ARMENIË Napoleons Veldtocht Maria Deliina Van de Maele, KATHOLIEK NIEUWS» EN AANKONDIGINGSBLAD Zondag 2 April 1916 centiemen hel nummer 70"e Jaar !Y° 4699 3.. korte zoutstraat, 3. VAN DE PUTTE-GOOSSENS Sg,;fr. „e Week-Ka lender. Me Zondag in aee vasten. Cefestina maria POSSEüllERS DE DENDERBODE DRUKKER-UITGEVER I ««KORUIG.KGE» men scnriju in ie Aalst klomc een maal 0,75 fr.tivee maal 1,25 Ir. I Dikwijls te herhalen volgens akkoord. Aalst, den i April 1916. APRIL. Evangelie van den Zondag Jesus spijst vijf duizend menschen. JOANN. VI. 2 Zondag, Lastare. 4. Z. v. d. V. 3 Maandag, H. Richardus, bisschop. 4 Dijnsdag, H. Isidorus. 5 Woensdag, H. Juliana. 6 Donderdag, H. Celestinus, I. Paus. 7 Vrijdag, H. Albertus, Kluizenaar. 8 Zaterdag, H. Perpetuus, Bisschop. Opvoedkunde en Onderwijs Theoretische en Praktische Beschouwingen. VII. De Godsdienst als factor in de liefde en het huishoudelijk leven (Vervolg). In den eersten roes van het huwe lijksleven, waarin laten wij er toch geen doekjes om doen ook het speel tuig der passie's meetrilt en meejuicht, komt er geen wolksken de puurheid van den hemel beroeren. Alles is vrede en harmonie Dan, naarmate man en vrouw in dage- lijkschen nuchleren levensomgang, el kander leeren kennen en doorschouwen, komen hun beider gebreken en karakter trekken geleidelijk bloot, en zij worden stilaan scherper en ruwer uitgelijnd. Het. zyn de doornen die onder de roos uit groeien l3 Mengelwerk. Nadruk verboden in Rusland, in 1812. Groot Historisch Verhaal. (Getrokken uit het vermaard boek van Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die den veldtocht meegemaakt heeft). De positie van Ostrowno was goed gekozen zij beheerschte den omtrek, en men kon van daar verkennen zon der zelf gezien le zijn zij doorsneed een open weg, en lag links van de Duna-rivier vóór haar strekte zich eene ravijn uit, en dan verder waren het overal dicht-beboschte vlakten. Daarenboven lag zij in het bereik dei- magazijnen welke zij beschutte, even als Witepsk, de hoofdstad dezer streken. Generaal Ostermann kwam toege sneld om die positie te verdedigen. Van zijn kant blijft de waaghals Murat geweldige pogingen aanwen den om het woud binnen te dringen, niettegenstaande het overvloedig ge weer-vuur dat er uit komt. Het wordt er warm. Het terrein dat het 8# Huza ren-regiment zooeven veroverde, wordt nem thans door den vijand vin nig betwist, en met den voorpost zijner ruiterij bestaande uit een paar divisie's moet hij er kunnen stand houden. De franschen verdedigen zich gelijk overwinnaars dat doen zij vallen aan. Ieder vijandelijk korps dat tegen (Vermenigvuldiging der Brooden) Hongerig, moede, zoo hebben de scharen Heer Jezus gevolgd tot naar de woestijn... Niemand en kan er hun honger bedaren, Of Gij moet, o Heer, Gij zelf moet het zijn Met een paar visschen, met eenige brooden Wordt vijf duizend man door Jezus gevoed Hoort ze nu juichen als Koning der Joden Wees Hij, de Profeet, nog heden begroet 1 Koning van Liefde Ja dat zult Gij heeten, Gij, Goede, die ons U Zeiven nu geeft 't Brood aan ons toereikt dat de engelen eten, Door 't welke onze ziel in eeuwigheid leeft i A. Cuppens. De man is opvliegend van aard, of jaloersch, of brutaal, of twistziek. De vrouw is eigenzinnig, of bekrompen van geest, of praalzuchtig, of klappeiachtig, enz. In een woord lichaam en ziel, hart en karakter staan ontsluierd, laten zich doorpeilen, leveren al hun geheimen. Vroeger hing er rond dit alles een mooi waas van mysterie, en 't was een gedurig voedsel voor de liefde. Maar met dc schelle, volle dag die langzamer hand over al die lokkende raadsels is opgegaan, is er bezadiging gekomen, wijsheid, en... ontgoocheling. Och ja, het weten in ons leven haart zoo dik werf ontgoocheling Het is zoo schoon des morgens, nog vóór de