Troostende gedachten deze droeve lijden. Cronyk ofte inerek- weerdige geschiedenis Een brief van Napoleon Zwaluwen-taktiek. laetsteFransche troupen met de slaendo trommel langs de Anderlegsche poort 'uyt, en om 7 uren en half waeren de Co- sakken al binnen Brussel alswanneer dat de burgers altyd syn vooi'lsgegaen in het doen der wagten, en men sag .op dien dag en de volgende menigvuldige patrouiljos der burgers, soo te voet als te pcerd. Donderdagden 3 dito, is van we gens eenen der overste aangeplackt, in den naem van de verbondenen, dat de militaire conscriptie ofte requisitie afge schaft was, alsook den droit réunie, en den ferm van snuyf en taback. {Nota der Redactie. Met dien ferm be doelt de kronijkséhrijver eene fabriek van snuif en tabak welke Napoleon in de lentemaanden van 't jaar 1811 had doen oprichten en openen in de voormalige kerk van de HH. Jahannes en Stephanus, genaamd de Miniemen. Op al deproduk- ten dezer fabriek stonden de wapens van den keizer, en niemand mocht anderen tabak maken, verkoopen, of rooken Vrijdag, 4 dito, korts nae den mid dag, arriveerden binnen Brussel veele Pruyssische troupen met canons en poe- derwaogens, dewelcke zyn gaen logeeren by de burgers. Den 8 dito, om elfen half uren, voor middag begonsten al de klokken te luy- den, alswanneer binnen Brussel is gear- riveert den prins van Oranje. (De prins der Vereenigde Nederlanden. N.D.R.) Sondag, 13 February, is in de kerk afgelesen eenen brief van w.cgens het vicariaat van Mecholen, alswanneer is bcgonst den biddag voor de verlossing •van Syn fl. Pius VII uyt de handen der Franschen. (Napolem hield sedert 1808 den Paus gevangen te Fonlainebleau. ld.) •■■Den 20 Meert, wesende half vasten, nae noen, om 'één uer, begonsten alle de klokken te luyden voor den overgang (den troonafstand door Napoleon) van Fontainebleau. Den 31 dito, syn de troupen dei- verbondenen in l'arys gekomen. (De in woners van Brussel hadden van die groo- te gebeurtenis bericht gekregen op offi- cieele wijze en op 't b-wel van den prins van Saxe-Weimar.koinmandant der Rus sische, Pruissische en Saksische troepen die in Brabant gelégerd lagen. Deze prins was met den prins van Oranje in de Bel gische hoofdstad aangekomen. ld.) Den 3 April, wesende Palmenson- dag, hebben de klokken beginnen te luy den nae middag I uer, en soo van half tot half uer, tot savonds 10 uren, en daer is 3 lagen lang gevierd geweest voor Parys.» (Het vervolg dezer kronijk met de loetensioaardigheden over den slag van Waterloo,geven xoe de toekomende week.) VOOR Heldhaftigheid. De heldhaftigheid met hare uitstra ling van macht en heerlijkheid, is een wonderbaar verschijnsel. Het is de onbe dwingbare stormloop eener deugd die, om zich zelf te redden of zich te vrij waren van eene smet,alle palen te buiten gaat, alle geweld overwint, alle folte ringen trotseert en zoo hoog stijgt dat zij,"volgens het begrip der ouden, alleen kan geoefend worden door iemand die zijne lippen heeft gebracht aan den beker waaruit de onverwinbare Godheid zelf drinkt. Op de hoogten, waar het vuur der heldhaftigheid vlamt, bereikt het leven zijn hoogsten graad van kracht. De menschelijke natuur heeft als het ware de wetten vergeten welke haar ge woonlijk binden zij overtreft zich zelf, en neemt eenen vlucht welke niet moge lijk scheen aan hare zwakheid. Gelukkig de menschen en do volkeren, die, met misprijzen neerziende op hunne stoffelijke en onmiddellijke belangen, zich laten mecrukken hebben door de heldhaftigheid zij hebben het beste deel verkoren, een onsterflijk deel dat God zelfben niet zou kunnen ontnemen...