Napoleons Veldtocht
Van Beroemde
Bekeerlingen.
Geschiedkundige Kronijk
KHTH0LIEK NïEOWS= EM HRNK0NDIGINGSBLRD
Zondag 19 November 1916
5 centiemen liet nummer
71sle Jaar N° 4731
Week-Kalender.
MOEDER-GEDICHTEN.
Belangrijk Bericht.
Yiaamscneq fllmaqaK es Dagklapper
voor lel Jaar 0. B. 1917,
DE DENDERBODE
Abonnementsprijs: 3 trank 'sjaars.
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKERUITGEVER
Van de Putte-Goossens
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fr twee maal 1,25 fr.
Gewone annoncen o,i5 de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
Aalst, den 18 November 1916.
NOVEMBER.
Evangelie van den Zondag
Jesus geneest dé dochter van Jaïrus.
Matth. IX.
19 Zondag, 23 na Sinksen. H. Elisabeth van
Hongarië, wed.
20 Maandag, H. Felix van Valois.
21 Dinsdag, Opdracht van Maria.
22 Woensdag, H. Cecilia.
23 Donderdag, H. Clemens.
24 Vrijdag, H. Joannes a Cruce.
25 Zaterdag, H. Catharina.
XX
0 Moeder, die zoo lang deze aard mij hebt verhemeld I
Wanneer de weedom mij met looden handen drukt,
Ontwaar ik soins uw beeld dat voor mijne oogen
[wemelt,
Terwijl het hangend hoofd mij op den boezem bukt.
En als ik eenzaam dan door void en wouden dwale,
En als een zachte wind dan in mijn haren speelt,
Zeg, zweeft gij in de lucht waarin ik adem hale,
En is die wind uw ziel die mij het voorhoofd streelt?
Of als ik soms des nachts om weer aan u te denken,
De legerspond verlaat en 't firmament betracht,
Zeg, leeft gij in die ster, die mij schijnt toe te wenken,
En is dit licht uw oog, dat mij dan tegenlacht
O neen, dit alles nietVer boven 't denkvermogen
Van 't zwakke schepslendom is uwe woon gesticht
Doch alles wat de ziel door klanken of vertoogen
Kan aandoen, brengt me een schijn, een zweem van
[uw gezicht
De tonen eener harp, de geurige avondluchten,
De kleuren van 't gebloomt. de zilverglans der maan,
Het murmlcnd brongesuis en Filomeeles zuchten,
't Doet alles mij een stond aan uwe zijde gaan.
Maar, ach, één oogwenk slechts, en deze stond is
[henen,
En 'k stort weer in mij zelf als in een afgrond neer.
Eilaas en mij rest niets dan op uw graf te weenen,
Verlaten hier omlaag, o moeder tot wanneer
K. L. LEDEGANCK.
Hiermede sluiten wij de reeks
Moeder-gedichten. Toekomende week
beginnen wij eene nieuwe reeks dit
maal eene prachtige verzameling
LIEFDE-GEDICHTEN,
waarin het puikste werk van oudere
en jongere dichters om de beurt ver
schijnen zal.
Onze getrouwe lezers zullen met
genoegen bestatigen dat DE
DENDERBODE - weerom op zijn
gewoon groot formaat verschijnt.
Wij hebben de hand kunnen leg
gen op eenen nieuwen voorraad
papier die ons, na een paar weken
vertraging in den verzendings-
dienst, eindeljk toegekomen is.
Aldus zijn wij vast beslist ons
weekblad iu leven te houden,
spijts de moeilijke tijdsomstandig
heden waarmede thans iedere uit
gever te kampen heeft.
45 Mengelwerk. Nadruk verboden.
in Rusland, in 1812.
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
Rechts moest Friand 't dorp Seme-
nowska nog aanvallen, en aan zijnen
linkerkant waren de divisies van Gé-
rard.Broussier en de italiaansche gar
de nog niet in de gevechtslijn getreden
Ten andere, deze aanval was veel
te voorbarig geschied het kwam er
enkel op aan Barclay aan dezen kant
in bedwang te houden, vermits de slag
aan den rechtervleugel moest aanvan
gen en zich rond den linkervleugel als
op eene spil voort bewegen. Aldus
had de keizer zelf zijn plan gemaakt,
en men weet niet waarom hij het ten
gepasten tijde niet deed uitvoeren,
want het was hij die van ai de
eerste kanonschoten, officier op offi
cier tot prins Eugeen zond om zijnen
aanval tegen de groote wijkschans te
bespoedigen.
