9
D
Donderdag 12 December 1907 5 centiemen per nummer. 628le Jaar 4007.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
GODSDIENST, BUISGEZIN, EIGENDOM
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Verkiezing van een toegevoegd Gemeenteraadslid,
2
Belgische en
Fransche voorspoed.
Heldin van het kwaad
Een Jood burge
meester van Rome.
Tuin-en Landbouw.
EEN EN AN DE It.
DE DENDERBODE
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee-
kening van den volgenden dag. De prijs ervan is tweemaal ter week voor
de Stad 5 frank met den Post verronden 6 frank 'a jaars, fr. 3-25 voor zes
maanden fr. i-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
jagen zijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N* 31,
en in alle Postkantoren des Lands.
CUIQUK 8ULTM.
Per drukregel. Gewone 15 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3** bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen by accoord.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dynsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te weuden ten bureele van
dit blad.
Aalst, 11 December 190T
STAD VAN AALST.
(aijverhcidshoofd)
DEN 18 DECEMBER 1907.
DE NAEYER
SOCIALIST 1
In zijn verslag over de begrooting van
wegen en middelen voor 1908, stelt do
heer Tibbaut, Volksvertegenwoordiger
voor Dendermonde, eene vraag, welke
hy beantwoordt door de volgende beden
kingen
Is het tijdvak van grooten nijver
heidsvoorspoed voorbij
Indien hij voorbij is, dan zullen wy
ods de getuigenis mogen getroosten dat
België het in groote mate heeft we
ten uit te baten, daar liet zijne voort-
brengstkracht heeft vergroot door de
ontwikkeling zijner fabrieken, machie-
nen, verkeermiddelen, i. a. w, zijner
bewerktuiging in 't algemeen.
De uitvoer en invoer is in 15 jaren
verdubbeld, zoowel voor den algemee
nen als bijzonderen handel.
Hoogst belangrijk is het deze ontwik
keling, deze toeneming der laatste tijden
te onderzoeken en ze te vergelijken mot
het standpunt waarop België zich in
1831 bevondt.
In 1831 beliep het bedrag van den
algemeenen invoer tot 98 millioen en
dit van den bijzonderen tot 90 millioen.
Be uitvoer was voor den algemeenen
handel 104 millioen en van den bijzon
•deren handel 96 millioen.
De invoer van den algemeenen handel
bedroeg in 1906, 5,725 millioen en van
den bijzonderen handel 3,454 millioen
de uitvoer van den algemeenen handel
was 5062 millioen en van den byzonde-
ren handel 2,793 millioen.
noon Ecg. Leën.
Eindelijk, 't is er door... Hij schijnt
me wel wat vervelend maar dat doet
niets... Ik had een bestaan noodig, gelijk
•hij er me een bezorgen gaat, om te verge
ten... Voor mevrouw de gravin van Borluit,
van Gaver, van Elsegem, enz., wat zal
•daarhet afschuwelijk verleden voor zijn
Een droom dien ik vergeten zal, gelijk men
•.alles vergeet op deze aarde.
III.
Zes maanden later, bleef een rijtuig voor
het bijzonderste gasthof stilstaan en stapten
er twee personen uit, een jonge man en
zijne echtgenoote, beide sierlijk gekleed,
't Waren graaf Frederik van Borluit en
.Tinah Mylio.
Men zal u een vertrek aanwijzen,
lieve, sprak de jonge echtgenootstraks
kom ik terug. Ziehier uwen reiszak hij
is zoo zwaar alsof er al de juweelen der
koningin van Engeland in lagen. De knecht
zal hem boven brengen.
Toen zij op hare kamer gekomen was.
zond zij den bediende weg en sloot de deur
achter hem toe. Zij haastte zich daarna een
harer kleerkoffers te openen, en trok uit
haren reiszak eene koperen doos, welke zij
Dit geeft een vooruitgang van 5,743
per honderd voor den algemeenen in-
voerhandel en 8,738 per honderd voor
den bijzonderen invoerhandel van
4,740 per honderd voor den algemee
nen uitvoerhandel en 2,792 per honderd
voor den bijzonderen uitvoerhandel.
Van 4891 tot 1906, dus in 15 jaren, is
de handelsbeweging bijna verdubbeld.
Het is dus in deze laatste jaren dat die
vooruitgang het merkweerdigst is ge
weest.
En hier stellen wy de vraag: Aan
wie hebben wij dit te danken Wij
antwoorden stoutweg Aan onze catho-
lieke Ministers en dus aan 't wijs beleid
der catholieke Ministeriën welke zich
sedert 1884 opvolgden.
