Valsch Getuigenis BET BUISGEZIN ■I Per Vliegmachien Op een leugentje meer of minder, daar steekt het in DE WERK MAN niet op, neen. Alzoo noemt hij, heel se rieus, de Engelsche «ou-bewaarders» eenvou- diglijk «Staatskatholieken» Ge moet we ten, dat doet hij, nadat hij 't Engelsch gouver nement een wreef meegegeven heeft wegens diens handelwijze tegenover de Egyptenaren. Over die handel wijze ook is Monseigneur DE WERKMAN ook al niet heel content. Als een pachter ergens een toezichter van den eigenaar een kop korter heeft 'gemaakt, dan moet de eigenaar den pachter haastig den vredekus ge ven en den zeiven eigenaar verklaren van 't verpachte goed. Zoo doceert ende leert «ex cathedra» DE WERKMAN!!!... Wel! droeve en triestige WERKMAN waarom toch voort durend zoo uitzinnig blijven? Wilt gij bemind en eerlijk leven? Ik zal u dus een regel geven. Vier dingen dient gij wel te weten Geleden ongelijk vergeten, Ontvangen weldaad lang gedenken, Geen mensch door achterklap te krenken En hebt gij lust om u te wreken, Zoo ga, en beter uw gebreken Want een, die betert zijnen staat, Doet leed dengene die hem haat. J. CATS. Tegen 't communism worden in vele landen strenge maatregelen ge nomen. En niet zonder reden. Inderdaad, het verklaart den oorlog aan den godsdienst en aan de zedenleer tegelijk. Zie eens wat al schrikkelijkheden, ijselijkheden en onmensche- lijkheden het uitgericht heeft in Rusland se dert zeven jaren!... Het preekt een leering, die heel en gansch het tegenovergestelde uit maakt van de zoete en heilige leering van Christus, den God-mensch, en die aan de sa menleving de volledige verwoesting en haren ondergang in de vreeselijkste ongebondenheid voorbereidt!... Opgepast is de dringende bood schap Hoort, de winden buischen Ruischen door den blaarden boom Ze huischen, Ze ruischen, Ze buischen, Lijk peerden zonder toom. G. Gezelle. Als 't huis brandt van een gebuur, dan zou men soms nog ondank oploopen met dien gebuur in der haast te ver wittigen van 't dreigend «ongeval»Hoe dat? vraagt menig lezer. Wel! 't was nochtans zoo dat Peerke Snelooge vaarde, toen hij ten twaalven van den nacht, de vlammen zag op slaan door het dak van de woning van Stien Potters «Dien verdoemden ezel!» hoorde Peerken Stien zeggen, als antwoord op de broederlijke verwittiging. En 't was niet te verwonderen, want op den zolder vonden de blusschi rs nog duidelijk den goed aangeleg- den haard, die het huis, de stallingen en de schuur in vlam en vuur zouden zetten!!!... Juist gelijk Peerke Snelooge zoo vaart nu het dagblad La Liberté in Frankrijk. Het krijgt stank voor dank. 't is immers La Liberté, die openlijk den alverwoestenden aanslag heeft aangeklaagd, welke de communisten te Amiens aan 't bereiden waren. En in plaats van den hoogsten dank te betuigen aan dat dagblad, dat Frankrijk van een ijselijke ramp bevrijdde, wat doet de «fameuze» Her riot, de eerste minister? Hij spant een proces in tegen La Liberté, voor 't verspreiden van «valsche» geruchten, die 't publiek beroeren!Wat zeg gen van Herriot?!... O! die framassonnerij Wat deugnieterij steekt er daar toch in! Wat lage schelmerij!... o Gij dan, zoek je ware vreugd, Zoekt alleen de ware deugd, Zoekt alleen dat binnen schuilt, Niet dat uit de leden puilt Want al wat het ooge ziet, Is in haast maar enkel niet. J. Cats. «Wat zouden ze kunnen, die Communisten zoo sprak hier gisteren een man, dien ik voor meer ernstig aanzag, dan dat hij zich door dien misplaatsten uitroep daar aanstelde. Ja, wat zouden ze kunnen, geraakten zij eenmaal de meesters? Wel! juist 't zelfde als in Rusland, waar zij over zeven jaren het landsbestuur wisten te be machtigen tengevolge van de lamlendigheid der menschen van orde en rust. Daar ja, wer den ter dood gebracht. Aartsbisschoppen en bisschoppen 28 Priesters 1.213 63e Vervolg en slot. Bijna op elk station s.tonden groepjes be langstellenden die ons welkom toeriepen in het lieve vaderland, en aan het kleine sta tion