ToTD'ïïfEl'lliËr
Zondag- 4 Mei 1913. 5 centiemen het nummer 66ste Jaar 4581.
van de Stad en 't Arrondissement van Aalst.
VADERLAND, TAAL, VRIJHEID.
Vrij onafhankelijk volksgezind orgaan
GODSDIENST, HUISGEZIN. EIGENDOM,
EEN ONTSLAG
Politiek overzicht.
Zoo fopt men m amen werkman!
Uit mijn Congoleescli
dagboek
Week-Kalender.
DE GQGCHELM1
In de wereldlijke
Hospitalen.
EENE BELBNGRIJKE VERKLARING.
DE DENDERBODE
Annoncen, per drukregel Gewone i5 centiemen Kleine Aankondigingen tr. u,6o (3 a
4 regels) Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 5o centiemen. Dikwijls te
herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet
teruggestuurd. Heeren Notarissen worden vriendelijk verzocht hunne inzendingen
te doen, uiterlijk tegen den Vrijdag in den voormiddag.
Voor de advertentiën uit vreemde landen zich te wenden ten bureele van dit blad.
Dit blad verschijnt den Zaterdag van iedere week onder dagteekening van den
volgenden dag. De prijs ervan is voor de Stad 3 frank met den Post ver
zonden 3.5o frank 's jaars, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met
31 December. De onkosten der kwittantiën door de Post ontvangen zijn ten
laste van den schuldenaar.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte Zoutstraat, n. 3i, en
in alle Postkantoren des Lands
CU1QLK MJUM.
Toon wij vroeger zulks diervon schrij
ven, miek men ons uit voor lasteraars,
bedriegers, enz. Wellicht zal men nu
volgens het oud cliché -, Du Catillon
weer doopen met don naam van overloo-
per, verrader, lafaard maar dat gaat
terugvallen op don neus der groene kef
fertjes
Wij zien van langs om meer dat al wie.
in liet Dacnsistenkamp nog oen eerlijk
hart heeft, dal. al wie er nog durft luiste
ren naar do stom va., zijn christen
geweien, er zonder dralen uit trekt, want
die kan hel in dien rotten boel niet
langer uithouden. Verre van lafaards,
noemen wij dat
Moedige mannen
en wij begroeien met achting DuCalïllon
in hunne rangen.
Wij richten ons nu persoonlijk tot
M. Daens, <*n zeggen hem
Geen haat komt er in ons hart of in
onze pen legen u, maaralleen diep mede
lijden. en indien we geen christenen
waren ik zou er bijvoegen misprijzen
en afschuw, om al het onnoemelijk
kwaad en de noodlottige scheurma-
kerij die ge sedert jaren en jaren sticht
rondom u.
Daar gaat van u uit cenen geest van
verleiding die vele eenvoudige lieden op
gevaarlijke dwaalwegen brengt; oenen
geest van valschheid en venijndie de
ziel der eenvoudigen vol nijd' en haal
stampt voor personen die ze misschien
nog nooit gezien hebben, en die de dap
po slc verdedigers zijn (ik noem maar
alleen M Woesle) van onzen Gods
dienst tegenover de razende aanvallen
der oppositie waarmede gij in kei
openbaar verbroedert en samenspant
oenen geest van gedurige en listige op-
slokerij die aan vele monschen de ge
hoorzaamheid aan hunne geestelijke
overheid doet vergeten,.en ze ten slotte
vervallen in godsdienstige onverschil
ligheid zooals Du Catillon het schrijft.
Als diegenen zelf, die met u de Chris-
tene Volkspartij hielpen slichten, en
vroeger al hunne strijdkracht' n opoffer
den voor de vlag, welke gij reeds zoo
lang in den modder hebt'getrapt, u nu
verwijten moeten
dal gij uwe plichten niet hebt gedaan
dat uwe partij haar doel heeft gemist,
dat haren rol uitgespeeld is,
dat zij nog enkel beslaat in volks
bedrog,
denkt ge dan niet, M. Daens, dat eens
vroeg of laat de
Dag der volle gerechtigheid
zal aanbreken
Dio dag, het zal zijn als wanneer het
volk, gansch klaarziende geworden, u
met Du Catillon zal toeroepen dal de
maal overgeloopen is, en u rekening
zal komen vragen over al hel schaamte
loos en schandig bedrog waarmede gij
gedurende zoovele jaren zijne lichtgeloo-
vigheid en zijn vertrouwen hebt in slaap
gewiegd.
