KRTH0LIEK NIEUWS- EN RHNK0NOIGINGS8LHO De Passie Christi. Napoleon's Veldtocht Zondag 11 Maart 1917 5 centiemen het nummer 71'" Jaar N9 4747 Van de Putte-Goossens Week-Kalender. Passie-Gedichten. Bit een mgsteile-spsl öer piiddeleeiwen. LANDBOUW. in Rusland, in 1812. DE DENDERBODE Abonnementsprijs: 3 frank 'sjaars. Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr twee maal i,«5 Ir. Gewent annoncen o,i5 de regel. Vonnissen, sterfgevallen, enx. 0.50 de regel. Dikwijl» te herhalen volgen» akkoord. Aalst, den 10 Maart 1917. MAART. Evangelie van den Zondag Jesus voorspelt zijn lijden. Luc. XVIII 11 Zondag, 3. van den Vasten. Oculi. H. Vindicianus, bis. 12 Maandag, H. Gregorius, paus. 13 Dinsdag, H.Euphrasia. 14 Woensdag, H. Mathildis, koningin. 15 Donderdag, H. Longinus, krijgsman. 16 Vrijdag, H Heribertus, bisschop. 17 Zaterdag, H. Gertrudis, maagd. Vastenblomken. Het eerste bloemken dat ik zag Bij nieuw verschenen lentedag, Bepereld met een dropken dauw Het was gekleurd in purperblauw. O bloomaiïijn, ik hoor de klacht Die spreekt door uwe kleurenpracht, En weet waarom uw hartje klein, Blinkt van een stillen traan-robiju. Uw mantelken van purperblauw, Is voor het christen harte rouw, Want die ons minde, leed eens dan Lijk niemand ooit nog lijden kan, En bracht ons door Zijn dood de vree En 't eeuwig blijde leven mee. Kom bloemken lief, hier in mijn huisken, Uw plaatsken is bij Jesus kruisken. G. P. Roerende schoonheid en diepe poëzij ligt er in de spelen der middeleeuwen waarin het Lijden Christi in grootsche tafereelen aan onze oogeu voorbijtrekt. Wij willen thans in het bijzonder een woord reppen over het vermaard myste rie-spel van Jehan Michelin 1486 te Angers opgevoerd. Wij hadden 't geluk de hand te leg gen op een oud tijdschrift dat ons daar over belangwekkende mededeelingen ver strekt. Instede van zich te beperken tot de ruimte onzer huidige schouwburgen, had het tooneel in dien tijd kolossale afme tingen en 't was onder den wijden he mel dat de duizenden toeschouwers het gewijd treurspel zagen ontrollen. Het Passie- drama van Jehan-Michel werd Yoor de eerste maal te Angers op gevoerd op Zondag 24 Oogst, en het duur de vier dagen. Den eersten dag versche nen er zeven en tachtig spolers op de planken, den tweeden honderd, den der den zeven en tachtig, en don vierden steeg hun getal tot hoDderd en vijf. Dan was er nog een machtige groep van figu ranten, Joden, duivels, soldaten, en an dore stomme personnagen. Op het hallen-plein van hoogerver- noemde stad werden er vier'stellingen van drie verdiepen, en een van twee ver diepen opgetimmerd. Gansch dit reuzig gebouw was bedekt met een schalieëu dak. Het paradijs was troonvorinig opge bouwd, versierd met een gouden net werk. De hel werd op het voorplan van het tooneel voorgesteld, maar men kon er slechts de ingangsdeur van bemerken die den vorm van een draken-muil had. Het kapittol van de kerk van Sint-Laud schonk een groot stuk goudlaken dat het bekomen had om koormantels te maken. Den eersten dag, vóór de vertooning. greep er eene indrukwekkende mis in open lucht plaats. Do bijval der opvoe ringen was zóó groot dat het kapittel van Sint Mauritius zich verplicht zag de uren der goddelijke diensten te wijzigen: monniken, ridders en burgers, priesters en geloovigen, allen wilden het overwel digend mysteriespel bijwonen. En allen woonden zij dit bg met een eenvoudigen diepen geest van geloof, en al werd er in die vertooningon g#>«n»ain« g£>cl r*w»fd naar