De russen, eenmaal van hunnen
eersten schrik bekomen, daagden van
overal terug op. Koutaïsofen Yermo-
lof voerden zeli hunne mannen in het
vuur met eene vastberadenheid die
waardig was van deze grootsche
Wij willen «DE DENDERBODE
van langs om puiker en aantrek
kelijker maken, opdat hij meer en
meer bijval zou hebben op zijne
wekelijksche ronde
Wij roepen meteen de aandacht
onzer lezers nog eens in op onzen
die verschenen is.
Op kloek en schoon papier ge
drukt en in een fraai kleed gesto
ken, biedt hij voor den spotprijs
van 25 CENTIEMEN allerhande
schoone verhalen, luimige en ern
stige,gedichten, letterkundige kro
nieken, en eenen grooten raadsel
prijskamp
Koopt hem en oordeelt
i
Johannes Jörgensen.
(8e Vervolg).
Jörgensen had de feestzaal verlaten
waar zijn verrassende rede de uitbundige
pret der gasten kwam te storen en te
ontnuchteren
Doelloos, met de ziel vol weemoed,
slentert hij thans door de duistere straten
naar de buitenwijken der stad, en de
ontwaking van den grijzen herfstmorgen
in de omgeving van Kopenhagen, schil
dert hij in het boek zijner bekeering zoo
mooi en zoo raak, dat wij deze bladzijde
welke zijn zuiver en fijn schrijverstalent
kenschetst, hier willen mededeelen
In de voorstad, waar hij doorheen
trad, was venster aan venster verlicht
de werklieden waren op, kleedden zich
aan en dronken hun koflle. eer zij zich
op weg begaven naar de fabriek. Hier
en daar ontmoette hij reeds een of an-
deren vroegen arbeider, die met het
ontbijt in een buidel en een pas aan-
gestoken pijp in den mond, heenstapte
over het voetpad de scherpe reuk vau
zyn tabak trok heen door den morgen-
nevel. In de broodwinkéls en de melk-
kelders was er lichten overal begon-
nen klompen te klepperen. Kleine
melkjongens liepen voorbij, kouwelijk
in hun dunne kielen zij liepen om de
kantoren van do groote melkhuizen te
hereiken en om bij tijds op den bok te
zitten van de roode wagens, opdat
Kopenhagen dat van zins was nog wat
te slapen, zijn melk en zijn room zou
vinden zoodra het zijn oogen zou ope-
nen. Talrijker en talrijker kwamen deze
melkjongens aan zij zagen er allen
nagenoeg gelijk uit met hun uniform-
oogenblikken. Het 3oe regiment, heel
alleen tegenover gansch een leger,
aarzelde niet met gevelde bajonnet
vooruit te stormen de dapperen wer
den omsingeld, verpletterd en uit de
verschansing geworpen, waar een
derde der hunnen sneuvelden met
hunnen manhaftigen generaal die niet
min dan twintig wonden had beko
men. Daardoor aangemoedigd, gingen
de russen thans op hunne beurt tot het
offensief over. Alsdan zag men op dit
punt van het slagveld al de razende
elementen van den oorlog zich ver
eenigen. De lranschen hielden gedu
rende vier uren stand op de helling
van dezen vulkaan, onder eenen stort
vloed van ijzer en lood.
Iedere divisie veranderde verschei
dene malen van generaal. Prins Eu
geen ijlde van de eene naar de andere,
smeekte of stuurde verwijtingen toe,
en herinnerde vooral aan de voor
gaande lauweren. Hij deed den keizer
van zijnen neteligen toestand verwit
tigen, maar Napoleon antwoordde
dat hij er niemendal kon aan ver
helpen dat hij slechts eene groote
krachtinspanning diende te doen om
te zegepralendat alles er van afhing-
en de prins verzamelde al zijne krach
ten om eenen algemeenen aanval te
doen, toen eensklaps, woedende kre
ten die aan zijnen linkerkant opstegen
zijne aandacht trokken.