Alsdan M. Petrus kunt gij nog eens
geborstei.e schoenen aantrekken waar
uwe teenen doorsleken, eene gelapte
broek aanschieten, eeneu rooden neus
doek van 'non vierkanten meter mede-
nemen om den tranenvloed van uw ge
voelig volkshai l te stelpen, en alzoo, als
oenen dompelaar, als eenen armen merte-
leer de gemeenten afketsen.
Go kunt nog eens de goede moederkens
de hand gaan drukken, de zuigelingskens
uit hunne wieg nemen, en ze als eenen
tweeden Simeon tegen uwe borst druk
ken, om in hoogverheven Jeremias-taal
te weeklagen over al do lijdensdagen die
hen te wachten staan in een wildenland
als het onze, waar Woesle, die leelijke
Pruis regeert
Kortom, ge speculeert dan nogmaals
op het medelijden van het volk, enge
geeft onseenc tweede, verbeterd-en ver
meerderde (dilie der onvergetelijke
Congo-comedie.
Maar, jammer voor u, het zal niet
meer balen.
Want M. Petrus, gij die zoo groole
liefhebber zijl. var. spreekwoorden en
machtspreuken, waarmede gij wekelijks
uw hol proza wat tracht op te vullen, gij
meet o'ok die spreuk kennen
De kruik gaal zoolang te water
totdat ze barst
Leonce Du Catillon geeft zijn ontslag
van de Christene Volkspartij.
Brussel, den 2-1 April 1913.
Mijnheer Daens
Mijn geweten en mijn verstand ver
plichten mij protest aan teteekonen tegen
do stemming welke gij en Mijnheer Fon-
teyne uitgebracht hebt op de dagorde
Masson-Liebaert. Dat is geenc democratie
meer maar démagogie, want gij hebt u
willen doen doorgaan voor demokraat-
boven-alles, om zoo de katholieken, de
liberalen en zelfs de socialisten te be
vechten. Helaas ik geloof dat gij u be
driegt.
Van over langen tijd reeds, kon ik uwe
houding in do Kamers niet meer goedkeu
ren. Uwe stemming van 22®" hoeft de
maat doen overloopen Als ik me op ge
bied van zuivere princiepen wil houden,
is het me onmogelijk nog deel te maken
van eenc partij die baardoel gemist heeft.
Ik heb deze beslissing genomen na goc
overleg,zooals het past aan iemand die de
partij helpen stichten heeft die haar de
schoonste jaren van zijn leven gegeven
heeft, die voor haar gestreden en geleden
heeft en haar zooveel offers heeft ge
bracht. Ik zeg dit met benepen hart.Maar
als man, als demokraat die kristen ge
bleven is, mag ik ook mijnon plicht vol
brengen en gansch mijne vrijheid herne
men. Onze weg is dezelfde niet meer, want
wij bewandelen verscheiden wegen en
ook mijn geweten laat mij niet toe, «le
werklieden te bedriegen, daarvoor heb
ik ze te lief.
Ik eindig dezen brief met de woorden
van uwen broeder, priester Daens "BE
GINT GE NIET IN TE ZIEN DAT DE
ROL DER CHRISTENE VOLKSPARTIJ
AFGELOOFEN IS. - Inderdaad, deze be
weging geboren uit zuiver Ideaal, ver
zwindt in 't niet, in de godsdienstige on
verschilligheid, in de goddeloosheid, zelfs
in de vrijdenkerij er. in liet volksbedrog.
Moge mijne stem gehoord worden van
al dezen die nog godsdienstige gevoelens
bewaard en verantwoordelijkheid ie dra
gen hebben.
Aanvaard, Mijnheer Daens, mijne be
leefde en christelijke groeten.
Get. L. I)ü CATILLON.
