NIEUWJAAR m WflSSEKHOVE. Wie is de moordenaar Groot Parlement KATH0LIEK NIEUWS-- EN AANK0NDIGINGSBLHO Zondag 2 Januari 1916 5 centiemen hpt nummer 70tte Jaar IV» 46S6 VAN DE PUTTE-GOOSSENS NIEUWJAARWENSCHEN VOOR 1916. o©©ooöo©o©oö©©© ALMANACH PITTORESQUE QQQQGQOQQOQOQQQ DE DENDERBODE Abonnementsprijs 3 frank 's jaars. Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr.twee maal 1,25 ir. Gewone annoncen 0,15 fr. de regel. Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 fr. de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. Aalst, den 1 Januari 1916. Menschen lief, wat droeve tijden Héél de wereld is aan 't lijden, De aarde walgt van al het bloed Dat zij daaglijks drinken moet. Spot 't Is in deze Eeuw van Vrede Dat men 't zwaard trekt uit de scheede, Dat de landen altemaal Grijpen naar het doodend staal. Vrede-woorden zijn vergeten, Liefde ligt in 't zand gesmeten, Eu nu zegeviert de Haat Met zijn grimmig, boos gelaat. Al de moeders doet hij beven, Want hij rooft het bloeiend leven Dat eens aan hun blijden haard Warm en feeder werd gebaard. Zonen, jong en frisch als bloemen Waar de moeder mocht op roemen Worden door het moord-geweld Onmeedoogend neergeveld. Ook de vader moest het wapen Nemen, en aan vrouw en knapen Snikkend op zijn bevend hart «Vaarwel» zeggen... bleek van smart... Waar zal men de kleuren halen Om de gruwelen te malen Van 't gevecht, dat als een hel Razen ging op hoog bevel Laat ons over al dat lijden Eenen stillen sluier spreiden Keeren wij onze oogen naar 't Jeudig rijzend nieuwe jaar. God is Meester van de lijden. Van de volken die nu strijden Hij houdt in Zijn machtig hand Bloei of dood voor ieder land. Eens zal weer de Vrede dagen En de zware wolk verjagen, Die zoo lang, met zwart verdriet Zat genesteld in 't verschiet. Dan mag weer de liefde komen Haar verlaten nest bewonen. Lijk de zwaluw wederkeert Als de lente triomfeert. En na al de wreede plagen Die wij moesten machtloos dragen, Trekt het komend jonglingschap Weer vooruit met kloeken stap. Op debreede welvaartbaan, Want een volk kan nooit vergaan I Dit zyijbrave en beste menschen, Bode's hart-ontsproten wenschen, En daarop een flinke hand God behoede ons Vaderland Denderbode Zoo is er weer een jaar ten einde ge- loopen. Hot oude jaar dat anders onder bloe men en liederen werd begraven, eindigt (io® Vervolg.) Toen vernam hij het geluid van zware, afgemeten schreden. Lepage, niet in staat om zich aan te kleeden, verliet zijne kamer en wierp zich in een stoel op de veranda In de stilte van den avond en dewijl de glazen deuren, welke op de veranda voerden half open stonden, kon de graaf ieder woord, door de zachte liefelijke stem gesproken, hooren. Wat ziet gij er lijdende uit, mijn vader, sprak zij in 't Fransch gij zoudt wel doen eenen dokter te raad plegen, beter dan uwe toevlucht te nemen tot de geneesmiddelen van Sara. Ik heb geenen dokter noodig, Sofie, zegde mijnheer Lepage met bitterheid het is vooral mijne ziel, die lijdt, en ware het niet ter wille van u, ik zou sedert lang den dood ge- wenscht hebben. Ik begrijp niet, vader welk nieuw verdriet kwelt u dan Mijn kind wees niet onrusrig om mijnent wille; morgen zal ik beter zijn. Het zien van dien vreemdeling heeft mij een soort van heimwee aan gebracht, dat ik meende niet meer te kennen en evenwel moest men zich gelukkig gevoelen te leven en te ster- thaus zoo somber en triestig, te midden van het donderend lied der kanonnen. Want ja, aan alle kanten op de Euro- peesche slagvelden, staan de bronzen monsters nog immer opgesteld met hun gapende, vraatzuchtige, nooit-verzadigde muilen die schijnen te brullen en te loeien A Itijd meer poer Altijd meer goud Altijd meer bloed En 't is onder het weerklinken van dien kreet die héél de wereld doet sidde ren, dat 't nieuwe jaar zijne intrede doet. Moest men de balans of eindrekening van dit verloopen oor logsjaar opmaken, dan zou men aldus moeten aanvangen Zooveel dooden... Zooveel verminkten... Zooveel weduwen en weezen gemaakt... Zooveel fortuinen verslonden... Zooveel landen verwoest en tot den be delzak gehracht.. Enz. Enz. Als ooit