Iü ES PETRUS
f Sim FrartGisGus m Hssisi
DE STROOM
De gefieurtenisseD in Oost-SiDerie
Klimop
AAN DE JEUGD
KATHOLIEK NIEUWS- K\ AA.\KOi\DlGI\GSBLAI>
Leest hier
Y door Paler Valerias inaliy 11 F. m. X
Op 't Westerfront.
Aalst, den 15 April 1918.
Wslvallig looien zich de beukenboomen
Met rank klimop, gevoed door veie vocht,
Hat eeuwig zijpt uit gleuf en geul en bocht,
Te voeten uit, waar braam en netels droomen
En 't slingert zich, in schijnbaar«chüchter schromen,
Om rilde stammen tot een tijn gewrocht
Vsn vlechtwerk, dat der oerbosch-telgen tocht
Ten hemel, eens, moedwillig zal betoomen.
Hoevelen die, daar gloed van roem-betrachten
Hen stuwt, de sterkte ontberen zich te onthechten
Van wat ten gronde smakt en sloopt hun krachten
Doch, wen ze 't hoofd steeds hooger willen rechten,
Zal aardsch genot al laf en laffer lokken,
Hun groei eens in sijn wortelpezen schokken.
Amand Simoens.
(Uit de onuitgegeven kopij van Excelsior
Leven is voor de groote massa het werk
tuigelijk verrichten der dagelijksche bezig
heden handen-of geestesarbeid,afgewisseld
door het bezoeken van cinemas, schouwbur
gen en herbergen. De eene dag volgt den
andere en allen gelijken zich volkomen
nooit een zucht naar hooger schoon, nooit
een vurig verlangen naar reiner vreugde,
nooit een snakken naar ware, naar innerlijke
grootheid.-' Panem etcircences I - Brood
en spelen is de levenskreet der menigte.
De oorlog heeft het hart van 't volk bloot
gelegd en ons doen schouwen in een ijzing-
wekkenden afgrond. De jeugd zelve, de
krachtige, de heerlijke jeugd is doordrongen
van de heillooze, ikzuchtige en lage gedach
ten, die hunnen stempel op onze geweten-
looze maatschappij drukken eene plaats
bekomen, zich het levensbrood verzekeren
is voor het groot deel der hedendaagsche
jonkheid den vreeselijken levensstrijd uit
vechten. Geen gedacht aan eigen volmaking,
geen bezorgdheid om den evenmensch, geen
ideaal. Menig rijk jongeling sffjt zijn luilek-
ker leven in een dolce far-niente, in een
zalig niets doen. Plato reeds slingerde zijnen
vloek naar hun hoofd en noemde ze steke
lige hommels en een kanker voor de maat
schappij -
Schrikkelijk zijn de gevolgen van dit
ideaalloos leven. Nooit was de samenleving
zieker dan nu Eer- en broodroof, woeker
en schraapzucht, diefte, moord en verkrach
ting zijn dagelijksche kost. Tallooze vrou
wen, tot tempels van den H. Geest gewijd
en tot het hoog-heilig moederschap geroepen,
leveren zich aan de meest biedenden. Onbe
schaamd blikt het kwaad den deftigen mensch
in de oogen in winkelvensters, in dagbla
den en in boeken, in schouwburgen en in
cinema's, in de straat praalt en pronkt het in
volle naaktheid. Virtus post numinos -
De deugd na het geld dreunt het de
gansche wereld door.
Welke heelmeester zal de rotte deelen uit
het maatschappelijk lichaam wegsnijden en
de wonde heelen Wie zal het zwak, willoos
volk op zijn sterke schouders den berg van
boetveerdigheid en van volmaking opdragen
Wie anders dan de christcne jeugd.
JONKHEDEN
Wij zijn de vrucht van het verleden, een
soort rijkeinans-kinderen die rentenieren met
het kapitaal ons door onze christene voorva
deren nagelaten de uitvindingen, de kun
sten en de wetenschappen, het lichamelijk
en het geestes leven, ja, een groot deel der
deugdenkiemen zelve kregen wij bij erfenis.
Dankbaarheid dwingt ons dit kapitaal te
bewaren en zoo mogelijk te vermeerderen,
opdat onze nakomelingen ten minste zoo
gelukkig zouden zijn als wij. Beter bedeeld
dan onze voorouders zal ons ook strenger
rekening gevraagd worden.
Wij zijn de hoop van het heden, de be-
heerschers der toekomst. De maatschappij
zal zijn gelijk wij ze maken godsdienstig of
Dijnsdag 16 April 1918.