HET LICHT DAT MEN VAN LONDEN
VERWACHTTE kwam niet.DeConferéncievan
Maandag heeft geen enkel besluit genomen en
de beraadslagingen zelve hebben 'enkelijk het
geschil bestaande tusschen de Mogendheden
verscherpt, aangaande de te nemen maatregelen
tegenover Montenegro. Men voor/iet dat Oos
tenrijk, het talmen beu, alleen handelend zal
optreden, maar dit zou gevaarlijke verwikkelin
gen kunnen teweegbrengen.
DE HOLLANDSCHE KAMER heeft de be
spreking van de verdediging harer kusten Maan
dag voortgezet. De minister van Buitenlandsche
Zaken, de beweegreden der Regeering verdedi
gend, namelijk het bouwen eener vesting te
Vlissingen. heeft verklaard dat het Goeverne
ment in volle vrijheid handelde zonder cemge
drukking van zijnen kant. Hij bracht voorname
lijk hulde aan de Belgische Regeering.
DE LEENING DOOR CHINA AANGEGAAN
met de vijf Mogendheden is Zaterdag geteekend.
Maar nu komen er nieuwe verwikkelingen voor,
de partijgangers van Jun-Yat-Yen, beweren dat
het contrakl van gcencr waarde zal wezen dan
wanneer het door het Parlement zal goedge
keurd zijn. Zij zeggen onder meer dat wanneer
het Parlement terzijde geschoven wordt dit af-
breuk tusschen 't Noorden en 't Zuiden zal
verwekken.
Men rekent op de behendigheid van Yuan-
Chi-Kaï, welke nu over financiëele inkomsten
gaat beschikken, om deze moeiclijkhcden te
overschrijden.
DE ALBANEESCHE KWESTIE is nu in
een zeer kritisch tijdperk getreden. Het is nog
niet officieel bekend dat Oostenrijk tegen Mon
tenegro zal handelen en men denkt dat het.toch
niet voor 't einde der weck zou gebeuren. Doch
er wordt gezegd op bijna officieelc wijze dat
Oostenrijk zijne vrijheid van handelen zou terug
nemen Van Weenen komt dus het erge nieuws
dat Rusland, het afzonderlijk optreden van
Oostenrijk voorziende, verklaart in diplomati
sche uitdrukking.dat het dit volstrekt afkeurt
M. de JAGOW VERKLAARDE AAN DEN
DL ITSCHEN REICHSTAG aangaande Belgie's
onafhankelijkheid, dat die onafhankelijkheid ge
steund is op internationale verhandelingen
welke Duitschland niet van gedacht is te ver
breken Deze verklaring zal in België op de
beste wijze onthaald worden, maar zij verwon
dert ons geenszins, daar niemand er ooit aan
twijfelde dat Duitschland de traktaten zou ver
breken welke het onderteekende.
Maar Duitschland. zoowel als de andere borg
zijnde mogendheden onzer onafhankelijkheid,
was altijd met eene buitengewone zorg bezield
om aan België te herinneren dat het in staat
moet zijn zelf zijne onafhankelijkheid te verdedi
gen, dat zij in alle gebeurlijkheid maar op zich-
zclven moet rekenen.
MEI LIED
(Getoondicht door Lod. De Vocht),
't Regent bloemen in de wei.
jeugdig zonnelicht bij stroomen
ri Regent groen op al de hoornen,
ieder struikske wordt een mei
Op mijn herlc welgemoed!
Alle vogelhekskens fluiten,
alle leven wil naar buiten
God, wat is uw lente zoet
't Regent vreugd in alle boezems,
de aarde geurt van versche bloezems,
kindren dansen hand aan hand.
Juichtde Mei is in het land
Aug. Cuppens.
Bedrogen, uitgehongerd, gejudasd. zoo
zijn de arme werklieden van het akelig
zotspel der politieke staking ternggc-
keei'd.
En dan schrijven de vereenigde opslo-
kers en foppers, de socialisten en do groe
ne demokralen, het volgende
- Terwijl rond den naam van werk
staker voor Algemeen Slem- echt een
Aureool komt van medehulp, als voor
Belijders en Martelaars der heilige
Volkszaak'. Ha (uit een manifestje van
Fransken Daens, (het zoontje van Piel
en dikke Fred.)
