Donderdag 21 iNovember 1907 5 centiemen per nummer. 628le Jaar 4001
Vrij anatSiarikalijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
fclSDADEN bij
de KINDEREN,
hat yau Joint Gaan
door Grant Allen.
De Crisis van
den Veldarbeid.
Moeielijk te beteren.
EEN EN AN DE It.
DENDERBODE,
lUt blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
tening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
le Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes
Minden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. - De inschrijving
imdigi met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont-
'a/igen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrift in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zontstra.t, N' 31,
in in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUE SUIJM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
s4* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij acccord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van
dit blad.
tafel, 20 NJovember 1907
liberalen en socialisten' geholpen door
e groene volksfoppers, hebben reeds
leermaals beweerd dat, hier te lande,
i misdaden-in evenredigheid onzer be->
blkiflg in groöter getal bestatigd wor-
8D dan in andere landeden voorname-
jfcdato-in-Frankrijk.:
[En de oorzaak Het niet bestaan
in 't verplichtend onderwijs, of liever,
|nschooldwang in ons land.
bewering voorwaar zoo dwaas
Voor eersthet is van algemeen e be-
ndheid dat de Fransche statistieken
it: te vertrouwen (Zijn immers al
ïgelijke middelen worden er ter'hulp
"iepen om de gestadige vermeerdering
't; getal misdaden en schelmstukken
irduiken.
Wat meer. is,eene ontegensprekelijke
arhoid is het dat een onderwijs zon-
r.(ip,Yoecling pf,gesteund op eene ver-
èrde opvoeding 't getal der misdaden
it aangroeien in plaats van het te,
cmindoren. Nu,dit wordt ons bewezen
Qr de vermenigvuldiging der mis-
l.en onder de jeugd en kinders van
(je geslachten in Frankrijk.
Tot getuigenis gillen, wij hier 't vol
de meèdeeler),, vertaald uit de Petite
oblique een gekend orgaan der
conniekelogie
Men houdt «apachen-» (dat zijn jonge
andieten) aan en men staat verstomd,
iver hunno jeugd. De misdaad, even-
Isde dapperheid, wacht naar het ger
il jaren niet. De ontzedelijking is
rootonder.de jeugd, en richt er ge
urige verwoestingen aan. Het getal
er betichten van, miD dan. 21 jaar
ud bedroeg 27,967 in 1904.;. het klom
)t 30,853 in. 1905 en dat dj ter wordt
hans nog overtroffen.
Hetgetahdejk minderjarigen van 16
>121 jaren, die voor0 de 'rechtbanken
ïrvolgd worden vermeerdert in de-
slfde schrikverwekkende verhou-
DgeD. Eu nochtans heeft men vastr
esleld dat .de parketten uiterst top
pend zyn„en .de bewaking zeer
ap is..
De zaken van gering helang[Worden
geklasseerd,-» 't - is te zeggen er
ördt geen - gevolg aan gegeven;, uit.
lolde-der overlasting die,- .zonder
tjfel, zou ontstaan in de kabinetten
f onderzoeksrechters.
D' Garnier,. iioofdgeaees.heer van de
zondere èiek'enzöal der prefectuur
upolicie, verzekert datde misdaad
de jeugd in<' eene ontzagelijke ver-
idiDg staat tot de -misdaad bij de
io« vervolg en slot.
deze wijze bleef'Eth'ef-Sutherland, in:
lel hirereine ziel, zoo onwrikbaar
ut in de eerlijkheid!en braafheid- van
Mitford, Zijn'ideaal was door de eer--
taking der wërkelijkheich vernietigd
len maar het hare duurde voort, ini
de rüwe slagen en de -tastbaarste
ichelifig. Zóó groot is de denkbeeldige
eener edele vrouw, die haar zelf on-
leid, ,met loutere reine,igedachten,
bezoedelde wereld doet gaan.
-^eh zie op zekeren.nacht, een storm-
- gen nacht - in December,werd Ethel
rland uit haren slaap gewekt door
vreeselijk rooden gloed, die door het
lr van hare slaapkamer drong. Zij
°p om naar buiten te zien, van waar
loed kwam. Slechts eene gedachte
erstond in haar ontstelde hoofd Of
want dit mocBt het zijn
ii,
volwassenen. Zóo wórden er,bij voor-
beeld,zesmaal meer moorden gepleegd
door knapen' van 16 tot 20 jaren dan
door personen van hoogeren ouder-
dom.
