WÈÊL
Donderdag 18 Juli 1907 5 centiemen per nummer. 378,e Jaar 5903
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
jiïEPIS
-
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Geen verplich
tend Onderwijs.
Eert Vader en Moeder.
Voor de soldaten.
EEN EN AN DE li.
DE DENDERBODE.
Pit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
keoing van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor
de Stad B frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
maandenfr. i-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschryvmg
eii.digt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
raagen zyn ten laste van den schuldenaar.
Men schryft in by C. Van de Putte-Qoossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
^t||p|g|g
CHIQUE HUUH.
Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3** bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in dac voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, 11 Juli 1901.
Meer dan eens is het op ontegenspre
kelijke wyze bewezen geworden dat om
het onderwijs in ons Land meer en meer
te verspreiden men zijne toevlucht niet
moet nemen tot het verplichtend of ge
dwongen staatsonderwijs.
Een nieuw bewijs dat het niet nood
zakelijk is het verplichtend onderwijs in
België in te voeren, treffen wij aan in
't verslag van M. Golaert voor 1907.
Ziehier de inlichtingen welke de acht
baren verslaggever geeft
In 1880 bedroeg de bcgrooting 20
millioen, in 1907, 28 millioen.
In 1881 bedroeg het getal leerlingen
in de scholen onderworpen aan het toe
zicht van den Staat, 588,814 in 1904,
859,436.
Men heeft beweerd dat er 125,000
kinderen geen onderwijs genieten. Wel
nu in 1904 waren er in het land 825
duizend kinderen van 6 tot 12 jaar,
35,000 kinderen min dan het getal
schoolkinderen. Die 35,000 kinderen
zyn ongetwijfeld kinderen van boven de
12 jaar. (Waar halen de liberalen dan
hunne 125,000 niet schoolgaandcn Zij
rekenen misschien de zuigelingen mede.)
Konden lezen en schrijven
Inwoners van 10 tot 15 jaar
In 1880, 80,09
In 1890, 83,37
In 1900, 88,22
Inwoners van 15 tot 20 jaar
In 1880, 80,96
In 1890, 85,25
In 1900, 90,55
Inwoners van 20 tot 25 jaar
In 1880, 77,51 °/0
In 1890, 85,09
In 1900, 90,21 °/0
Na 22 jaar catholiek bestuur is het
getal ongeletterden, bijgevolg van 10
verminderd. Van 10 ongeletterden,
die overblyven, moet men afrokenen de
gebrekkelijke kinderen, eenige kinde
ren van schippers, enz.
Hoeveel blyft er dan nog over
Met zekerheid mag gezegd worden
dat in 1910, 96 der Belgen van 10 tot
25 jaar geletterd zullen zyn
14* vervolg.
Men had hem noodig. Hij kwam. Met
groote sommen hielp hij nu Gebhard uit
den nood, en dat zonder verwijtingen. Hij
was de redder en toen de schuldeischers,
als de gieren op het Gebhardsche huis aan
kwamen stormen, toen stond hij ter ver
dediging op den drempel. Zij waren zijn
erfgenamen, en hij schonk hun die groote
sommen. Hoe gaarne had hij dat kapitaal
ter vestiging van Gustaafs toekomst ge
bruikt Maar het was niet anders.
Op een morgen, het was den derden
dag na Gebhards thuiskomst van de reis,
trad hij onverwachts in de smidse, waar
het doodstil was, behalve het gewone ge-
druisch van het ambacht. De meester stond
en werkte, maar zonder liefde tot zijn werk,
als een machine. Hij antwoordde op de
vragen der gezellen als een machine.
Hij wist niets van wat hij zeide. Toch
was hij niet aan de lijn zijn oogen
Btonden dof en de wenkbrauwen hingen
8iap naar beneden, over de oogen heen, die
in de kassen dieper invielen.
Met vroolijke stem en luchtigen toon
trad hij binnen, ging op den meester toe,
die hem juist den rug toekeerde, en legde
beide handen half 6peelsch op zijne zware
Bchouderen. Morgen, morgen, broeder,
God ten groet I Alles goed en toen de
Dus, wy besluiten het verplichtend
onderwijs is niet noodzakelijk. Als de
liberalen het eischen dan is het enkel
omdat zij hopen aldus het onzijdig,
goddeloos onderwijs te kunnen invoeren.