zon boven de kim zwelt, als men overal rondom zich als eindelooze werel den raadt achter die lichte zilvermisten welke over de velden hangen opeenge pakt Hel. is zoo schoon als kind aan den ingang van het leven te slaan, met oogen en ziel die gedurig maar vragen, vragen en zoeken, en nog niets van de werke lijkheid afweten... Rn schooner nog is het, als wij in ge benedijde, zalige sferen den zang der eer ste liefde hooren jubelen Maar het leven staat nooit één stond stil. Het stuwt ons ongenadig vooruit naar meer licht, meer welen en de i eene na de andere zinken al onze illusie's i den dieperik in Louis Veuillot schreef het ergens L 'homme meurt long temps, pour ne pas dire toute sa vie. Dès qu'une illu sion est envolée, la. mort commence Dit geldt insgelijks voor het huwelijk. De raensch, omdat hij nu eenmaal menscll is. 't is te zeggou eon Nveaeu vol tegenstellingen en onvolmaaktheden, gebonden aan driften, aan ziekten, aan al het verval en de ellende van den ou derdom. doel weldra de ondervinding op dat liefde en geluk hier op aarde hun schaduwzijde hebben. Als de krankheid eene echtgenoote maanden lang aan 't lijdensbed vastspijkert, haar krachten sloopt, haar schoonheid steelt, de zoet heid van haar karakter verzuurt, haar gemelijk en lastig maakt tegenover den man ofwel als deze zelf ten prooi valt aan ziekte, en met den opbruisenden, wreveligen aard van zijn man-zijn, onein dig veel geduld en ontferming vergt, en het teer zenuwgestel der vrouw op een zware proef stelt als hun beider karak ters niet sympatliiseeron kunnen als er geprost en gesukkeld wordt met de kin deren, enz. dan loopt hun liefde gevaar indien die liefde niet is opgebloeid uit de diepere gronden van het zielsleven een doodelijken knak te krijgen, en na de eerste oplaaiïngen van roezigen harts- toch, zou zij weldra kunnen wegslinken en slap vallen gelijk een windloos zeil. Wat zal die liefde redden, haar krachtig, en rijk en frisch houden, spijts al de miserie, en den verleppenden, verzwak kende» pak van het leven? De gods dienst. Omdat hij met zijn zuivere, ver kwikkende watoren van gebed en geloof, liet menschelijk hart aanhoudend ver- frjscht en verreint. Omdat hij een troost rijken gezichteinder opent boven ons bestaan, en daarom al het getob van dit bestaan moedig dragen helpt. Omdat hij vergeven leert en hopen doet. Omdat hij niet slaaf is van de mooie vergankelijke lijnen van het lichaam, maar naamloos meer prijs hecht aan de schoonheid der onsterfelijke ziel, en daarom een glans van eeuwig-jong leven aan de liefde kan geven. Omdat hy man en vrouw gedurig voor houdt en herinnert dat zij verbonden werden door de kracht van een Sacra ment, dat hen de gratie schenkt om kinderen tot Gods glorie op te bren gen. ('t Vervolgt). Onze geliefde volksdichter Alfons Van de Maele, en diens familie komt wreed beproefd te worden door het afsterven zijner zuster geboren te Erembodegem den i Januari 1882. Ziehier het innig-schoon en diep-Christelijk sonnet dat de dichter aan de nagedachtenis zijner zuster heeft j gewijd 'k Heb op mijn ziekbed lang en pijnelijk geleden Doch zoo soms aan mijn oog een weemoedstraan ontsprong, Of al te felle pijn mijn mond tot klagen dwong, Steeds droeg ik op aan God mijn lijdén en gebeden. Eu zag ik stap voor stap de Dood mij nadertreden, Die onverbiddelijk de laatste hoop verdrong Waarmee mijn hart nog vast aan lot en leven hong Toch is met een gebed den adem mij onigicücii. O. Gij, wiens liefde en trouw in 't leven ik genoot, Mijn Vrienden wilt mij voorts getrouw zijn in den dood. 