5 centiemen het nummer
■jv Jaar Nr 4801
Verrijken wij onzen geest, veredelen wij
ons hart, sterken wij onzen wil, opdat wij
het volk als lichtende zuilen kunnen voor
gaan en den weg afbakenen door de woeste
nij van 't leven trekken we het volk tot ons
op, begeven wij ons naar patronagen, werk
manskringen, vakvereenigingen en andere
Letterkundig Mengelwerk
Denderbode
Abonnementsprijs 3 frank 's jaars.
Aten schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31.
DRUKKERUITGEVER
VAX 1)E !»l TTE-GOOSSEXS
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fr twee maal 1,25 Ir
Gewone annoncen o,i5 de regel
Vonnisten, sterfgevallen, enz. 0.50 de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
christelijke of sociale instellingen; laat ons de
pers degelijk maken, de priesters helpen op
het uitgestrekt zielcnveld de jeugd van
ieder land make zijn volk, het zijne, grooter,
beter, edeler en godsdienstig .trachten we
het volk op te voeden, de menigte bewust te
maken van hare groote verantwoordelijkheid;
beproeven we den buitengewonen invloed j
der massa op den enkeling ten goede te kee-
ren, voeren we het volk weder in de armen
van Christus, dan zal het vreeselijk oorlogs-
spook verdwijnen en de vrede heerschen,
dan zullen de menschen als broeders naast
elkaar wonen en wij, wij zullen eens gelijk
den trouwen Evangelie-knecht, die zijne
talenten goed had gebruikt en verdubbeld,
het Rijk van eeuwige rust binnentreden.
Daartoe helpe ons God. Christ.
*t* "X*
Steeds begeerig om aan onze ver-
kleefde lezers degelijke en waarde-
volle lectuur te leveren, vangen wij
toekomende week in ons Lettcrkun-
dig Mengelwerk aan met de bijdrage
*J* ALS DICHTER
V
Deze bijdrage, een voordracht ge-
houden vóór den oorlog in tal van
J intellectueele kringen waar zij den J
meesten bijval bekwam, was bestemd V
voor ons letterkundig maandschrift
Excelsior Wij geven haar thans
voor onze lezers.
Schilder Heyndrickx,
Felix - Ferdinandus - Joannes Heyndrickx
werd te Gent geboren den 9 Januari 1799,
en had voor ouders Joannes Heyndrickx en
Coleta Bauwens Hij legde zich zeer vroeg
tijdig op de schilderkunst toe en volgde tot
in 1818 de leergangen der Academie van
Brussel. Vervolgens bezocht hij de werkhui
zen van Navez en David en werd leerling
van Gros, te Parijs, bij wien hij niet minder
dan vijf jaren lang verbleef.Aldaar schilderde
hij Les rcprochcs d'Hcclor en Gezèse, ver
kocht aan de barones d'Hoogvorst. Sterk
toegerust kwam hij naar Brussel weer en
behaalde aldaar, in de Sociélé des Beaux
Arls, met een zijner gewrochten, eene schit
terende onderscheiding. Te Gent. zijne
geboortestad, bekwam Heyndrickx den twee
den prijs met Le Christ et la Samaritaine,
en, ten jare 1827, dong hij te Antwerpen
mede in den prijskamp van Rome.
Heyndrickx verwierf zich een goeden
naam in het genre, en trok, te Brussel, in
die hoedanigheid, de aandacht op hem van
den Aalsterschen schilder Jozef Meganck.
Wanneer schilder Serafien De Vliegher,
den 20 Februari 1848, in onze stad kwam te
overlijden, moest er in de Stedelijke Acade
mie in dezes vervanging als professor van
teeken- en schilderkunst voorzien worden.
Een examen had voor de openstaande bedie
ning plaats. Drie kandidaten boden zich vóór
de jury, voorgezeten door den Gentschen
DOOR
FRANCOIS COPPÉE.
(Vervolg en slot)
Hij gaat. Hij zwelgt eene rivier in, dan
een tweede. Verder, waar zich de silhouet
van een sluismeester tegen de lucht afteekent,
komt een kanaal hem verrijken met zijn
gevangen stortvloed. Hij gaat, de edele
stroom. Hij trekt door beroemde steden.