- De wijsgeer zegde dat één dag, eén uur, één minuut van heldhaftigheid meer gelden dan een eeuw van doodge woon beleid en- alledaagsciie deugd Hoop. Gesteund op een woord dat nooit heeft bedrogen, het woord zelf van God, overschrijdt onze hoop den drempel van den tijd. Hét verzekert het ons: onze soldaten die vielen onder het vuur zijn niet heelemaal dood, zij zijn een ander leven ingetreden; uit dezen wisselvalligen levensstaat waarin wij aan zoovele ontgoochelingen en smarten blootgesteld staan, zijn zij overgegaan tot de volheid van hun wezen en het volledig bezit der zaligheid. In de eeuwigheid verrijst een ander Vaderland, waar wij, in eene andere ge daante doch in hun ongeschonden per soonlijkheid, de beminden zullen aan treffen welke wij hier verloren hebben... Hoog boven den gezichteinder dezer eeuw, in het onmetelijk rijk der gelr'- zaligen verschijnt een stralend Belg rj waar de vaders, de moeders, de bruide. de kinderen, eens de helden zullen weer1- vinden welke do oorlog hen tijdelijk heeft ontrukt. De Heer is geduldig,omdat hij eeuwig is. Zijn laatste woord, dat der barmhar tigheid, is voor dezen die gelooven in Zijne liefde. Ghristene moeders, weest fier over uwe zonen Van al ons lijden, is het uwe misschien nog wel het meest onzen eer bied waardig. Mij dunkt, ik zie u staan in uwe rouwsluiers, maar gij slaat naast de Moeder der Smarten, aan don voet van het Kruis. Het. zij ons toegelaten u, be nevens onze deelneming in uw geween, ook onze gelukwenschen aan te bieden. Al onze helden worden niet vermeld in de dagorde van het leger, maar wij ver hopen terecht voor hen de onsterflijke kroon die het hoofd der uitverkorenen tooit. Want. zoo groot eene kracht gaat er uit van één enkele daad van volmaakte offerande, dat zij in staat is gansch een zondig leven uit te vagen. Van een mis dadiger maakt zij, op den stond zelf, een heilige... En hoevelen zijn er niet onder die jon gelingen van twintig jaren, die wellicht niet den moed zouden gehad hebben rein door het leven te gaan, en die thans, moeges/eept door hun vaderlandsliefde, zich aa ngewakkerd voelen om eene goede dood te sterven 't sedert het jaer 1780, INHOUDENDE HET BEZONDERSTE VOORGEVALLEN TEN TIJDE DER BRABANTSCHE EN FRANSCHE REVOLUTIEN, Etc. VoorwoordTen einde .de belangrijke gebeurtenissen uit de troebele tijden der voorgaande eeuw, welke in deze en de vol gende kronijken beschreven worden, goed verstaanbaar te maken, achten wij het nuttig hier vooraf een brokje historie te geven. De geschiedenis levert thans een nieuw belang op, en men zal er kunnen in zien dat ons landeken tijdens de brabantsche en fransGhe omwenteling ook veel angsten en lijden heeft gekend. Spijts al dien oorlogsgeesel, was Belgie toch tot over eenige maanden het bloeiendste en schoonste land der wereld geworden sedert onze onafhankelijkheid (1830.) Dit bewijst de taaiheid, de levens kracht van ons volk, en 't moet ons sterken in de hoop dat uit de puinen van het huidig Belgie, in de toekomst weerom een jeugdig en levensvol Belgie verrijzen zal. Na eene eindelooze reeks van oorlogen, brak voor ons schrikkelijk geteisterd land een tijdperk van rust en vrede aan met de Oosten- rijksche Heerschappij welke in 1714 aanvang nam. Tot in 1790 zouden wij aan Oostenrijk gehecht blijven. Tijdens die lange regeering welke op hare beurt in onlusten en bloed moest eindigen, beleefden onze voorouders