Donderdag 20 December 1907 5 centiemen per nummer. 62ste Jaar 4011.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
VRE DE!
GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Heldin van het kwaad
BETHLEHEM.
DE DENDERBODE.
I*'1 bl"i verschijnt den Woensdag en Zaterdag ran iedere wee* onder dagtee
lt ening ran den volgenden dag. De prijs ervan istweemaal ter week voor
de Stad 6 (rank met den Post venonden 6 (rank 's jaars, fr. 3-25 voor zet
maanden Ir. 1-76 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving
eindigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont
vangen lijn ten laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij O. Van de Putte-Goossens, Korte Zoutstraat, N' 31,
n in alle Postkantoren ties Lands.
CHIQUE ■UIIM.
Per drukregel. Gewone 16 centiemenReklamen fr. 1-00Vonnissen op
3** bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij acccord.
Niet opgenomen bandschriften worden niet teruggestuurd. Heereu Nota
rissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag
in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde lauden zich te wenden ten bureele van
dit blad.
Aalst, S4 December 190T
Morgen woensdag, Kerstmis, zal heel
de christene wereld weêr eens vol ge
loof, vol eerbied, vol vertrouwen, vol
liefde voor de kribbe neêrknielen.
Ondanks negentien volle eeuwen blijft
het eerlijke Kerstfeest toch altijd nieuw,
toch altijd indrukwekkend, toch altijd
bekoorlijk.
Het Goddelijk Kiüd trekt alle herten
tot zich. Allen, rijken en armen, geleer
den en ongeleerden of onwetenden, ja,
allen voelen een zacht en teeder wel
doend genot in hunnen boezem binnen
dringen, 't welk hen tot elkander neigt,
hen tot onderlinge liefde stemt en hen
doet gevoelen dat ze broeders zijn...
En inderdaad christene broeders, ja,
dit zijn ze door Hem die ze allen heeft
leeren bidden Onze Vader, die in de
hemelen zijt. o
Voor de kribbe legt de groote zijn
hoogmoed af en gevoelt de arme zich
tot eene hoogere weerdigheid verheven.
Daar wijken versmading van den eenen
kant en afgunst van den anderen.
Hoe moet hy deerlijk in zijnen hoog
moed verblind zijn, de hooveerdige die,
vóór het Goddelijk Kind, zich over
stand of rang, over geleerdheid of weer-
dighheid beroemen durft en misprijzend
uit de hoogte nederziet op hem die door
gaven en aardsche goederen min is be
deeld geworden.
In do kribbe aanbidt de wijze de onge
schapene wijsheid, de machtige den
almachtigen Schepper, de rijke den
Heer van alle goed, de edelman de Ko
ning der koningen, de oneindige Majes
teit.
Wat zyt ge klein, o mensch, wat zyt
ge gering, onbeduidend, nietig tegen
over Hem, den Godmensch, welke, alles
naar zyne hoogste weerde schattend en
wikkend, gewild heeft dat hy in een
naakten stal geboren en in eene krib
gelegd werd en aldus alle aardsche
grootheid als ydelen windmakerij heeft
veracht.
Maar wat recht hebt gij, hooveer-
digen, om u over den minderen man zoo
hoog verheven te wanen, en denkt ge u
te zullen verlagen door hem eenen vrien
delijken blik, een minzaam woord, een
i groet te gunnen
DOOR EUG. LEËN.
Zij keerden terug van eene reis, die meer
dan een jaar geduurd had, en zij droegen
geene kennis van Frederiks huwelijk, hoe
wel ze met zijnen vader zeer bevriend waren.
De drie mannen konden een twintigtal
woorden gewisseld hebben toen de oudste,
heer van Eezaat tot zijnen neef zeide
Maar kijk dan, hier voor ons, Fried
dat is Nelly, de vrouw van Paul Thuriot
En met de hand wees hij naar Tinah,
die met hare vriendin eenige stappen op en
neer wandelde,
Ik heb haar gisteren op den Berg-
van-'t Hof gezien, zeide Fried, en een mij
ner vrienden heeft me van haren man ge
sproken, doch zijne beschrijving verschilde
oneindig met die van Thuriot.
Van wie spreekt ge dan vroeg Fre-
derik verrast.
Van die vrouw daar, antwoordde
van Eezaat en toonde Tinah op eene wijze,
dat men er zich niet in kon bedriegen.