'k Zal denken ook aan U in 't eeuwig, beter Leven Aan U mijn laatst vaarwel, mijn broeder, zusters... Gij Mijn Moederken heb dank voor al de zorg aan mij Gedaan... O mocht U God ook eens den Hemel geven Wij bevelen de duurbare overledene aan in de goede gebeden van kennissen en vrienden. Dat hare schoone ziel onze flanken oprukte en offensief wilde te werk gaan, wordt op zijne beurt aangerand. De russische ruiterij moest terug het woud invluchten en 't voetvolk werd uiteengesabeld. Niet temin begon Murat en zijn legertje het kwaad te krijgen, en zijn mannen werden dit gedurig aanvallen en neer vellen van nieuwe vijandelijke troepen beu. Op dit oogenblik kwam de divi sie van kommandant Delzons opda gen Murat trekt er algauw zijn profijt uit, en werpt deze versterking op den rechten kant en in den rug van den rus die zich thans koes houdt. Dienzelfden avond sluit prins Eugeen zich bij Murat aan, en des anderdaags zien zij de russen in eene nieuwe versterking liggen. Reeds na den linkervleugel van den vijand in toom gehouden te hebben, hadden de beide fransche maarschalken aan de soldaten van hunnen rechten vleugel eene stelling aangewezen welke te vens als steun- en uitgangspunt van hunnen aanval moest dienen, toen al meteens. aan hunne linkerzijde een groot geschreeuw opgaat. Zij zien toe en bemerken dat hun ruiterij en hun voetvolk daar tweemaal tegen den vij and komt in te loopen en tweemaal teruggeworpen werd, en daardoor verstout, stroomen de russen thans in massa uit hunne bosschen naar voren, onder het slaken van afgrijselijke kreten. De vermetelheid en de geest drift van het offensief is naar hunne rangen overgewaaid,en in de fransche lijnen komt er verbazing en weifeling. Een bataljon Kroaten en het 84* re- vrede ruste giment willen tevergeefs voet bij stek houden hunne strijdmacht brokkelt allengs weg vóór hen ligt het terrein vol gesneuvelde makkers: achter hen wemelt het op het plein van gekwet sten die heengaan of weggedragen worden, en van veel anderen nog die onder allerlei voorwendsels lanelijk het vuur verlaten. Het is alzoo dat een leger de nederlaag lijdt. Reeds begonnen de mannen der artillerie, welke nochthans uitgelezen soldaten zijn, toen zij zich niet langer onder steund zagen, met hunne batterijen af te trekken... Nog eenige oogen- blikken, en de regimenten zullen op den vlucht slaan, hun wapens weg werpen, en allen te samen door den zelfden bergpas willen ontsnappen... Dan wordt de verwarring algemeen, men zal razen en tieren, de stem der leiders niet meer hooren, en alle ele menten van verderen wederstand nut teloos maken Men vertelt dat alsdan Murat, ver bitterd door dien aanblik, zich vooruitwierp aan het hoofd van een Poolsch lansiersregiment, en dat deze soldaten, aangevuurd door zijne te genwoordigheid en zijne woorden, en als razend gemaakt door het zicht der russen die hunne aartsvijanden waren, hem achternasnelden. Murat had hen slechts willen aanmoedigen en ophitsen om tegen den vijand in te stormen, en hij was er niet op uit zich te laten meeslepen met het char geerend regiment, want in al dit lawaai zou nij niets meer kunnen zien of bevelen hebben edoch, de lansen der vooruitrukkende Polen stonden achter hem dicht opgesteld als een woud dat gansch het terrein innam, en hij wera in dit geweld meugesleurd en voiprwaarts gestuwd met al de snelheid der rennende paarden. Hij kon dus noch stilstaan, noch van kant wijken hij was dan wel gedwongen mede te chargeeren aan de spits van dit regiment gelijk een gewoon sol daat, netwelk hij volgens de oogge- tuigenen, met vollen lust en kranig heid deed. Terzelvertijd liep generaal Ant- houard naar zijne kanonniers, en generaal Girardin ijlde naar een ander regiment dat hij tegenhoudt in zijn vlucht, terug ordent en weerom in 't vuur aanvoert tegen den rechter vleugel van den rus, aan wien men zijne positie en een paar kanons ont neemt. Intusschen gelukt generaal Piré er ook in de linkerzijde van den vijand te omsingelen: dan keert de kans, de fortuin is van her gunstig