.De' Petitè lRépiiiÜ'<iu&"a na deze'bij
zonderheden te hebben meegedeeld slelt
de vraag «In welke'tijden leven wij
Wij gèlooveu dat het maconniek or
gaan zoo goed als iemand weet hoe het
erin Frankrijk toegaat.
Het is immers niet mogelyk.dat het
niet, weten zou dat in Frankrijk den
godsdienst-oorlog woedt, dat de kloos
terlingen er uit 't land verbannen zijn
en hunne goederen geroofd, dat de ker
ken op vele plaatsen gesloten zijn ge
worden, en de kerkgoederen gestolen,
dat de ouders er gedwongen worden
hunne kinders naar scholen te zenden
op straf van boete en gevang, van ver
wereldlijkt onderwys, waar het kruis
beeld uit verbannen is, waar het woord
God in de schoolboeken niet gedoogd
wordt en waai-eer oiivel in menschen-
vleesch aan; zijné leerlingen de god ver
loochening; den godsdiensihaai en de
verachting der priesters inblaast.
Gedenkt het u altijd, christene ouders,
dat moesten de liberalen, socialisten,ge
holpen door de groene volksfoppers,
meester worden wij hier te lande, wel
dra de zelfde toestanden zouden kunnen
bestatigen die de christene Fransche
ouders zoo zeer grieven.
Gedenkt het vooral toen ge in Mei
en Juni weêr eens voor de stembus staan
zult
Over eenigo weken hebben wij gezegd
dat in Denemarken, evenals in België,
de landbouwers klagen over het gemis
van werklieden op den buiten. Wij heb
ben aangetoond dat M. Macnhaut, on
danks het geroep van liberalen en
socialisten, terecht de aandacht vande
Regeering in volle Kamer op dit gevaar
had gaande gemaakt. Hij vroeg het
vraagstuk te bestudeeren ten einde in
dien toestand van zaken te voorzien.
Heden wórdt inFrankrijk; het land
zoo geliefkoosd door liberalen en socia
listen, een alarmkreet geslaakt over het
gemis aan handenarbeid op den buiten
binnen kort zal do Fransche Kamer het
verslag te onderzoeken krijgen namens
de commissie van den arbeid betrek
kelijk de crisis van het handwerk op den
builen, vraagstuk dat is opgeworpen
geworden door M. Engerand. Deze heer
(heeft zich vooral bezig gehouden met
de uitwijking van don veldarboider naar
de steden.
Als er zoovele werklieden in de stad
niet in het krankzinnigen gesticht was
O schrik Ja Het gansche gebouw stond
in licht laaievlam enindien Cecil niet
gered werd, de arme, wèzenldoze Cecil,
dan zou hij in de vlammen omkomen
Haastig wat kleeren aangetrokken heb
bende, liep zij de straat op en baande zich
als razend eenen weg door de menigté, die
bijeengesneld was om het gebouw te zien
branden. Men kende haar en hare treurige
geschiedenis men maakte dus plaats voor
haar om ze door te laten, totdat zij tus-
schen de brandweermannen aan de deur
stond.
Het was een ontzettende aanblik. De
krankzinnigen, dol van angst, hingen
schreeuwend en gillend uit de vensters,
terwijl de brandweermannen, met hunne
reddingstoestellen bezig, nauwelijks wisten
waarheen zich het eerst te wenden.
Doch Ethel zag of merkte niets, behalve
een venster op de derde verdieping in den
rechtervleugel, waar Cecil Mitford stond,
nu niet langer stom en wezenloos, maar
luid roepende om hulp en wild met zijne
armen zwaaiende. De schrik had hem tot
zijn verstand gebracht, voor het oogenblik
ten minste. O, Goddank. Goddank Hij
zag haar 1 Hij zag haar I
zonder bezigheid loopen, zoo schrijft
M. Mas, is 't niet daaraan te wijten dat
de buiion ontvolkt wordt. Er valt niet
aan te twijfelen dat buiten de aantrek
kelijkheid van de steden, eerste oorzaak
waardoor de werkman den buiten is
oótloopen,het inbrengen van de machien
op do velden zelvéli, eene tweede oor
zaak is,die bet handwerk van den buiten
verdrongen heeftde landbouw zeiven
is lol groot-nijverheid herschapen en de
ouiwikkeiïng vande machien heeft den
werkman op den buiten van werk be
roofd.