Zijriep de graaf uit, ten toppunt
van ontsteltenis, gij bedriegt u zeker.
Bah neen, daar kennen wij haar
te goed voor't is het slechtste wijf, dat op
Gods aardbodem leeft en zij heeft met haren
man eene groote rol in de Parijsche COM
MUNE gespeeld.
Weet dat de Zoon Gods de livrei des
armen boven de pracht des rijken ver
kozen heeft.
Gy, arme menschon, wat mort gij
over uw lot, wat benijdt gy in hen die
in stand, en fortuin boven u verheven
schynen
Indien ware tevredenheid en geluk in
eerenrykdom te vinden waren, voor
zeker zou O. H. Jesus, die zeker aan
zijn H. Moeder Maria en aan zijn ge
liefden Voedstervader Jozef geschonken
en ze zoo voor zich zeiven genomen heb
ben... Mort niet, neen, beklaagt u niet
over de voorzienigheid, al valt uwe
armoede u soms bitter. Gij zijt toch niet
beter dan den Heer aller dingen welke,
tot uwe vertroosting, zoo arm als gy
en nog armer heeft willen worden.
Die stem dringt met Kerstmis in de
gemoederen door, zij wordt begrepen,
zij veredelt de harten door wederzyde
toeneiging, de eenen zacht vernederend,
de anderen troostvol verheffend, allen
versmeltend in een gevoel van christe
lijke genegenheid en liefde, aldus do
woorden der Engelen bevestigende
Pax hominibds bonjï volontatis
Vrede aan de menschen van goeden teil. i
Waarom helaas is die indruk zoo
kortstondig Waarom vergaat hy
soms voorbij met den dag zelf van Kerst
dag
Maar zou er wel zooveel onrust, zoo
veel verwarring, zooveel afgunst en
haat in onze samenleving woeden, indien
de lessen welke de geboorte des Zalig
makers ons geeft, langer in de harten
bewaard bleven en nageleefd werden
Wat zijn de oorzaken der schrikwek
kende gevaren die onze samenleving
bedreigen
Zijn het de zucht naar genietingen,
van nooit bevredigde wellust en weelde
van wege de grooten en de verhitte
rende afgunst der minderen, en hun
onbezadigd streven naar eene gelijkheid
in welzijn en fortuin, die nooit te ver
wezenlijken zullen zyn
GELIJKHEID P
De geboorte van het mensch gewor
den Woord in een stal, het leven vol
lyden en vernederingen van den God
mensch, welke de menschelijke natuur
aanneemt om het monschdom te verlos
sen, ziedaar waarin de menschen de
ware gelijkheid leeren kennen eene
gelijkheid die noch door verdrukking,
noch door opstand kan verkregen wor
den, eene gelijkheid die niet de eenen
tegen de anderen in 't harnas jaagt,maar
Ik herhaal, dat gij u vergist, dat gij
dwaalt door eene gelijkenis misschien riep
Frederik half boos, want zij, die gij daar
toont... is mijne vrouw.
Van Eezaat en zijn neef traden onwille
keurig bij die woorden achteruit...
VI
Na deze openbaring, welke eene verplet
terende uitwerking maakte op hen die ze
gehoord hadden, kreeg Frederiks gelaat
zulk eene vreemde uitdrukking, zijn blik
zulk eene beweegloosheid, dat zijne vrien
den er van verschrikten. Hij scheen te wil
len spreken, doch zijn mond bracht geen
geluid voort.
Eindelijk sprak hij stotterend
Uitleggingen... moet ik hebben, hoort
ge 't Is afschuwelijk... maar dat moet
valschzijn.. valsch... leg mij dat geheim
uit... spoedig 1
Heer van Eezaat hernam met zacht
heid
Beste Frederik, 't is hier de plaats
niet om u uitleggingen te geven... Breng
haar, die u ginder wacht, naar huis doch
zeg haar niet wie we zijn, deel haar geen
woord mede van onze samenspraak, want
dit zou onvoorzichtig wezen... Wij zijn
thuis in het Gasthof van Limburg, kom ons
daar zoohaast mogelijk vinden.
De jonge graaf had zich een weinig her
steld en 't was met vasten tred, dat hij zich
die van weêrskanten broederlijke gevoe
lens inboezemt en zoo de klove vult die
de lagere van de hoogere standen
scheidt.
