|§j
Donderdag 6 Juni 1907 5 centiemen per nummer 57"e Jaar 5954
Ün
1
tfrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM
i tjgjt I
j
1
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
DeKerkenheLGeld.
Eert Vader eu Moeder.
EEN EN IN DE SS.
DE DENDERBODE.
Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
keoing van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 6 frankmet den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. 1-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
?a 3gen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schryft in bij O. Van de Putte-Goossens, Kort» Zontatrast, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
- *r-i
1
CIIIQUK 8UUH.
Per drukregel. Gewone 16 centiemenKeklamen tr. 1-00Vonnissen op
3" bladzijde 60 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in dan voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, «Juni 190T.
Ik hoorde onlangs, in een gezelschap
van Gatholieken, de volgende opwer
ping Ons geloof is een goed geloof,
maar het is ook een duur geloof. Men
hoort meermalen onder brave catho-
lieke menschen al gekscherend dezelfde
opmerking maken, en dikwijls wordt
er over geredeneerd met ernstige ge
zichten, zonder het noodige voorbehoud
in acht te nemen, wat betreft den eer
bied, aan den godsdienst verschuldigd.
Krijgt mon de gelegenheid zich in
het gesprek te mengen en te vragen
waarin toch die duurte bestaat dan
krygt men ook dikwijls dit antwoord
Maar komt men dan ook niet telkens bij
u om geld, dan voor dit en dan voor
dat 't Staat werkelijk niet stil aan de
deur voor de missiën, vour liefdadige
vereeuigingen, voor genootschappen en
broederschappen, voor do catholieke
sociale actie, voor tal van catholieke
uitgaven, voor kerkgeld, enz.
Stelt men verder de volgende vraag
Maar wat hoeft dit met ons geloof als
zoodanig uit te staan dan krijgt men
niet zelden ten antwoord Nu, praat
maar niet zoo bont de priesters, ze
laten zich goed belalen zulle, ze doen
niets voorniets...
Als ooit toch zich eene goede gelegen
heid voordeed om zulke lasterlijke praat
jes te weerleggen, dan is deze te vindon
in hetgeen in Frankrijk tusschen de
Geestelijkheid en de Regeering wordt
afgespeeld. De categorische weigering
van de Fransche Geestelijkheid om de
vereenigingen voorden eeredienst op te
richten, welke door den Paus verboden
zyn is een afdoend antwoord op elke
zinspeling dat het de Kerk en hare
Priesters om geld te doen is.
Waarlijk, de Fransche Rogeering
heeft de proef op de som gekregen, dat
de Geestelijkheid niet koopbaar is. Naar
goed ingelichte personen beweren, gaat
het bij het al of niet aanvaarden van de
Associations Cultuelles om een som
van niet minder dan 200 millioen frank,
ongerekend de pensioenen en toelagen.
En dat alles werd onvoorwaardelyk
afgewezen, omdat, daarvoor verkocht
zou geworden zijn liet onvervreemdbaar
recht der kerkelyke hiërarchie. Neen,
voor geen handvol zilver, voor gocn
millioenen en millioenen zelfs, verkoopt
de Kerk haar rechten.
Waar is dan die hebzucht en die geld
dorst der Kerk Misschien bij enkele
9e vervolg.
Uit het spichtige torentje, dat van achter
twee machtige eeuwenheugende linden
opschoot, klepte ook het Ave Maria.
Als een vlucht blanke duiven, zoo ver
lieten de zilveren klanken het torentje.
Brachten zij overal ook vrede, zooals de
duiven des vredes weleer
Menige landman ontblootte het hoofd en
stond stil bij de twee kleine, witte kapel
letjes, die langs den weg stonden, over
huifd door zware notenboomen, en baden.
De stroom stuwde zacht zijne wateren
voort, die als met gouden streepen breed
bezet schenen, naarmate de laatste zonne
stralen op de golven vielen
Iets godsdienstigs deed de handen vou
wen. Men bad.
Ook in de diligence had meester Gebhard
den hoed afgenomen, en bad en zuchtte
diep.
