk aangezicht meer zien,
sinds een mensch mij zoo schandelijk, zoo
reddelooB diep ongelukkig heeft gemaakt.
Laat ons gaan, zei ik stil.
Wij verlieten de lange gang, zoo een
tonig, zoo stil en zoo vreeselijk, waar uit
elk raampje, in al die deuren aangebracht,
een verschillende soort van waanzin «ns
Aanblikte.
griffier zullen betaald worden per regel
geschrift, daar dit stelsel dikwijls aan
leiding geeft tot eene buitensporige
overdrijving der kosten van afschriften.
Eene bespreking ontstond vervolgens
over de kwestie of het niet geraadzaam
wezen zou in onze wetgeving, voor de
inning der goedvinden voortspruitend
uit aanvaarde wissels, liet Zwitsersche
stelsel na te volgen en in den aard dei-
vervolgingen in gebruik voor registra
tierechten en belastingen.
De heer Cirylits gaf in lichtingen aan
gaande de werking van het Zwitsersche
stelsel, en stond de vervanging voor der
rechterlijke vervolging door een be
stuurlij k bureel tot op het oogenblik dat
de schuldenaar zelf goedvindt de zaak
voor de rechtbank te brengen.
De heer Lambrechts trad deze mec-
ning by en stelde het volgende amende
ment voor
De Commissie raadt aan, voor de
inning van de goedvinden der leve-
raars, een stelsel aan te nemen in den
aard der Zwitsersche wetgeving,
waarbij de vervolgingen en do uitvoe-
ring toevertrouwd worden aan een
bestuurlijk bureel, behoudens op te-
genspraak te beslissen over den eiscb,
in 't voorkomend geval, door den
schuldenaar voor den bevoegden recli-
ter gebracht.
De heeren Tibbaut, Brants en Varlez
nameu het woord bestuurlijk niet
aan.
De heer Cooreman stelde voor de
woorden bestuurlijk bureel door
bijzonder bureel te vervangen.
De tekst van den heer Lambrechts
aldus gewijzigd werd aangenomen-
In de aanstaande vergadering binnen
een achttal dagen, zal het vraagstuk
van het crediet besproken worden.
Onder dezen titel deelt onze Confrater
't Land van Oudenaarde 't vol
gende schrijven meê, weerdig om er de
aandacht onzer geëerde lezers op in te
roepen
Dikwijls spreken bejaarde menschen
over den goeden ouden tijd, wanneer
men dit zoo deed, en wanneer dat nooit
gebeurde en dan doen ze hun best om
die vervlogen jaren met de schoonste
woorden op te hemelen.
De jongelingen, die zoo iets hooren,
hellen glimlachend de schouders op en
mompelen binnenmonds«Wat uit-
Ik voelde iets onzeggelijks droefs op mij
lasten.
Den kortsten weg willen wij nemen,
sprak Frans, en wij gingen over een soort
van binnenhof naar het kwartier van mijn
vriend, om bij een kop koffie uit te rusten.
Maar nu kwam het ergste.
In een hoek van dat binnenhof stond een
hooge, slanke, schoone gestalte. Zij had
iets trotsch, iets gebiedends, in weerwil
van het bruingelokte hoofd, dat op de borst
leunde. Het was geen woedende krank
zinnige. Bij hem was een dwangbuis onnoo-
dig. Hij leunde tegen een lindeboom, die
zijn laatste bloesems van tijd tot tijd liet
vallen over zijn bleek gelaat. De vreeselijke
strijd drukte zijn klauwen in de ontstelde
trekken van zijn bleek en toch prachtig
fijngesneden gelaat. Hij kon nauwelijks vijf
en dertig jaren tellen.
Hij staroogde om zich heen.
Van tijd tot tijd hief hij zijn hand op,
betrachtte ze met nauwkeurige oplettend
heid, eo dan alsof hij haar voor een
begane gruwel vreeselijk straffen wilde
sloeg hij haar geweldig tegen den muur.
Dan 6taarde hij ze weder aan, om een
nieuwen slag tegen den muur te doen.