Allyd zult ge armen rond u hebben
zal dezelfde Jesus later zeggen. Het is
dus een ijdel droombeeld de armoede
van de wereld te willen doen verdwij
nen, het is eene valsche belofte waarmeê
kwade oproerstokers de armen tegen
de rijken opjagen.
Doch tevens heeft O H. Jesus ook
gezegd - Wat gy aan den minsten der
o mijnen doet, dat hebt gc aan my ge-
daan.
Zoo predikt de Heiland aan de eenen
medelijden en weldadigheid aan do an-
anderen gelatenheid in hun lot, en aan
beiden wederzydsche liefde..,
O Goddelijk Kind, geef dat uwe lessen
aanhoord worden en diep in de harten
driDgen, dat zy twist en tweedracht uit
de wereld verdrijven, dat allen zich
van goeden wil toonen en wij dan den
vrede genieten dien Gy aan allo men
schen van goeden wil beloofd hebtD.D.
Gaarne zullen onze lezers eene korte
beschrijving over* de wereldberoemde
stad Bethlehem lezen.
De Stad. Bethlehem ligt op 2 uren
zuid-oostwaarts van Jerusalem. Eertijds
waren deze twee steden door een prach-
tigen weg verbonden thans is die weg
in een allerslechtsten toestand. Het is
die weg welke gevolgd is geweest door
Maria en Jozef, toen de H. Moeder op
't punt was den goddelyken verlosser
ter wereld te brengen.
Diep is men getroffen wanneer men
de stad Bethlehem nadert. Het gezicht
in de verte is verrukkend zy is op de
helling van eenen heuvel amphitheater-
gewijze gebouwd, en verheft zich 800
meters boven den spiegel der zee.
Het is daar dat de profeet David, meer
dan 1000 jaren vóór Christus, het licht
zagvandaar ook haar naamDavids tad.
Zij telt heden rond de 6000 inwoners
waarvan 3/4 catholieken. Het is wel de
eenige plaats van het H. Land, waar
men de catholieken in meerderheid aan
treft.
De geboorteplaats des Heeren. De
plaats w aar onze Zaligmaker geboren is,
is niet een eigenlijke stal maar eene
natuurlijke spelonk in eene der rotsen
welke in den omtrek te vinden zyn. De
naam van stal komt hieruit voort dat
de spelonken dikwyler tot schuilplaats
aan de kudden dienden gedurende den
nacht en de gure winterdagen.
bij zijne echtgenoote voegde, welke nog
altijd met hare vrienden koutte. Hij bood
haar stilzwijgend den arm en verwijderde
zich in de richting van Elsene waar zij een
vertrek hadden gehuurd. Getrouw aan den
raad zijns vriends, wist hij genoeg zelfbe-
heersching te houden, om geen woord te
zeggen over hetgeen er was voorgevallen,
en dit ondanks zeer dringende vragen.
Een half uur later, zaten Frederik, heer
van Eezaat en Godfried in eene bijzondere
kamer van 't gasthof van Limburg.
Mijn arme vriend, zeide van Eezaat
tot den graaf, ik kan zooveel te beter eindi
gen met u alles te zeggen, daar ik, zonder
het te weten, reeds den eersten slag heb
toegebracht dien gij met eenen zeldzamen
moed doorstondt. Ik moet beginnen met u
te herhalen, dat wij ons op geenerlei wijze
bedriegen, dat de vrouw met wie gij ver-
eenigd zijt, wel deze is waarover wij spra
ken... Doch hetgeen gij vernomen hebt, is
niets in vergelijking met hetgeen gij gaat
vernemen
Gelijk gij weet heeft Fried zijne stu
diën in Parijs gedaan. Nu hij terug op den
goeden weg is, aarzel ik niet te zeggen, dat
hij allerslechtste betrekkingen had aange
knoopt. Hij verkeerde met die talrijke ge
buisde studenten van het zoogenaamd la-
TIJK6CH kwartier, die op geen enkel gebied
iets goeds verrichten en in staatkundig en
godsdienstig opzicht de verderfelijkste
grondbeginselen huldigen. Zoodra ik kennis
Op deze rots heeft de H. Helena eene
kerk doen bouwen doch hedendaags is
zy erg vervallen en grootendeols is zy
in de handen der Schismatieken.