Hoe zou hij Gustaaf vinden vinden
Zou hij nog toegankelijk zijn voor goe
den raad en vaderlijke liefde
Hij hoopte nog, maar zijn zuchten bleef
bij, en verstrooid bad hij verder, en zag op
de golven van den groenen stroom aan
zijn zij.
Zoo zat hij nog, toen het portier geopend
werd, en het wachtwoord wij zijn cr,
gij kunt uitstappen ip zijn ooren klonk.
ongelukkigen onder de priesters, die
hun ambt en hunne waardigheid verloo
chenen om den Mammon te dienen.
Het Frankrijk van heden staat niet
alleen in de geschiedenis der Kerk om
dê eer en goeden naam onzer Moeder te
doen uitschitteren. Viel een H. Thomas
van Canterbury niet als martelaar aan
den voet des altaars, slachtoffer van
Koning Hendrik van Engeland, voor
dezelfde rechten der Kerk Eu stierf een
H. Gregorius VII niet als balling der
Duitsche Keizers voor dezelfde zaak
en Bonifacius VII eu Innocentius IX en
Pius Vil. Heeft Frankrijk 120 jaar ge
leden, niet glorievolle bladzijden zien
volgeschreven door zijn Bisschoppen
en Priesters, die weigerden den eed op
de constitutie af te leggen, waarbij hun
ruime geldelyke voordcelen en liooge
toelagen werden toegekend,maar waar
door de rechten van Paus en Kerk ge
schonden werden
Zij protesteerden niet zoozeer tegen
de verbeurdverklaring hunner inkom
sten, welke een schandelijke diefstal
was, maar voornamelyk tegen de aan
slagen van den wetgevor op de godde
lijke constitutie van de Kerk. Het ove
rige was voor hen van geen waarde.
Ja, zoo grootsch was dat schouwspel,
dat Mirabeau, die getuige was van dien
zielenadel, niet kon nalaten uit te roe
pen - Wij hebben de Bisschoppen hun
goederen ontnomen, maarzy hebben de
eer bewaard.
Ook Pius VI schreef in zijne breve
aan LodowijkXVI, dat allo zorgen van
tijdelijken aard op zijde behooren gezet
te worden en voor alles de beginselon
gered moesten worden.
De Geestelijkheid van heden treedt
nog in diezelfde voetstappen. Gelukkig
met de beslissing, door Pius X geno
men, roepen allen in bewonderenswaar
dige grootmoedigheid uit o De armoe
debaart ons geen vreeze. Slechts één
vijand duchten wy de scheuring. Wat
geeft het te sterven van honger slechts
een zorg hebben wij onverlet te be
waren ons geloof cn één te blyven met
onze Moeder de H. Kerk.
Maar men moot toch alles betalen in
de Kerk
Alles betalen Betaalt gij voor het
H. Doopsel, voor het H. Vormsel, voor
de Biecht en zondenvergiffenis
Is er ooit gedurende 19 eeuwen be
taald geweest voor het H. Oliesel en de
laatste H. Tocrspyzc die dc Prie3ler3
brengen aan onze zieken en stervenden,
zelfs te midden van de hevigste besmet
ting, met gevaar voor eigen leven
Wie betaalt bet H. Priesterschap, dat
onze zonen den weg opent lot het heilig
dom, tot de waardigheid van Bisschop
en Paus, zelfs voor de armsten der
onzen, zooals de herder Gerbert, die
Silvester II werd, zooals voor den zoon
van den armen eenvoudigen Sarto, die
thans op Petrus' stoel zetelt in Pius X
Betaalt een arme voor het huwelijk
dat hij sluiten wil voor zynen herder
Werd ooit betaald door den loop dor
eeuwen, voor de H. Mis welke wij op
Zondag en feestdagen verplicht zijn bij
te wonen en die de Priesters verplicht
zijn op te dragen voor U en voor geheel
de parochie, welke aan hunne zorg is
toevertrouwd Ja, de Kerk laat U be
talen de plaatsen in hare kerken, de
was, welke gij laat ontsteken, den luis
ter, welke gij wilt dat bij hare plech
tigheden voor U wordt tentoon ge
spreid maar dat is onontbeerlijk voor
de bediening en het onderhoud van den
Eeredienst, dat is een vrijwillige by-
drage, die gij moet verleenon voor door
U gevorderde diensten. En zoo is het
ook met do H. Offeranden, welke gij
laat opdragen, waartoe de Priesters niet
verplicht zijn. Gij betaalt do offeranden
niet, die kunt gij niet met al uwe schat
ten betalen, maar gij beloont don Pries
ter, die U in zijn ministerie dienst be
wijst en gij doel dit onverplicht, vrij
willig. Wat durft gij van betalen
praten
Of vraagt gij soms onbetaalde diensten
aan den geneesheer, aan notaris en
rechtsgeleerden, die heel wat duurder
zijn en slechts voor tijdelijke en stoffe
lijke zaken Schaamt U te spreken over
het betalen uwer Priesters, die U voor
niet de H. Sacramenten toedienen en U
de grootste diensten bewijzen, de hoog
ste weldaden schenken geestelijke ge
naden, bovennatuurlijke eeuwige gun
sten en zegeningen.
