Donderdag 3 September 1908 5 centiemen per nummer 62*16 Jaar 4082 Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan van de Stad en 't Arrondissement van Aalst. Slechte gazetten. GODSDIENST, HUISGEZIN, EIGENDOM. VADERLAND, TAAL, VRIJHEID. Heldin van het kwaad Land- en Tuinbouw. Wat de meisjes moeten leeren. Lokvogels of Herbergprinsessen GOEDE FAAM. Zondagrust. DE DENDERBODE. Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week onder dagtee- kening van den volgenden dag. De prys ervan is tweemaal ter week voor de Stad 5 frank met den Post verzonden 6 frank 's jaars, fr. 3-25 voor zes maanden fr. 1-75 voor dry maanden, voorop te betalen. De inschrijving •indigt met 31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ont- rangen zijn ten laste van den schuldenaar. Men Schrijft in bij C. Van d© Putte-Gooisens, Korte Zoutstraat, Nr 31 •n in alle Postkantoren des Lands. i CUIQLE HUUM. Per drukregel Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1-00 Vonnissen op 3<e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heoren Nota rissen moeten hunne inzendiBgen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag in den voormiddag. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad. Aelat, September 1908. Dikwylg hoort men een catholiek jongeling zeggen, wanneer men hem met eene slechte gazet in de handen vindt 't Is maar om eens te zien, wat men hier of daarvan vertelt 1 En die reden schijnt zoo afdoende, dat men zonder blikken of blozen het een of ander vuilblad uit den binnenzak haalt. En nochtans is dat een zeer gevaar vol spel. Hoe verstaódig en kloek gy u ook waant, toch zal die dagelijksche dosis vergift van u rap een onverschillige maken: Kinderen die met vuur spelen, verbranden zich die 't gevaar bemint, zal er in vergaan. De Kerk weet heel goed waarom ze zulke lezingen verbiedt. Er staan in die bladen zoovele dingen, die eeno deftige gazet nooit of nooit zou willen opnemen eu moest het papier kynnen blozen, ze verschenen allen bloedrood... Doch, ziet ge, voor sommi- i gen is 't daarjuist het aantrekkelijke Men spreekt wel van politiek de noodzakelijkheid van alles eens te lezen om zich een oordeel te kunnen vormen, I enz... Maar terwijl de jonge wysgeeren bezig zyn,, denk ik tegen wil of dank, aan een hond die bezig is in eenen vuil bak te snuffelen om er een vuil afge knaagd been uit te scharrelen... Zou ik misschien mis kunnen zyn Wij zyn dus 't akkoord 't is een ge vaarlijk spel; 'tis ook nog een zeer dom spel. Weihoe, gij geeft u uit als catholieke itryders, als voorvechters van de goe de zaak en met uwe centen ondersteunt gij uwe vijanden De catholieke bladen hebben moeite I genoeg om tegen den stroom van 't vuil papier op te komen en gelijk een on- noozelen snul, wapent gij uwe tegen- itrevers, met de krachtigste aller wa- i penen, met uw geld Is dat niet dom, aartsdom Voor sommige heerkens die slechte bladen lezen om te toonen dat ze durven of uit schrik voor hunne medegezellen, daarvan gewagen wy niet. Als men met zulke mannen ten stryde DOOR EUG. LEËN. trekt, is men zeker ze met gescheurde broek zien thuis te komen... En nu, om te eindigen, een klein vraagske Hoeveel liberalen lezen catholieke gazetten Geene of by na geene. Hoeveel catholieken lezen geuzen- bladen Honderden, duizenden Fas est ab hoste docer MeD mag ach ter den vyand soms iets Het zy zoo. 3S«VERVOLG. Hierop ging de weduwe heen en liet Pauwel ontsteld staan. De jongen wist niet of hij blij of droef moest wezen. Gelijk we gezegd hebben, was er nie mand op de voorplaats van het kasteel. Baron van Sange las een dagblad in de boekerij, en de dienstboden arbeidden in den tuin. Nogthans had het tooneel tu»- «chen de weduwe en den jongen Thuriot No getuige gehad. Gondis was vroeg uit gegaan en had plaats genomen op de bank van een verheven prieel aan den voorkant jan het kasteel zij leerde er hare leaaen. De jonge boodachapper moeat daar voorbij- 1 r?.men "j «prak hem aan en vemam dat bij eene boodschap had gebracht van Joris Zoetberg, doch meer kon zij ondanks haar 1 aandringen niet te weet komen. Ook moeat i qj voor dien dag hare lessen ter zijde laten, want