waar wij moesten uitstappen had zich zulk een groote masa landvolk verzameld dat het bijna onmogelijk was om langs den smalten weg vooruit te komen. Spoedig be vonden wij ons aan de laatste kromming, en reden wij de oprijlaan langs naar het kasteel. Wij waren omringd door juichende pachters en dienarenallen zwaaiden met petten en hoeden en deden de lucht weergalmen van hun vreugdekreten. Het was een dag dien men nooit zou kun nen vergeten, al werd men ook honderd jaar oud. Toch bleef die dag meer door zijn ge volgen dan door de eigenlijke gebeurtenis sen die plaats grepen in mijn herinnering. Ik herinner mij 'n voornaam uitzienden ou den man met zilvergrijze haren, in het vroo- lijke zonlicht stande, met uitgestrekte han den en een uitdrukking van bijna boven- aardsche vreugde op het gelaat ik herin- Geneesheeren 6.57 Officieren 54.650 Politieagenten en Gendarmen 48.500; Geleerden 355-25° Werklieden 192.35Ö Landbouwers 815.000 En denk niet dat het ter dood brengen daar altijd 't werk van een oogenblik uitmaakt. O! neen!... want daar worden alle soorten van strafuitvoeringen aangewendmen schiet er slachtoffers door den kop, men verdrinkt er, men verplettert er, aan anderen trekt men de huid met het haar van de hersenpan af, of rukt men de oogen uit, of snijdt men de ooren af, of legt men ze gebonden te vervriezen, of te braden op een langzaam vuur, of men be graaft ze levend, enz. Zoo werden de generaal Khoursakoff en zijne officiers vastgehecht aan planken, die men vervolgens heel traagjes vooruitschoof naar een gloeienden oven, op dat de angst en 't lijden der ongelukkigen zoo lang mogelijk zou geduurd hebben!... Aan anderen nagelde men epauletten op de schou ders!... Te Blavovetshensk stak men naa!de.n onder de nagels der officieren en rukte men de soldaten hunne oogen uit, enz. enz... Bar- baarsch, onmenschelijk, echt duivelsch!.. Dat is 't communism, 't socialism-ten-volle Wee den lande, waar zulke beest ontbrei- deld aan 't verscheuren geraakt! Achteruitluide-roepers achteruit met uw uitzinnig gezwets over «Vlaamsch Nationalism» De overgroote meerderheid, om niet te zeg gen de algeheelheid van het Vlaamsche volk houdt van geen scheurmakerij, en is trouw aan vorsten land. Een Vlaming is wars van- alle afvalligheid: eens dat hij zijn woord ge geven heeft, trekt hij het niet inen hij ver raadt niemand. Hij verstaat zonder de minste moeite dat het vereenigde België wel vrij en onafhankelijk zijn kan, maar dat een afge scheiden Wallonië onvermijdelijk een prooi wordt van Frankrijk, en dat eëri afgezonderd Vlaanderen evenmin leefbaar is. Het zou niet lang duren, of onze naburen zouden om de brokken vechten en het ware voor goed uit met onzen eigen Vlaamschen aard. Niemand mag vergeten dat wij geen Franschen, geen Duitschers, geen Engelschen, en ook geen Hollanders zijn. Overigens een politiek «Groot Nederland» dat eenige jongelingen voor de oogen danst, is een onmogelijke droomerij, waar zelfs de Hollanders niet van willen we ten. o Veel geschreeuw, en maar weinig wol, zei de boer, en hij schoor zijn zwijn. (Vervolg) Huisgezin en Samenleving Hangt de toekomst, de latere levenswijze van den mensch grootelijks af van de richting hem door zijne ouders aangewezen, nog ge wichtiger is de beteekenis van het huisgezin voor den Staat, voor de Samenleving. Door zijne natuur is de mensch een maat schappelijk wezen. Levend in de eenzaamheid ware zijne geestes- en gemoedsbescha ving onmogelijk en zou hij juist die kracht verliezen, welke noodzakelijk is om wensch- waardig te kunnen leven. Daarom legde God in het wezen van den mensch een innerlijken drang naar zijnen evenmensch, de behoeften zich met een ander te vereenigen in anderen voort te leven. Uit die twee behoeften, onmis- baar tot ,0ns bestaan, wordt het huisgezin ge boren. De echtelijke liefde is het, die, van alle men- schelijke gevoelens, het meest en het best voldoet aan de behoefte in een ander te leven, zich te steunen op