Hebben aldus onze vaderen gedaan?
Zie naar onze cathedralen, die zij God
en zijn Eeredionst opgericht hebben. Zie
de. rijkdommen waarmede zij don Eere
dienst omringd hebben.
Gy wyst op het geld dat gevraagd
wordl voor de missiën Maar is het niet
genoeg dat de missionarissen alles ver
laten om onder de heidenen te gaan en
hun leven wagen voor de bereiding van
het Rijk Gods
Voor liedewerken. Maar wilt gij soms
in de plaats treden der Religieuzen, die
geheel hun leven wijden aan het onder
wijs der jeugd, der armuu, de verzor
ging der zieken en ouden van dagen in
al de ellende, daaraan verbonden. Voor
de catholieke sociale actie Maar moet
dan het socialisme niet bestreden wor
den en de toestanden van onze werklie
den niet worden verbeterd Catholieke
uitgaven Besteedt gij uw geld soms
liever om uitgevers van romans en
anti-godsdienstige werken rijk te ma
ken
Ik eindig
Ja, ons Geloof is een goed Geloof.
Maar zeg niet dat het duur is, want als
gij overeenkomstig uwe middelen, vol
gens dat Geloof zult handeion, zult gij
voor uwe waardelooze rijkdommen van
dit leven overgankelijke schatten ver
werven, die blijven zullen in eeuwig
heid.
Leuven, p. bernardüs habraken.
(iOnze Tijd).
Do schoenmakerij in N'e>
(Ierland. Waalwijk, 't is daar de
plaats, daar en in 't ronde, van de
Nederlandsche schoenmakerij. Den han
del in leer is er aanzienlyk, de fabrikan
ten van schoenen zijn er talrijk, de
schoenmakers zijn er bij duizenden.
Uit Waalwijk dan wordt, over de
schoenmakerij, aan een Nederlandsch
blad geschreven
Men moet niet verre vooruitzien,
om te vatten dat, binnen niet al te lan
gen tijd, geheel de schoenmakerij ma
chinaal zal worden.
Vele voortbrengen, mits kleine
winst, dat is meer en meer het wacht
woord van den tijd.
Ik weet het wel, bij macbienale
schoenmakerij zyn ook werklieden noo-
dig doch veel min als bij de schoenma
kerij metd'hand.
Voor onzo werklieden dan, en voor
de talrijke familiën, ware het verre be3t,
dat de machinale schoenmakerij maar
lange wegbleef, of voor goed naar de
maan vloog.
Maar ja, elk in zijn bedrijf, men
moet ook al eens redenecren, niet altijd
volgens zijnen wensch, maar den we
zenlijken toestand.
Dat er altijd een zeker getal schoen
makerijen zal bestaan, waar men met
d'haud werkt, dat is zeker, al ware het
maar voor de lieden die teere of min
welgevormde voeten hebben. Maar, den
geheelen schoen met d'hand verveerdi-
gen, het zou toch wel de uitnoming
kunnen worden.
Hier te Waalwijk zyn do schoen
makers eventwel nog voor de naaste
toekomst niet bezorgd want velen
Hij stapte uit en met looden voeten
wandelde hij naar zijn hotel. Weldra kwam
hij in zijn beste plunje naar beneden en
zocht de eetzaal op, waar op dat uur, zoo
als in Duitschland gebruikelijk is, burgers
en studenten bont door elkander gezeten
waren.