Een Fransch dagblad bespreekt deze
cyfers en deelt de volgende bemerkin
gen meê
De vermeerderingen van de totalen
van den algemeenen invoerhandel in
1906 vergeleken by 1905 waren in
België van 846 millioen
Vereenigde Staten
van America van 1826
Duitschland van 1877
Engeland van 2421
In al de overige landen, behalve in
Spanje, werd soortgelijke vooruitgang
bestatigd. 't Is dus een algemeen ver
schijnsel en wij, Fransehen hebben er
wel ons deel van genoten maar in eene
mindere verhouding dan onze mededin
gers.
Voor den uitvoerhandel wordt het
zelfde bestatigd by ons, in Frankrijk,
al mompelende tusschen de kleederen in
het koffer verborg
Zoolang deze doos in zekerheid is,
zoolang zal ik zelve in zekerheid wezen...
Maar nooit zal Frederik te weet komen wie
ik ben... Want hoe tot mijnen waren oor
sprong geraken, door al de namen heen,
die ik reeds gedragen heb De laatste is
heel lief Gelukkig, dat die arme bijspeel
ster in tijds gestorven is, om mij toe te
laten hem te nemen... met de echte oor
konden ten bewijze, en aldus in staat, om
burgemeester en pastoor te voldoen. Nu
hoop ik wel, dat de naam, dien ik aldus
heb bemachtigd, de laatste zal zijn, en dien
men, zvo laat mogelijk, en na eene lange
opsomming mijner adellijke tite s en huise
lijke deugden, op mijne graftombe zal bei
telen
In eene der zalen van het oude slot Else
gem, gelegen in een der vruchtbaarste stre
ken van Oost-Vlaanderen, wandelde de
oude graaf van Borluit hevig ontroerd op
en af.
Hij hield eenen brief in de hand, dien hij
met gramschap tusschen zijne vingeren
frommelde. Deze kwam van Frederik,zijnen
eenigen zoon, die hem vergiffenis vroeg
voor het leed, dat hij hein veroorzaakte met
tegen zijne goesting in 't huwelijk getreden
te zijn, eene daad, welke hij overigens het
gevolg noemde van den onweerstaanbaren
drift, welke hem tot Tinah Mylio trok Hij
eindigde met te zeggen, dat hij zich eenige
uren na de aankomst van zijn schrijven,
beliep de vermeerdering tot 400 mil
lioen maar in
België tot 460 millioen
Duitschland tot 755
Engeland tot 1155
Vereenigde Stalen
van Amerika tot 1122
Onze vermeerdering, schryft het
Fransche blad, blijft dus verre beneden
deze der groote handeldrijvende volke
ren, en is zelfs geringer dan voor België
met eene bevolking van 7 millioen in
woners terwyl Frankrijk er 39 mil
lioen telt...
Zoo spreekt een Fransch orgaan.
Maar wat wilt men De belangen
van handel en nijverheid worden in
Frankrijk verwaarloosd men vindt er
den tijd niet om er zich meê onledig te
houden. Al de bedrijvigheid der Fran
sche land beheerders wordt verspild aan
de uilvoering der helsche plannen in de
logie gesmeed om de kloosters en kerk
goederen te rooven, de kloosterlingen
uit 't land te verbannen, de kerken en
bidplaatsen te sluiten, IIH. de Bisschop
pen, Pastoors en Catholieken den duivel
aan te doen om zoo allengs tot de uit
roeiing van den R. C. Godsdienst te ge
raken
En zoggen dat de liberalen beweren
dat hunne Fransche logiebroers ons
voorbeelden geven die hier in België
zouden dienen ingevoerd te worden
De beruchte Nathan, een Jood komt
Burgemeester van Rome uitgeroepen te
worden.
Een grootere smaad kon onzen Heili
gen Vader den Paus en, met hem, de
catholieke wereld moeilijk aangedaan
worden.
Nathan is een Jood, en geen alle-
daagsche, niet een die slechts voor zijne
a eerlijke negocie leeft, geen joodsche
bankier, gelijk de Rothschilden, geen
Dreyfus of geen Ulrao, die voor land
verraad te recht staan.
Nathan is een aartsvijand van het
christendom, een gewezen grootmeester
der vrijmetselarij, der kerk van Satan.
Het is een vreemdeling in Italië, doch
het Italiaansch Staatsbestuur heeft hem
de groote inburgering verleend, en
thans is hij tot eene der hoogste waar
digheden in het koninkrijk verheven.
't Is het echte Roomsche volk niet,
dat hem tot die waardigheid verhoven
naar het kasteel zou begeven, Tinah echter
niet medevoerende. Hiermede zou hij wach
ten, tot den tijd dat zijne rechtmatige gram
schap zou verzacht hebben.