aaphoudend dacht zij op de raadsel- I «bhtige houding van hare leermeesteres na, wrat woedend ala een tijger, daarna i «acht geworden was als een lam. XII. j De kunstenaar wachtte den terugkeer van den knaap met het grootate ongeduld 1 «f, en toen hij hem zag aankomen, riep hij Herfst- en Winterspinagie. Deze groente van eersten rang mag gedurende de herfst- en wintermaanden niet ontbreken. De spinagie vraagt eenen tamelijk natten grond maar nooit geen stil staande water in dit geval, is het nood zakelyk op winterbedden te zaaien. Zy is zeer vraatzuchtig aan meslstoffen en indien gy.van uwe kuituur eene groote opbrengst, eene malsche groente van eerste kwaliteit verwacht, zult gij haar, behalve het stalmest, geconcentreerde meststoffen toe dienen, per are, 3 k. zwazelzure ammoniak en 3 k. kloor- potassium, die, do eene door zijne stik stof, de andere door zyne potasch, hunne werking zullen samenvoegen om krach tige planten op te leveren en bladeren doen ontwikkelen van eerste hoedanig heid en van donkergroene kleur, ieti dat op de markt veel geprezen wordt nochtans zal men 3 k. superfosfaat bij voegen om dit mest te vol ledigen. De spinagie die in augustus, sep tember en October gebruikt wordt, zaait men van einde juli tot 20 augustus eu me die in den winter en in de lente geëten wordt van 20 augustus tot 15 september men zaait op rij met afstand van 20 cent. en men laat tusschen de planten eene ruimte van 10 cent. Om er, gedurende de vorsten te genieten, is het noodzakelyk de spinazio te beschutten, best door middelen van bakken en ramen. Variëteiten S. Hollandsche, S. van Catillon, deze laatste is verre de beste want zy is het beste tegen den vorst bestand. G. Impatient, Leeraar Hofbouwschool, Vilvoorde. Wel, hebt gij haar gezien Wat is er gebeurd De jongen aarzelde om te antwoorden het stond hem tegen de waarheid niet te «eggen, maar hij dacht aan de belofte welke hij had afgelegd, hij herinnerde zich wat mevrouw d'Aulneux hem va* zijnen mees ter had gezegd, en van eenen anderen kant hield hij er aan, gevolg te geven aan de afspraak die hem eene rol scheen te moe ten spelen in zijne toekomst. Hij herhaalde dus de woorden, welke men hem had opgegeven. Doch intuaschen hield de schilder oplet- tend zijne oogen op hem gevestigd. Twij felde hij aan zijne rechtzinnigheid Wat daar ook van zij, hij stelde hem geene en kele nieuwe vraag. Na het middageten, begaf hij zich naar Rakelvee, waar hij Gondii van Sange aan trof die hem boos maakte met, in tegen woordigheid van Laura jokkend over het minnebriefje te «preken dat hij aan mevr. d'Aulneux had gezonden,en die hem daarna verwonderde met te vertellen wat er tus schen de weduwe en zijnen boodschapper gebeurd was. Rond tien uur 's avonds, ging hij naar zijne slaapkamer die op den hof uitkwam en wier muren voorzien waren van ver- gchillige Boorten wapens, alsof de bewoner der Muksen reden hadde om eenen aanval vao buiten te duchten. De maan scheen helder en verlichtte den ■childerachtigen omtrek. Joris lag met de Willen de weeshuizen, de scholen, de pensionnaten van jonge, meisjes ons flinke vrouwen geven, onderwezen in den Godsdienst, in staat een huis te be stieren, de kinderen op te voeden en hun man met raad en daad bij te staan in hunne ondernemingen en moeilijkheden, dat zij aan de toekomstige echtgenooten en moeders eene der noodzakelijkste wetenschappen.nl. de kunst van Huis houden onderwyzen. Weet gij wat onze meisjes moeten leeren, zegt de Kristone Vrouw leert haar lezen, schrijven en rekenen leert haar gezonde en voedzame spijzen be reiden leert haar wasschen en strijken, kousen stoppen en kleeren hermaken, Leert haar dat een gezond voedsel voor alle medecynen vrijwaart. Leert haar dat men, om besparingen, minder moet uitgeven dan men verdient, cn dat de tegenovergestelde wyze van doen rechtstreeks naar de armoede en den ondergang voert^ Leert haar dat een eenvoudig katoe nen kleedje, dat betaald is, schooner staat dan een prachtigzyden pak, waar van leveraar en naaister nog de betaling eischen. Leert haar dat een flink en open gelaat meer waard is dan vijftig bleeke, kwij nende, teerachtige