Generaal Hellebaut, minister van oor
log, willende welen wat er gegrond is
in de klachten, onlangs in de Kamer
aangehaald, aangaande de hoedanigheid
van 't voedsel dat aan de soldaten wordt
gegeven, heeft Woensdag laatst in het
kamp van Brasschaat een persoonlijk
onderzoek gedaan.
Hij ondervroeg de soldaten over hun
ne voeding,proefde het opgelegd vleesch
en zag het lynwaad na, waarvan de
grofheid door zekere Kamerleden werd
beknibbeld.
De achtbare minister, die de zaak dei-
soldaten in handen heeft genomen, heeft
zich daarbij niet bepaald hij heeft aan
al de korpsoversten eenen omzendbrief
gestuurd, hun verzoekende hem een
omstandig verslag te doen toekomen
over de werking van het huishouden
der soldaten en van dat der onderoffi
cieren.
Dat verslag zal de voordeelen of de
nadeelen moeten doen uitschijnen van
de tegenwoordige wyze van beheer op
het vorig stelsel, namelijk wat aangaat
de samenstelling der maaltijden, de hoe
veelheid en de toebereiding van het
voedsel, het wasschen van het linnen
der soldaten. Do adviezen en voorstellen
van de huishoudcommissie, van den offi
cier-bestuurder en van de soldaten aan
geduid om als bemiddelaars tusschen
den troep en dien officier te dienen
zullen erin moeten vermeld zijn. Het
verslag is voor 10 Juli moeten overge
maakt worden aan den minister, die,
zooals men ziet, spoed wil maken.
De nieuwe minister van oorlog heeft
ook eenen belangrijken maatregel ge
nomen in 't voordeel van 't burgerlyk
personeel en van de lagere beambten
van zijn ministerie, in wier voordeel
herhaaldelijk in de Kamer verhooging
van jaarwedde en van loon werden ge
vraagd.
Een onlangs genomen besluit heeft de
samenstelling van het burgerlijk perso
neel vermeerderd met eenen afdeeliugs-
overste, eenen bureeloverste en drie
onderbureeloversten.Dat besluit bepaalt,
daarenboven, dat in elke klas, de titel-
voerders van een ambt eeno verhooging
van jaarwedde zullen bekomen na twee
verwonderde meester ja knikte en hier
naast met vrouw Gertrud, onze zuster
ook wel Zoo, dan laten wij ze eens ver
rassen. Van de lange wandeling is mij de
keel droog geworden, en zij verlieten de
smidse, terwijl de gezellen elkander ver
bluft aankeken en hij ging voort, wel
Gebhard, gij hebt toch wel van dien ouden
Rijnwijn, een frissche teug zou mij goed
goed doen.
Zij traden de woning binnen. God ten
groet Gertrud Ik heb uw man eens uit
de smidse gehaald, om mij een glas van
zijn besten wijn te laten inschenken, en
hij lachte, de edele ziel, ik was zoo lang
niet hier, hij kon er anders wel geweest
zijn. Ik ben te zeer kluizenaar geworden
en zal mij beteren. Zeg eens, Gertrud, het
ruikt hier goed, ik blijf hier eten... als ik
mag, liet hij er schelmsch op volgen, en
toen geen antwoord volgde, zoo waren zij
onthutst, ik mag toch wel gij zijt toch
niet boos, hoop ik, op me
Neen, neen, ga zitten, oom Gustaaf,
riepen beide tegelijk, en het was hun, alsof
een loodzware last van het hart was ge
vallen, toen zij hem in de trouwe, edele
oogen zagen en zijn goedige, zachte stem
weer hoorden.
Nu konden zij hun kruis wel dragen.
Nu hij met hen was, scheen het niet
half zoo zwaar meer. Een band sprong hun
van het hart.