Hij nam aanvankelijk plaats aan een
onbezet hoektafeltje, dat weldra zooals de
andere tafels in beslag werd genomen, en
de conversatie werd spoedig algemeen en
ging gemoedelijk haar gang.
Wat vader Gebhard op het hart lag,
moest er af, hij kon niet wachten, het was
hem onmogelijk. Het kostte hem kleine
moeite om het gesprek op den student
Gebhard te brengen.
De naam was voldoende, om van alle
kanten kreten te doen opgaan van het ver-
schillendst karakter. Wat ze uitdrukten,
kon men slecht nagaan, noch begrijpen,
maar dat was zeker, spot en afkeuring en
wegwerpende onverschilligheid straalden er
in door.
Gebhard had wijselijk niet gezegd, dat
hij zijn vader was.
De storm, die er opging, verblufte hem
toch wel een weinig, anders had niet ge
zegd Baron, zooveel baron als ik, 't is
een burgerkind, zijn vader is een eerzaam
smid en slotmaker, die met hard werken
en goed oppassen zijn geld verdiend heeft.
Zoo gaf hem er een ten antwoord,
zoo, dan moet die smid veel geld geslagen
hebben, dat verzeker ik u. mijnheer. Onze i
Gebhard verteert meer geld dan tien barons.
Smidszoon, of baronszoon maar geld
moet hij hebben en veel, zeer veel ook, de
heele stad weet het en spreekt er van.
En nu werden er van Gustaafs leven
staaltjes opgedischt, het een al vreeselijker
pan het andere. De armé vader zat er wel
met een glimlach op het gelaat hij wilde
immers zijn vader niet zijn en ach ware
hij het nooit geweest de droeve oogen,
waar de tranen zoo machtig op aan scho
ten, op de tafel gevestigd en elk woord
doorboorde zijn hart, het was alsof hij ver
zinken moest, de adem stokte, en toch was
hij als aan zijne plaats gesmeed.
Het was een geluk voor hem, dat nie
mand acht gaf op hem. Zij hadden het
onder elkander te druk. Ieder wist wat
nieuws te vertellen en dan viel steeds
iemand hem in de rede met een nog nieu
wer schandvol stuk van baron Gustaaf
en alles was bederf, boosheid, schande en
verkwisting.
Gebhard meende, dat er gloeiende kolen
op zijn hoofd werden gestapeld.
Met geweld schudde hij den druk, die op
hem lasttc, af, en was er toe gekomen, om
even de blikken in het rond te laten gaan,
toen een der studenten met een schater
lach den ander vroeg weet gij ook wat
er al gebeurd is in de dolle zond larsclub in
den gouden Haan.
Neen nu, wat dan
Dan moet het ongelooflijk, zoo ver
heeft het nooit iemand gedreven, zoolang
de universiteit bestaat. Zoo gemeen, zoo
liefderijk en zoo dwaas geld te schande te
maken. Gebhard is er den baas en de pre
sident van de club, Van avond moet het
dolle leven er weer los zijn. i
ii Van avond dacht de ongelukkige
vader.
Hij stond op, wenschte goeden avond en
zijn kamer op.
Hier viel hij op zijn knieën neêr, alsof
hem een onzichtbare hand neerwierp. Hij
bedekte zijn gelaat met de handen, en
weende bitter. De tranen leekten door
zijne vingers. De lantaarn van het tegen
overliggend huis wierp eenige matte licht
stralen in de kamer op den armen meester.
Hij had de oogen gesloten en toch zag
hij tooneel op tooneel voor zijne blikken
voorbijgaan.
Een klein kindje werd uit de kerk naar
huis gedragen naar zijn huis. O, met welk
een liefde en trots had hij het in zijne
armen gesloten en aan zijn hart gedrukt.
Zeker, hij beloofde het den goeden God,
die hem dat kind geschonken had, cr een
braven man van te maken.
Gustaaf, Gustaaf klonk het door de
kamer.
