De Denderbode Muil- en Pootziekte inq der Dieren aan N4418 - - Zondag 25 N ov. 19 11 Mislukte Oogst en Bemesting. LANDBOUW BIJVOEGSEL Vele landbouwers zijn van mee ning dat, na een mislukten oogst eene halve bemesting voldoende is. Daar nu ten geyolge der groote droogte verscheidene teelten maar tot een halve opbrengst geraakt zijn, zouden de landbouwers, die aldus redeneeren, voor 't volgend jaar wederom teleurstelling bij hunne oogsten kunnen onder vinden. 't Is immers, gansch verkeerd den akker eenvoudig als eene kast te beschouwen, waaruit men bij middel van de planten weg neemt, hetgeen men er door meststoffen heeft ingelegd. Laat ons een oogenblik onder zoeken of de voedende bestand- deelen, die door een mislukten oogst maar in kleine mate werden benuttigd, voor de volgende teelt in den grond bewaard blijven Wat de stikstof betreft kunnen wij onderscheid maken volgens den vorm onder welken ze werd toegediend: als organische mest stof, zooals stalmest, guano, bloed meel enz. ofwel onder den vorm van zout, zooals sodanitraat of ammoniaksulfaat. In die akkers, welke door de groote droogte maar kleine opbrengsten hebben geleverd, is het mogelijk dat ook deorganische stikstofmesten, door gebrek aan water niet tot volle dige ontbinding zijn overgegaan; doch het is zeker dat deze ont bindingsleer snel zal gebeuren, eens dat de grond weer tot zijnen normalen vochtigheidstoestand is wedergekeerd en dan rijst de vraag: zal na de spoedige ont binding dezer overblijvende orga nische stoffen nog genoeg stikstof voorhanden zijn om in den vol genden zomer op een rijken oogst te mogen rekenen Werd de stikstof onder vorm van zouten toegediend, dan zal daarvan maar weinig meer over schieten. Geen onderscheid dient er gemaakt tusschen nitrische en ammoniacale stikstoffen, immers na de nitrificatie der ammoniacale stikstof bestaat er geen verschil meer tusschen beide stikstof- mesten voorwat de mogelijke verliezen betreft. Wij kunnen dus hieruit op maken dat er stikstofmest als naar gewoonte moet aangewend worden, alhoewel er door de plan ten maar weinig uit den grond is geput geworden. Om ons echter aan geene verspilling dezer dure meststof bloot te stellen, kunnen wij voor de wintergranen tot in het voorjaar wachtendan zal het uiterlijke der gewassen ons al spoedig inlichten over het nuttige of noodzakelijke eener stikstofbe- 9 mestinghet sodanitraat, door zijne onmiddellijke en krachtige werking stelt ons in staat, ook ge durende den groei, de gewassen nog hulp te bieden. Met de minerale bestand deelen, phosphorzuur en potasch, is het anders gesteld. Indien een geringe oogst maar weinig van deze stoffen heeft benuttigd, dan is er in den grond nog voorraad weggelegd, welke aan het volgend gewas zal ten goede komen. Indien? wij echter een goeden raad mogen geven, dan zeggen wij tot de landbouwers, gebruikt ook van deze meststoffen zooveel als na een welgelukten oogstde geldswaarde dezer stoffen is niet zoo groot en toch zijn de aange wende hoeveelheden maar altoos teklein,om in de behoeften van een rijken oogst te kunnen voorzien. Meer dan ooit zullen wij toch het volgende jaar rijke opbreng sten moeten betrachten, want schuren en voorraadzolders, zullen tegen den aanstaanden oogst wel heelemaal uitgeput zijn. Laat ons dus onze akkers over vloedig voorzien van alle noodige voedingsstoffen, opdat niet alleen de hoofdvrucht, maar ook de daaropvolgende navrucht, in staat gesteld zij eene rijke opbrengst te leveren. Wat meer is, overtollige toediening van deze minerale bestanddeelen kan niet