eens die balans volledig zal kunnen opgemaakt worden en bekend ziju, zal er uit duizenden zielen een ont zaglijke kreet van afgrijzen en verraaie- dijding neerkomen over het militarisme en den veroveringsgeest van Europa, waardoor die zee van ellende en leed I is ontstaan. En lang na ons zullen de nageslachten nog rillen en trillen bij hel uitspreken dier akelige jaartallen 1914-15 en... 16, die doorweekt van bloed en tranen, in de Geschiedenis zullen geboekt blijven. Zal 1916 ons den Vrede brengen Niemand onzer die het weet. maar diep in al de zielen gist en smacht die zucht welke toch eens zegevieren zal over al de wreedheid en de verblindheid van het menschdom. En bij het ingaan van het nieuwe jaar, luidt dan ook onze wensch gelijk een ge bed dat echo wekt in duizenden harten Vrede voor de gesneuvelden Vrede voor de levenden Verkrijgbaar ten bureele van de DENDERBODE, 3i, Korte Zout- straat, Aalst voor 1916. Prijs o,5o. Wie eenige genoeglijke uren, zoowel in ernst als in luim wil doorbrengen, koopt dien almanak. Slechts nog een paar exemplaren zijn verkrijgbaar. Met diepe droefheid, met echte versla genheid, hebben honderden vrienden «n kennissen het zoo vroegtijdig overlijden vernomen van den Eerweerden Heer oud-bestuurder van ons St. Martens-ge- sticht, dat onder zijn zoo ijverig en sympathiek beleid, tot een der bloeiend- ste onder wijs-gestichten onzer streken is gedijd. In den dierbaren overledene gingen al de gaven van geest en hart zóó ge paard, dat al wie hem ook maar eenmaal genaderd was en met hem kennis miek, heelemaal onder de bekoring van zyn goedheid en lieftalligheid stond. Met zijn open helder gelaat, met zijn vranke lachende oogen waar gansch zijn zonnige ziel weerspiegeld lag, met al den eenvouden dengrenzeloozen toewijdings zucht van zijn klinkklaar-vlaamsch ge moed, was hij als bestuurder de rechte man op de rechte plaats. Was hij niet als een vader voor al de zijnen En vloeide niet uit zijn gul karakter en zijn opgeruimde inborst, een stroom van vriendschap en innigheid over op gansch zijne omgeving En wie heeft er ooit vruchteloos aan spraak gemaakt op zijne dienstvaardig heid en genegenheid Maatloos breed stond zijn hart steeds voor allen open, en evenzoo mocht iede reen komen putten uit de volte van zij nen ijver en opoffering... Ook heeft zijn verdwijnen in tallooze vriendenharten een groote wonde gesla gen, en de leemte die hij nalaat kan niet onder woordon gebracht worden. Kort, al te kort was zijn priesterlijke loopbaan, maar zoo vol van daden en liefde, dat zij ryp was voor een beter leven Dijnsdag 11. onder een ontzaglijken toeloop van geestelijke en wereldlijke vrienden en bekenden, van leeraren en en studenten, had de begrafenis van de zen diep betreurden en heiligen priester plaats. De Denderbode biedt aan de acht bare familie zijne rechtzinnige christeue deelneming in haren pijulyken rouw aan. Mochte de dierbare afgestorvene in vrede rusten R I. P. Een artikel over het veel be sproken Droogleggen der Zuiderzee te naaste week. Over den aftocht van Mos- cou, in 1812. (tü* Vervolg.) Napoleon verlaat Smo lensk. Bange oogenblik- ken... Waar blijven Ney en de anderen Nieuwe heldendaden. Beste vrienden... Ha Bode - welkom hoor We zitten allen ongeduldig te wachten naar het vervolg van uw verhaal. Hebt gij over acht dagen die vertel ling Napoleon's Kerstnacht gele zen Ja Bode 't was zoo schoon 1 En daarmede zijn wy nu zoo gretig om te vernemen wat er verder met hem in Rusland geschiedde. Ge gaat het aanstonds hooren, maar eerst wensch ik u allen een Zalig en gelukkig Nieuwjaar Van 's gelijken, hoor, Bode en mochte 1916 toch wat beter zijn Mochte 1916 toch wat beter zijn Over honderd jaren toen het in Europa ook al oorlogswee was dat de klok sloeg, zullen de volkeren ook dikwyls dien smachtenden wensch op de lippen gehad hebben mochte het nieuwe jaar dat komt, ons betere dagen brengen En zij wachtten en bleven wachten met ge duld en hoop, tot eindelijk de oorlogs reus die droomde van meester te worden over Europa, den genadeslag kreeg te Waterloo in 1815.. ven in dit schoone Griekenland Ik ben niet