Een aureool Een aureool Beter
ware liet mijnheeren,aan den werkstaker
zijne kostbare dagloonen terug le ge
ren die gij hem
ontstolen hebt
beter zoudt ge doen met aan zijn gebrood
roofde vrouw en kinderen eene almoes
le geven, in plaats van die hoogdravende
woorden vol wind en bittere spotternij
Maar ja, niet waar Zoo fopt men
den armen werkman
door PETRUS COSYN.
TERUG NAAR T VADERLAND.
LV.
Om li ure zijn wij le Kabunda gauw
worden groote vuren aangelegd, hel anti
lopen vleesch gebraden en het Balthazar-
rnaal begint Ik ook speel een flink stuk
uit de bil binnen met eenige aardappelen
en of 'I. mij smaakte na zoolang versch
vleesch te hebben moeten missen. Te Ka
bunda vind ik niets dan eenige hutten,
een lOtal zwarten, wat manioc en een in
goeden staat gehouden maïsveld. Van 6
tot 10 ure donder regen en bliksem en ik
in 't bed.
11 December. Naar Mombela. luidt het
bevel van den kapita om 5 ure. Nog altijd
wouden en bergen, dalen en weiden en
legioenen tsé-tsé. Om 10 ure ben ik reeds
te Mombela, wij hebben flink doorgestapt.
Ik doe bel middagmaal gereed maken en
intusschen informeer ik eens bij den Sul-
lano hoever ik nog van Kitunga ben.
Ivaribu, zegt hij, 't is dichtbij, zoo een
3 uren. Wel dal zal zich wel schikken.
Om 12 ure roep ik dan jok mijnen kapita
en zeg hein dat wij heden nog naar Ki
tunga vertrekken. De man zet mij een
koppel groote verdwaasde oogen, maar
voor hij van zi.ine verbazing bekomen is
ben ik met Lufungulu reeds een eind ver
den weg op naar Kitunga.
Het uitzicht van Mombela was waar
lijk armtierig, vuile hutten, vuile negers,
vuile landerijen en vuil water. Wanneer
ik zoo eene uur verben gewandeld, eene
smakelijke pijp Belgischen tabak van
mijn vriend Joris smoorend, zegt mij
opeens Lufungulu die vóór mij gaat
bwana punda, bili, meester twee ezels.
Ik kijk inde richting welke de jongen
uiij aanduidt en waarlijk op zoo een 50tal
meiers in het woud zie ik twee prachtige
zebras. Stil zeg ik aan Lufungulu mij het
geweer, mijn mauser, over te geven en
zich le gaan verschuilen achter eenen
boom. Gewapend met het mausergeweer
waarop 5 kardoezen steken, sluip ik liet
struikhout in en nader de wilde dieren
lot omtreiit 30 meters Pan,het mannetje,
de grootste doet eenen sprong in de
hoogte, valt neer, geraakt terug op en
wil het wijfje in de vlucht volgen een
tweede maal leg ik aan en met verbrij
zelden kop valt hetschoone dier neer om
nooit meer op te slaan. Musuri bwana,
musuri bwana eii ten toppunt van vreug
de en fier over zijnen bwana neemt Lu
fungulu mijne eene hand tusschen zijne
twee zwarte pollekens,brengt ze aan zijn
hoofd daarna aan zijn hart en zinkt ten
teeken van onderdanigheid en trouw op
de knieën. Op de schoten is ook de gan
sche bende dragers toegesneld en nu is 't
een leven alsof ik de maan uit den hemel
geschoten had. "Er is thans eten voor lang
denken de zwarten en niama vleesch, al
't ander is hun onverschillig. De buik
voldaan ziedaar alles, zoo zijn de negers.
Om 3 ure ben ik te Kitunga waar in de
haast mijne tent wordt opgeslagen en ik
mij een glas schuimend eau gazeuse -
gereedmaak bij middel van citroen, acide,
tartrique en carbonade de soude, doch,
liet water is hier zoo zout als zeewater
en onbruikbaar zonder koken. Kitunga
is insgelijks een armzalig vuil nest; welk
verschil met de lachende bloeiende dor
pen in den omtrek van Ivilwa en Lukon-
zolwa.