De hand was vol striemen en rood opge
zwollen.
Het was akelig om aan te zien.
Bij den derden slag bloedde zij. Dikke
druppels bloed vielen langzaam neder. Hij
zag ze na, eiken keer tot op den grond.
u Wonderlijke man sprak Franz, als
staans heb ik met dien ouden tijd En
ze stoppen hun ooren voor de gezegden
dier brave ouderlingen.
Welnu, indien we heden tusschen
beiden de rol van scheidsrechter moesten
spelen, dan zouden we zeggen, dat er
dikwijls op de twee wat af te keuren
valt.
De mannen van den goeden ouden tyd
overdrijven gemakkelijk en overdaad
is nooit aan to prijzen. De jongelingen
integendeel handelen te onbezonnen
wanneer ze elke raadgeving van den
ouderdom achteloos in "den wind slaan
en als ze denken, dat ze groot genoeg
zijn om op eigene vleugelen te vliegen.
In 't verleden ligt het heden 'lyk de
oefening kunst baart, zoo leert de on
dervinding hoe de mensch in dit of dat
geval moet handelen, en wie heeft er
meer ondervinding en en levenswijs
heid tenzij lij, die reeds lange jaren ge
leefd heeft
Wat doet een jonge doer, die twjfelt
of het goed zou zjn niet zulk weder te
zaaien of 't wel voordeelig is voor hem
de melk zjner koeien naar eene melkerij
te voeren, scheikundige meststoffen te
gebruiken voor het kweeken van deze
of geene plant Wat doet een leer
gast, die van den patroon, waar h j op
stil is, een werk moet afmaken en niet
weet hoe lij er het best zal komen
Welnu, die jonge boer en die leergast
gaan ter school bij de ondervinding. Ze
vragen uitleg de eerste aan nen ande
ren hoer, die meer ondervinding weet
wat het voordeeligste is de tweede bij
zjnen moestergast of bij den patroon
zelf, die reeds lang den stiel uitoefenen
en dus bekwaam zjn den noodigen uit
leg te geven. Ze luisteren aandachtig
naar de stem der ondervinding en vol
gen met vertrouwen den weg, die hun
aangewezen wordt.
De jongeling staat onervaren voor
't leven 'Ijk de leerjongen voor 't opge
legde werk. Zijn verstand zal twijfelen
en hj zal niet weten wat er hem te doen
staat. Mag hij dus handelen op goed
valle 't uit Neen, dit ware onrede-
ljk en dwaas Doch h j zal aankloppen
en raad vragen bij iemand die onder
vinding heeft 't zij bij z jne ouders 't zj
bij ue w jzen ouderling, die reeds vele
jaren in 't leven liecft doorgebracht en
in 't verleden geleerd heeft hoe men in
bepaalde omstandigheden moet hande
len.
Jongelingen vraagt en volgt den raad
van hen, die meer ondervinding en le
venswijsheid hebben dan gj. Dus
doende, zult ge minder daden verrich
ten, die u laler maar al te dikwjls be
rouwen
wij dichter bij waren gekomen. Zoo kan
hij heele dagen daar staan en zijn hand
aanstaren, en...
Bons daar ging ze weder tegen den
muur.
Mijn vriend hoefde niet verder te spreken.
Hoe gaat het met u, lieve vriend
vroeg Franz deelnemend.
De krankzinnige hief het hoofd op en
stuurde ons een langen, oneindig droevigen
blik toe, zoo als uit oogen, die zwaar van
tranen zijn en niet kunnen weenen, een
blik, waarin een geheele geschiedenis van
droefheid en ellende te lezen stond.
Toen een diepe zucht.
Verder geen antwoord en de oogen staar
den opnieuw op de rood en blauw geslagen
hand.
Arme Gustaaf zuchtte ik.
Ik had in den arme krankzinnige een
jongen man herkend, dien ik in gelukkige
dagen vroeger goed gekend had.
Nu stond ik voor hem. Ik nam hem bij
de gestriemde hand. Gustaaf nu hoe is
het hoe gaat het en blikte hem in de
oogen.