een ander die bijgevolg den mensch het best zijne ledigheid en zijne nietigheid verbergt. Gesteund op een geliefd wezen, beminnen wij het leven en dat is eene weldaad. De tweede behoefte waaruit het huisgezin ontstaat is: te herleven in een ander. Zij komt voort uit de neiging, de ledigheid van ons bestaan aan te vullen met het te verme nigvuldigen. De mensch houdt zoo zeer aan het leven, dat hij tweemaal wil leven, vandaar de echtelijke liefde, en dat hij zich wil over leven, daaruit de ouderlijke genegenheid. Zoo volledigt en zet het huisgezin ons be staan voort en vergroot het in ruimte en in ner mij dat er een stilte viel over liet verza melde volk toen vader en zoon eindelijk na zooveel jaren van bittere scheiding elkaar weder ontmoeten, een stilte die duurde zoo lang ze daar stonden, de handen in elkaar geklemd totdat de eerste woorden ge sproken warén en de stilte plaats maakte voor een gejuich, dat de lucht deed dreu nen. En ik herinner mij Maud's begroeting hoe zou ik die ooit kunnen vergeten? In het begin was zij koel koel maar toch vriendelijk, op de manier zooals zij al tijd groette in den tijd toen ik nog Hugh Arbuthnot, de «domme jongen» was. Toen ik haar echter vertelde van het onderhoud dat ik met haar pleegvader had gehad op den avond voor het gevecht, toen ik haar in mijn armen nam met woorden van hartstochte lijke liede, en haar bad, zich ons laatste af scheid te herinneren, gaf zij zich gewonnen en wilde zij mijn Maud zijn en dat is zij sedert dien gebleven Als ik deze geschiedenis had kunnen ver tellen als een ervaren romanschrijver, dan zouden er vele dingen in behoorlijke volg orde zijn verteld, die ik nu heb weggelaten. Ik zou meer verteld hebben van Marian, de gelukkigste van alle pasgetrouwde vrouwt- duur; het dwingt den mensch zijn eigen «Ik» te slachtofferen, doch laat hem toe zich in een ander weer te vinden: het huisgezin verzoent ■het persoonlijk geluk met het heil der zelf verloochening. ■Door de echtelijke liefde worden kinderen geboren, zónen en dochters, die, gedreven door de zelfde behoeften, óp hunne beurt huisge zinnen zullen stichten, uit wier schoot weer andere oprijzen, die ook zullen voortzetten. Het is eene waarheid eeuwenoud en rotse- 'vast, dat een goede boom goede vruchten voortbrengt, en dat een slechte boom er enkel bedorvene kan geven. Zoo is het met de huisgezinnenallen zul len den stempel dragen van het stamhuis waar uit ze gesproten zijn. Indien zedenbederf en goddeloosheid de wortels hebben afgeknaagd, stam en takken uitgehaald, hoe wilt ge dat de vruchten gezond zijn Dat kan niet. Gelijk het stamhuis is, zoo zijn al de huisgezinnen die het voortbrengt. De huisgezinnen nu vormen de gehuchten, de dorpen, de steden, de landen, met één woord: de samenleving. Met reden besluit men dus: zulke huisgezin nen, zulke maatschappij. Daarbij komen nog de onderlinge betrek kingen, die de huisgezinnen met elkander heb- ben door de behoeften van het leveh. Ge kent het spreekwoord: «Zeg mij met wien ge ver keert, en ik zal u zeggen wie ge zijt.» Is dit spreekwoord waar voor iederen mensch af zonderlijk, het geldt ook voor het algemeene, voor de samenleving. Godsdienstige huisge zinnen kunnen zonder gevaar geen betrekkin gen aanknoopen met onverschillige familiën, noch met deze, die spotten met wat den christen het duurbaarst isZe gevoelen niet op hunneplaats te zijn; de laagheid, de licht zinnigheid stoot hun tegen de borst. Mogelijk is het wel, dat een goed huisgezin, door veelvuldige betrekkingen met een minder goed of slecht, het doordringe van zijne gevoe lens, het zijne eigene levenswijze doet aanne men, maar honderdmaal meer gevaar loopt het zelf bedorven te worden, want slechte gezel schappen bederven de goede zeden. Heerschen in de huisgezinnen orde, genegen heid tot het werk, eerbied voor het gezag, liefde tot den evenmensch en tot het goede, is Christus er Koning, dan rust het maatschap pelijk gebouw op onvergankelijke grondves