De geheele rots is 12 meters lang, en
van 3 tot 4 meters breed. De grond en
de wanden zyn met schoone prachtige
witte marmeren steenen bedekt. Het
gewone daglicht komt er niet in, maar
de klaarte wordt er onderhouden door
31 lampen welken dag en nacht bran
den.
Als men nu de grot langs den kant
van het Evangelie ingaat, ziet men be
neden de trappen aan den linkerkant, op
den grond eene groote zilveren ster
tusschen de steenen bewerkt, behelzende
deze woorden Hic de Virginc Maria
J. C. natus est. (Hier is J.-C. van de
Maagd Maria geboren.) Boven deze
plaats branden altoos 151ampen waarvan
5 aan de catholieken behooren, 5 aan de
arraenianen, en 6 aan grieksche Schis
matieken.
Van daar stapt men 3 trappen af en
men komt in de bidplaats van het Krib
beken, welker wanden met kostbare
tapijten behangen zijn. Hier heeft het
Kribbeken gestaan waarin het goddelijk
Kind is neêrgelegd geweest 5 lampen
branden er dag en nacht en een puik
tafereel verbeeldt het kindeken Jesus in
de Krib.
Twee stappen links bevinden zich het
altaar der Dry-Koningen, dio aldaar
nedcrknielden toen zij het goddelijk Kind
aanbaden. Dit altaar is gelukkig in
handen der catholieken, wier priesters
het H. Misoffer aldaar mogen opdragen.
De spelonk waar Christus is geboren»
staat met verschillige andere in verband-
Men volgt eenen onderaardschen gang
men komt in de grot van den H. Jozef,
waar, gelooft men, de bruidegom van
Maria, 's nachts het bevel van den engel
ontving om naar Egypte te trekken en
alzoo de wraak van Herodus te ontvluch
ten.
Ook op deze plaats is een altaar toe
gewijd aan de vlucht naar Egypte.
Boven dit altaar bemerkt men een puik
te Keulen afgewerkt tafereel,hot myste
rie verbeeldende.
Van daar komt men langs 5 trappen
in de kapel der Onuoozole Kinderen.
Volgens de overlevering kwamen aldaar
de moeders zich verbergen met hunne
kinderen tegen Herodus slachting; doch
zijne soldaten ontdekten de schuilplaats
en vermoordeu onbarmhartig de kinde
ren onder de oogen huuner ouders. Deze
wreede moorderij wordt opeen tafereel,
boven het altaar, verbeeld.
Onder het altaar is een grafkelder van
twee meters vierkant waarin de stoffe-
kreeg van dezen staat van zaken, begaf ik
mij naar Parijs om van nabij de levenswijze
van mijnen neef na te gaan, en om deze
nog beter te leeren kennen, veinsde ik er
onkundig van te zijn, en bracht hem zelfs
zoodanig op zijn gemak, dat hij me in zijn
gezelschap binnenleidde... Onder de woe-
lers, die daar het hooge woord voerden,
merkte ik een kerel op van een dertigtal
jaren, met grove gelaatstrekken en heesche
stem, wiens haat voor de maatschappij zich
in de hevigste bewoordingen lucht gaf. Hij
heette Paul Thuriotzijn verleden kende
niemand, evenmin als zijne middelen van
bestaan. Ik wilde dezen man in den grond
leeren kennenmet den schijn aan te ne
men zijne gedachten te deelen.
Met hem. menigvuldige glazen wijn en
cognac te betalen, won ik geheel zijn ver
trouwen. Hij bracht me in zijne woning,
twee arme dakkamers, waarin ik zijne
echtgenoote aantrof, een schepsel, dat in
eene andere omgeving eene uitnemend
Bchoone vrouw zou geweest zijn en die,
door hare fijne manieren en verleidelijke
spraak, wel den naam verdiende, welke
men haar in de buurt gaf, de honingtong.
Ik had dadelijk reeds geraden dat die
vrouw ongelukkig was, dat zij haren man
haatte en vrees alleen haar aan hem ge
kluisterd hield. Hetgeen ik naderhand on
dervond, gaf mij de overtuiging dat de
vrouw den man waard was en zij haar lot
verdiend had. Beiden moesten ongetwijfeld
lijke overblijfsels der eerste martelaren
neergelegd werden.