Maar aan een gesprek was niet te denken.
Geen woord kwam over zijne lippen,
geen teeken dat hij mij terugkende, geen
spoor van vreugdedezelfde oneindig droeve
blik, die onuitsprekelijk weemoedige trek
om den mond en werom staard hij op zijn
hand.
Weder hief hij ze op, betrachtte ze lang,
met bange oplettendheid, als lat hij in
AALST.
Het Bestuur heeft in zitting van 4 April
11. beslist
i° Eene algemeene Vergadering der
Catholieke Jonge Wachten van Aalst te
houden, op Maandag 15 April 1907, om
8 1/2 ure 's avonds, ten lokale van M.
Camille Verleysen, Burghtstraat, x.
DAGORDE
x. Mededeelingen. 2. Prijskamp.
3. Aanvaarden van nieuwe leden.
20 Het patroonfeest van den H. Michaël
plechtig te vieren op 5 en 6 Mei aanst.
Het programma ervan zal later bekend
gemaakt worden.
Het Bestuur.
ZE ZIJN TEGEN DEN GODSDIENST
NIET De kinderen te Gent die in
1905, 1906 en 1907 hunne Eerste Com
munie hadden moeten doen, maar wie
dat belet is geweest door verblinde
ouders, zoodat die arme dutsen nu groot
gebracht worden buiten God en zijn Ge
bod, zullen kortelings uitgenoodigd
worden om in VOORUIT een di
ploma van den vrij den kersbond te gaan
ontvangen, een echt diploma dus van
god verloochening en goddeloosheid.
Nu, de rooden socialisten die zulke
hemeltergende betoogingeu in hunne
lokalen houden, durven dan nog bewee-
ren dat ze tegen den Godsdienst niet
zijn I
Op den Zondag van Paschen hebben
de socialisten van het Center, in het
Maison dd People te La Louviére,
onder voorwendsel van feest te vieren,
op schandalige wijze hel H. Eerste Com
muniefeest nageaapt. Dat was zeker om
eens te meer te toouen dat de socialisten
niet tegen den godsdienst zijn.
En zeggen dat de groene jannen die
beweren godsdienstige!' te zijn dan wie
ook met de roode socialisten kiesver-
bonden sluiten en ze dan met woord en
daad ondersteunen.... Kan 't missen,
groene helden dat het socialism ras op
schiet
Prinses Elisabeth en «Ie
Auierlkaausclie drukpers.
The World, van New-York, een
blad dat zich zoozeer onderscheidt door
do rijke verbeelding zijner reporters als
doorzijn groot formaat - zijn nummer
vau 24 Maart telt met miuder dan 84
hare linies en vouwen een vloek, een God»
oordael, en toen hield ik dit ontzettend
tooneel niet meer uit, ik ging.
Mijn vriend volgde mij, terwijl hij den
oppasser toeriep Gij moet hem de hand
weer vastbinden.
Daar zaten wij nu weer op de kamer van
mijn goeden Franz aan het open raam, ieder
in een gemakkelijken stoel, met een Bre
mer, die heerlijk geurde. Franz noemde dat
een brandoffer te mijner eere ontstoken, en
koffiie niet minder goed, dampte voor ons
zijn aroma uit twee antieke fijne kopjes.
Franz deed namelijk in antiquiteiten. In
antiquiteiten en krandkzinnigen, maar
altoos rariteiten, zoo spraken wij van hem,
wij, zijne oud-medestudenten.
Maar de goede luim, de prettige zin
waren weg, bij mij ten minste. Franz was
aan dat alles gewend. Maar ik zag altijd
den armen Gustaaf voor mij staan, en dan
zuchtte ik onwillekeurig Gustaaf, arme
Gustaaf, waartoe zijt gij gekomen wie had
ooit kunnen denken, dat ik u zoo zou weder
zien Ik, die u gekend heb in uwe jeugdige
frisheid, in de volle kracht uwer bloeiende
jongelingsjaren, gekend, gezien en bewon
derd.