ten. Leveren de huisgezinnen zich over aan luiheid, wellust en vermaak, zijn haat en wraak er meester, dan moet de maatschappij ver gaan in bloed. De godsdienstige familie, waar een chris ten vader en een vrome moeder, de kinderen aanzien als geschenken van den hemel, gaat fier op een talrijk kroost, dat opgroeid in eer cil deugd, den eenling en de samenleving ten zegen. De talrijke familie is de' bronader die onophoudelijk het maatschappelijk leven ver nieuwt zij schenkt heilige priesters, plicht volle staatslieden, getrouwe ambtenaren, be hendige ambachtslieden, goede werklieden. De moderne huisgezinnen waar man en vrouw alleen leven voor wellust en genot, vöor bals cinema's, schoone toilet, enz. wil len geen last van kinderen, die hun beletten hunnen zucht naar vermaak, te .voldoen, weg met de kinderen! Wat geeft het hun dat hun land verkwijnt en uitsterft. «Niemand is het onbekend,» zegt zijne Hei ligheid Leo XIII in zijn breve van 14 Juni 1892, «niemand is het onbekend, dat het algemeen welzijn voornamelijk afhangt van de inrich tingen van het huisgezin. Inderdaad, hoe die per de deugd wortel heeft geschoten in den boezem van de familie, hoe grooter de zorg van de ouders geweest is om aan de kinderen door de leering en voorbeeld de voorschriften van den godsdienst in "te prenten, des te rijker zullen de vruchten zijn in het algemeen er door voortgebracht. Hieruit volgt, dat het van het grootste gewicht is, niet enkel de huiselij ke maatschappij op heilige grondslagen te vestigen, maar ook haar beheerscht te zien door de heilige wetten, en met gestadige zorg den geest van den godsdienst en de beginse len van het familieleven er in te doen voort leven.» Mochte iedereen de gewichtige beteekenis van het huisgezin begrijpen en krachtig ijve ren om er den geest van den godsdienst te dóen heerschen, onze samenleving ware gered. Nadruk verboden. Volksman. jes, en van de vreugde waarmede zij mij verwelkomde. Ik zou verteld hebben van Olive's schitterend huwelijk met den graaf vanen van mijn neef Francis, die zijn onnut leven vaarwel gezegd en een schit terend advocaat geworden was, van de on verwachte terugkomst van Burton Leigh, dien men reeds langen tijd dood gewaand had. en van mijn vaders vreugde bij het te rugzien van zijn ouden metgezel. Er zijn nog meer dingen die ik eigenlijk had moe ten vertellen, doch laat het hierbij blijven! Nog één gebeurtenis echter wil ik niet on vermeld laten. Opnieuw stond ik in de grootsche schilde rijen-galerij van hel kasteel, onder de scha duw van vele geslachten der Devcreux. Wij waren daar met drieen, Sir Francis mijn vader en ik; Sir Francis aan het einde der galerij, mijn vader en ik op eenigen afstand van hem gebogen over een vreemdsoortig wapen. Plotseling zagen wij beiden op. Uit de donkere schaduw aan het einde der galerij kwam mijn grootvader naar ons toe, met vasten, afgemeten tred en fier opgeheven hoofd tusschen de lange rijen portretten doorgaande. Wij konden aan zijn starenden blik en de vreemde, verheugde uitdrukking - Uit. Aurora (Vereenigde Staten) wordt gemeld dat de luchtpost van Chicago te Oma hor gevallen is tijdens, eensneeuwstorm. Dé loods werd dood gevonden op een halve mijl van zijn toestel, dat heelemaal vernield was. Talrijke kleine benden kommunisten, ge wapend met revolvers, liepen rond in de stad Riga (Finland) en losten onophoudend revol verschoten. Zij hebben aldus het arsenaal en de kazerne aangevallen. In Albanië neemt het oproer een groote uitbreiding. Op verscheidene plaatsen werden de regelmatige troepen verslagen en moesten wijken voor de opstandelingen. Te Marseille wordt een schip verwacht, varende onder Engelsch paviljoen, komende uit Konstantinopel en eene lading menschen- beenderen bevattende. Naar beweerd wordt komen de beenderen voort van de slachtoffers der moorderijen in Ivlein-Azië. De strijd tusschen Trotsky en de huidige diktators van Moskow (Rusland) begint zeer ernstig te worden, 't Gaat