Het verdeelen van den grond in
strooken, was eene der weldaden van
de Fransche revolutie, maar die weldaad
wordt bedreigd door de uitbreiding van
het machien wezen, dat eenen grooten
inzet van geld vergt,waardoor de kleine
boerderij al moeilijker, zconiet onmo
gelijk wordt zoo is de landbouwer van
voorheen, aan den grond zoo zeer ge
hecht, dagloonor geworden, en de dag-
looner zei ven wordt op zij ne beurt,
door de machien, van zijnen arbeid be
roofd.;
Br moet dus voor den veldarbeid er
oen werk gezoeut waardoor het
geen hij verliest vergoed wuiui|-,e{ zou
voldoende zijn, zoo denkt M, Engei
erover, hem eene by winst te verzekeren
van 200 frank om het uitwijken naar de
stad in te toornen. Hij denkt, dat men
de veldarbeider aan het dorp zou kun
nen hechten door kleine nijverheidsin
richtingen, gemakkelijk uit te oefenen,
waardoor hetgeen de bewerking der
aarde niet meer oplevert, zou vergoed
worden.
Het voorstel van den heer Engerand,
volksvertegenwoordiger van Calmados,
komt óp het volgende neer de Minister
van handel zal een crediet uitschrijven
van 10,000 fr. ten einde een enkwest te
doen 1° om de nijverheden op te zoe
ken, die practischerwijze in de familie,
ofwel in kleine werkhuizen op den bui
ten, kunnen uitgeoefend worden 2°ovér
den toestand der werklieden en werk
vrouwen der landsnijverheden die thuis
werk doen verrichten 3° over de mid
delen éigen om soortgelijke nijverheden
die, thans op den buiten nog bestaan en
kwijnen, te redden, en deze die aan de
concurrentie van de groot-nyverheid en
den vreemde hebben kunnen ontsnappen
hun bestaan te versterken.
Dergelijke voorstellen zouden in België
ook doelmatig zijn. De Landbouwer.
Dat is de dronkenschap want zy
houdt hare slachtoffers onderworpen
aan eene ongeneesbare slavernij. Voor
zeker. elke zondige gewoonte is een
dwingeland, die den mensch in boeien
slaat en hem het gebruik zijner vrijheid
belemmert. De gewoonte is eene tweede
Met eenen wilden kreet rukte Ethel zich
los van de spuitgasten, die haar trachtten
te weerhouden, wierp zich in het brandende
'gebouw, stormde de in de vlam staande
trappen op, verblind en verzend, maar door
een wonder nog niet verstikt, en bereikte
zoo het met tegels bevloerde portaal van
de derde verdieping. Heensnellend door
den zoo welbekenden gang, die thans ge
heel met rook was opgevuld, kwam zij in
Cecil's kamer en wierp zich onstuimig in
zijne armen. Voor een oogenblik vergaten
zij beiden denvreëselijken dood, die hen
van alle kanten bedreigde én Cecil, in wien
het weer licht geworden was, riep niets
dan
O, Ethel, mijne lieve O zyt ge
daar weer Heb ik u weer Vergeef het
mij 1 Vergeef het mij
En Ethel, hem aan hare borst drukkend,
antwoordde slechts
Er is niets te vergeven, mijn Cecil
Nu kan ik gelukkig sterven, nu ik weet dat
gij mij nog kent en nog lief hebt
Hand in hand keerden zij terug naar den
brandenden trap en bereikten het venster
aan het eind van den vleugel, waartegen de
brandweermannen nu hunne ladder hadden
aangebracht. De mannen omlaag wenkten
natuur. Welnu, iedereen weet bij on
dervinding; hoe moeilijk het is tegen de
natuur in te werken. Doch geene zonde
legt den mensch gewoonten op zoo on
overwinnelijk als de neiging tot don
drank welke voortspruit uit de dron
kenschap, Allen die verslaafd zijn aan
de eene of de andore zonde, zelfs de on-
kuischaards, hekeeren zich eerder en
gemakkelijker dan de dronkaards. De
werkman, overgegeven aan den drank,
heeft wel oogenblikken dat hij het
rampzalige van zijnen toestand ten volle
begrijpt hij ziet in dat hij zijn eigen
zeiven in het ongeluk stort, en dathy
vrouw en kindereu ellendig maakt en
hun veel hertzeer aandoet. Dan weent
hij bittere tranen, belooft ernstige be
terschap, ja, hij zweert van voortaan
zijne passie te overwinnen. Zijn voorne
men is oprecht doch hij weet niet, de
arme slaaf, aan welken dwingeland hij
zich heeft overgeleverd. Welhaast voelt
hij opnieuw de neiging tot den drank
gebiedend hare voldoening eischen. En.