in staat geweest vandaag on zen gast te bezoeken; hebt gij berich ten van hem, Sofie Sara zegt, dat hij zeer ziek is, en dat hij zich nog in geene maand op reis zal kunnen begeven. Laat ons hopen dat hij weldra hersteld zal zijn. Morgen moest zijn vriend terugkeeren met eenen dokter van Athene Kom Sofie, laat ons een oogenblik langs de golf wandelen, en dan zullen wij binnen gaan. Den volgenden dag, tegen het val len van den avond, kwam Charles Bertin aan, vergezeld van eenen dok ter. Mijnheer Lepage ontmoette de vreemdelingen onder de waranda en verzocht hen beleefdelijk in huis te gaan. Charles was niet weinig verrast in den gastheer van zijnen vriend eenen waren edelman te ontmoeten, terwijl hij verwacht had zich in tegenwoor digheid van eenen Griekschen boer te zuilen beviaden. Ik denk dat de graaf is ingesla pen, mijnheeren, zegde mijnheer Le page daar hij een zeer slechten dag gehad heeft, zult gij wel doen hem dezen nacht niet te wekken, dewijl gij toch in elk geval den avond onder mijn dak moet doorbrengen. Men zal u uwe kamers wijzen, en gij kunt u wat opfrisschen, midderwijl het avondmaal wordt opgebracht. Een half uur later kwamen zij in de salon, waar de heer des huizes hen hen wachtte. Hij geleidde hen in de eetkamer en bewees niet alleen een goed gastheer maar ook een aangenaam en onder houdend man in gezelschap te zijn Gerard Lepage had nooit gasten ge had, zoolang hij dit huis bewoonde, en derhalve bezat zijn tegenwoordig gezelschap voor hem het bekoorlijke van de nieuwheid. Onder den opwek- kenden invloed van beschaafde vreemdelingen, ontwikkelde hij eene volheid van gedachten en toonde eene scherpte en fijnheid van geest, waarover baron Bertin in de grootste verbazing geraakte. Na het eindigen van den maaltijd, zond Lepage eenen bediende in de kamer van den zieke, die spoedig daarop met de tijding terugkwam, dat Alfred Beaucourt wakker en bereid was zijne bezoekers te ontvangen. Lepage bracht hen naar de ziekenka mer en ging toen naar het vertrek van zijne dochter, die op het verlangen van haren vader zich niet aan de gas ten had vertoond. Wat ben ik gelukkig u weer te zien, mijn waarde Alfred, riep Char les Bertin de kamer van den zieke binnentredende, ik breng u eenen Dat was dus drie jaren na zynen veldtocht in Rusland Ja. Laat ons nu voortgaan met dien aflbcht van Moscou. Onder het komman- do van Napoleon zelf, waren de fran schen er dus eindelijk in gelukt Smo lensk te bereiken. Daar rusten die uitge hongerde soldaten vier dagen, en dan zet het leger zich terug op weg. Op dit oogenblik was het frausch leger in drie deelen gescheiden. De kern er van be vond zich te Smolensk inet den keizer aan het hoofd. Hoeveel soldaten had de keizer toen bij zicii Bode Hoogstens veertien a vijftien dui zend, maar 't waren taaie en besliste mannen. De achterwacht van het leger geleid door kapitein Ney, en de herto- gen-generaleu Van Eckrnühl en Van Elchingen, was intusschen nog altijd aan 'l schermutselen tegen de Kozakken, en kwam heel traag en moeilijk vooruit. En lel wel op: die achterwacht ze|f was verbrokkeld en gesplitst.. Eindelijk «Ie voorhoede, bes'aaude uit een wanorde lijk korps van een zestig duizend solda ten, was vooropgegaan in de richting van Krasnoë eene stad, hooger op, ge legen op d«-n boord van den stroom der Orcha. Smolensk lag insgelijks op dien stroom. '£00 stonden dus «le zaken toen Napoleon met zijne mannen, rond den I4e November, de laatst genoemde stad verliet om «Ie bruggen der O cha over te steken. De rus Miloradowitch, die reeds zooveel last. veroorzaakt heeft aan Ney en de anderen, is den keizer vóór gaat hy hem den overtocht der rivier belet ten Hij schynt te aarzelen want aan Napoleon heeft hij geenen gemak kei ij ken vyand. Maar intusschen is ook de russische opperbevel hebber Kutu^off op marsch naar de stad Krasnoë, waaruit de franschen eenen anderen vyandelijken generaal verjaagd hebben. Wat is er ge beurd met hunne heldhaftige achter wacht De keizer vraagt het zich angstig af, en daarom, niettegenstaande liet groot gevaar dat hem overal omringt, besluit hy van hier te wachten ten einde in verbinding te komen met kapitein Ney en zijne collega's. E11 ge moei welen menschen dat Napoleon onzeggelijk veel hield van Ney. die aan z jn zijde in al de beroemde gevechten der vorige jaren had gestreden. Was die Neyeen groot man -Bode-? 