KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD
Napoleon's Veldtocht
Onze Vlaamsclie Almanak
en Dagklapper
Zondag 29 October 1910
5 centiemen het nummer
71ste Jaar IV0 -4728
VAN DE PUTTE-GOOSSENS
Week-Kalender.
MOEDER-GEDICHTEN,
Helena Swarth.
Allerheiligen.
Allerzielen.
in Rusland, in 1812.
Dichter August Meert
Ligt ter pers
LANDBOUW.
DE DENDERBODE
a a ivTirr*ivin
Abonnementsprijs 3 irank 's jaars.
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKERUITGEVER
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fr.twee maal 1,25 Ir.
Gewone annoncen 0,15 fr. de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 fr. de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
Aalst, den 28 October 1916.
OCTOBER.
Evangelie van den Zondag
Jesus geneest den zoon van eenen hove
ling. Joan. IV.
29 Zondag, 20 na Sinksen. H. Ermelindis,
maagd.
30 Maandag, H. Germanus, bisschop.
31 Woensdag, Vigilie van Allerheiligen. H.
\^olfgangus, bisschop.
NOVEMBER.
1 Woensdag, Allerheiligen.
2 Donderdag, Gedachtenis der geloovige
zielen.
3 Vrijdag, H. Hubertus. bisschop van Ton
geren.
4 Zaterdag, H. Carolus-Borromeus, bis.
van Milaan.
XVII
Ik was een kindje schuw en kleen,
Ik wou maar zijn bij u alleen.
Ik wandelde aan uw warme hand,
Langs lommerlaan en wallekant.
Ge leidde me in een loovertuin.
Zoo mooi, het leek een toovertuin.
Daar liet ge los mijn handje teêr.
Ga 't grasveld rond en vang mij weer I
Wel leek die tuin me een paradijs,
Vol roze-aroom en nachtgaalwijs,
Maar 'k vond geen vreugde in 't vogellied
Ik zag het rood der rozen niet
Ik stond verwonderd, vreemd en kleen..
Voor de eerste maal zoo héél alleen.
Ik voelde plots het leven wijd,
Verloren zieltje in eenzaamheid.
Daar stond ik, bevende en alleen,
En barstte los in leedgeween.
Dat blondje van een jaar ot drie,
't Is me of ik nog haar tranen zie
Een héél klein meisje was ik toen,
Mijn tranen stelpte een zachte zoen.
Hoe voelde ik, hoe 'k dien grooten schat,
Uw trouwe liefde, noodig had
Al wat van u mij scheidde was
Een rozenboschje en weidegras.
Ge bleeft wel lachende, in de laan,
Eén vinger op de lippen staan...
Nu zijt ge ver, in Geestesland...
Ik zoek vergeefs uw bleeke hand.
O kom, van achter kerkhofgras,
En zeg mij dat het spel maar was
Dat wel ge uw kindje weenen ziet
En troosten komt haar wreed verdriet
Ach hoor hoe de arme kleine schreit
Heb melij met haar eenzaamheid I
42 Mengelwerk. Nadruk verboden.
Een blik in de kerkelijke liturgie.
Weerom, met het aanbreken van den
wintertijd, zijn deze twee plechtige da
gen in aantocht die zulke grootsche ho
rizonten openen voor den geest van ons
Geloof.
De H. Kerk komt ons hier nogmaals
uitnoodigen om eenige uren halt te ma
ken te midden van het alledaagsche
beslommerend leven, dat zijn stofzand
uitwaait over onze kleederen en onze
zielen.
Zij maant ons aan om dit stof van ons
af te schudden, om onze blikken en onze
gepeinzen te verheffen boven de lijn van
onzen aardschen gezichtskring en binnen
te schouwen in den wonderen, ontzag-
wekkenden wereld die open gaat achter
het graf.
Kleine menschen die dat niet kunnen
Kleine menschen die dag aan dag de
doodsklokken hooren brommen door do
luchten, den doodenwagen zien rijden
door de straten, en die niet eens het
raadsel van hun bestaan en van hunne
bestemming zoeken op te lossen. Blind
en hardnekkig klampen zij zich aan het
leven vast, aan het leven dat broos is,
aan het leven dat bedriegt.