zoo verre, dat de burgeroorlog in talrijke centers op het uit breken staat. Er hebben overigens al gevech ten plaats gehad. De debatten over de kwestie van het Fransch gezantschap bij het Vatikaan zullen waarschijnlijk uitgesteld worden tot wanneer M. Herriot zal hersteld zijn en zich voor de volksvertegenwoordigers kan aanbieden. M. Briand zal spreken ten voordeele van het behoud van het gezantschap bij het Vatikaan. - M. Foucart, liberaal- burgemeester van Schaarbeek en zijn medeplichtigen zijn Woens dag morgend verschenen voor de kamer van inbeschuldiging stelling wegens schriftver- valsching. - De dekoraties en de titels, afgeschaft loor de Duitsche revolutie, zullen terug in /oege gebracht worden door een dekreet des Reichs. - Men heeft vernomen dat de huiskolen met 10 percent zijn afgeslagen. Ook in het Limburgsch kolenbekken is die afslag er ge komen en men verwacht dat de prijzen nog :ullen dalen. Men beweert dat het een eeuw geleden s dat nog zulke geweldige storm over Ierland woedde als Woensdag het geval was. De uit" gerukte boomen en beschadigde huizen zijn niet te tellen. Te New-York zijn ruim vierhonderd per- uit de hooge wereld aangetast door typhus. De ambtenaren van den gezondheidsdienst mee- nen d^it de besmetting veroorzaakt is door oesters. De bevolking van New-York heeftWoens- dag avond iets nieuws te zien en te hooren ge kregen. De bestuurbare ballon «Los Aageles» zweefde langzaam boven de stad een volledig orkest dat zich aan boord bevond, voerde een concert uit, dat overgezet werd met de draad- looze telefoon. Men is tegenwoordig te Rome bezig op gravingen te doen in het forum Auguste. Maandag, tijdens de werken, is eensklaps een muur ingestort, twee arbeiders onder de pui- nen begravend. Toen men, na lang werkend- de slachtoffers kon bevrijden, bleek het dat de twee ongelukkigen reeds opgehouden had den te leven. - In de gemeente Osterfeld, bij Keulen, is een kerkhof aangelegd waar niets dan kommu nisten zullen begraven worden. De geeste lijkheid had, terecht, doen opmerken dat de kommunisten niet op geweiden bodem moeten ter aarde besteld worden, daar zij den gods dienst bestrijden, de goddelijke diensten storen en reeds meer dan eens heel brutaal optraden bij kerkelijke begrafenissen. - De Rumeensche veiligheidspolitie heeft des nachts in verscheidene steden van het land een iootal kommunisten aangehouden, deel uit makend van geheime roode genootschappen die in betrekking stonden met de Russische Soviëts. - De Engelsche destroyers «Tourmaline» en «Splendid», met 800 soldaten en officiers aan boord, zijn uit Gibraltar afgevaren naar Tanger, waar zou gevreesd worden voor een aanval der Andjeras. Een schip met Italiaansche troepen aan boord wordt te Gibraltar verwacht, eveneens met Tanger als eindbestemming. op zijn gelaat zien, dat hem iets scheelde, en bijna gelijktijdig sprongen wij vooruit Het was juist bijtijds. Plotseling sloeg hij de armen in de lucht en riep met luide stem uit: Het was een leugen! Het was een leugen! God zij dank, Herbert, mijn zoon! Hugh, m'n jongen God zegene u beiden Wij hadden juist den tijd, een voorbijko- imcnden dienaar om den slotkapelaan te zen den. Toen deze den ouden man den laatsten gang verlicht had, en hem nog bij vol be- - wustzijn de H.H. Sacramenten had toege- - diend, riep mijn grootvader ons met zwakke stem weer aan het rustbed waarop wij hem hadden neergelegd. Hij richtte zich nog eenmaal ophet zachte licht der maan scheen hem op het gelaat, dat zacht en vre dig was als van een kind. Er was geen sprake van doodstrijd. Hij wilde nog spre ken, maar geen geluid kwam meer over zijn lippen. Zachtkens zonk hij terug in mijn armen; op zijn gelat lag een kalme, tevre den glimlach van ongestoord geluk, terwijl het leven hem langzaam ontvlood, en met den laatsten ademtocht hoorden wij hem fluisteren Heer, laat nu uw dienaar gaan in vrede EINDE.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1924 | | pagina 2