verfijnden kunstzin, toch ging er daarvan een machtige schoonheid en een ontroeringsvermogsn uit waarvan wij, menschen der twintigste eeuw, ons be zwaarlijk een denkbeeld kunnen geven. Wij mogen er niet aandenken dit ont zaglijk passiespol omstandig te ontleden, dat aanvang neemt bij den stal van Beth lehem om te eindigen op Calvarieberg. De drie personen der heilige Drievul digheid, deengelen, de duivelen, de Moe der-Maagd, de heilige vrouwen, de apos telen, de meineedige rechters van den Za ligmaker met hunne vuige soldatenhor- den, eene bloeddorstige en schuimbek kende menigte opgeruid door farizeeërs en schriftgeleerden, verschijnen beurte lings voor het voetlicht in een breed en bont beweeg van pakkende tafereelen. Het tooneel heeft hier geen grenzen meer het omvat hemel, aarde en hel tegelijkertijd. Aldus ziet men bij de inleiding God de Vader op zijn eeuwigen troon zitten, op het punt den zondigen raensch te straffen. Doch zijn rechtvaardigheid plooit voor zijn barmhartigheid, en de Zoon komt zich zelf als zoenoffer aanbieden. Deze tijding brengt de hel in volle beroering. Lucifer treedt op en slingert tot de afge vallen engelen een krachtigen en Wilden oproep in deze bewoordingen Duivelen der hel, afzichtelijk en gehoornd, Grooten en kleinen, met uw basilisken- [oogen, Ellendige honden wat is er van u'geworden? Treedt allen naakt voor, ouden en jongen, Gebulten en scheeven, serpenten en draken, Opstandelingen en gewelddadigen, Uw arbeid vervalt van da| tot dag. Verraders en moordenaars, komt uit de hel, Komt allen tot mij, vervloekte geesten Men bemerke in 't voorbijgaande de woeste kracht dezer middeleeuwsche volkspoëzij, waarvan wij hier slechts een flauwo schets vermogen te geven. Op dit gebulder van Lucifer, want 't is een echt bulderen begint dan de muil van den draak, die: dsn ingang van don helschen afgrond verbeeldt, vlam men te spuwen, en een menigte van afschuwelijke duivelen verschijnen op de planken, waar zij ijselijk huis houden. Aanstonds daarna ontvouwt zich een verrukkelijk landschap voor den blik der toeschouwers vredige, frischgroene weiden, waar de kudden grazen van de lielllge lIJUtdCT A»v«« un-lwnwi jof-ow»»»!. Dezo laatste is nog immer diep bedroefd om de onvruchtbaarheid zijner vrouw, en daareven nog,bij het verlaten van den tempel, heeft een hoogepriester hem daarover bittere verwijten toegestuurd. Gansch terneergeslagen keert de ouder ling terug, en komt met de arme herders kouten in wier gezelschap zijn ziel terug kalmte vindt. Ondertusschen echter heeft de hemel zijn gebed verhoord, zijn vrouw is be vrucht en de engel Gabriël kondigt haar de geboorte der heilige Maagd Maria De basilisk is een fabelachtig monster uit de oudheid en de middeleeuwen. Laat ons vluchtig de rol der heilige Maagd doorloopen, dio in al de bijzon derste gebeurtenissen van het passie-spel gemengd is, om stil te staan bij deze stout-opgevatte en innig-roerende sa menspraak tusschen Haar en haren Zoon. Zij heeft de kreten van het razend ge peupel gehoord, met gebroken hart komt zij toegesneld en ontmoet Jesus bij den tempel, en zij smeekt hem met tranon in de stem Jerusalem te vluchten.En alsdan ontstaat tusschen de Moeder en den Zoon deze aangrijpende woordenwisseling, waarin de poëzij stellig een groote lyri sche en tevens dramatische hoogte be reikt. Wij geven hier de vrije vertaling welke een onzer dichters er van gewaagd heeft Maria. En zult Gij sterven als de jaren Nog bloeien in uw blonde haren Jesus. In