aan de franschen, en de russen moe ten andermaal naar de wouden vlie den. Nochthans, op een zeker punt. ble ven zij hardnekkig een donker bosch verdedigen dat door zijne vooruitge- schovene positie onze lijnen verbrak. Een onzer regimenten, onthutst door het vuur dat het uitspuwt, omschui- feld door een hagel van kogels, durf de noch voor- noch achteruitgaan, maar generaal Belliard, weldra ge volgd door generaal Roussel, kwam het opbeuren en aanzweepen doel woord en voorbeeld, en het bosch Mejuffer Hélène CAPPUYNS Mijnheer JOSEF CAPPUYNS Mijnheer Felix CAPPUYNS De familie POSSEM1ERS De familie CAPPUYNS melden Ued. met droefheid het smartelijk verlies dat zij komen te ondergaan in den persoon hunner teergeliefde Moeder, Zuster, Schoonzuster, Moei, Grootinoei en Achter- grootmoei MEVROUW weduwe van Mijnheer Willem CAPPUYNS, geboren te Aalst, den 28 April 1851, en aldaar godvruchtig overleden, den 30 Maart 1916, voorzien van de HH. Sacramenten onzer Moeder de H. Kerk. De Lijkdienst, gevolgd van de Bijzetting in den Familiekelder, zal plaats hebben, Maan dag 3 April 1916, om 10 1/2 uren (Belfort in de parochiale kerk van St. Martinus. De Vrouwmis onder de Vigiliën. De Gregoriaansche Missen zullen gelezen worden van af Maandag 24 April, aan het hoog altaar in genoemde kerk. Men vergadere ten sterfhuize, Keizerlijke Plaats nr 38, om 10 uren. Zij bevelen Hare ziel in uwe godvruchtige gebeden De vrienden en kennissen die bij vergeten- heid geen uitnoodiging ontvangen hebben worden verzocht dit bericht als dusdanig te willen aanzien. Aalst, den 30 Maart 1916. Armenië is een land in Noord-Azië gelegen, dat vroeger door eigen koningen werd geregeerd en later zijne zelfstandig heid verloor en nu behoort aan Rusland, Turkije en Perzië. Dit land grenst Westelijk aan Klein- Azië, Oostelijk aan de laagvlakte van Aras en de Koer, Noordelijk aan het Kaukasusgebergle en Zuidelyk aan de bergen die zich langs den linkeroever van do Moerad uitstrekken. Het aantal zielen bedraagt ongeveer twee millioen. De Armeniërs zijn moest herders of landbouwers en dragen eene kleeding die veel gelykenis heeft met de Turksche kleederdracht, doch in plaats van den turban dragen zij de pelsmuts. De Armeniërs zijn meest allen het Chris tendom toegedaan. Tursch-Arraenié omvat, behalve het oud Klein-Armenië, de vilajets Wan, Bitlis, Erzeroem en gedeelten van de viel eindelijk in onze macht. Door deze zegepraal, werd een sterke vijandelijke kolom die vooruit- geschreden was om ons op onze rechterhand in te sluiten, zelf inge sloten. Murat bemerkt het. Aanstonds, het bloot zwaard in de vuist, roept hij uit dat de dappersten mij volgen! - Maar deze streek is doorploegd van bergkloven, die den aftoent der rus sen beschermden, en allen verdwenen in een woud van twee mijlen diepte, dat de laatste gordijn was die Witepsk aan onze blikken onttrok. Na een zoo warm gevecht, aarzel den Murat en prins Eugeen verder vooruit te dringen door dit geheim zinnig woud-land. toen de keizer aankwam. Aanstonds snellen de beide veldmaarschalken naar hem toe: zij toonen hem de taak die ge daan werd, en deze welke nog te ver richten blijft. Napoleon begat zich op den hoogstgelegen heuvel, en het dichtst bij den vijand van daar, met zijn genie alle hinderpalen trotsee- rend, had hij weldra het mysterie van bosschen en bergen doorpeild on- middelijk geelt hij het bevel verder op te rukken, en deze wouden welke weerstand hadden geboden aan twee dappere veldheeren, werden thans zonder hindernis door onze troepen heelemaal doorkruist. Eindelijk dien- zeilden avond, kon de hoolstad Wi tepsk van op haren gordel van hoog ten, onze artilleurs zien verschijnen en zich ontplooien in het plein dat haar omringt. ('t Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1916 | | pagina 1