Beladen met vlotbruggen en allerhande vaar
tuigen, golft hij onstuimiger tusschen histori
sche stecnen, hij klotst grommend onder de
klaarklankige bogen door der monumentale
bruggen en over de kaaien, vol gewoel en
lawaai, werpen de slanke torenspitsen der
oude kerken han rillende schaduw op zijne
wateren.
Dan snelt hij van her de vrije velden in,
en zijn spiegel weerkaatst al de tooverachtige
klaar tcspelingen van 't geluchte. Onder het
Makend zomerlicht, tintelt hij van vonkelin-
gen. De dageraad bezaait hem met rozen, de
dalende zon bestrooit hem met topazen en
karbonkels, en door de blauwige nachten,
schijnt hij een heerlijken droom te volgen in
den weemoedigen maneschijn.
Thans is de stroom èl kracht en majesteit.
schilder Portaels, aan, namelijk Adolf
Lefebvre, van Gent Felix Heyndrickx en
Ferdinand Parfonry. Nopens den uitslag
lezen wij in het Boek der Beraadslagingen,
2 December 1848, het volgende
La Commission estime que M. F. Heyn-
Jnckx offre le plus de garanties pour remplir
dignement ces emplois et assurer le progrós
de l'Académie, ct qu'elle a puisé cctte con
viction dans lei sages reflexions qu'a bien
voulu lui faire M. Meganck, peintre Bruxel-
les, auquel elle a en recours pour mieux
s'éclairer. et doht le rapport joint h la lettre
de ia Commission est communiqué
Eenige dagen na izijne aanstelling kwam
de nieuwe professor zich voorloopig vestigen
bij Jan Van Nuffel, op den Gentschen steen
weg, eenen zijner jonge leerlingen, die later
huisschilder werd, en bij wiens zuster Hen-
riette men nog heden bewondert het portret
van F. Heyndrickx en het door hem geschil
derd konterfijtsel van zijnen oudsten halven
broeder.
In den loop van 1849 wordt Heyndrickx
nochtans als inwoner van Aalst regelmatig
ingeschreven en zien wij, in de bevolkings-
boeken, het huisgezin samengesteld uit vader
en moeder, een zoon Gustaaf-Adolf en eene
dochter Coieta-Felicita. Zijne echtgenoote,
Moentjens Joanna-Livina, werd hem, den
8 Februari 1858, door den dood ontrukt.
Den 1 November 1851 reeds had zijn zoon
de stad verlaten, om zich te vestigen te
Doornijk, en de schilder zelf nam weinigen
tijd nadien zijnen intrejt in het gesticht der
Broeders van Maria, xjn de Lange Ridder
straat,het vreedzaam rustoord van 100 menig
kunstenaar en waarvan Jozef Meganck ook
zegde Daar zal ik nog komen wonen
Heyndrickx overleed aldaar den 19 Januari
1861 1). Na zijne dood, den 26 April 1861,
verliet ook zijne dochter die woonachtig
gebleven was in het huisgezin Van Nuffel
(1) AKTE VAN OVERLIJDEN.
1861 fol. 7.
Januari Nr 25.
Hendrickx
Felix-Ferdinandui-
Joannes.
't Jaer achttien honderd een-en-zestig, den
een en twintigsten January, om elf uren
voormiddag, Voor ons Carolus De Witte,
schepen, ambtenaer van den Burgerlijken
Stand der Stad Aelst, regterlyk Arrondisse
ment Dendermonde, provincie Oost-Vlaen
deren, zijn verschenen Livinus De Pauw,
broeder van Maria,kennis van den overleden,
oud een en veertig jaren, woonachtig te
Aelst, en Dominicus Bosman, bedienden in
het hospitael, getuygen, oud negen en dertig
jaren, woonachtig te Aelst. de welke ons
hebben verklaerd dat eergisteren negentien
den January, om zeven en half uren van den
naer middag, overleden is binnen deze stad
Felix Ferdinandus Joannes Hendrickx. wedu-
wenaer van Joanna Livina Moentjens, schil
der, oud twee en zestig jaren, geboren te
Gend, woonende te Aelst. lange ridderstraet,
zoon van wylen Ferdinandus Joannes,en van
Coleta Bauwens, beyde overleden te Astene.
En hebben wy deze akte opgemaekt en na
voorlezing onderteekend met den eersten kom-
parant, den tweeden heeft verklaerd niet te
konnen schryven.
(get.) L. De Pauw.
(get.) Chs. De Witte.