't Was een der moedigste en felste kapiteins die er ooit ter wereld g dm-fd hebben. Te Waterloo streed hij als een leeuw. Maar ook tijdens dezen aftocht zulleu wij nog dikwijls van hem hooren Terwijl Napoleon op de boorden der Orcha halt houdt word:, aan zijne achter wacht, bij het verlaten van Dubrowinka, opeens terug den weg afgesneden door verscheidene duizenden K -zakken, ouder het bevel van den on vermoei baren Milo radowitch en een andere rus. Een fran- I sche voorpost van vyftieniioud-*nl man, kundigen Griekschen dokter mede, die u spoedig genezen zal. Maar gij zijt hier niet slecht gehuisvest, ver volgde hij, met verwondering in het rond ziende. De dokter ging aan het bed, onder vroeg den jonker, onderzocht hem met zorg en zegde hem Mijnheer de graaf gij zijt tot hiertoe zeer goed behandeld; ik zal slechts eenige medecijnen voegen bij die welke men u toegediend heeft toch zult gij gedwongen zijn onge veer eene maand in dit huis te blijven. Eene maand riep Charles ver schrikt. 't Is zooals ik u zeg, antwoordde de dokter. Al de gewrichten van mijn heer de graaf zijn gezwollen en zijne voeten, zoowel als zijne beenen, heb ben het dubbele hunner gewone dikte. Nu ben ik toch in de vreeselijkste verlegenheid, mijn waarde Alfred, zegde Charles. Ik heb te Athene ver nomen, dat mijne arme moeder van wanhoop ziek is geworden, bij het vernemen van onze droevige' avon tuur. Gij begrijpt dat ik gejaagd word naar Frakrijk terug te keeren, om haar weer te zien en gerust te stellen. Zeker, mijn vriend, gij moet zoo spoedig mogelijk afreizen. En u alleen laten te midden van vreemdelingen geluid door Guilleiuinot, wurdt eerst door hen aangevallen. Stout door hunne verpletterende overmacht, roepeu de rus sen lot die dapperen - Geeft u over Maar iu plaats van zich over le geven, grijpen zij naar hun geweer en vechten als helden. De helft van hen vallen onder hel vuur der russische kauons D>; ande ren hebben zich dwars door «ten vyand en zijne kanonnen heen, eenen bioedig«-n weg gebaand en komen Ney vervoegeu, die op du groote baan slag levert tegen Milora«lowitch. Ney heeft sh-chts een vierduizendlal soldaten die uitgeput zyu, hongerig en vervrozen. Hij bezit nog slechts eenige kanons, want ge zult u nog herinneren dal hul grootste gedeelte zyuer artillerie en bagage, lydens hun nen uactitelijkeu Overtocht der Woop- rivier, in die modderige poelen is ver- zouken. 'Inderdaad, - Bode Welnu die vierduizend inau aarze len met op den vyand aan te slorme die beschut is door eeu woud, en gesteund door hoogt«-n welke bezel zyu mul vuur monden. Driehonnerd franschen zijn die hoogten opgeklauterd, waar zij op eene massa van ruiiors botsen. Ney en zyu handvol helden su-ydeu wauiiopig, maar zij kunnen geen bres slaan in dien «nk- Maak u niet ongerust mijne trouwe Philippe is hier om mij te ver zorgen. Ik sta herop dat gij onini lde- lijk vertrekt, en zoodra ik de reis zal kunnen ondernemen, kom ik naar Dan wil ik morgen naar Athene terugkeeren. Overmorgen vaart een stoomboot af Neem den lokter met u mede, zeide de graat. Ik moet u nog iets bijzonders vragen, Bertin. Mijn ga ,t- heer is een soort van kluizenaar een menschenhater zou ik bijna zeg gen en ik verzoek u mijn adres, noch aan Lotilleux, als gij hein zoudt ontmoeten, noch aan eene van onze bekenden of vrienden in Athene te geven. Ik zou niet gaarne willen, dat mijn gastheer door bezoekers lastig geval len, of in zijne kalme levenswijze ge stoord werd, en ronduit gezegd, ook ik, heb geen verlangen iemand te zien, voordat ik weder op de been ben. Charles Bertin beloofde het streng ste stilzwijgen in acht te nemen om trent het verblijf van zijnen vriend. Hij bleef nog eenigen tijd bij den zieke toen wenschte hij hem goeden nacht, zegde hem vaarwel en begaf zich naar zijne kamer. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1916 | | pagina 1