Wij welen hot diep in ieder rnen-
schenhart zit de drang naör het loven.
Spijts doodsvisioonen en doodsgevaren
om hem heen, blijft de mensch het leveD
nog beminnen. Het leven is edel. Het
leven is kostbaar. Het leven is een gave
Gods.
Doch, het krijgt slechts dan zijn volle
waarde uu beleekenis, wanneer men hét
bekijken en ontleden kan in het licht van
het Leven hiernamaals.
En daarom heil aan dezen die geloo-
ven, want dezen weten dat dit eindig
leven, dat nevens elke lichtstraal eene
schaduw legt, om wille van de donkere
dreiging welke hierbeneden boven ieder
menschenhoofd hangt, met eenen vasten
schakel is verbonden aan het eeuwige
Leven daarboven.
O ja, heil aan hen die gelooven,
omdat zij in den eindeloozen achter
grond hunner ziel, daar waar het
diepe leven broeitwaar de angst slui
mert voor het mysterie, waar er onze
kerheid is, twijfel, instinhtmatige af
schrik voor de dood, scheurend ver
langen naar meer liefde, meer licht,
meer gelukomdat zij oner al die
pijnlijke en duistere beroerten van
hun innerlijk wezen den oppe> sten
vrede, de stralende hoop, de goddelijke
rust doen dalen.
Heil aan hen die gelooven, omdat
zij voor hel leven een licht en een basis
hebben gevonden - (1)
Laten wi.i dan. christenen, die den
grooten schat van het Geloof bezitten,
ons doordringen van de geest- en ziels-
verruimende gedachten waarmede de H.
Kerk ons op deze dagen tegemoet komt.
Allerheiligen zet voor ons de poorten
open van het jubelende paradijs. Hot
laat tot ons con flonker doorstralen van
het schitterend hemel-visioen dat de
dichter ons in de volgende kristalheldere
verzen heeft trachten te beelden
Stoet.
Langzaam trekt een blanke stoet door
[d'hemelen,
Jesus eerst, der maagden koning, 't aanzicht
Lijk de zonne glanzend en de kleederen
Lijk de sneeuwen hunne koninginne,
De Onbevlekte met haar sterrenkrone.
Zeven engelen volgen, blank in 't slepend
Choorkleed, houdend haren wijd ontvouwden
Hemelsblauwen goudgesternden mantel
Dragend hare blauwe lelievane.
Duizend, duizend, duizend maagden volgen,
Sneeuwblank door de nevelige sluiers,
Dragend in de hand de blanke lelie,
Zingend zoete choren door de hemelen,
Volgend waar hij gaat der maagden koning
En hun onbevlekte koninginne.
A. Rodenbach.
Het is op dozen dag dat do H. Kork
ons toezingt in hare grootsche en troost
rijke liturgie
Gaudeamus. Verheugen wij ons
allen in den Heerdezen feestdag vie
rende ter cere van al de heiligen, over
wier plechtigheid de Engelen juichen
en samen den Zoon Gods loven
Allerheiligen komt 0115 sterken en op
beuren door de gedachte aan de glorie
die elkeen van ons, na lijden en dood, te
wachten staat in de sfeer der gelukzalige
eeuwigheid.