Maar hij liet hun geen tijd tot uitspre
ken. Hoe heb ik het nu Krijg ik geen
glas wijn Pol en hij hief den vinger
tegen den meester op. O misschien geen
jaren genot van de vorige jaarwedde.
Vroeger was het tijdverloop drie jaren.
Eindelyk zullen de leden van het
dienstpersoneel, deurwaarders, boden,
enz., alle jaren eene verhooging van
100 frank bekomen, totdat zij het maxi
mum van hunnen graad hebben bereikt.
Degenen onder hen, die 50 jaren oud
zouden zijn en 25 dienstjaren tellen,
zullen als zij hun maximum bereikt heb
ben, nog eene verbooging van 200 frank
kunnen bekomen.
De bronchite of ontsteking der
luchtpijptakken. De ontsteking
der luchtpijptakken begint gewoonlijk
met eene verkoudheid. Men zou deze
laatste kunnen vermeden hebben, hadde
men zich onderworpen aan de voorko
mende gezondheidsleer, die bijzonderlijk
bestaat in het niet door den mond ade
men en een breed aandeel te nemen in
de koude wasschingen die het lichaam
verharden tegen de schielijke verande
ringen in de weersgesteltenis maar
eenmaal de kwaal daar, dient er met
krachtdadigheid gehandeld te worden.
Zoodra dus de hoest der verkoudheid
ia hevige aauvallen overslaat, de .adem
haling wordt belemmerd en er zich ge
luiden en gefluit in de borst laten
hooren, zal men eene plaaster leggen
iussclien de schouders van den zieke,
(wij spreken hier slechts van den vol
wassen zieke). Men zal hem een mos
taardvoetbad geven en hem brandende
goudranken of witte malicwdranken
(guimauve), gekruid met 2 grammen
phenisch zuur toedieuen.
Die dranken moeten eene overtollige
zweeting veroorzaken. Wanneer deze
zich niet openbaart, moet men de be
handeling voortzetten. Drie of vier
brandbussen op de borst zjjn dan als
aangewezen.
Men verontrust zich ten onrechte over
't gebruik van brandbussen. Het is een
zacht geneesmiddel, in geene deele pijn
lijk en dat gemakkelyk door de eerste de
beste kan ziekeoppaster kan toegepast
worden. De duur der opzetting verschilt
van vijf tot tien minuten, maar wy
raden dat uiterste redmiddel maar aan
als men het advies des geneesheers inge
wonnen heeft.
Aldus verzorgd, verdwynt de scherpe
ontsteking der luchtpijptakken in een
vijftiental dagen tijds. Nochtans blyft zij
in eenige gevallen weerstand bieden
maar dan heeft men af te rekenen met
van dien ouden meer in den kelder, oude
snoeper, alleen uitgedronken wed ik en
zoo ging het voort.
Weldra stond de keurige en geurige wijn
op tafel en zelfs vrouw Gertrud klonk en
dronk even met de twee mannen. Niet
lang, want de keuken eischte hare zorgen.
Oom Gustaaf was, en zij wist het van ouds,
een groot liefhebber van een zeker soort
eierstruifjes, waarvan hij vroeger zeide, dat
ze niemand zoo goed klaar maken kon, als
vrouw Gertrud.
En hij had hun thans zooveel te vergeven,
en hij kwam de edele ziel De tranen stan
den haar in de oogen, en menigen keer zag
men haar aan het vuur met haar voorschoot
langs de oogen gaan en schudde zij stil
voor zich, met het hoofd.
Het is en blijft toch waar, s mompelde
zij zacht, de ware braven zijn toch de
beste menschen.Wij hebben hem beleedigd
en hij komt het eerst, nu wij de hard be
proefden zijn. Bravo, goede oom Gustaaf.
En wat Gebhard dacht, als hij in het
fonkelend glas, in den gouden wijn blikte,
was wel niets anders dan zijn goede
vrouw.
Honderdmaal wilden ze van Gustaaf en
zijn gedrag beginnen, en dan stokte het
gesprek. Oom Gustaaf wist het een andere
wending te geven.
Hij wilde al de zinspelingen maar niet
begrijpen, en toch was hij anders zoo slim,
en verstond alles met een half woord.