bloeienstijd Maria. Toch langzaam en in stil verkwijnen, En niet verpassied en vol pijnen Jesus. In harden strijd Maria. Met zuiver hoofd, met zuiver handen, En zonder hoon en zonder schande JESUS. Een schandekind Maria. Niet hier dan, maar in verre streken, Dat niemand van uw dood hier spreke? JESUS. Bij maag en vriend Maria. Maar 's nachts dan en bij hemelgrauwen, Zoodat U niemand kan beschouwen lESUS. Bij dagelicht Maria. Maar niet om schuld, maar niet om zonde? Gebenedijd uit alle monden Jesus. Van elk beticht Maria. Maar wie dan toch zal U zoo schenden Met zooveel gruwel en ellenden Jesus. Mijn eigen huis Maria. Mijn Zoon, uit liefde en uit erbarmen, Sterf aan mijn boezem... in mijn armen!... JESUS. Naakt op een kruis Ik ben de slaaf van alle slaven Ik ben de zonde, ik ben de boet Zij zuilen mij met edik laven Zij zullen baden in mijn bloed Zij zullen mij met geesels kwellen. Mij nedersmakken val op val, Vastnaaglen, al mijn beendren tellen, Dat al mijn leven vloeien zal Uit'al mijn aders Maria. O Kind"!... En dat Gij voor mijn leed Dan niet één woord van trooste weet 1 Jesus- De wil des Vaders I... Een straaluit den "hemel 'daalt dan op Maria en geeft haar de kracht om dit onmetelijk wee te dragen.Zg spreoJU geen enkel woord meer, zij houdt op met weenen, maar reeds voelt zij in haar hart al de martelie van haren*Zoon. En hiermede vangt het groote Lijdensdrama voor goed aan. ('t Vervolgt) De bemestingen in Maart. Met de maand Maart gaan de werk zaamheden des veld» volop aangang, met het oog op de lentebezaaiïngen en be plantingen. Sommige weiden en hooimeerschen kunnen nog bemest worden, en ontvan gen zooals deze die do verleden maand bemest werden 800_tot 1000 kgr. kaïniet en evenveel staalslakken per hectare, waarna eens goed kan gebeerd worden. De graanvelden welke de verleden maand niet konden hersteld worden, ont vangen thans als dekbemesting een meng sel van 300 tot 400 kgr. superfosfaat, en 150 kgr. chloorpotasch per hectare, als ook des gevallend eene goede greep am moniak sulfaat, waarna men minstens duchtig egt. Deze maand 'wordt volop haver en vlas gezaaid. Men zaaid.zoo vroeg mogelijk. 6l Mengelwerk. Nadruk verbod«n Groot Historisch Verhaal. (Getrokken uit het vermaard boek van Graal Philiep de Ségur, Generaal, die den veldtocht meegemaakt heeft). Men zag eerst in de verte eenige pelotons loopen, daarna naderden zij in breed-ontvouwen rijen. Alsdan be gonnen er kreten op te stijgen, en reeds kwamen er eenige vrouwen en legerknechten buiten adem aange sneld, op hun stappen terugkeerend, het hoofd gansch op hol, zonder iets te kunnen antwoorden op de vragen die men hen aan alle kanten stelde. Terzelvertijd bleef de lange rij van rijtuigen ook aarzelend staan, en het werd een volkomen geharrewar de eenen wilden voortgaan, de anderen terugkeeren, en men stampte en stootte wild dooreen. De keizer keek lachend toe, steeds voortrijdend, in de meening dat het hier slechts een ij dele paniek gold. Zijne adjudanten echter vermoedden wel dat er een aanval van kozakken in 't spel was, doch zij zagen hen in zulke ordentelijk-gesloten rangen op rukken, dat zij er nog aan twijfelden. Doch nu begonnen de russen te schreeuwen en te tieren als razenden, zooals zij altijd doen wanneer zij moeten aanvallen, daardoor werden zij verraden en het was wellicht daar aan te danken dat Napoleon er het leven niet bij inschoot, des te meer dat men eerst al dit lawaai genomen had voor juichkreten en geroep van Leve de keizer