gezichtjes. Leert haar inkoopen doen en reke ningen nazien. Leert haar dat de weelde, ijdelheid en overdreven opschik enkel dienen om in haar het beeld van God te misvormen. Leert haar verstandig spreken, haar vertrouwen in God stellen leert haar zich zelve helpen en met moed en ijver werken. Leert haar den ijdelen schijn verach ten en ja on neen zeggen zonder huiche larij Leert haar dat deugd en Godsdienst alleen den mensch kunnen gelukkig maken op deze aarde. Leert haar vooral de ware godsvrucht, want zonder deze zullen de meisjes moeilijk het overige leeren en zoo zij het ook leerden, zij zouden er slechts een gering en kortstondig voordeel uit trekken. In dat alles moet de jeugdige dochter vooral door de moeder, welke de beste leermeesteres is, onderwezen worden. ellebogen op het vensterkozijn en liet den blik over het landschap weiden, toen hij een zwak gerucht op den trap meende te vernemen. Hij ging naar zijne deur, deed ze zachtjes open en luisterde met aandacht. Hij hoorde de buitendeur op hare hengsels draaien. Er was geen twijfel meer mogelijk iemand had zijn huis verlaten. Hijging terstond naar Pauwel'skamer ken dit was ledig. Zonder een oogenblik te verliesen, stak hij een revolver in zijnen zak en verliet in stilte het huis en volgde zijnen jongen dienstknecht, die den weg naar Groen- meersch had ingeslagen, op de hielen. O 1 sprak hij inwendig, ik heb mij niet bedrogen. Wie zou echter denken, dat een kind zooveel sluwheid en zooveel moed kan bezitten 1 Ha 1 't is wel haar kind. Hij sloeg eene andere richting in, om een veldpad te bereiken, dat hem voor Pauwel aan het kasteel zou doen komen. - Welk nieuw helach plan mag zij ge smeed hebben vroeg hij zich al gaande af. O maar... neen, dat zoo gruwelijk we zenen nog tan 8 laat me het feit, den knaap zoo des nachts bij haar te doen ko men, toe het ergste te veronderstellen. In gepeinzen verslonden, kwam hij voor GroenmeerschDaar verschool hij zich achter eene haag en wachtte. Tien minuten later, zag hij Pauwel na deren, die zoo gerust voortstapte als hij bij dagon over de «toepen v*n Brussel ging. Prinsessen zyn er allen dagniettezien zelfs te Brussel of te Parys niet, schrijft Het Land van Audenaarde Maar prinses en prinses is twee; er zijn er van alle soorten, koninklijke, keizerlijke, groote en kleine prinsessen en de verspreidste soortde herberg prinses. Ik wil hier van niemand geen kwaad zeggen, en vooral niet van onze deftige burgers meisjesal hooren zij dan ook in eene thuis; ik aanzie ze allen als ganscli achtenswaardig en weiger aan geene enkel mynen eerbied. 'k Wil slechts een gebruik van onzen tyd bevechten, dat, mijns dunkens. laakbaar is, ik wil ze slecht verwijderen zooveel mogelijk, van eene bediening die haar niet staat, die ze voorzeker tegen dank vervullen: die van herberg prinses. Onze voorouders kenden de herberg prinses niet. Lees de verhalen van vroe gere eeuwen, waar zoo dikwijls de Vlaamsche herberg beschreven wordt, zie de gemoedelijke schilderijen van Teniers, die zoo menigwerf onze drin kende en schenkende boeren op het doek- bracht, overal vindt gij, in die herber gen van den ouden stempel, eenen defti gen baas, met van frischheid blozende kaken, of eene goede dikke bazindie de steenen kannen, met het schuimende gerstennat vulden en den dorst der ka lanten laafden nergens ziet gij de jonge, nog ongehuwde dochter, dit ambt waarnemen, nergens ontwaart gij de herbergprinses. Er waren nochtans, te dien tijde ook jonge dochters bij de herbergiers doch onze voorvaderen dachten dat hare plaats in de gelagkamer niet was dat zy soms te zeer zouden moeten blozen in tegenwoordigheid van vreemdelingen, wier hersens door den drank bedwelmd het rad hunner tong niet altijd op de rechte baan der welvoeglijkheid en der wellevendheid, kunnen bestieren. Zij meenden dat zij er een gedeelte harer vrouwelijke bedeesdheid, haar schoon ste sieraad, zouden verliezen en dat de blos der schaamte, des te trager op hare wangen zou ontluiken. Zij hadden gelijk, overvloed van gelijk. De Patrie van Brugge schryft over de zaken van Schaarbeek De betreurenswaardige feiten, nopens welke het