Die edele oom Gustaaf.
En dan schertste hij en wist een vroo
lijke zet zoo goed aan te brengen, dat men
de sleepende ontsteking der luchtpijp
takken, eene zeer lastige kwaal door de
periodieke aanvallen en de vermoeienis
sen die daar op volgen.
Men geneest byna niet de sleepende
ontsteking der luchtpijptakken de ge
neeskundige bepaalt zich met die te ver
zachten.
Wij schryven, wat ons betreft de
volgende behandeling voor, die goede
uitslagen geeft,
Verwijdering der kussens in 't bed en
eene platuitgestrekle houding, iets wat
de uitwerping van fluimen vergemak
kelijkt.
lederen avond, op 't oogenblik van
slapen te gaaD, inwrijvingen der borst
met uittreksel van terpentijn.
Met volhardig traan drinken. Vette
voeding (sardynen in olie, boter, fruit,
sterk gekruide vleeschgerechten, enz.);
onthouding van koffie, wijn en alcool.
Dr. J...
De Brusselsche beenhouwers en
varkensslachters hebben eene afveerdi-
ging naar M. Helleputte d. d. minister
van landbouw gezonden, om hem te
vragen, gezien d« steeds toenemende
stijging der vleeschpryzen, de inkoom-
rechten op het vee al ware het voor
loop ig af te schaffen.
Ook vroegen zij een verbod van drach
tige koeien en schapen te slachten.
M. Helleputte zegde, zeer goed den
moeilijken toestand te kennen, waarin
de beenhouwerij verkeert, en beloofde,
dezen nauwkeurig te zullen onderzoe
ken. Maar hij deed opmerken dat het
later moeilijk zou zyn,eenen maatregel,
dien hij nu voorloopig zou nemen, in te
trekken.
Ook zou de maatregel schadelijk zijn
voor de staatskas en nadeelig voor de
Voor het tweede punt heeft de minis
ter een onderzoek beloofd.
De regenscherm. Aangezien er
dezen Zomer zoo veel gebruik van ge
maakt wordt, willen wy eenvoudig
zynen oorsprong beschryven.
Uitgevonden door de Chineezen,
kwam hij eerst in Perzië en in Engeland,
alvorens tot ons door te dringen.
Rond 1780 deed een Engelsche schrij
ver van verdienste, M. Hanway, eene
reis in Perzie en bracht zeker zonder
ling toestel mede uit dat land: een klein
zijden dak, gespannen over baleinen,
niets meer denken zou, dan wel, dat oom
Gustaaf de zaak van zijn petekind wilde
doodzwijgen, uit angst, of zij misschien
niet eens een aanval op zijne door spaar
zaamheid, zoo goed gevulde beurs zouden
wagen.
Zoo ging de dag voorbij en hij kwam
meester en vrouw Gebhard zoo kort voor.
Zij voelden zich niet zoo verlaten.
Maar bij zijn vertrek, toen Gebhard hem
een paar stappen ver buiten de huisdeur
vergezelde, toen drukte hij hem een porte
feuille in de hand,zeggende «voor de rege
ling van Gustaaf6 zaken, en weg was hij.
Vrouw Gertrud had door het raam ge
zien, dat er iets gebeurd was. Zij kwam
Gebhard in de gang te gemoet. Wat spoe
dig traden zij beiden de voorkamer binnen.
Toen gebhard de portefeuille opende en
de bankbilletten op tafel uitspreidde, een
merkelijke som, toen Bprongen beiden
de tranen uit de oogen 1
Edele goede oom Gustaaf
En hij kwam dikwijls terug.
En hij was niet alleen.
Een andere was er nog, die de familie
Gebhard trouw ter zijde stond. Reta, die
thans dagelijks in het huis kwam,inderdaad
dagelijks.
Het waB den huisgenooten als tot een
behoefte geworden om het reine, edele kind
te zien aankomen.
Dan scheen de zon in het huis, in duis
tere wolken verdwenen gelatenheid en
overgeving in Gods H. Wil, geduld en
vrede, zoo heetten de engelen Gods, welke
haar begeleidden. Hare ziel en haar karak-
welk onderling verbonden waren door
een ijzeren ring, waaraan een lange
stok was bevestigd.