Van af 4 uren donderen en regenenen
en die regen komt mij juist van pas daar
hij mij zoet water aanbrengt, waaraan
ik behoefte heb. Wordt voortgezet.
Aalst, den 3 Mei 1913.
MEI.
De zon gaat op te 4 u 17 m. onder te 7 u. 2.
De dagen lengen van den 1 tot 31, 1 uur 43 m.
Nieuwe maan den 6 Mei, om 8.24 u. 's morgens.
Ev:tug. v. d. Z. ./«ms toot zegt de cerrolgiiig zijner
leerlingen. Joann. XV.
4 Zondag Exnndi. H Monica, wed. H. Godar-
dus, löss. II. Joann. Baptista de la Salie.
5 Maandag B. Pius V, paus. H. Britonus, In'ss.
(1 Dijnsdag I-I. Joannes in do olie, apostel. I-I.
Joanne's Damasecnus, leerkv.
7 Woensdag H Stanislaus, lóss' en m H. Donn-
tianus, hiss van Maastricht.
8 Donderdag Verschijning van den H. Michaél
aartsengel. If. Wiro, hiss.
Vrijdag HGregorius van Nazianzen, h enk.
10 Zaterdag Vastendag H. Antonius. h. H. Job,
profeet, H. Isidorus, landb.
De dagbladen hebben reeds do aandacht
ingeroepen op den brief, waarin Leonce
Du Catillon, zijn afscheid neemt van de
demokralen Die brief was gericht lot
M. Pel rus, en hij heeft i r nog geen woord
over gerept wij hegrijpen dal hij daar
liever over zwijgt, want het zijn harde
noten, die Du Catillon hem te kraken
Leeft
Hoeveel strijders van de eerste uur
hebben er nu Daens reeds verlaten
Na Van Schuylenbergli Ie Aalst,Dumont
te Erpe, De Leersnyder le' Ninove, en in
den laatsten tijd, Leeuwlce Planquaert,
die in ëehe opwel ling, van rechtzinnigheid,
zijne beruchte zinsnede naar het hoofd
van zijnen - grooten vriend slingerde
en nu (om wille van het smeer, enz)
terug zijne pootjes braaf plooit gelijk een
koes beestje, nu komt Du Catillon nog
eens eenen fermen snok aan het klokzeel
te geven om zijn vaarwel iu Le luiden aan
het adres der groene demokrater.
Het is de stemming van Daens en Fon
teyne, legen de dagorde Masson, (dan,
dat al de socialisten zich onthielden) die
volgens liet schrijven van Du Catillon,
de maat heeft doen overloopen .Wij
hebben verleden week die
Onverklaarbare handelwijze
doen uitschijnen men ziet er reeds de
gevolgen van. De lezers zullen verder
den volledige» brief aantreffen. Wij hou
den er aan hier eenige gedachten in
cursief te zetten
Van over langen lijd reeds, schrijft
I)u Catillon, lion Ut uwe houding in de
Kaniers niet meer goedkeuren... Als
ik mij op gebied van zuivere princie
pen wil houden, is hel me onmogelijk
nog deel te maken van eene partij die
haar doel gemist heeft... Onze weg
is dezelfde niet meerwant wij bewan
delen verscheiden wegen, en ook mijn
geweien laat mij niet toe de werklie
den te bedriegen, daarvoor heb ik ze
le lief... Deze beweging (de groene
partij) geboren uil zuiver Ideaal, ver
zwindt in 7 niet, in de godsdienstige
onverschilligheid, in de goddeloos
heid, zelfs in de vrijdenkerij en in het
volksbedrog. -
Al deze groote waarheden, welke wij.
vroeger, op lijd en stond, aan den droe
ven M. Daens hebben herinnerd, vinden
wij nu terug en met klem uitgedrukt
onder de pen zelf van één der gewezen
kopstukken zijner partij zij krijgen er
des te meer gewiciit om.
UIT HET BESTAAN DER
Vrijdenkers onzer eeuw
DOOR
D J. R. SNIEDERS.
EERSTE DEEL.