zijne beloften van beterschap vergeten
de, herneemt hy den gang zijner bui
tensporigheden. De goede gevoelens die
van tijd tot tyd de bovenhand nemen
en hem doen verlangen den drank te
erzaken, worden hoe langer hoe zeld-
jara>èr want de drankzucht is eene
^ke aandrift, die, naarmate zij vol
Pcl redelijk gedeelte van
JS mensch tea -.-^er brengt en alzoo
alle edele aandoeningen -rtrGieti</t Eens
dat iemand moedwillig ja® S®
dit werk van vordierlyking 'aoo. ie
drank, en vooral door den jenever blip*
voortzetten, is het ergste te vreezei;
Het is te vreezen dat hy zijn geweten
geheel en gansch zal versmoren, dat hy
de gedachte aan de hel zal verliezen
evenals de hoop op den hemel, en dat
hij bezopen de eeuwigheid zal ingaan.
Men heeft inderdaad grijsaards aange
troffen die zich zat dronken tot op hun
sterfbed, en die met de jeneverflesch
onder de dekens lagen, terwijl zij de
laatste H.H. Sacramenten ontvingen.
Welk einde Wie zou alzoo willen
sterven
Is er dan geen kans van beterschap
voor eenon verslaafden dronkaard Ja
wel, daar is er eene, doch slechts ééne
willen zij deze niet benuttigen, dan gaan
zij onvermijdelijk den gang welken ik
kom te beschrijven, Die aan den drank
duivel geofferd heeft, wil hij wederom
een fatsoenlijk mensch Worden, eenen
deugdzamen christen, mag nooit meer
aan drank zich overgeven. De volstrekte
onthouding is het eenige redmiddel. Het
is den dronkaard mogelijk geenendrank,
geenen jenever te drinken, maar het is
hem onmogelijk niet overmatig te drin
ken, als hy hem eens geproefd heeft.
Dus hy proeve hem niet meer, hy ver-
foeie hem als vergift, en de schoone
deugd van matigheid; zal zijn ;aandeel
worden.
Da sten Bierpinte komt met 't vallen
vau den avond uil het Laatste Stui-
verkc gesukkeld en tracht al wanke
len den weg naar.hujs te vinden, als hij
onderweg in een smal straatje Madame
van den doktoor tegenkomt, die voor
Dasten oversteekt, en uit den weg gaat.
Maar Das ten, mét denzelfsten asem,
zwijmelt ook ovér eu staat onvrijwillig
nog een keer rechtover Madame, - en
da! spel gaat alzoo tot drie, vier keer»