vooral voorspoedige en gelukkige dagen onder het veertigjarig bestuur (1740-1780) der volksgezinde en volksgeliefde keizerin Maria-Theresia. Haar schoonbroeder prins Karei van Lorreinen, aan wien zij het alge meen bewind der Oostenrijksche Nederlanden had toevertrouwd, wist door zijn wijs en vaderlijk beheer de gunst van het volk zoo danig te winnen, dat men hem een stand beeld oprichtte terwijl hij nog leefde. Hij stierf den 4 Juli 1780. Den 29 November van het zelfde jaar volgde Maria-Theresia hem op in 't graf, en de rouw was algemeen. Eilaas, thans was het ook weerom gedaan met de voorspoedige dagen van ons land, dat tot in 1830, met enkele tusschenpoozen van kalmte, nogmaals het tooneel ging zijn van allerlei beroeringen en worstelingen. Keizer JOZEF II (1780-1790) die zijne moeder Maria-Theresia opvolgde, meende eenen heelen anderen weg te moeten inslaan om 't volk gelukkig te maken. Door drongen van de verderfelijke wijsgeerige stroomingen dier tijden (Voltaire, Rousseau, enz.) wilde hij een nieuwbakken regeerings- stelsel toepassen, en de maatschappij her scheppen. Hij stelde zich zelf aan niet alleen als heer en meester over den Staat, maar ook over de Kerk. Hiermede kwam hij al aan stonds in botsing met de vaste godsdienst getrouwheid onzer voorvaderen terwij.1 hij anderzijds, hunne liefde tot de vrijheid en de nationale overleveringen tergde en griefde door allerhande nieuwigheden en afschaffin gen, Aldus schafte hij al de seminariëen af, en richtte te Leuven het berucht ALGEMEEN SEMINARIE op, dat zooveel ontsteltenis ver wekte onder de godsdienstige bevolkingen hij wilde al de bisschoppen dwingen daar heen hunne toekomstige priesters te sturen. Hij deed de beroemde hoogeschool van Leu- >n stilleggen, en vervolgde haar onderwij- >rskorps. Hij maakte een kruis over al de ioosters van de beschouwende (kontempla- ive) orde. Hij vervangde al de godsdienstige KOhfriëen door één enkeleverbood de bede vaarten en uitstallingen van relikwiëen liet bijna geene processiën meer toe deed al de kermissen op een en denzelfden dag plaats grijpen, enz. enz. Hij bemoeide zich zoodanig met al de zaken die van ver of van bij het kerkelijk leven raakten, dat Frederic II,koning van Pruisen, spottend van hem zegde mijn broeder de koster. Evenzoo wierp hij alles het onderste boven in de bestuurs- en gerechtszaken. Met één pennetrek schrapte hij al die instellingen door welke zoolang bestaan hadden, en waar aan onze voorouders zoo zeer waren gehecht. Overal kwam het volk in opstand. Het oproer begon te gisten. Om het te dempen vond keizer Jozef II niets beter dan generaal d'Alton met een groot leger hier heen te zenden en hem volmacht te geven. Graaf d'AIton was een wreed en bloedzuchtige krijger, die aan den keizer dingen schreef in dezen trant Eens en voor goed moet er een einde ge maakt worden aan de twistzieke geschillen der Nederlanden. Een beetje min of meer bloed dat hierbij zal vergoten worden, moet ons niet bekommeren.