Inderdaad, Platof en zes duizend kozakken hadden de vermetelheid begaan, achter den rug onzer zege vierende voorhoede de rivier over te steken, en nu kwamen zij over het plein en de groote baan als een ruk wind aangestormd, alles op hun door tocht omver werpend of meesleurend. En op het oogenblik zelf dat de keizer steeds rustig voortreed, en geen ge loof wilde hechten aan het verrichten van zulk een stout manceuver,voerden zij het uit. Zij naderden zoo bliksemsnel dat Rapp slechts den tijd had tot den keizer te zeggen Het zijn de kozak ken, keer terug Doch de keizer, hetzij dat hij het gevaar niet goed begreep of er niet toe besluiten kon voor die barbaren te vluchten, wilde nog altijd vooruitgaan, en hij stond op het punt omsingeld te worden, toen Rapp met een ruk aan de teugels zijn paard deed keeren, uitroepend het moet En werkelijk, het was noodig te vluchten. De fierheid van Napoleon verstond het anders. Hij sloeg de hand aan het zwaard, de prins van Neufchatel en de opperstalmeester volgden zijn voorbeeld, en aan den kant der baan postvattend, wachtten zij de aanstuivende bende af. Nauwe lijks een veertigtal stappen scheidden hen nog. Rapp moest zich rap als de weerlicht verdedigen, terwijl een kozak zijn lans z<po forsig in den buik van zijn paard slingerde, dat het om tuimelde. De adjudanten en eenige ruiters der garde ontzetten dezen generaal. Deze daad, alsook de moed van een twintigtal officieren en jagers, en vooral de plunderdorst onzer woeste aanvallers, redden den keizer. Zij behoefden nochthans slechts de hand uit te strekken om hem te vatten, want op denzelfden stond stormde de bende over de groote baan, en smeet ei alles omverpaarden, mannen, rijtuigen Zij wondden de eenen en doodden de anderen, en sleurden de lijken mede naar hunne bosschen om ze daar van alles le berooven. Zij pakten de paarden die aan onze ka nonnen aangespannen waren bij den toom en reden er mede door de velden heen. Maar het was slechts een ver rassingstriomf,en hij duurde niet lang. Daar kwam de ruiterij onzer garde in een prachtige charge opgedaagd, op dit zicht lieten de kozakken al hunnen buit in den steek, en sloegen op den vlucht, niets dan de sporen eener groote wanorde achterlatend. Dit gaf aan den keizer stof tot na denken. De verregaande stoutmoedig heid dezer barbaren, hun splinter nieuwe uitrusting, hun tucht bij het oprukken en bij het aftrekken, zij lieten in hun vlucht alleen enkele gekwetsten en doodden achter en iiun zorgvuldig opgestelde kanonnen welke ons aan den zoom der wouden tegenhielden alles wees er op dat de oorlog met nieuwe kracht en onver biddelijker dan ooit tegen ons uitbrak, terwijl ons leger uitgeput en het wor stelen moede was. In die gemoedsstemming keerde hij. nadat het plein ontruimd was, terug naar Malo-Jaroslavetz, waar prins Eugeen hem de hinderpalen aantoon de welke hij den vorigen dag over wonnen had. Nooit bood een slagveld een schrik keiijker aanblik Het getuigde wel sprekend van den ontzettenden strijd die hier uitgewoed had. Overal bloedige puinen. De straten waren nog alleen erkenbaar aan het lange spoor van lijken, wier hoofden dooi de kanonnen vermorzeld werden.Hier en daar zag men gewonden met vree- selijk misbaar uit die rookende puin- minstens een achttal dagen vóór de be zaaiing 150 kgr. chloorpotasch en 500 kgr. superfosfosfaat uit. Wordt er kla ver in de haver gesaaid, men vermeedert de hoeveelheid potasch en fosfoorzuur, ook kunnen de chloorpotasch "en het su perfosfaat voordeelig door 800 kgr. kaiï- niet en evenveel staalslakken vervangen worden. Voor vla» geeft men in teormest rijken grond 200 kgr. zwavelzure pot asch, 500 kgr. superfosfaat en eene goede greep zwavelzuren ammoniak. Einde der maand begint men voorgoed aardappelen te planten. Voor eetaardap- pellen plant men liefstin teermeatrijken grond, met of .