Jaarlijks heeft daar eene schoone
plechtigheid plaats op den feestdag der
Onnoozele Kinderen, komen de Minder
broeders stoetsgewijze naar de bidplaats
om alzoo eene openbare hulde aan de
eerste martelaren van Christus' kerk te
bewyzen.
Eene halve uur gaans van Bethlehem,
na eenen moeielijken en lastigen weg
langs hoogten en laagten, komt men
aan het graf der Herders. Halfwege staat
men voor het catholiek kerkje, dat door
eenen inlandschen priester bediend wordt.
Wat verder vindt men Maria's bron,
welke alzoo genoemd wordt, daar men
gelooft dat Maria dikwijls water putten
kwam op die plaats.
Op eenen kleinen afstand van het dorp
Beit-Sahour, ligt de plaats der Herders.
Eene diepe onderaardscho bidplaats, in
dewelke men langs 21 trappen komt,
bestaat nog hedenzy is het overblyfsel
van eenen prachligen tempel welke de
H. Helena deed bouwen op de plaats
zelve waar de Engelen aan de Herders
verschenen waren. De grond is daar ryk
beplant met olijfboomen.
In bijna gansch het H. Land, en bij
zonder te Jerusalem, ziet men de neer
slachtigheid op de gelaatstrekken der
inwoners. Zulks is voorzeker le Bethle
hem het geval niet; elkeen is daar vroo-
lyk, welgemoed en werkzaam. Hunne
nyverheid bestaat in 't maken van voor
werpen van godvruchtigheid zooals
kruisbeeldjes, paternosters in paarle
moer, welke de gansche wereld door
verkocht en gezocht worden.
Bij uitzondering dus in Palestina
schijnt de bevolking van Bethlehem
door den Almogende beschermd te wor
den, die de plaats zegenen wil waar hy
uit liefde tot het ondankbare menschdom
arm en verlaten is ter wereld gekomen.
1^'og de werkmnnspen-
»ioenen.Als vollediging van wat
wij over eenige dagen zegden aangaande
dit punt, en de aandacht der gemeente
secretarissen er op trokken, doet men
ons opmerken dat het eigenlijk de be
langhebbenden zelf zijn, die hunne aan
vragen moeten opstellen; diegene welke
hiertoe niet in staat zyn wenden zich
dan tot iemand van goeden wil, die dan
gewoonlyk de gemeentesecretaris is.
Het is dus wederom voor de gemeen
tesecretarissen, buiten zoovele anderen,
eene hijzaak geworden, welke zy' met
veel iever verrichten, en het is te be
treuren dat het Staatsbestuur aan deze
verdienstelijke ambtenaars niet een stuk
je wet toestaat, welk sinds lang met
zooveel recht gevraagd wordt, om hun-
ned toestand te verbeteren.
aan een slecht einde geraken. Daar ik
genoeg had van Parijs, besloot ik met mij
nen neef op reis te gaan en hem in een
beter midden trachten te hervormen, iets
waar ik volkomen in gelukt ben. De parij
sche oproermakers of zoogenaamde voor-
uitstrevers - hebben voor hem de rol der
dronken slaven van Sparta gespeeld.
Hetgeen ik u tot nu toe zegde volstaat,
om u te doen begrijpen, hoe groot mijne
verbazing geweest is, hier Nelly Badon,
echtgenoote Thuriot, terug te vinden en te
hooren dat zij met u getrouwd ia... Dat wij
ons bedriegen is onmogelijk, die gedachte
moet gij uit uwen geest verbannen 't is
zij, ik zou naar onder duizend herkend
hebben... Nu heb ik haast om te weten hoe
gij ze hebt leeren kennen en er toe geko
men zijt, er mede in 't huwelijk te treden.
Zonder allen twijfel te laten varen nopens
de bestatigdc eenzelvigheid tusschen de
vrouw van Paul Thuriot en Tinah Mylio,
haalde Frederik de omstandigheden aan',
welke er hem toe bewogen hadden met dé
danseres te trouwen.
Toen hij geëindigd had, sprak heer van
Eezaat
Nu dienen wij alleen nog te weten,
wat er van Paul Thuriot is geworden en
hoe zijne vrouw den schouwburg heeft be
treden. De prefekt van policie te Parijs kan
ons daaiomtrent voorzeker inlichting»
geven.
(Wordt voortgezet).
mgen