4e Vervolg.
Wij gaan links af. Hier woont de kleine,
ronde, mijnheer Landry Ketzer. De naakste
kamer van heel den Toren van Babel is
zonder twijfel wel deze.
Heeft de man ook eenig bedrijf Neen,
Ketzer heeft in zijne jeugd de rechten
gestudeerd aan do vrije hoogescliool der
hoofdstad. Eer hij liet verder koude bren
gen, dan tot candidaat in de rechten, bad
hij geheel zijn vermogen, dat toch ook niet
zeer aanzienlijk was, letterlijk verteerd.
Waar hy de kans klaar hoeft, zooals bij
Keidijk den schoenmaker, vindt hy er geen
bezwaar in, zich toe te eigenen wat hein
onder de hand valt. In aftroggelarijen en
schriftvervalscliingen is hij zeer bedreven,
en zoo behendig weet hij met al die zaken
om te gaan, dat hij tot hiertoe nooit moei
lijkheid had met de politie, en betrekkelijk
nog een goeden naam heeft. Zooals wij
daar even gezegd hebben, heeft Ketzer
eenige leergangen der rechten gevolgd, en
het is daarom, dat men in den Toren van
Babel algemeen van gevoelen is, Jat do
man eigenlijk van eene dettige familie
afstamt en het is nog daarom dat men hem
steeds, mijnheer, noemt, eene zeer hooge
onderscheiding, want m den Toren noemt
men iedereen kort en bondig hij zijn naam,
zooals dat aan het volk van den echten
stempel betaamt. Op dit oogenblik, nu hij
het erfdeel van den kleinen Theodardus
Feldijk in zijn bezit heeft, zal men hem
dien eernaam minder dan ooit weigeren
want morgen steekt mijnheer Landrij in
een fonkelnieuw pak, heeft een gouden
uurwerk in zijn vestzak, draagt verlakte
laarzen, zal met welriekend olie zijn haar
inwrijven, en zijn knevel tot twee gladde
punten omhoogslrijken. Hij zal een gouden
steekbril dragen, en sigaren rookon van
zulke uitmuntende hoedanigheid, dat men
hem op straat achterna zal kijken en uit
roepen Die hoer moet wel een millionair
wezen, om zulk een kostbaar goed te roo-
ken Weldra echter zullen de tienduizend
franken van den braven schoenmaker ver
teerd, zijn heerepak versleten, en zijn uur
werk met prachtige ketting verpand zijn
en dan komt mynheer Landry Ketzer
wederom voor den dag, zooals hy gewoon
lijk is een kaal heerschap, die zyn hand
met zal uitstellen om een stuiver te ver
dienen, die hoegenaamd nergens zyn schuld
betaalt, en toch overal crcdiot schijnt te
hebben.
Willen wij nog eens zijlings langs dezen
donkeren gang afgaan Daar in een ver
trekje, niet grootcr dan een paar bedde
lakens,huist Stoffel, een reeds bejaard man,
die in oud porcelein handelt, en zooals
Ketzer beweert, gestolen goed koopt.
Hebben wij nu een volledig overzicht
gemaakt van de aanbevelingswaardige
bevolking van don Toren van Babel Neen
doch laat ons een einde er aan maken,
dewijl wij in die onmeetbare rommelkas
toch niets anders dan altijd hetzelfde men
gelmoes van zonderlinge maatschappelijke
standen aantreffen.
III.
Donker bij Ketzer, donder bij Blits.
Er zyn drie maanden sedert don dood van
den schoenmaker verloopen. Mynheer
Ketzer begint er al wederom ontzettend
kaal uit te zien zijne verlakte laarzen zijn
versleten,zyn hoed is deerlijk inoengedrukt;
zijn gouden steekbril is door een stalen
vervangen zyn gouden uurwerk met kost
bare ketting on medaillon verkocht. Gedu
rende de drie verloopen maanden heeft hy
in de beste restaurants zijn middagmaal
genomen, en de fijnste wijnen gedronken
hij heeft concert, schouwburg, bal en ren
baan bijgewoond, en met zyne oude akade-
mie makkers liet écarté gespeeld.De laatste
banknoot van vijf honderd franken, die
hem nog overbleef, en waarmede hij wilde
beproeven of do fortuingodin niet eenige
duizenden, uit haar midden schoot, voor
zijne voeten wilde nedersclmdden, de laatste
banknoot werd hem gisteren avond door
oenen zijner oude studiemakkers afgewon
nen.