Het was een regenscherm.
Wanneer M. Hanway, om zyne mede
burgers gewend te maken aan het
gebruik van zyn toestel, te Londen uit
ging met zijnen regenscherm, op dagen
dat dezes gebruik hem nuttig toescheen,
gooiden de kinderen met modder naar
hem en lachten de dienstmeiden.
De zijde van den overgrootvader van
den regenscherm werd geheel gescheurd
door de steenen welke erop werden
geworpen.
Iedereen spotte met M. Hanway en
de wyze en vernuftige man werd als
een zinnelooze aanzien.
Tegen de tuberculosis.— De vorige
week heeft ded. d. minister van land
bouw, M. Helleputte, eene commissie
ingesteld, ten einde een grondig onder
zoek te doen naar de praktische waarde
der entingsmethode van professor Hey-
mans tegen de tuberculosis van bet
rundvee.
In hare eerste zitting heeft de com
missie eene voorloopige bespreking ge
houden van het plan der onderzoekin
gen, die desaangaande door haar zullen
gevolgd worden De commissie zal eene
tweede zitting houden heden Woensdag.
v
Fortret van eene vrouw die
drinkt. Het hart walgt van ver
ontwaardiging en afkeer bij de gedachte
aan eene vrouw die drinkt. Deze ge
liefde echtgenoote, deze hoogvereerde
moeder, met haar aangeborene beval
ligheid, hare natuurlijke deugden, hare
hoedanigheden, die haar in onze oogen
zoo aantrekkelijk, zoo lief, zoo bemin
nenswaardig maken, deze aanbedene
moeder valt haren troon voor onze voe
ten neder, in de diepste verachting. Het
is gedaau met den eerbied, met de lief-
debewyzen De banden verzwakken, de
ongenegenheid zet zich neer aan den
echtelijken en vaderlyken aard.
De wanorde, do schulden, het ver
val, de armoede komen met de dronken
schap het huis binnen. En gansch dat
gebouw van welzyn en geluk, op de
matigheid, op den arbeid, op de orde,
op de zorgen van allen aard,op de spaar
zaamheid, op het vooruitzicht, op den
heiligen plicht gegrondvest, stort in, en
verplettert haar die de oorzaak was van
al dat kwaadmet hare medeplichtigen
en hare slachtoffers onder zy ne puinen.»
(Uit De Opvoeder.)
ter waren door ware godsvrucht zoo veredeld
en geheiligd, dat zij als een engel uit den
hemel scheen, en als een zonneschijn van
geluk en vrede rondom zich verspreidde.
Maar waar was Gustaaf Was hij spoor
loos verdwenen Zou men dan niet meer
van hem hooren
Het had langen tijd geduurd,en men kon
werkelijk denken, dat er niet meer iets van
hem zou gehoord worden, toen, op een
avond, een vreemdeling aan het Gebhards
huis aanklopte. Hij bracht tijding van den
verloren zoon. Hij kwam van Geneve in
Zwitserland. Daar was hij, daar had hij
hem gezien en gesproken, uren lang had
hij met hem op de oevers van het prachtige
meer op en neer gewandeld.
Hij had min cf meer zijn levensloop ver
teld. Hij voerde den naam van Christiaan
Vredeborg, en zijn leven was allerellen
digst. Na zijn vlucht was hij van bosch tot
bosch op de eenzaamste wegen steeds ver
der geijld, altijd mesnende dat men hem op
de hielen zat, onder den blooten hemel had
hij geslapen, honger en dorst geleden en
alle ellenden. Nu maakte hij deel uit van
een troep rondreizende comedianten en het
ging hem wezenlijk slecht.
Maar van zijn ouders, van tot hen terug
te keeren, wilde hij niets hooren. Hij sprak
niet van hen, noemde niet den naam zijner
moeder en was hardvochtiger dan ooit.
Dat waren droevige tijdingen en daarop
volgden droevige avonden bij den thans
kinderloozen haard.
(Wordt voortgezet.)