^zonder goed geteerd stal- hoopen te voorschijn komen, en zich fijnlijk voortslepen. Ondertusschen Dewezen de grenadiers de laatste militaire eer aan hunne gedoode kolo nels en generalen. De keizer riep uit a dat al de verdiensten van dezen glorie vollen dag aan prins Eugeen toekwamen maar onmiddellijk daar op verviel hij in een diep en somber stilzwijgen. Met dit slagveld begon de ineen storting onzer kolossale militaire for tuin, gedurende twintig jaren van zegepralen opeengehoopt Wij zakten af van het Narden, dat wij vluchtten, en aan den ingang der wouden bewaakten de russen het Zuiden, ons den weg afsluitend met het doel ons ten prooi te leveren aan hunnen ijselijken winter die in aan tocht was. Napoleon staat in het midden, en zijne blikken dolen van het zuiden naar het westen, over de wegen van Kalougha en Medijn welke beiden afgesneden zijn. Vol van een donker voorgevoelen, is hij naar zijn legerkwartier terugge keerd, gevolgd door prins Eugeen, en de veldmaarschalken Murat, Berthier, Davoust en Bessières. Aldus bevatte die schamele woonkamer van eenen eenvoudigen daglooner op dit oogen blik een keizer, twee koningen, en drie generalen. Zij gaan beslissen over het lot van Europa en van het leger dat eens Europa veroverde. Hun doel is Smolensk Zullen wij er heengaan langs Kalougha, Medijn of Mojaïsk. De keizer is aan tafel gezeten, voor zijn oorlogskaarten, het hoofd in de handen. Iedereen rond hem bewaart een eerbiedig stilzwijgen, maar Murat Murat was koning van Napel» en prins Eugeen onderkoning van Italieén. met zijn hittig bloed en zijn niet te temmen onstuimigheid, kan niet lang in die onzekerheid blijven talmen. Hij springt recht, en roept uit": Ik weet dat men mij nogmaals van vermetel heid beschuldigen zal, doch men geve mij" alleen de overblijfselen mijner ruiterij en de ruiterij der garde, en ik zal mij weldra een weg gebaand heb ben doof de bosschen der russen, en ons den wegnaar Kalougha openen.» De keizer, hethoofd -oprichtend, deed al die onstuimigheid bedaren, zeggende dat men nu al roekeloos genoeg geweest was, en dat wij van glorie verzadigd waren. Het kwam er thans opaan den overschot van het leger te redden.» Hierop onstaat er onder de gene ralen eene hevige en soms bittere woordenwisseling, Murat en Da voust stonden tegenover elkaar ge lijk kat en hond, aangaande den weg welke men kiezen zou om al te trekken. Zij geraken niet 'takkoord. De keizer, steeds door zwaarmoedige gepeinzen terneergedrukt, stelt een einde aan deze beraadslaging met de woorden 't Is goed, mijne heeren, ik zal zien hoe we handelen moeten Eindelijk komt hij tot- het besluit den weg naar Mojaïsk te nemen, die hem het spoedigstijbuiten het bereik van den vijand zou brengen. Doch het kostte hem heel wat moeite eer hij het bevel wilde geven voor dezen marsch die ons gansch nieuw was. nn het was opmerkenswaardig dat op den- zelfden stond als wij onzen aftocht aanvingen in de richting van het noor den, de russen zich terugtrokken naar het zuiden, na de geweldige worste ling van Molo-Jaroslavetz. ('t Vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1917 | | pagina 1