De oude edelman had gebriescht gelijk
een leeuw, toen hij dezen laatsten zin las.
Onbeschaamde zotof beter onnoo-
zele 1 riep hij woedend uit. Ik vervloek het
uur, waarop gij het licht zaagt 1 Welke
straf Welke straf is dan op mijnen stam
neergevallen, opdat zijn laatste afstamme
ling het voorwerp geworden zij van den
spot en de verachting mijner gelijken Ge
lukkig blijft me mijne duurbare nicht Laura
nog over, om mij te troosten De ellen
dige 1 zou hij dan toch de onbeschaamd
heid hebben, zich voor mij te vertoonen.
Ik weet niet, of ik me genoeg zal kunnen
inhouden, om hem niet onder de voeten te
trappen.
Hij sloeg eenen blik op het ouderwetsche
schoorsteenuurwerk en vervolgde zijne
koortsachtige wandeling.
Hij gaat spoedig hier wezen. Sedert
zijne geboorte, heb ik aan de wenschen
zijns harten voldaan, maar nu zal hij eerst
weten wat een echte Borluit is.
Op hetzelfde oogenblik ging eene deur
der zaal open en geleidde een bediende den
zoon binnen, waarna hij zich eerbiedig ver
wijderde.
De grijsaard bleef staan en bezag Frede
rik vlak in 't gelaat.
De jonge man was vlug zijnen vader
tegengeloopendoch niet zoodra had hij
heeft, maar vreemd gespuis, dat in Ro
me baas speelt, en dat met woest getier,
met voor den Paus beleedigend ge
schreeuw de verheffing van dien Jood
gevierd heeft.
Gelyk liet door de Farizeërs opge
ruide volk in Jerusalem schreeuwde
- Weg mot Christus, leve Barrabas
zoo hebben in Rome de trawanten der
vrijmetselarij geroepen Weg met
den Paus, leve Nathan Weg met de
Kerk, leve de vrijmetselarij o
En die kreet heeft weerklank gevon
den in andere landen.
Ja, tot in ons België is de smaad den
H. Vader aangedaan, met vreugde toe
gejuicht door de geuzen, liberalen en
socialisten.
Het is eene grootere overwinning,
schryft Furnémont in Le People, dan
die van 20 September 1870, toen de
Piemonteezen eene bres schoten in de
Porta Pia en zich gewapenderhand van
Rome meester maakten. Het is de over
winning niet van het kanon, maar de
overwinning van de Gedachte.
Inderdaad het is eene overwinning
der goddeloosheid op do waarheid en
het recht. Zij hebben gelijk er over te
zegepralen, zij die zich ten doel stellen
het volk te verontchristelijken, de vijan
den van Kerk- en Godsdienst.
Maar ook die zegepraal zal voorbij
gaan. Een tijd zal er komen dat de vol
keren, inziende en voelende dat zij door
het jodendom.de vrijmetselarij en hunne
aanhangers bedrogen en uitgeperst
worden en (en verderve gebracht, ver
ontwaardigd tegen hen zullen opstaan
en weer -bij de Kerk redding en heil
zullen zoeken.
In afwachting zullen alle ware chris.
tenen zich tot plicht rekenen den Heili
gen Vader en de kerkelijke Overheid
des te meer eerbied en verkleefdheid te
betuigen, naar gelang de hoon grooter
is het Opperhoofd der Kerk aangedaan.
Bemesting der frultboomen.
Daar wy niet moeten vreezen dat men
de fruitboomen te veel zou kunnen be
mesten, willen wij dees artikel wijden
aan het bemesten in 't bijzonder der
kern- onder steenfruiten afzonderlijk.
Steeds zal het zeer voordeelig wezen
de boomen kern fruit des winters de
wortels te bedekken met eene goede
laag stalmest, dewelke na den winter
kan ondergewerkt worden.
De medehulp der kunstmesten mag
eenen blik op hem geworpen, of hij begreep
dat deze ten prooi was aan eene hevige
vergramdheid. Zijne oogen schoten stralen
en gansch zijn lichaam trilde
Frederik verbleekte Toch sprak hij,
maar met onvaste stem
Gij hebt mijnen brief ontvangen,
vader
Ik heb hem ontvangen, antwoordde
de graaf; ziedaar.
En dit woord uitsprekende, wierp hij het
papier in den haard, waar het tot assche
verteerd werd.
Ik begrijp uwe ontevredenheid, sprak
Frederik opnieuw, er is reden voor, ik ver
wachtte mij er aan doch als ge mijne
Tinah zult gezien hebben, die zoo bevallig
en goed is. ben ik zeker, dat gij ons beiden
vergiffenis zult schenken.