schaden en hetgeen door de eerste teelt niet wordt verbruikt, zal door de volgende benuttigd worden Laat ons echter met de toepas sing van metaalslakken en kaïniet niet wachten tot in het voorjaar en, zooals dit nog al te veel ge schiedt, tot na de beploeging: hoe beter deze meststoffen worden ondergeploegd, hoe beter ze door de bouwlaag worden verspreid, hoe meer uitwerking ze zullen geven. Alleen dat gedeelte dei- toegepaste meststoffen wordt door de planten benuttigd, dat wij door bewerking in het bereik- der wortelen zullen gebracht heb ben. Ara. Een eenvoudig middel tegen de bloed- uis wordt, door een buitenlandsch blad, als volgt medegedeeld Men neemt een partij notenbladeren (juglans regia), maakt daar een zeer sterk afkooksel van in warm water en wanneer het koud is, smeert men de aan getaste deelen goed met een borstel in na verloop van twee dagen is de bloed- luis verdwenen. Men beweert ook dat notenboomen, geplant in de omgeving van appelboomen, de bloedluis verdrij ven. Wij houden het voor doelmatig ook van dit afkooksel te gieten rond den stam, vroeg in het voorjaar, ofwel van nu, in den Herfst een hoopje notenblade ren rond den stam deraangetaste boomen te leggen. Het heerschen dezer ziekte in verschil lende landen van Europa, heeft overal opzoekingen doen ontstaan om een mid del te vinden tot bestrijding dezer kwaal, die aan de landbouwers zooveel schade berokkent. Tusschen de aangekondigde genees middelen zijn.er diebijna nietsandeis op leveren dan veel gerucht rond den naam van den zoogezeide uitvinder die voor uitgezet worden zonder vooiafgaandelijke proefnemingen die aan de zieke dieren meer last veroorzaken dan de bestreden ziekte zelve. Zooals het geschreven staat in het Journal d'Agriculture pratique van Parijs, waaruit wij het hierna volgend schrijven vertalen, geen enkel stelsel.dat op ernsti ge grondslagen berust, mag onbeproefd blijven. De Belgische oud-minister van Landbouw, M. Baron Van der Bruggen schreef hierover aan genoemd fransch dagblad. Wij vertalen) Het muil-en klauwzeer heeft gedurende den Zomer zeer erg in Belgie geheerscht. Met tienduizenden gevallen hebben zich voorgedaan en daarin ligt eene der oorzaken van het duur worden der boter, waartegen zoo hevig en soms zoo over dreven verzet is uitgebracht geworden. Een der nootlottige gevolgen dezer ziekte is inderdaadde vermindering van gewicht en de vermir.deiing der mfclkopbrengst van.de aangetaste dieren. Een landbouwer mijner'gemeente, M. De Clercq, had, over een tiental jaren een zijner leeraars vernomen, dat de wilde thijmus met voordeel kon gebruikt worden tot bestrijding en tot genezing van het spruw of klauwzeer. Kort na het uitbreken der ziekte in ons land stelde hij zich in betrekking met D-r Morandi te Brunate (Come), die de edel moedige en onvermoeibare voorstander is van dit geneesmiddel. Deze zond onmiddellijk versch geplukte thijmus, waarmede dan ook inspuitingen werden gedaan, die den besten uitslag opleverden. Talrijke bewijzen kunnen desnoods gele verd worden. Ziehier wat ik door eigen ondervinding mag bevestigen In de omstreken mijner gemeente heeft de kwaal op vele plaatsen gewoed. Van de 13G leden onzer samenwerkende mel- kerij zijn er velen die het voorbehoedmid del van Dr Morandi hebben aangewend 3 leden die het middel niet hebben gebruikt, zagen de kwaal in hunne stallen uitbreken. Zij hebben dan onmiddellijk het voorbehoedmiddel als geneesmiddel aangewend de zieke dieren waren in weinige dagen genezen, zijn weinig ver minderd in gewicht en hebben ook hun ne melkopbrengst