Ketzer k wam gisteren avond dan ook
treurig en teenemaal ontmoedigd naar den
Toren terug, en zuchtte jammerend, dat
hij een geruïneerd man was.
Bi.i Abraham Blits ziet het er ook be
nauwd uit liet laatste muntstukje is uit
gegeven, het kleinste oorringje verkocht.
Gedurende den winter kan de afgezette
schoolmeester nog al eens een goede duit
verdienen mot het houden van volksvoor
drachten, doch wie zou er op dit oogenblik,
dat de grond, de planten en zelfs de incn-
schen letterlijk uiteen worden geroosterd,
door de brandende zomerzon, naar zijne
redevoeringen komon luisteren En baarbij
schijnt de geheime maatschappij, die hem
te werk stelde om in zijne voordrachten uit
te varen tegen Kerk en godsdienst, wel
wat van haar goddelijk vuur verloren te
hebben zijn werk wordt sedert een tyd
slecht, somtijds in het geheel niet meer
betaald, en te vergeefs wacht Abraham
Blits op eene nieuwe hestellingen. Voor de
dagbladen heeft hy volstrekt geen werk
meer op staatkundig gebied, zegt de ge
wezen schoolmeester, de hand declameerend
voor zich uitstekend, is de barometer zoo
laag gevallen, dat het kwikzilver r.cg
onder uit de buis zal wegloopen. De dag
bladen, zoo beweert hij, hebben het aanzien
eener doodbleoke maan bij de sneeuwjacht
van den winteravond. Wij beloven eene
crisis, zoo vervolgt Abraham Blits, terwijl
terwijl hij opstaat en zich voor de tafel
plaatst, zooals hij dat deed, bij het houden
zyner volksvoordrachtenwij beleven eene
crisis, die evenals een machtige windhoos
de vlakte doorloopt, en in hare onstuimige
vaart alles vernietigtcrisis in den handel,
crisis in de nijverheid, crisi3 op al de beur
zen en banken der wereld, crisis op het
staatkundig gebied en godsdienstig terror,
overal
En weet gij geen middel daartegen l
onderbrak zijne vrouw, die in eon hoek dei-
kamer aan eene tafel zat ie schryven.
Een middel ja wel, en die bestaat
voornamelijk in de volksvoordracht... ik
wilde liet volk onderrichten, beschaven, en
aan allen, groot en klein, duidelijk laten
zien, waar die invretende kanker eigenlijk
gelogen is.
Welke kanker vroeg de vrouw
voortschrijvond.
De geestelijkheid, en voornamelyk
die duivelsche kinderen van Loyola, was
het antwoord met klimmende stem gegeven.
Ja, die duivelsche kinderen van
Loyola, zei zyne vrouw met verheffing
harer fijne fluitstem.
Ja, zeker, daar zit de kanker, zei
Blits, terwijl hy zich een bittertje inschonk;
de kanker, die heel het maatschappelijk
lichaam, tot door liet gebeente heen, weg
vreet de kauker, waarvan de meststof
overal behendig wordt ingeënt, do kanker
die... die... die...
Maak u niet kwaad, Abraham,
onderbrak zijne vrouw.
Wiozou niet kwaad worden, wanneer
De goddelooze pers, zoo vernuftig in
het uitvinden van klerikale schandalen,
is stom als een visch, wanneer 't een of
't ander over zijne beste vrienden uitlekt.
Waarom niet spreken van de burgerlijke
hospitalen, het gedrag der ziekenoppas
sers en sters, hunne wijze en broeder
lijke verpleging Waarom niet handelen
over de gebeurtenissen van Laeken
Wij zijn te deftig om er over uit te brei
den. We willen enkel er op wijzen
Hoe sommige wereldlijken
de zieken verplegen.