Eenige duizenden kozakken waren
daar op onze reserven gevallen, en het
petten, hun roodbevrozen neuzen en de
groote wollen doeken om denhals. Door
«alle straten hoorde hij het vlugge ge-
klepper hunner dravende klompen. - (1)
Toen hij, buiten de stad, zich op den
breeden weg van Lyngby bevond, sloeg
hij de baan in naar Charlottenlund, en
stapte nu vlug en lang door.
Een gansch doelIooze aandrang was
het die hem vooruitdreef. Hij wilde
slechts heen uit de stad, uit de feestzaal
van den bond hij wilde in de koude
mistluchl van dien Octobermorgen zijn
longen reinigen van al liet warme gas-
licht en de slechte uitwaseming van
den avond. De dag grauwde grijs en
stil op over de zwarte akkerlanden,
waar de aarde in witte kluiten omge
ploegd lag de boomen langsheen den
weg stonden daar met vochtige slain-
men en blcokgele bladeren in de vil-
laluinen prijkten kleurige bessen en
bont loover.
Boven op de Ordrupshoogte waar hel
uitzicht naar het Oosten vrij was, hield
hij eindelijk in zijn wandeling stil. Er
was niet veel morgenrood te zien tus-
schen logge, grauwblauwe wolken
slechts oen streep die duister glimde
als ijzer in een smids. Maar het mor-
genlandschap was frisch en welrie-
kend met al zijn wakke, als nieuwe
kleuren het frisscho groen van een
roggeveld, het bruine woud met vlek-
ken van goudgeel, roode en gele hui-
zen, blauwe leiendaken, een witten
vlaggestok...» (2)
Deze meesterlijko boschrijving, waar
met enkele sobere woorden, héél bet uit
zicht van het herfstlandschap voor onze
blikken wordt getooverd, verraadt de
pen van een dichter die de schoonheid
der natuur hartstochtelijk lief heeft.
De jonge droomer stond daar op de
hoogte en rustte even uit, toen hij oen
paar vrouwen op hem zag komen aan
stappen.Hot waren twee katholieke non
nen met haar zonderling hoofddeksel,
haar breede borstdoeken en lange rozen
kransen, die men kan hooren klapperen
als zij iemand voorbijgaan Daar kwa
men er nog anderen, en toen, zich om
draaiend, bemerkte Jörgensen dat hij
vlak vóór het open traliehek van de ka
tholieke kerk stond. Besluiteloos dren
telde hij nader,en las het opschrift boven
de deur Ego sum vita Ik ben het
leven Dit 'woord van Christus deed
hem in wijsgeerige gepeinzen verzinken.
Het leven, dat was toch de som van
- alles wat leefde hoe kon één mcnsch
- heel deze som in zich vereenigen Het
leven, dat was toch do volheid, de rijk-
dom, het geluk., waaraan alle harten
zich willen verzadigen hoe kon Jesus
van Nazareth van zichzelf zeggen dat
hij die volheid, die rijkdom, dat geluk
- was
was er eene algemeene verwarring.
Prins Eugeen snelt er heen en, ge
steund door de generalen Del zon s en
Ornano, had hij weldra dien meer
luidruchtigen dan gevaarlijken vijand
verjaagd, en dan kwam hij zich terug
aan het hoofd zijner troepen stellen
om tot eenen beslissenden stormloop
over te gaan.
Het was op ditoogenblik dat Murat,
het wachten moe, voorde vierde maal
eenen adjudant zond tot den keizer
om te klagen over de verliezen welke
de russen, die versterkt lagen op de
heuvelkammen tegenover prins Eu
geen, aan zijne ruiterij berokkenden.
Hij vraagt nog slechts de hulp van
de ruiterij zijner garde met haar zal
hij die hoogten insluiten en hen doen
vallen evenals het leger dat hen ver
dedigt.
De keizer scheen er in toe te stem
men. Hij zond iemand uit om Bessiè-
res te roepen, die bevelhebber was
van de ruiterij der garde. Ongelukkig
lijk was deze maarschalk, die op zijn
bevel den strijd van dicht bij ging ver
kennen, nergens te vinden. Napoleon
wachtte bijna eene uur op hem zonder
eenig ongeduld te betoonen toen de
maarschalk dan eindelijk terugkeerde,
ontving hij hem met eene uitdrukking
van tevredenheid, luisterde bedaard
naar zijn rapport, en gal hem de toe
lating de russische lijnen te naderen
tot zoo ver als hij het geraadzaam
oordeelde.