behouden Het inspuiten met het aftreksel van thymus is geenszins gevaarlijk,in 't geheel niet kostelijk, gemakkelijk om uit te voe ren, en zeer heilzaam, zooals bevestigd wordt door gezagvoerende personen Ik meen dienst te bewijzen aan de landbouwers, met hun dit middel tot bestrijding dezer schrikkelijke kwaal ken baar te maken. Misschien werd het door sommigen toegepast en zouden ze wel licht de verkregen uitslagen willen ken baar maken. Anderen zullen misschien het middel willen beproeven dat zij zich in vertrouwen wenden tot Dr Morandi, ns dienstvaardigheid geen palen kent. Hij zal hun al de noodige inlichtingen verschaffen, zooals hij dit voor mij heeft gedaan. Ik ben tevreden hem hier open baarlijk mijne erkentelijkheid te kunnen uitdrukken. get. Baron M. van der Bruggen. Het Journal d'Agriculture laat de vol gende bemerkingen volgen Soortelijke mededeeling werd onlangs gegeven in het blad Le Temps door M. Minette, veearts te Compiègne (Oise),die bevestigt altoos den besten uitslag verkregen te heb ben met gewonen hof-thymus. Deze thymus, een handvol, wordt gedu rende vijftien of twintig minuten in twee of drie liters water gekookt. Wanneer dit afkooksel nog lauw warm is voegt men daarbij wat suiker, twee of drie lepels honig en daarmede bestrijkt men de won den aan de muil en wascht men dezelve langs binnen. De dieren laten zich hier mede zeer graag behandelen. De won den genezen spoedig en de dieren eten met graagte het gekookt voedsel dat men hun toedient. Wat meer is, wanneer men de niet aangetaste dieren, die aan de besmetting blootgesteld staan, op dezelfde wijze behandeld, blijven ze van de kwaal bevrijd. Om de klauwen en den uier te verzorgen gebruikt men het afkookse zonder suiker en honig, men spuit het tusschen de klauwen in of men wascht met eene fijne spons de genezing volgt Zou men over geen gewone hofthymus beschikken, dan kan men ook wilde thy mus, in wat grooter hoeveelheid gebrui ken, de uitslag zal dezelfde zijn. Het schijnt dat onze minister van Landbouw een onderzoek over dit genees middel heeft doen instellen. Wij eindigen met onze instemming uit te drukken met den brief van MBaron van der Bruggen, wij hopen ook dat de landbouwers die in de gelegenheid zijn dit middel zullen beproeven. Het is wei nigkostbaar.gemakkelijk om toe te passen en stelt niet bloot aan geld en veeverlies, zooals dit soms gebcuit met slecht gebruikte scheikundige middelen, of met te goed gebruikte kwakzalvcrs-remediën. F. Pirard. Landbou w-Ingenieur. De veestallen worden in den Herfst meestal te warm gehouden. Uit twee opvolgende proeven reek sen, in Schot land, is gebleken dat de stallen moeten verlucht worden, zonder de dieren aan tocht bloot te stellen, totdat de warmte graad daalt tot. ongeveer 10 centigraden. De warmte moet in den Herfst en ook in het begin van denWinter,eerder lager blijven dan 10 centigraden. De versche lucht zal de gezondheid bevorderende lage warmtegraad is voor- deelig voor de spijsvertering, het haarder dieren groeit dichter en zal hun een beter beschutting geven in den Winter. Aankoop van Voeder. De verzengende hitte die gedurende de zomermaanden onze velden heeft geteis terd, berokkende aanzienlijke schade aan den landbouw, door den groei te verhin deren van die gewassen, welke de land bouwer des winters voor veevoeder noo- dig heeft. Dit gebrek aan vóedervoorraad doet zich overal gevoelen, en van reeds is men verplicht de hand uit te ste ken naar de voedermiddelen die voor den Winter en het voorjaar waren wegge legd. Indien men niet voorzichtig