gerecht een onderzoek doet en die zich hebben voorgedaan in verschei dene gemeenten van den Brusselsehen bouwkring zijn ernstig en doen naden ken. Wy plaatsen ons niet onder oogpunt van politiek, maar onder oogpunt van het Vaderland waarvan de eer bevlekt schynt. Tot hiertoe waren kieschhoid, recht schapenheid en eerlijkheid huiselyke hoedanigheden die ons onderscheidden van de naburige landen en byzonderlyk van Frankrijk, vermaard door al te groote schandalen. Nu, sedert eenigen tyd, ontdekt men hier al te veel zonderlinge dingen. Het was vooreerst lset bedrog in de levering van het vleesch aan het leger, dan het konkelfoes in de nationale fa briek van opgelegd vleesch te Antwer pen, en nu ziet men gemeentebesturen, op hunne beurt verdacht; ambtenaars beticht van omkooperij, en reeds loopen onder vrienden verscheidene geruchten; men spreekt van andere geldvervreem- dingen en van andere schandalen. Het geheim waarmede men ze om- ringt vergroot het belang dat men er in stelt, ook is het tijd te waken. Indien de kwaal bestaat moet zy in haren wortel aangetast worden. Een onderzoek dringt zich op van de laagste lot de hoogste sport der bestuur-: lijke ladder, om de kwaal uit te roeien waar men ze ook ontmoete. Het komt er op aan niet de minste verdenking te laten rusten op de nationale eerlijkheid. De eer zelf van het Belgisch volk ver- eischt dat alle plichtigen, welke zy ook wezen mogen, aan den schandpaal gena geld worden cn op de schandebauk gezet worden. Het is de wensch van alle eerlijke lieden. Goed zoo; ja, welgesproken. Inder daad, 't is voor ons eene kwestie van eer, namelijk, van onze goede faam en eerlijkheid te verdedigen en van alle besmeuringen uit te wasschen. Hij trad uit zijne hinderlaag en verscheen opeens voor den knaap, die eenen korten gil uitstiet en hard begon te beven, toen hij zijnen meester herkende. Gij hebt gelogen, zeide dere, terwijl hij zijnen arm vastgreep maar ik weet alles ik weet dat zij u verwacht. Zeg nu de waarheid of ik aal u loon naar werken geven 1 Pauwel vertelde alles wat er tusschen hem en de onderwijzeres gebeurd was. 't Is wel, hernam de schilder. Begeef u naar het paviljoen waar zij u wacht, doch onthoud dat uw leven gevaar loopt. Zij heeft er belang bij u te doen verdwijnen en zal voor niets achteruitgaan. Wacht er u dus van, iets te eten of te drinken zoo zij u dat mocht aanbieden 1st op hare bewe gingen, en zoo zij de hand op u legde,moet gij maar roepen ik zal in de nabijheid wachten en u komen helpen. Maar mijnheer, wedervoer Pauwel, wiens tanden klapperden, indien het waar is wat gij zegt moet ik niet bij haar gaan ik ga niet Neen gij moet gaan, doch indien ge mijne onderrichtingen volgt zal er u niets kwaads gebeuren. Overigens, ik heb het u gezegd, ik zal me dicht in de nabijheid bevinden. Ga nu. De knaap trad bevreesd het park binnen langs de aangewezen deur, en liep daarna ineens tot aan het paviljoen, dat slechts een vijftigtal schreden van haar verwijderd waa. Van 's middags tot middernacht, eenige dienstdoende Apotheker, op Zondag 6 September 1908, M. Renueboog.Nieuw- straat. Nauwelijks verliepen er vijf minuten, of Joris Zoetberg hoorde angstig roepen Mijnheer, mijnheer, help, help XIII. Op het oogenblik, dat Pauwei's stem weerklonk, bevond Joris Zoetberg zich te midden van knoestige acacia's en steunde op een hunner takken. Hij droeg een tamelijk lange overjas, waarmede hij. tot zijne groote ontsteltenis, vastraakte toen hij naar het paviljoen wilde snellen. Eenige seconden verliepen, eer hij los kon komen. Terwijl hij het paviljoen naderde, kwam de jongen hem te gemoet geloopen met verwarde kleeding. Welnu, vroeg hij haastig, zij.is er niet waar En hij wilde binnentreden, toen Pauwel hem zei Neen, mijnheer, zoodra zij gehoord heeft dat ik op iemand riep, is zij wegge- loopen. De kunstenaar trok zijnen jongen be diende niettemin mee naar de plaats welke deze had verlaten. Hij vond er inderdaad niemand, doch hij trapte op glasscherven en hij zag dat de vloer bevochtigd was. Spreek nu, zeide Joris, vertel mij wat er gebeurd is. Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1908 | | pagina 1