Doch, aanstonds daarop hooren wij
het droef getamp der klokken van Aller
zielen, en in schokkende klaagzangen
bidt en smeekt de H. Kerk
Requiem aelernam dona eis, Do-
mine
Heergeef aan de zielen de eeuwige
■ust, en doe het altijddurende licht
hen verschijnen
Het Dies irae een der indrukwek
kendste liederen die er op aarde bestaan,
laat zijn schreiende klanken door de
kerkbeuken ruischen. Een lucht van reu-
zig, onbegrepen Lijden weegt en drukt
op ons, totdat de H. Kerk in hare heer
lijke liturgie, welke wij allen veel te
weinig kennen, weerom dit roerend en
vertrouwvol gebod laat opklinken
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
Deze krachtdadige actie opende
ons den weg der victorie het was
thans het oogenblik om al onze sterkte
in den slag te werpen maar Murat
en N ey waren uitgeput zij moeten
den aanval onderbreken, en terwijl zij
hunne troepen terug om heen de vaan
dels scharen, zenden zij om verster
kingen. Alsdan zag men Napoleon
ten prooi van eene aarzeling welke
hem nog nooit was overvallen hij
bleef lang in beraad eindelijk, na
verscheidene bevelen en tegenbevelen
aan zijne jonge garde, drukte hij de
meening uit dat de troepen van Friand
en Mauoourg het wel zouden gedaan
krijgen op de hoogten. Volgens hem
was de beslissende stond nog niet
daar.
Doch deze aarzeling komt ten goede
aan den russischen opperkommandant
Kutusof die deze tijdwinst niet had
durven verhopen hij doet al zijne
reserven en tot zelfs de oude rus-
sische garde oprukken om den ver
brokkelden linkervleugel te steunen.
Dank daaraan kan Bagration zijne
overrompelde lijnen herstellen zijne
rechterzijde heeft tot basis de groote
batterij waarop prins Eugeen storm
liep links steunt hij op het woud dat
het slagveld nabij Psarewo afzoomt.
Zijn vuur scheurt onze rangen aan
stukken zijn tegenoffensief is gewel
dig, onstuimig, gelijktijdig voetvolk,
artillerie, ruiterij, alles werkt te samen
en stort zich in een stoere krachtin
spanning op ons lijf. Ney en Murat
blijven in dit orkaan pal staan, maar
de rollen zijn thans omgekeerd er is
voor ons geen spraak meer de over
winning door te drijven, het komt er
nu op aan haar trachten te behouden
in ons voordeel.
De soldaten van Friand, vóór
Semenowska opgesteld, doen de
eerste chargen van den vijand in
elkaar storten, doch, overstroomd
door een regen van vuur, kunnen zij
het weldra niet meer uithouden een
hunner leiders geeft de pijp aan Mar
ten en wil den aftocht doen blazen.
In dit hachelijk oogenblik komt Murat
tot hem geloopen, en hem bij den
kraag vattend, buldert hij Wat
doet gij De kolonel toont hem de
aarde die bezaaid ligt met de lijken
der zijnen, en antwoordtGij ziet wel
dat men hier niet meer kan stand hou
den - - Zoo En ik houd er wel
stand tiert de vorst. Deze woorden
hadden hun uitwerksel de officier
keek hem strak in het gelaat, en her
nam koelbloedig 't Is juist Sol
daten er op los Laten wij ons doo
den
Inmiddels echter had Murat ander-
O Heer Jesus Christus, Koning
der glorie, verlos de zielen van al de
overledene geloooigen van de onder-
aardsche straffen en uit den diepen
poelbevrijd hen uit den muil des
leemvs, dat de afgrond hen niet ver
slinde, dat zij in 'de duisternissen niet
verzinken maar dat de H. Michaël,
de standaarddrager ze opvoere tol het
heilige Licht
Trachten wij dus, tijdens deze plech
tige dagen, ons te vereenzelvigen met
den geest der H. Kerk, die alle middelen
aanwendt om ons mensch-zijn, ons ziels
leven te louteren, te verdiepen en te ver-
breeden door de ontzagwekkende tafe-
reelen van het toekomstig Leven, welke
zij ons ophangt.
Doen wij ten minste eene poging om
haar te volgen in den goweldigen gedach
ten-vlucht harer liturgie, en storten wij,
in eenvoud en betuouweu een vurig
gebed voor al dezen die ons voorgegaan
zijn in het graf, opdat zij uil hot donker
rijk der lijdende zielen eerlang zouden
mogen opklimmen tot de jubelemie koren
der heiligen.
Op die wijze zullen we toonen dat wo
christcne menschen zijn die geloof, hoop
en liefde bezitten.