In de openbare hospitalen te Parijs
zijn de zusters aan de deur gezet, en men
hoeft ze vervangen door wereldlijke
ziekendieuers De Zusters deden hun las
tig werk uit liefde Gods, terwijl de
wereldlijken do zieken komen dienen zijn
enkel om geld te winnen.
Ook gaat het nu heelemaal anders in de
Parijsche hospitalen dan het er vroeger
naartoe ging
Een geneesheer, Dr Séverin Icard,
bekend door een boek dat hij schreef
over het vaststellen van den dood in de
ziekenhuizen, deelt tegeuwoordig bijzon
derheden mede over de manier, waarop
dat vaststellen van den dood thans ge
schiedt in de hospitalen le Parijs, en
doet zoo aan de wereld kennen, hoe de
fameuze wereldlijkeziekendienersdurven
beulen met de stervende menschen.
Zoodra een siekendiener zegt dal
iemand van de zieken gestorven is,
schiet men er naartoe en legt den
zoogezegden overledene maar af, zon
der dat een geneesheer of een ander
kenner eerst kome om te onderzoeken
of de persoon wel waarlijk overleden
:ij....
Om lijd te winnenwordt dikwijls
reeds met het afleggen begonnen, ter-
ivjl de zieke nog aan hel sterven is...
De doctor Icard zelf heeft bevonden,
dal het hert van een kind nog klopte
twee uren nadat men het had dood
verklaard 011 hij schat op tien ten
honderd het aantal gevallen, waarop de
zoogezegde dooden nog leven als zij op
de ontleedtafel onder het mes dei' loe
rende geneesheeren komen... En de
zelfde doctor schat het getal van de zie
ken die levend worden gekist, op
twintig ten honderd, dat is een op vijf.
Zulke wraakroepende dingen doen de
haren ten berge rijzen van verontweer-
diging, terwijl ze ons terzelfdertijd too-
nen, dat de land- en stadsbestuurders,
die God niet vreezen, lol alle schelmstuk
ken in staat zijn.
En met zulke kerels doet Pier Daens
mee. T'heodoor.
Wat een vrijmetselaar over Congo zegt
B.\ Detry, Slaatsprocureur te Stan
leyville (Congo), heeft het volgende ge
schreven in liet antiklerikaal blad - La
Meuse van 3 Maart 11.
Wat moeten de negers denken van al
wat ze hier te zien krijgen, zij die door
missionarissen reeds een weinig be-
schaafd!
liet getal der agenten, vervolgd voor
ontvreemdingen, voor bedriegerij, voor
misbruik van vertrouwen, vermeerdert
op buitengewone wijze. L)e een, op acht
maanden tijd, slaat 15000 frank op zijne
mouw een ander 2 a 3000 frank
men ziet, dat het groote lichaam der maat
schappij ziek, doodelyk ziek wordt, geen
geneesheer wil raadplegen, en ook geen
geneesmiddelen wil gebruiken, om zich
van een zekeren dood te redden
Is dat zoo erg vroeg zyne vrouw,
terwijl zij hare pen even nederlegde.
Erg l herhaalde Blits meteen hitteren
spotlach hebt gij dan geen oogen in uw
hoofd, en ziet gij niet, w at er omgaat
Ik heb zooveel te stellen met mijn
register, antwoordde de vrouw ernstig
dat ik geen tijd heb, om mij met andere
zaken te bemoeien.
Uw register Brengt die ook wel een
onkel roodc duit op vroeg Abraham bitter
lachen.
Luister eens, Blits, wat men voor de
goede zaak op zich neemt, moet men trouw
afwerken.
Daarin hebt gij gelyk toen ik nog
in het onderwys was, en mij met de opvoe
ding der jeugd bezig hield, heb ik de kin
deren dal duizendmaal voorgehouden..,.
Godelieve zit recht, en leg de handen op
de tafel het is ongemanierd de handen
onder do tafel te houlien. Godelieve is
zijn zc3jarig dochtertje.
Ik sprak daareven van uw register,
hernam Blits brengt dat schryfwerk iets
op Godelieve blyft met uw vinger...
foei, waar loert gij dat Hebt gij geen
zakdoek
Ik heb honger, zei het kind.
(Wordt voortgezet).