Terwijl hij daarover aan 't nadenken
en 't dubben is, wordt de kerk geopend.
Hij treedt binnen in het kleine portaal,
en tuurt er achteloos naar de aange
plakte druksels... Af en aan haalt hij zijn
horlogo uit om te zien hoe laat het is...
Dan luistert hij aan de kerkdeur. Daar
binnen is alles verwonderlijk stil Op
dit oogenblik hoort hij buiten voetstap
pen die naderen, dan duwt hij haastig de
deur open en sluipt binnen om niet ver-
i rast le worden terwijl hij stond te loeren
door het sleutelgat.
- Het was heel stil in de kerk De knie-
lende gestalten verroerden zich niet...
Nu voer een rilling door Ronge ginds
aan liet altaar werd er gescheld, plots
on scherp, met een kleine bel. Vóór
hem bogen al de biddenden hun hoofd.
En de plechtige stilte bleef aanhouden
hij wisl niet hoe het kwam, maar uit
de diepste schuilhoeken van zijn her-
innering steeg plots een woord op, dat
- woord uit do Apocalypsis En er was
- een stilte in den hemel, gedurende
een half uur... (3)
De mis is uit. Hij sluipt als een dief
weer buiten, met wondere gevoelens in
het hart.
En terwijl hij ging, bleef hem hot
beeld vóómveven van do stille kerk,
met den witten priester aan het altaar
en den hoog opgestoken gouden kelk.
Hij dacht aan de reine, zachte aange-
zichten der nonnen onder het blanke,
kuischc linnen hij zag ze knielen in
kalme aandacht en het hoofd buigen
uit eerbied en in gebed vóór haar God.
Hij overwoog haar leven en het zijne
- haar was de morgen, de dag en het
licht, zijn bestaan en dat zijner vrien-
den was vervallen tot schemering, tot
nacht en duister... Zijn gedachten van
gisteren avond stonden mot vernieuw-
de kracht vóór hem. en onwillekeurig
- zuchte hij Ach, zijn dag te beginnen
«als die monschen in schoonheid en
reinheid (3)
('t Vervolgt).
(1)« De weg naar liet Licht blz. li.
(2) L. C. blz. 12.
(3) L. C. blz. 15.
LANDBOUW.
Weide boomgaardbeme^ting.
De late fruitverscheidenhedon uitge
zonderd, kunnen de fruitboomen jaarlijks
eene raide opbrengst geven. Hoe hooger
de opbrengst, hoe grootor de uitputting
van den grond.
Bij de weide-boomgaarden beoogt men
eene dubbele opbrengst de grasvoort-
brengst, die hier bijna even groot kan
wezen als bij de eigenlijke graslanden,
en den fruitoogst, die men ongeveer op
den hoop loe kan hebben. Om tot daar
te komen, moeten de fruitboomen op
Doch wij hadden het gunstig oogen
blik laten ontsnappen er viel niet
meer aan te denken zich van héél het
vijandelijk leger en wellicht ook van
heel Rusland meester te maken, maar
het kwam er thans op aan slechts het
slagveld in onze macht te houden.
Kutusofl'had den tijd gehad om alle
mogelijke reserven in het vuur te bren
gen en zich op de moeilijk toeganke
lijke versterkingspunten schrap te zet
ten gansch het plein was overstroomd
van zijne ruiterij.
Aldus waren de russen er in geslaagd
ten derde male hunnen linkerflank te
herstellen vóór Ney en Murat. Deze
echter snelt naar de ruiterij van Mont-
brun. Deze generaal was gesneuveld,
en het is Caulaincourt die hem ver
vangt. Murat treft daar de adjudanten
van den ongelukkigcn Montbrun aan,
diens dood beweenende Volg mij
roept hij hen toe. Stort geen tranen
meer over hem en komt hem wreken
Dan toont hij hen dien nieuwen
flank van den vijand men moet deze
inbeuken tot aan de hoogten waar de
batterijen van den vijand opgesteld
staan en daar, terwijl de lichte rui
terij het spel voortzet, moet Caulain
court met zijne kurassiers eensklaps
naar links aldraaien, ten einde alzoo
deze schrikkelijke heuvelkammen,
wier kanonvuur nog immer tegen het
front van prins Eugeen dondert, in
den rug aan te vallen.