(I) Th. Henussc S. J. in zijne conferencie
L'ideal dans la Vic. blz. 70.
Onthulling van eenen gedenksteen.
Op Zondag 29 October a.? om 4
uren namiddag, heeft de onthul
ling plaats van eenen Gedenksteen
op het graf van den Aalster-
schen dichter August MEERT. De
inschrijvers en kennissen worden
vriendelijk nil yenoodigd te willen ver
gaderen aan de kerk der Eerweerde
Paters Capucienen, St. Job, rond
3 3/4 u. van waar men zich stoets
gewijs naar het kerkhol zal begeven.
De Gedenksteen, een kunststuk van
waarde, werd naar het plan van
bouwmeester V. De Smet, gekapt
door Joris De Neve, en versierd met
een prachtig medaillon-portret dat
wij te danken hebben aan de vaardige
beeldhouwershand van kunstenaar
Jan Wéry.
Op Maandag 3o October, zal er tot
zielelafenis van den overleden dichter
eene Requiëm-mis gezongen worden in
St. Jozefkerk, om q II2 uren.
Aide vrienden worden dringend ver
zocht deze mis te willen bijwonen.
Meteen wenschen wij hier een har
telijk dankwoord te zeggen tot al de
inschrijvers die zoo mild hunnen pen
ning hebben gestort voor dit edel
werk. Het Comiteit.
Wegens plaatsgebrek zien wij
ons genoodzaakt het vervolg van
het hoofdartikel en de Geschied
kundige Kronijk tot toekomende
week te verschuiven.
voor het jaar O. H, 1917.
Prijs 25 centiemen.
Onze nieuwe jaargang is een nieuwe
stap vooruit. Hij steekt in een handiger,
fraaier formaat en houdt tal van puike
dingen in. De liefhebbers van kluchtige
en ernstige verhalen zullen er hun volle
gading in vinden.
Ook de fijnproevers zullen pret en ge
not beleven aan de letterkundige bijdra
gen een brok drama in verzen Oor
logswee van Jef Crick een paar
litteraire kronieken met portret over de
volksdichters Fons Van de Maele en
wijlen August Meert, die heden Zon
dag eenen gedenksteen krijgt op zijn
graf verders eenige onuitgegeven
dichten die fijne juweeltjes zyn.
Eindelijk, werd or ook gezorgd voor
de raadselvrienden een schoono.
groote raadselprijskamp met tal
rijke prijzen van waarde.
Eenieder die zich voor de komende
winteravonden wat degelijke loktuur
aanschaffen wil, koopedus onzen vlaam-
schen almanak.
Wij voorzien dat onze oplaag in oenige
weken tijds zal uitverkocht zijn.
Derhalve valL er niet te dralen
maal iemand tot den keizer gezonden
om hulp te vragen de ruiter wijst
met de hand de wolken zand aan
welke de chargen der ruiterij reeds
doen opstuiven op de veroverde hoog
ten waar tot nog toe alles rustig was
gebleven. Eenige obussen komen zelfs,
voor de eerste maal, in de nabijheid
van Napoleon ontploffen de vijand
nadert, de officier van Murat dringt
aan, en de keizer belooft hem zijne
jonge garde maar zij heeft nauwe
lijks eenige stappen gedaan of hij
roept haar zelf toe stil te houden.
Nochtans de graaf van Lobau deed
haar onder het een of het ander voor
wendsel stillekens vooruitgaan. Na
poleon kreeg het in de gaten en hij
hernieuwde zijn bevel.
Gelukkiglijk rukten onze reserve
batterijen in dit oogenblik op, om de
veroverde hoogten te gaan bezetten
Lauriston had voor dit manceuver de
toelating van den keizer bekomen
deze scheen nochtans in den beginne
slechts met tegenzin toe te stemmen.
Maar weldra bleek dit manceuver hem
zoo noodzakelijk, dat hij het zelf
dringend deed uitvoeren, en te dier
gelegenheid had hij een ongeduldig
gebaar, het eenigste dat men hem ge
durende gansch dezen dag van zwaren
strijd zien maken heeft.