Edoch, waar is het klaar en zuiver water van
zijne bronader gebleven
Van af het eerste waschoord wiens troebele
schuimbellen bij meevoerde, heeft iedere
aanraking met den mensch hem verlept en
bevuild. Wat al modder en slijk werd er in
hem uitgestort De fabrieken der buiten
wijken, die aan den boord van 't water hun
hooge steenen schouwen in de lucht heffen,
hebben langzaam en aanhoudend gansche
giftrivieren naar hem toegestuwd. Oude goud
stukken, oude juweelen, roestige wapens
welke hij, tijdens zijnen loop, in zijn drabbige
diepten beroerde, hebben hem de sporen
doen ontdekken van eeuwenoude schelm
stukken. Des nachts, van op de eenzame
brugstijlenzijn de ongelukkigen voor altijd
in zijn donkeren afgrond gaan onder dom
pelen, en op den lagen oever hebben de
moordenaars hem de bebloede lijken hunner
slachtoffers toegeworpen. Bijwijlen, alsof een
gevoel van walging hem aangreep, spuwde
hij op den graskant afzichtelijke en rottende
vuilnis uit. Doch, hij is voor immer besmet,
en evenals het geweten van een booswicht,
voert hij in zijnen schoot, naast eenige onbe
kende en verloren schatten, een menigte van
onreinheden, van schanden, van wanhoops-
weeën en misdaden mede
Eindelijk, heeft de stroom het doel zijner
reis bereikt. Ziehier de zeemond, mateloos
breed. De schepen, terug van hun wereld-
tochten, héél ver ankerend bij den neveligen
en wegdoezelenden oever, dezen welke
blauwe zeeën doorkliefden onder hemelen
van vuur of zich een baan moesten breken
door het ijs te midden van ijselijke duisternis,
de ranke driemasters en de geweldige stoom-
booten, gelijken aan broze schelpen opge
takeld met spinnewebben. De laatste baak
is hij nu voorbijgevaren, en op de grijze
zeekust zijn de witte vuurtorentjes nauwelijks
zichtbaar. De grootsche watermassa, door
het beweeg van ebbe en vloed beurtelings
aangetrokken en teruggestooten, draagt de
kammen en kuiven der baren verbitterd door
den strijd of rent vooruit in snelle en or.ge-
stuimige schuifgolven. Uit volle zee. van
waar de wind met een dof rumoer aanflapt,
draven de breede rollers aan, hun schuimige
manen schuddend en een dam opwerpend
tegen den mistigen horizont en groote
meeuwen met engelachtigen vlucht zweven
boven den stroom,schrille kreten uitstootend,
en schijnen de nare voorboden van den
afgrond die hem gaat opslorpen.
Ik ken eene ziel welke aan dien stroom
gelijkt Evenals hij zal gaan bedolven worden
in den oceaan, zal zij weldra verdwijnen in
de dood. Evenals hij voelt zij zich, bij het
naderen van den afgrond, bezwaard met
gansch een verleden, diep en bitterdiep als
het geheugen, bitter als de ondervinding. Zij
herinnert zich haar leven dat, in zekere mate,
toch ntfg rustig en weldadig is geweest.
de stad Aalst, om zich te Brussel te vestigen.
In onze Academie werd de kunstenaar ver
vangen doodden zeer verdienstelijken schil
der Jan-Michel Clevenbergh.
Petrus Van Nuffel.
Meer dan 10.000 kanonnen in
werking.
Zurich, 12 April. De «Giornale d'lta-
lia* meldt dat op het Westfront meer dan
10000 kanonnen in werking zijn dag en
nacht. Men kan het ammumiieverbruik van
beide machtgrocpen op het Westfront in den
huidigen slag tienmaal zco hoog schatten als
in de veldslagen van 1917.
Bazel, 12 April. Het Parijzer «Journal»
meldtHet 4e Engelsche leger werd nu
eveneens geheel onder het opperbevelheb-
berschap van den generaal Foch gesteld.
Sint-Petersburg. 12 April. Talrijk'1
Japansche, Engelsche 011 Ainerikaarischo
kruisers kwamen te Vladivostock aan.
Uit Moskon wordt gemeld, dat de regee-
ring der raden met het oog op don ongun-
stigen toestand in Siberië voorloopig van
een grootsche militaire aktie wil afstand
doen.
I)e Sovjetstroepen en do Roode Garde
hebben het bevel ontvangen, krachtig
weerslaod te bieden aan de gelande troe
pen bij een verder oprukken.