- Het brutaal optreden van dezen soldaat bracht de gevreesde ontknooping de Brabantsche revolutie barst uit. Twee mannen stonden er aan 't hoofd van Baron Hendrik VAN der NOOT (afkomstig van Moorsel) die veruit de meeste populariteit bezat, en advokaat VONCK. In Holland waar zij uitgebroken waren, vormden de patriotten een leger, dat aangevoerd werd door generaal Van der Meersch. Zij rukten over de grenzen, en den 27 October 1789, versloegen zij te Turnhout het leger der Oostenrijkers dat hen wilde terugdrijven. Alsdan kwam héél het land te vlam en te vuur te staan Jozef 11 verklaarde zich bereid alles te herstellen, maar 't was te laat Vanaf 1790 was Belgie weer vrij, en eenigen tijd nadien stierf de ongelukkige keizer. «►.Thans vormde ons land een soort van republiek weike niet lang leven zou er ont brak in dit gewichtig oogenblik een man met een groot hoofd, die hooger en verder zien kon dan zijn tijdgenooten en al die verschil lende, vlottende elementen tot een kloek geheel samensmelten en verbinden door zijn genie gelijk Napoleon het eenige jaren later doen zou in 't revolutionaire Frankrijk. Na den slag van Turnhout werd er beslist dat onze provinciëen eene bondgenootschap pelijke republiek zouden uitmaken onder den naam der Vereenigde Belgische Staten De wetgevende macht hiervan werd toever trouwd aan de Generale-Staten en de uitvoe rende aan een Opper-Kongres waarvan Baron Van der Noot eerste minister zou zijn- Maar nu geraakte het land verdeeld in twee vijan delijke kampen, door de tegenstrevende be ginselen der aanhangers van Van der Noot en Vonck de eersten waren bewaarders de tweeden kleefden de nieuwe gedachten aan. De Vandernootisten wonnen het pleit, dank zij de machtige populariteit van hunnen hoofdman. Te midden al die twisten ontbrak er voor ons land-zooals wij 't hooger zegden, een man die zich waarlijk de meerdere toonen kon, en de moeilijkheden overwinnen. Intusschentijd deed keizer Leopold 11, die zijn broeder Jozef 11 was opgevolgd, het vol gende aanbod aan de belgenvolledige genade en het behoud van al hunne instellingen, als- zij hem wilden erkennen als wettig opper hoofd. Van der Noot die vanaf zijn optreden zich laten leiden had door een ijdele hoop op de hulp der vreemde mogendheden, deed het aanbod verwerpen. Dan brak een nieuwe oorlog uit. De Oostenrijkers vielen weerom in ons land binnen, en het patriottenleger aan wier hoofd een onbekwame generaal, Schoenfeld, was geplaatst (generaal Van der Meersch was door de Vereenigde Belgische Staten afgezet geweest) werd uiteengesla gen. Leopold II nam bezit van onze provin ciëen en alles bleef zooals het was onder 't beheer van zijn broeder. Hij zwaaide niet lang den staf over Belgie. Nauwelijk waren twee jaren verloopen, of de fransche omwen- telaars die oorlogden tegen Oostenrijk, over rompelden ons land. Onder 't bevel van generaal DUMOUR1EZ wonnen zij den slag van JEMAPPES (1792) en héél ons land viel in hunne handen. Onze nieuwe overheer- schers werden eerst als verlossers gegroet, maar toen men hen een tijdje aan 't werk gezien had, ging hief eenalgemeene schreeuw van verontwaardiging op. En toen in 1793, de belgische generaal CLAIRFAITde fransche klopte te NEERWINDEN, werden de Oosten rijkers weerom met vreugde ingehaald door onze voorvaderen. Doch, één jaar later, bij den slag van FLEURUS (1794) kwam Belgie terug onder fransch beheer, en ditmaal voor twintig lange jaren (1794-1814.) Ziedaar de verschillende gebeurtenissen, welke door een ooggetuigene getrouw werden neergepend in de hooger vernoemde kronijk. Deze kronijk welke te Brussel werd ge schreven van 1780 tot 1827 (zie one artikel over den slag van Waterloo) zullen wij in de volgende nummers aanhalen. Ziehier in welke bewoordingen de ver maarde krijgsman aan een der bevelhebbers zijner vloot, liet weten dat zijn zoon gesneu veld was Aan den onder-admiraal Thevenard. Generaal Kwartier, Kaïro, (Egypten) 4 September 1798. Uw zoon is op zijn bank van de wacht door een kanonschot doodgegaan ik