Men weet niet of de onzekerheid
der worsteling door Poniatowsky en
prins Eugeen aan zijnen rechter- en
linkerkant aangegaan, hem niet die
aarzelende houding deden nemen
wat er ook van zij, het is zeker dat hij
vrees koesterde dat de uiterste linker
vleugel der Russen, aan de slagen der
poolsche soldaten ontsnappend, zich
terug zou komen meester maken
van net vechtterrein achter den rug
van Ney en Murat. Deels om die
reden deed hij zijne achtergehouden
garde een waakzaam oog op dit punt
richten. Aan dezen die hem kwamen
porren om ook de garde in den strijd
te zenden, gat hij ten antwoord dat het
uur daartoe nog niet was geslagen, en
dat hij eerst klaarder over den alge-
meenen toestand der zaken diende te
kunnen oordeelen. Dan vroeg hij hoe
laat het was, en ging dan voort dat
het oogenblik voor zijne handeling
nog niet was aangebroken dat zij
slechts binnen twee uren beginnen
zou. -
Maar zij begon niet. Heel den dag
zag men hem neerzitten of langzaam
heen en weer wandelen, in de nabij
heid der wijkschans die wij den 5'
veroverden, op de boorden van eenen
waterstroom, ver van de worsteling
welke hij ternauwernood kon volgen
sedert zij in heftige golving over de
heuvelkammen was heengespoeld
gelaten tegenover de zijnen en tegen
over den vijand. Alleen nu en dan
miek hij een gebaar van droeve berus-
tiging, toen men hem gedurig de dood
zijner beste generalen kwam aankon
digen. Hij stond verscheidene keeren
op om eenige stappen te doen en zette
zich dan terug neer.
In zijne omgeving bekeek iedereen
hem met verbazing. Altijd, in oogen-
De Masteluin.
De masteluin is eene mengeling van
tarwe en rogge, en werd vroeger meer,
wordt thans, ten onrecht, minder ver
bouwd.
De teelt der masteluin is zeer aanbe
velenswaardig oordeelkundig toegepast
kan men do tarwe, die er in voorkomt,
eenen vollen oogst bekomen, en eene
zeer beduidende opbrengst rogge op den
hoop toe verkrijgen
Vooreerst dient er eene oordeelkundige
keus der graanverscheidenheden gedaan
te worden men moet eene vroeg rijpen
de tarwe verscheidenheid en eene laat-
rijpende rogge verscheidenheid nemen.
Tweedens raag men niet te dicht zaaien,
iets wat bij al de graangewassen nood
zakelijk is, wil men het goed uitstruiken
verzekeren, en een straf stroo bekomen,
blikken van grootschen strijd, had hij
eene kalme bedrijvigheid aan den dag
gelegd doch hier was het een loome
kalmte, zonder fut of ijver eenigen
meenden dat hij reeds voor alles was
gevoelloos geworden, zelfs voor de
ontroering der groote veldslagen. An
deren deden opmerken dat ae koel
bloedigheid der groote mannen in
deze gewichtige uren, met den gang
van den tijd ontaardt in loomheid en
onverschilligheid, eenmaal dat de
jaren het raderwerk van hun kracht
slapgelegd hebben. Daar waren er
nog, en dezen sloegen gewis den na
gel op den kop, die beweerden dat
deze neerslachtigheid en werkeloos
heid van den keizer te wijten waren
aan zijne gekrenkte gezondheid, aan
eene geheime kwaal en het begin eener
zware ongesteldheid.
Intusschen mieken de artillerie-offi
cieren, die zich met weerzin tot ledig
heid hadden gedoemd gezien, spoedig
gebruik van de toelating om deel te
nemen aan den slag. Weldra hadden
zij met hunne batterijen op de hoog
ten post gevat.Tachtig stukken kanon
brandden terzelvertijd los. De rus-
sische ruiterij liep zich de eerste het
hoofd te pletter tegen die ijzeren lijn
zij ging dekking zoeken achter het
voetvolk.
('t Vervolgt).