Die man zou God dienen zooals hij, zijn
•ader, en zijne brave moeder, en zij hadden
het ook zoo goed gemeend... en het kind is
een knaapje geworden, hij ziet het schoon
gekleed met een bloemcntakje op de borst,
met zijne lange zijden krullen als met een
dubbel diadeem gekroond. Hij hoort het
hebben, nog verleden jaar, hunne in
richtingen belangrijk vermeerderd.
Onze bazen hebben ook de aller
nieuwste machienen ingebracht. Die
nieuwe inrichtingen, 't zyn ware mo
dellen, welke men zelfs in het buiten
land moeilijk zou vinden. Er wordt hier
dan ook schoeisel verveerdigd dat by na
volmaakt mag genoemd worden. Ook
is de vrage naar Waalwijkscho schoe
nen, zelfs van uit den vreemde, van
langs om belangrijker.
Dien uitvoer van schoenen naar
't vreemde, die gedurig toeneemt, is
voor onze streke van het grootste belang.
Dien uitvoer, hy vereert den baas en
den werkman. Dien uitvoer, 'tis een
teeken dat er moed en vlijt in ons volk
zit, en dat puik werk, het kost niet
meer moeite als het ander, en het wordt
hooger betaald.
Onzen toestand ingezien, men mag
er dan ook op betrouwen dat de orders,
in den eersten tijd, nog niet zullen ont
breken. Verleden jaar heeft men ook
nog al geklaagd over slechte betaling.
Alles doet zien dat hel, ook op dat punt,
van dc jare heter zal zijn.
Van herten wenschen wij de schoen
makers van Waalwijk geluk met den
bloeienden toestand van hun bedryf,
met hunnen vlyt en hunnen iever En
mochten bazen en werklieden malkaar
goed blijven verstaan, om alle twee
schoon geld te winnen om te leven
ea te laten leven
Bazen en werkers van Waalwjjk,
voort hand in hand puik werk be
tracht vlijt en vernuft aan den dag ge-
legd, en zij zal wel bloeiende blijven,
toch lange nog, de schoenmakerij van
Waalwijk.
M. de minister van Justicie, ont
vangt alle Zaterdagen, van li uren tot
s middags.
Ileenhouworgeongres.
Den 23 dezer maand, zal het XIVe Con
gres van den Belgischen Beenhouwers-
bond, die meer dan 3000 leden telt,
worden gehouden.
Er zal in den loop van dit Congres
hulde worden gebracht aan den Voor
zitter-stichter, M. E. Dourlet, Oud-sche
pen van Charleroi.
Men zal hem zijn bronzen borstbeeld
aanbieden Dan volgen een banketen
een muziekfeest, op 't welk de violon
cellist Jacobs cn Mej. Das, van den
Muntschouwburg, zich zullen laten
hooren.
klokkengelui nog in de lucht hij ziet zijn
kind in den plechtigen stoet... het was de
dag der eerste H. Communie.
Gustaaf, Gustaaf 1 u klonk het weer
door de kamer.
Hij ziet hem weer komen uit het huis
des Heeren. Hij hoort de gelukwenschen
van bloedverwanten en vrienden aan den
feestdisch gezeten het is hem alsof hij
zijn kind nog met eerbied in zijne armen
sloot; alsof hij den grijzen herder 's avonds
in de kerk nog hoorde zeggen ouders, nu
is het uw plicht, voor uwe kinderen te
zorgen waakt cn bidt, ziet en leidt, en
weest niet blind voor hunne gebreken
een vader, die zijn kind lief heeft, kastijdt
zijn kind.
Hij hoort het nog, de stem van den
grijzen pastoor werd dreigend en plechtig
en wee u, wanneer God de Heer de zielen
zal terugvorderen van uwe kinderen, wee
u 1
<i Gustaaf, Gustaaf 1 klonk het jamme
rend door de kamer.
En hij zag niets meer. Hij wilde niets
meer zien. Hij sloot de ooren, hij wilde
niets meer hooren.
ii Vader, vader zoo murmelde hij
stil, (i wat hebt gij gedaan met de ziel van
uw kind
En hij zonk diep voorover, op zijn aan
gezicht en hij weende en snikte in stilte.
Gustaaf, Gustaaf zoo ging het stil
door de eenzame kamer.
Gebhard bad. (Wordt voortgezet.