toe aan den gang, als Dasteu' eindelyk,
om hem te verschoonen en uit den sjag
te trekken, zegt
Madame, ik geloof dat gy er nog
meer binnen hebt gelabberd dan ik,
E. Y. D.'
hen om langs de ladder af te dalen. Maar
nu, opeens scheen iets anders, achter hém,
op eene onbegrijpelijke wijze Cécil terug te
houden, zoodat hij geen voet verzetten
wildé, hoewel men hem met aile macht er
toe aandreef. Ethel zag om, wat de oor
zaak daarvan zijn kon en wat zag zij nu
De vloer achter hem was door de vlam
men wijd gespleten, zoodat men door eene
wijde gading naar beneden kon zien, juist
in het kantoor van den penningmeester. Op
den getegeiden vloei daarvan lagen eenige
stuivers en schellingen en andere munt
stukken, gloeiend van de hitte, tusschen de
brandende puinen en de g;ansche massa,
glinsterend als goud in den feilen gloed,
geleek op een vurigen kelder, met fabelach
tige rijkdommen boordevol. Cecil's oogen
nu waren op deze gapende kloof gevestigd,
en zijne gelaatsspieren trokken akelig sa
men terwijl hij naar beneden staarde op de
gloeiende geldstukken daar inden vlam-
menpoel.
Instinctmatig voelde Ethel dat nu alles
verloren was dat de oude waanzin we
der meester was geworden over hem. Hem
om de heupen vattende, terwijl de brand
weermannen haar toeschreeuwden om hem
aan zijn lot over te laten en alleen af te
Sprekorabond.
1 De Sprekersbond vart het Davfdsfouds
hield dijnsdag der verledeue week eene
prachtige vergadering.
Zeggen wij vooreerst, dat deze Kring
aeer aangroeit en weldra het puik onzer
burgerij en van ons werkvolk zal be
vatten.
M. Drouaert (Hofstede); verhandelde
op kundige wijze het onderwerp De de
gelijke Huisvrouw. Welk aahgonaam
beeld schilderde spreker ons van de
zorgzame christene huismoeder, te mid
den van hare nette woning, zorgende
voor echtgenoot en hare bemindo kin
deren. Zeer karakteristiek werden de
gevaren en v an toestanden geschilderd
worpeun V!0UW hedendaags onder-
be<.Haaf.e"T'i.'(f tot op-
gewezen. «"MoIUk^jpWast!.'
De repliek van M.Corut..
was zeer belangrijk, evenals hét tfi?6':
dat er uit volgde. Kortom eene aller
nuttigste vergadering.
Den tweeden dijnsdag van December,
studie door den E. H. Cösyns, over de
Gilden en de Middeleeuwen, Debat over
de gevolgtrekkingen, ingeleid door M.
P. Van Schuyienbergli. Nieuwe leden
worden aanvaard.
Limburgsche koolmijnen. De
boringen welke men te Eelen onder
nomen had, zyn gansch mislukt. Het is
dus bewezen dat het Limburgsche kolen
bekken, naar 'den Maaskant, zich niet
verder ten noorden uitstrekt dan men
tot nu toe gemeend had.
Er is spraak van boringen welke
zouden begonnen worden in de omstre
ken van Bree en Peer.
Wij gelooven dat; na de mislukte
boringen te Eelep en in de omstreken
van Maeseyck, de liefhebbers van kool
mijnen zich niét meer bloot zullen stellen
aan liet gevaar van duizenden en dui
zenden franken uit te geven om kolen
te zoeken waar er geen te vinden z\jn.
dalen, als zij haar jeven liefhad, deed zy
nog eene wanhopige poging om hem met
geweld naar de ladder te trekken. Doch
Cecil, sterker dan zij, stiet haren arm weg
als dien van een kind, en met eene stem,
die beefde van opwinding, riep hij haar toe:
Daar, Ethel daar Daar is het nu
werkelijk Eindelyk, eindelijk 1 Nu hebben
wij het gevonden Den schat van John
Cann 1
Nogmaals greep Ethel hem bij den arm
Kom hseê, Cecil Kom rxicê toch -
smeekte zij, half vëiktikt reeds door den
rook. Kom meê toch naar de ladder
Doch Cecil rukte zi<;h woedend los met
een wilden glans in zijne oogen, en met
den kreet van De schat l De schat 1
sprong hij hals over kop in den vurigen
afgrond.
En Ethel, van schrik bezwijmend en
verstikt door den rook, zonk neêropden
grond. Hare dood moet pijnloos zijn ge
weest. Lang voorde vlammen haar lichaam
bereikten, moet reeds de bijtende rook die
haar den adem benam, zich over haar er
barmd hebben.
—EINDE.-