Sint-Petersburg, 12 April. De te
Moskou verschijnende Isveslija» meldt
dat de rogeering met het oog op de troe
penlandingen te Vladivostock onderhan
delingen met Berlijn aanknoopte, om
voorloopige opheffing toe te slaan van
liet artikel van het vredesverdrag van
Brest-Litofsk met betrekking tot de
demobilisatie d -r troepen, omdat het
mogelijk is, dat Rusland zou kunnen ge
dwongen worden het Russisch gebied
tegen vreemden inval le beschermen.
- Isveslija - deelt verder mede dat de
raad der Sovjets een oproep voorbereidt
waarin het Japansch proletariaat aange
spoord wordt de bezetting van Siberië
door Japan en de Entente te beletten.
Tokio, 8 April. De Sovjet en de
gemeenteraad van Vladivostock protes
teerden bij den japanschen konsul tegen
de Japansche landing. In de beleefdste
termen wordt in het protest aangehaald,
dat alles gedaan is geworden om de 011-
rurtstokera te Vladivostock gevangen te
nemen en dat dexe aanval als eene gewo
ne dieverij moet aangezien worden. Er
wordt belreurd dat het bevriende Japan
tot dezen maal regel dacht te moeten
overgaan, want de redenen van Japan
voor die maatregels zijn moeilijk te ver
klaren de maximalisten zijn niet vijan
dig tegenover Japan gezind.De Japansche
konsul antwoordde hierop, dat de maat
regel uitsluitend een doel voor zelfverde
diging is en geen ingrypen in de. Russi
sche toestanden bclcekent. De roaxima-
lislische overheid richtte een mededeeling
tot de arbeiders, om ze te wijzen op hot
gevaar van een vijandelijke houding
tegenover de Japanners. Groote opwin
ding heorscht onder de arbeiders.Tal rijke
Nochthans, met wat al Ievensvlekken werd
die arme ziel voor immer besmet tijdens hare
reis Voor het water dat vloeit en voor den
mensch die leeft, is er slechts een oogenblik
van volkomene ongereptheid, de bron en de
kindsheid. Evena's de stroom in de modder
zijner bedding allerlei verdoken vuilnis mee
sleurt, evenzoo bevat de ziel. zelfs bij den
minst besmette, allerlei schaamtewekkende
geheimen.
Zuiver blijven in deze wereld, is een
onmogelijk en wanhopend streven het her
worden in een nieuw leven, is heerlijk en
vervult met sublieme hoop Deze stroom,
dien de zinkende zee met diepe reutels
Inzwelgt, zal zich louteren in het zout van
den eindeloozen ocaan. Arme ziel, bezoedeld
door het leven en ten diepste ontsteld aan
den drempel van het groot mysterie der-dood,
gij ook durft van onsterfelijke reinheid
droomen Daarom gedenkt gij heden al
die oude torens van kerken en kathedralen
welke de stroom in zijne wateren weer
spiegeld heeft en gij zoo vaak op uw levens
weg hebt ontmoet, zonder aan hun plechtig
gebaar te gehoorzamen. Daarom beantwoordt
gij eindelijk het teeken dier oude steenen
torenspitsen, welke u betrouwvol ten hemel
wijzen, en u aansporen tot gebed en geloof
Vrij naar het fransch door Jozef Crick
DOOR
PETRUS VAN NUFFEL.
10" Vervolg.
III.
De heldenstrjjd der verleden eeuw.
In het verhaal dor Passie Christi, wan
neer in de donkere verten hot godruisch
opgaat dor gewapende mannon, die toe
treden om don Zoon Gods to vangen,
spreekt de Zaligmaker een woord, het
welk aankondigt dat hij het slachtoffer
zijn zalIlax esl hora tenebrarmn
dit is het uur der duisternissen.... Alsdan
kwam de prins der afgrondenter wereld.
Heviger dan ooit ontstak, inde verle
den eeuw, hel vuur der vervolging. De
slaven der Vrijmetselarij zwoeren de
II. Kerk, het voorwerp van hun gloeien-
den haat, een oorlog zonder genade
ketters, schismalieken, joden en ander
ongoloovigen, werkdadig ondersteund,
grepen do wapens der dwingelandij- Zie
daar dan de strijd ontketend van hot
Kwaad tegen bet Goede, van do Godsloo-
eheniug tegen den Godsdienstde kamp
voor het einddoel de vernietiging der
Tijdelijke Macht.
Pius.IX vluchtte naar Gaëta, vervolgd
in zijne weigering 0111 deel te nemén aan
den oorlog logen eene bevriende Natie.