Ik zal nooit die danseres zien, mijn
heer, en 't is zelfs de laatste keer dat ik u
het woord toestuur, want ik herken u niet
meer voor mijnen zoon. Sinds meer dan
vierhonderd jaar heeft zich geen enkel Bor
luit mishuwd. Ik zal u nooit uwe daad ver
geven, zelfs niet op mijn doodsbed. Ge be
staat evenmin voor mij, alsof ge reeds in
den familie-grafkelder rustet, waar gy z lfs
geen recht meer hebt in te komen. Ga nu
terug naar uwe tooneeldanscres en denk er
aan, dat gij nooit één stuiver mijner fortuin
zult krijgen, zelfs dan niet wanneer gij op
den drempel mijner woning van honger
gingt omkomen. Ik zal mijne maatregelen
nemen, om Laura de Dak tot mijne eenige
echtor in den boomgaard of fruittuin
niet ontbreken, want het is billijk dat
er geen enkele voedende stof ontbreko.
Men zal de scheikundige meststoffen
vooral in don herfst of binst den winter
toedienen bij uitzondering van stik-
stofmest dat slechts in de lente zal ge
bruikt worden.
Even goed echter zou men stikstof
mogen toedienen onder vorm van Am-
moniaksulfaat, in don winter.
Zooals wij het vroeger zegden verze
kert de stikstof vooral de jeugdigo groei;
het fosfoorzuur verzekert de goede bloei
en de hoedanigheid der voortbrengselen;
de potasch begunstigt de houtrijpheid en
do hard- of stevigheid van het hout en
dat nog wel met de medehulp van kalk
welko de zuurheid van den grond
werkeloos stelt.
Bovendien vermeerdert de potasch de
kleuring, de suikerrykheid en den geur
van 't fruit.
Verder werken al deze elementen
samen om eene goede hoedanigheid,
grootte en smaak aan het fruit to geven
en daarbij eene onverwachte opbrengst.
Voor eiken dragende volwassen boom
zal men gebruiken 2 kilos ammoniak-
sulfaat, kilos thomas- of metaalslak
ken 2 kilos potaschsulfaat.
De te hevig groeiende boomen en
welke dan daarenboven weinig vrucht
baar zijn, zullen minder stikstofmest
ontvangen en meer fosfoorzuur- en
potaschraest. Omgekeerd zal men aan
treurende of kwijnende boomen meer
stikstofmest toedienen. Ammoniaksul-
faat en raetaalslakken zullen nooit ge-
lyktydig toegediend worden.
Men zal de uitgestrooide meststoffen
onderwerken met den riek of de eg.
Zeer aanbevelenswaardig is het per
5 a 6 jaar eono goede bekalking te doen.
Ik vraag aan mijne kinders, voor
alles christenen te blijven en te denkon
dat hun geloof hun eerste goed is. Ik
vraag hun de zeden en gebruiken van
liefdadigheid te behouden, welke hun
naam hun oplegt; van ook de geplogent-
heden van het werk te bewaren dat ter
zei vertijde de deugd, de onafhankelijk
heid en den geest behoedt. Ik vraag hun
elkander liertolijk te beminnen, zich
elkander goed te willen, en nooit elk
ander te benijden. Me Aug. Cochin.
erfgename te doen uitroepen. Wat er met
u ook gebeure, ik wil' van u niet meer hoo-
ren spreken Ik heb gezegd Ga I
Frederik kende al te goed het karakter
zijns vaders om slechts een oogenblik aan
tegenspraak te denken. Hij verwachtte zich
aan dien storm, en was overtuigd, dat hij
hem toch vroeg of laat zou moeten door
staan. Niettemin wanhoopte hij er niet aan,
zijnen vader te vermurwen.
Hij trad dan droel en beschaamd de ka
mer uit, na eerbiedig gebogen te hebben,
doch zonder nog één woord uit te spreken.
Om de uitgangsdeur te bereiken, moest
hij door eene lange galerij 6tappen, tegen
welker muren de portretten zijner voorzaten
hingen en 't was niet zonder ontroering,
dat Ti ij deze beeltenissen eenen laatsten
keer beschouwde.
IV.
Frederik ging zich verwijderen, toen hij
op eens eene heldere stem achter hem
hoorde weerklinken. Een allerliefst meisje
van een achttal jaren kwam het bordes
afgesprongen en riep
Frederik, neef Frederik 1
Laura, zeide de jonge man, haar innig
omhelzende, mijne lieve Laura 1 ik meende
dat ge reedB lang vertrokken waart.
(Wordt voortgezet).