Vroeger straalde u de bloei der jeugd en
een fonkelende geest uit de zonnige oogen,
en thans staart de dood en de onbewuste
wanhoop uit die uitgedoofde blikken.
Ach, had zulks uwe arme, goede moeder
moetei. beleven, die u zoo onzinnig lief
had, in weerwil van uwe vree»elijke on-
bladzyden deelt eenen brief uit Brus
sel mede, waarin men zien kan hoe de
Amerikaansche dagbladschrijvers soms
de geschiedenis schrijven. In dezen brief
leest men, onder andere
Prinses Elisabeth, die een echt letter
kundig talent bezit, heeft een drama ge
schreven, getiteld Romunda, waarvan
do eerste vertooning te Brussel werd ge
geven ten voordeele van het werk door
haar geslicht en beschermd. Het drama
opgevoerd door spelers gekozen onder
den hoogsten Brusselschen adel, heeft
den schitterendsten bijval genoten en
eene ontvangst van 50,000 fr. opge
bracht.
Het Amerikaanscii blad vertelt nog
aan zijne lezers dat prinses Elisabeth,
die zelf zeer goed kan koken, te Brussel
eene academie van kookkunst voor jonge
meisjes heeft gesticht. Daarenboven
zegt het blad heeft de prinses prijzen
uitgeloofd voor de uitvinders van nieuwe
gerechten.
En daar weten wij Belgen, allemaal
niets van, zegt Het Handelsblad.
Oicfatnl volgens de wet
Een dief wordt in eene kerk op hee-
terdaad betrapt in eene stad van Frank
rijk.
De politieoverste verwittigd, komt
toegesneld.
Hewel, zegt hij tot den heilischen-
ner, wat zijt gij aan 't verrichten
Wel, ik wil u eenen last sparen,
antwoordt hijen 't bloedvergieten voor
komen.
Hoe dat
Ik ben den inventaris aan 't maken.
MAGAZIJN van
BEHANGPAPIEREN
en allerhande
- MEUBILEERING
Kahei. VAI\ I)E PUTTE,
Aalst, 29, Korte Zoutstraat, 29, neven»
't Bureel van De Denderbodk.
Spoedige bediening.
Matige prijzen.
Creemboter. Markt
van
Woensdag 10 April 1907,
75 kilogrammen ter Markt.
Prijs fr. 3,10 perkilo.
dankbaarheid. Maar neen Gelukkig is zij
reeds in het koele graf gedaald, of veeleer
ru6t zij daar, waar God de tranen wischt
uit onze oogen, waar geen treuren, geen
lijden meer is. En uw vader, ook uw brave
vader, wat heeft hem neergeslagen in het
graf voor zijn tijd i Dood, allen dood een
enkele ziel leeft nog, een trouwe, edele
ziel veel zal zij bidden voor u.
Opeens schrik ik op uit mijne mijmerin
gen.
Om Gods wil, Ernst, waar zijt gij toch
met uwe gedachten Uwe koffie wordt
koud, uwe sigaar gaat uit, gij zit voor een
prachtig natuurtafereel, zoo mooi al» wel
vroeger wij v<»n Rolduc uit mochten zien,
weet ge wel, van een der Affden. Weet gij
het nog Daar spoedt ook de trein heen
die heldere rivier is mooier dan de zwarte
Worm», maar het een kronkelt alB het
ander dat bosch ginds, rechts maar
dat is in Rolduc verdwenen, wat jammer
genoeg is gij moet vroolijk zijn, kerel,
denken aan onze jeugdige jaren, nog eens
jong zijn, en gij »uft, gij drinkt niet, gij
rookt niet, gij ziet niet 1 Altijd de oude
droomer, he
Franz, antwoordde ik, neem het
mij niet euvel op, ik heb dien armen man
zien opgroeien, heb zijn ouders gekend, heb
hen gezien in geluk en welvaart, en nu van
dat alles dit al» overblijfsel, deze levende
puinhoop, geloof me, het heeft me erg
aangepakt. Ik kan er niet over heen.
Wordt voortgont.