vervul, Citoyen Generaal, een erg droevigen plicht met u dit nieuws.over te brieven maar hij stierf zonder lijden en met eere 't is de eenige troost die de smart van een vader verzachten kan. Wij moeten allen eens ster ven. Kunnen eenige dagen min of meer opwegen tegen het geluk van te sneuvelen voor het vaderland Kunnen zij de smart vergelden van zich te zien uitsterven op een bed, omringd door den ikzucht van een nieuw geslacht Gelukkig diegenen die vallen op het slagveld Zij blijven eeuwig leven in de nagedachtenis der nakomelingschap zij hebben nooit het medelijden of de deernis verwekt welke wij gevoelen voor den kranken ouderdom die den mensch met allerlei droe vige ziekten kwellen komt. Gij zijt vergrijsd, Citoyen Generaal,in de loopbaan der wapens; gij zult eenen zoon betreuren die zich waar dig toonde van u en het vaderland en enkele tranen over hem stortend, zult gij met ons bekennen dat hij eene gedachtenis nalaat die benijdenswaardig is. Geloof aan mijne deelneming in uwe smart en twijfel niet aan de achting welke ik u toedraag. Ik groet u. Deze enkele regelen verradefi genoeg de hand die ze schreef. Zij dragen heelemaal het karakter van dien man van ijzer en staal, die aan een schilder welke vroeg hoe hij hem op het slagveld moest uitbeelden, antwoord de Stel mij voor koelbloedig zittend op een steigerend paard. De oorlog is .een afschuwelijke gruwel. Het zal altijd een ijselijk schouwspel blijven het menschdom aan 'tworstelen te zien, erger dan razende tijgers, op een bloedige, uren- wijde vlakte. Maar, vermits spijts al ons morren en kla gen, die schrikkelijke geesel weerom over onze eeuw is losgebroken, evenals hij al de vorige eeuwen heeft geteisterd en vermits wij weerom zooveel kloeke jongens zien val len, even talrijk als de bladeren in den herfst, mogen en moeten wij ons getroosten bij de gedachte dat al die jeugdige levens, in den vollen frischen opbloei hunner sterkte, op eene dappere, heldhaftige wijze zijn omge komen, en geofferd werden voor het Vader land dat hier beteekent onze duurbaarste en heiligste belangen. Als christenen vooral, moeten wij kracht en moed putten in de overtuiging dat de dood onzer helden, welke met al de glorie van het martelaarschap is omstraald, hen met één slag den hemel heeft geopend. Leest en verspreidt "DE DENDERBODE. - Ons wordt uit Hólland een aardig staal tje van zwaluwen-taktiek gemeld, en wel het volgende In de woning van den heer J. C. Vos in de Havendwarsstraat, te 's-IIertogen- bosch, kwam een dag of tien geleden een zwaluwenpaar een bezoek brengen. De boestjes namen plaats op het vensterko zijn en wilden blijkbaar binnen. Daar ze echter hiertoe geen kans hadden, wijl vensters en deuren gesloten waren, be gonnen ze tegen de ruiten te pikken. De bewoners hierdoor opmerkzaam geworden, openden het raam. waarop do diertjes parmantig en mak binnenvlogen on plaats namen op de lijst van een aan den wand hangende schilderij, waar ze zich weldra zeer op hun gemak schenen legevoelen. De bewoners hadden plezier in het eigenaardig bezoek. Een poos later vlogen de diertjes weg, maar kwamen spoedig weer terug in de gastvrije woning. De familie Vos heeft daarna gezorgd, dat voortaan den diertjes de toegang tot de woning open stond, en de zwaluwen hunherzijds"hebben dat zeer geapprecieerd, want ze zijn op het oogen blik druk bezig met een nest te bouwen in oen hoekje van de huiskamer. De be woners zien er geluk in.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1915 | | pagina 2