warè en de ingeoogste voortbrengselen nietfracht- te te besparen door het aankoopen van handelsvoeder, zouden wij al spoedig uitgeboerd zijn. Het is vooral in den aankoop dezer voedermiddelen dat de landbouwer met veel omzichtigheid moet te werk gaan, zooniet zal hij geld verkwisten. Hij moet goed onderzoeken hoe hij tegen den laag- sten prijs voedermiddelen kan aanschaf fen, want het is met deze waren gesteld als met vele andere goedkoop is dikwijls dure koop. Een voedermiddel kan meer voedingswaarde hebben dan een ander en toch aan denzelfden prijs of zelfs minde ren prijs te koop gesteld worden. De voedermiddelen moeten beoordeeld worden naar de hoedanigheid, naar de handelswaarde en naar hunne bijzondere waarde. De voedingswaarde is afhanke lijk van de scheikundige bestanddeelen van het voeder, zoodat men de tabellen der samenstelling van het voeder moet raadplegen en de voederstoffen doen ont leden. Wanneer er spraak is van afval, zooals zemelen, voederkoeken, voedermeel, dan moet men benevens de scheikundige ont leding ;ok nog de microscopische ontle ding vragen. Aldus zal men ingelicht zijn over de zuiverheid der voedingsstoffen welke men aankoopt. Wanneer men de scheikundige samen stelling van een voeder kent en ook zijne handelswaarde, dan kan men gemakkelijk door vergelijking waarnemen of de aan koop van dat voeder voordeelig is. Het is voldoende den aankoop prijs van het voeder te deelen door het cijfer der zetmeelwaarde om den prijs der voedingseenheid in een bepaald voeder te kennen. Door vergelijking van den prijs der voedingseenheid in twee verschillen de voedenniddelen kan men zien, welk van beide het meest voordeelig is. Een voorbeeld zal dit beter doen begrij pen Wij hebben, om een rantsoen te volle- digen, teldezen tusschen zemelen, katoen- meel en kokoskoek, Welke voedermidde- len aangeboden worden tegen de volgende prijzen per 100 k.: tarwezemelen 15.50 fr. katoenmeeI21.25fr., kokoskoek 24.00fr. Nemen wij voor deze voeders de vol gende samenstelling in verteerbare bestanddeelen, per 100 kg. Zemelen Katoenmeel Kokoskoek Vert. eiwit (E.S.) II 36 15.6 Vert. vet (V.S 3.1 9.3 10.4 Vert. kooltiydr(K.H.) 44.4 15.5 31.4 Vert. celstof 1.5 1 8.8 Ons steunende op de uitleggingen, in een vorig artikel gegeven, stellen wij de ruwe voedingswaarde vast bij middel^der volgende formuul E.S. X 0.94 -f- V. S. X (2.12 voor de zemelen 2.4 voor de twee anderen voe ders)-}- K.H. X 1. Door deze formuul uit tc werken, vindt men voor de zemelen 62.8voor het katoenmeel 72.7 de kokoskoeken 79.8. Om de zuivere voedingswaarde of zet meelwaarde te vinden, vermenigvuldigt men deze getallen met den zetmeel-dee- ler welke 0.79 is voor de zemelen en 1 voor de andere voeders. Men verkrijgt dus als zetmeelwaarde 62.8 x 0.79 49.6 voor de zemelen 72.7 x 1.0 72.7 voor het katoenmeel 79.8 x 1.0 79.8 voor den kokoskoek Eindelijk, met de handelswaarde te deelen door deze laatst verkregen getallen heeft men de geldswaarde van de voedings eenheid in elk voeder 15.50 49.6 0.31 fr. in de zemelen 22.25 72.7 0.31 fr. In het katoenmeel; 24.00 79.8 0.30. fr. in den kokoskoek Als wij dezelfde berekeningen maken voor de lijnkoeken, aan 2E> fr. en voor de aardnootkoeken, aan 23 fivinden wij den prijs der voedingseenheid aan 0.35 fr. in liet eerste en aan 0.30 fr. in het tweede voedermiddel. Maar het is nog niet genoeg alleen de voedingswaarde tc raadplegen en ook de geldswaarde der voedingseenheid, ook moet er rekening gehouden met de bijzon-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1911 | | pagina 3