Caulaincourt antwoordde Gij
eenen goeden afstand vanolkandeR staan,
en de gansche weideboomgaarn jaarlijks
sterk bemest worden.
De polasch werkt op den groei en de
hoedanigheid, geeft vooral in vereeniging
met kalk, de vastheid der weefsels, be
gunstigt de rijpwording van het hout,
de goede en regelmatige botvorming,
vermeerdert den omvang der vrucht,
geeft haar eene rijke kleur en eenen fijnen
geur, en verhoogt het suikergehalte.
Het fosfoorzuur bevordert den bloei,
de bevruchting der bloera, de voortzet
ting van hot geslacht, de hoedanigheid,
de kleur en de sappigheid der vrucht.
Gemis aan fosfoorzuur is eene hoofdoor
zaak van misbloei.
•I)e kalk vormt, vooral in vereeniging
met do potasch en het fosfoorzuur, vaste
en taaie houtvezels, en maakt zoo de
plant beter bestand tegen de aanvallen
van allerlei ziekten, woekerdieren en
woekerplanten.
Evenals de potasch, verhoogen het fos
foorzuur en de kalk het suikergehalte
der vrucht.
Men wacht er dus niet te lang op eene
overvloedige potasch-fosfoorzuur- en
kalkbemesting toe te passen, 't zij 1200
kgr. kaïniet en evenveel slak. De kaïniet
geeft de potasch, de staalslakken het
fosfoorzuur en <le kalk. Beide meststoffen
worden met elkander gemengd, en bo
venop uitgestrooid.Hoo eerder toegepast,
hoe meerder kans zij hebben tegen het
hernemen van den groei het vezelwortel-
uet bereikt te hebbon.
Het is zeer aanbevelenswaardig do
graszode met eene ijzeren eg open te
scheuren, en men wacht met de stikstof-
bemesting tot vroeg in de lento. Van nu
af mag men evenwel toch eens duchtig
beren. Praktijker.
Een bladzijde uit den Besloten Tijd
en den Boerenkrijg.
(Uit een handschrift, opgesteld door
Karei Jozef Verhulst, schoolmeester
en organist te Berlaer, bij Lier).
1798. Vrijdag, 7 December op den
middag, 't volk meyude te gaen eeteu,
maer zij moesten het laeten staen daer
kwam peerde-volk, met voetvolk zij
bezetten allo straeten en gingen seffens
in de huyzen zoeken 't was met loopen
niet genoeg, zij vongen die zij vonden en
voerden se mede naer 't Kasteel van Ant
werpen en hebben daer gezeten als grijze-
laers, te weeten (hier volgen in hel
handschrift verschillende namen.) Op
kermis en nieuwjaer avonden kwam er
weêr volk, maer 't was toon meest op do
geestelijke, dewelke ook al vlugten van
huys lot huys.
1799. Op verloren maendag is het
zult mij ginder straks gaan zien, levend
of dood Hij rukt aanstonds op, en
stormt alles omver wat hem tegen
stand biedtdan, schielijk naar links
af zwenkend met zijne kurassiers,
dringt hij de eerste in de bloedige
wijkschans binnen waar een kogel hem
het hoofd doorboorde. Zijne verove
ring wordt zijn graf.
Men ging deze victorie en deze hel
dendood aan den keizer meedeelen.
De opperstalmeester, broeder van den
ongelukkigen generaal, was bij die
nieuwstijding aanwezig hij was eerst
ontroerd, maar bedwong dan zijne
smart, en zonder de tranen die stil
langs zijne wangen neerrolden, hadde
men kunnen denken dat hij ongevoe
lig was De keizer zegde hem a Gij
komt het te hooren, wilt gij u afzon
deren En terwijl hij die woorden
sprak had hij een uitroep van smart.
Doch, op dit oogenblik rukten wij
tegen den vijand in de opperstal
meester zweeg; hij bleef staan alleen
lijk ontdekte hij zich ten halve, om te
danken en te weigeren.
Terwijl die definitieve charge woed
de, stond prins Eugeen op het punt
met zijn voetvolk den top dier donde
rende en bliksemende hoogten te be
reiken ineens ziet hij de vuren daar
verdooven, en eindelijk schitteren
triomfantelijk op die vervaarlijke heu
vels de blinkende helmen en borst
platen onzer kurassiers.
('t Vervolgt.)