Ros'i, zijn eerste minisler, werd verra-
derl.jk vermoord.Edoch,Frankrijk kwam
tusf -hen en herstelde de Paus op zijnen
trov a.
Alsdan bestond het Kerkelijk gebied
u:t vijf legatien Rome, Romagna, de
Marken, Uiubrië en de Gampana, met
Marilima, verdeeld in twintig provin
ciën, met eene oppervlakte van 10,000
km., of de drie vierden van Belgie.
Er niet in lukkende de Pauselijke Sta
ten door schijnheiligheid in le palmen,
nam de vijand zijn toevlucht tot sluw
heid, en nadien tot geweld.I)e inrichting
en bet bestuur van den Slaat werden
onder alle vormen beknibbeld do Paus
was de oorzaak van alle rampen. Men
eischic op alle tonen hervormingen,
terwijl de huichelaars den II. Stoel rust
noch duur lieten om eene enkele hervor
ming le bewerken men cisohte meer
vrijheid, en de Paus heeft, in do verleden
eeuw, nooit één oogenblik vrijheid ge
kend. Van welken aard waren de ge
vraagde hervormingen Och. niemand
kon dezelve voor ernstig opnemen en,
ten andere, hetgeen mogelijk was, wei
gerde men voor te stellen, en alle
eischen,volstrekt onuitvoerbaar, stroom
den toe bij de vleet. Met veel recht had
men kunnen" vragen welk land ter we
reld, in zake. hervormingen 011 bestuur,
aan Rome den eersten steen moest wer
pen. Onder Pius IX bedroegen de inkom
sten van den Staat 3,228.000 frank,
waarvan den helft besteed werd aan
verfraaïngen en openbare werken en
den anderen helft aan werken van lief
dadigheid En wie bad het recht den
Paus zijn wil op te dringen H -rvor-
mingen vraagt men immers slechts aan
een Staatshoofd, en een Staatshoofd moet
zich doen eerbiedigen do woorden Eer.
Rechtvaardigheid, Vrijheid en Waardig
heid hebben toch dezelfde beteekenis te
Rome, als te Parijs, te Londen of te
Madrid Alle veranderingen zijn geen
verbeteringen, en eene hervorming, den
volken opgedrongen, was hen bijna
altijd noodlottig. Bossuel leerde aan den
zoon van Lode wijk XIV Onder een
rechtvaardigen God is er geen zuiver
willekeurig gezag mogelijk.
Iu September 1859 begreep Z. IIPius
IX,dat bij zijn goed recht door de wapens
moest versterken. Maar hij had geen
leger. Hel was alsdan dat het Westen
van Frankrijk voor hem in het harnas
sprong. De H. Vader vond zekerlijk ook
elders knappe verdedigers, doch die
streek beantwoordde het talrijkst zijnen
oproep het Westen had zijn geloof,zijne
kloekmoedigheid bewaard, en was be
kwaam tot de verhevenste clpolfering.
Men herinnere zich, dat wanneer de
Zouaven, in 1870, op het grondgebied
van Frankrijk kwamen vechten, men
hen den naam gaf van Vrijwilligers
van het Westen
Eene eerste bijeenkomst had plaats te
Brussel, in de ruc Terre-Neuve. 105, tus
schen Mgr Deschaiups, graaf de Viller-
mont, M. Gattoir (een brusselsche land
meter, die het plan van Ancona toeken
de), generaal graaf de la Moricière cn
Mgr Frederik de Mérode deze laatste,
later minister van oorlog, bood de la
Moricière hot ópper-bevelhebberschap
aan van het Pauselijk leger. Alhoewel de
taak zwaar en hopeloos was, aarzeldo do
generaal niet, ondanks zijn eervol en
glorierijk verleden, te aanvaarden,zeker
van de nederlaag, de la Moricière lrad
alsdan den ouderdom van 54 jaren be
reikt.
In dien tijd werden de Pauselijke Sta
ten, en inzonderheid de Campana
Romano, onveilig gemaakt door baan-
slroopcrs, sluipmoor denaars en birbnnti
(roovers).Dc gevaarlijkste plaatsen.waar-
het de roekelooze reizigers onverwachts
toeklonk Faccia a terra Hai lingua
tu Fa la cede re Zit to waren
Velletri, Guarcino, Ceprano, Terracine,
Veroli, Segni, Monlelacino, Castro, Val-
lecorsa.San Lorenzo, Sonnino.Garpineto,
Prossedi. Pastena en Sgurgola. (Verv.)