V—i Aan den lezer Onze Landbouw Biütenlandsch politiek overzicht Verjaardag van 1789 Proef nummer. 'r§ ABONNEMENTS PRIJS 5 fr. voor de Stad. 5.50 fr. voor den buiten, voorop betaalbaar. PRUS PER NUMMER 10 CENTIEMEN Slli Men abonneert zich op alle postkantooren voor den buiten voor de 40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst. stad. ten kantoore van het blad, - PRIJS DER ANNONCEN Gewone, O fr. 15 per drukregel. Reklamen O fr. 75. Vonnissen op de 3" bladzijde, 0 fr. 50. epe nee Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt. Handschrii worden niet terug gegeven. "Wij leven op een tijdstip waarop de politieke toestand van het land aan elk weldenkend burger, bekommerd met vrijheid en algemeen welvaren, den plicht oplegt den strijd aan te gaan om dien toestand te veranderen en den politieleen hemel onzes vaderlands eenigzins op te klaren. Plechtig is het oogenblik, even plechtig als ten dien tijde toen eene achteruitkr ui pende pir- tij, om de beschaving tegen te werken en ons terug te brengen tot een toe stand van slavernij, van alleenheer- sching, eene wet wou doen slem- men die weder, als voorheen, den Openbaren Rijkdom aan de Doode Hand hadde overgeleverd. Aan zijne grondbeginselen getrouw, het hoofd verhit door eene onverwachten zege praal, heeft de aan het roer zijnde partij met meer haat, met meerdere nijdigheid zijn werk aangevat ter ver delging der moderne beschaving, ter onderdrukking van geesten en gedach ten, ter vestiging eener anti-demokra- tische alleenheerschappij. Maar wat wij eertijds, opentlijk, met wilde woestheid zagen aanvangen, zien wij hedendaags in den donkeren be werken, met geveinsdheid en eene schijnbare schroomvalligheid. De toe stand is er des te gevaarlijker om. Wanneer de vijand opentlijk in het aangezicht blikt en onverschrokken aanvalt, begrijpt men aanstonds zijne inzichten, men stelt zich op het defen sief en beantwoord den oorlog met den oorlog. Doch, is hij schijnheilig genoeg zijne inzichten te verbergen, niet opent lijk aanvalt, maar zijnen tegenstrever tracht in slaap te wiegen en midde lerwijl de strikken spant waarin hij hem lokken zal om hem alsdan, onge nadig, de keel toe te wringen, dan is de toestand akeliger en men loopt gevaat schandelijk verrast te worden. De Dender galm plaatst zich als wak kere schildwacht, in dit deel van het ongelukkige Vlaanderen om, met zijne andere wapenbroeders, de liberale strijdmachten het heilzame cc qui vive toe te roepen Terwijl, aan de Staatsregeering, dc Wij deelen het volgende mee uit de Scheldegalm Daar de landbouwers, verontwaardigd over de belachelijke statistieken die sommige schrijvers in het licht geven, zelf de pen opne men om hunne belangen te behatdigen, kan ik niet nalaten ook eenige regels aan uw geëerd blad toe te vertrouwen. Ongetwijfeld is het de Chronique, die de palm zal wegdragen, voor het artikel dat zij als statistiek ingewijd heeft, van wat eene hec- taar tarwe voor den landbouwer kan opbren gen Volgens hem heeft de boer eene winst van 300 frs. Ah! als dat zoo is, dan heeft men zich in de kamer niet te vermoeien met mid dels uit te denken om den landbouw te redden als het is zooals de Chronique zegt, dan zijn de landbouwers bezig schalt! n te vergaderen Jammer dat het eene b googheling is en men verontwaardigd is zoo iets te hooren. De correspondent uit Stalhille aan de Schel degalm heeft zeer wel gedaan, die belachelijke komedie te weerleggen, daarvoor ontvange hij onzen dank. Gewillig neem ik de opbrengst, de rekening van de onkosten van dien schrijver aan, doch er is iets wat hij vergenten heeft er bij te voegen. Hij rekent de opbrengst van het strooi bij het graan. 4500 K. strooi per hectaar aan 3,25 fr. de 100 k. maakt de som van 146,25 frs. lingen in onze der gemeenten onzes ultramontaansche partij onzen \edelf]- ken verval beoogt, zien wij hare volge- stad, in liet meerendeel arrondissements, onzen stoffelijhen verval bewerken. Men zou zeggen zij hebben gezworen de openbare welvaart ten onderen te brengen en, onder opcenten en ge meentetaksen handel en nijverheid te doen bezwijken, Wi j zullen de aandacht onzer lezers gevestigd houden op het gevaar, waarin de handelwijze dier kleine meesters hun doet verkeerenwij trekken ten strijde tegen een regiem van uitbuiting der bevolking 0 vriendjes ten voordeele van en kozijntjes; wij willen de coteries doen kennen die, in onze kleine steden en gemeenten, elk toezicht over het be stuur der gemeenten van de hand wij zen, het monopolium van plaatsen en werken voor zich behouden en den vrijen wil, zelfs hunner geloof-genoo- ten, onder hare oppermacht willen doen buigen. Daar is de reden van ons bestaan in het algemeen politiek, kampen voor vooruitgang en beschaving, gesteund op de Grondwet, tegen achteruitkrui pers en alleenheerschersin gemeente zaken, getrouw aan de fiere leus der stad Aalst, ponder hoop en ponder vrees, de stoffelijke belangen van het arron dissement en zijne hoofdplaats, verde digen tegen willekeur, onkunde en fa voritism. Maar hoe hevig de strijd ook worde, nooit zullen wij het voorbeeld volgen ons door sommige bladen onzer tegen strevers gegeven nooit zal onze pen zich bezoedelen met laffelijke persoon lijkheden uit te braken tegen hen wier gezindheid wij niet aankleven kunnen. Tegen de denkwijze alleen trekken wij te velde, en moeten wij eens, hatelijk genoeg, persoonen of zaken aanvallen, die buiten eenen pennetwist moeten blijven, dat dan de pen onze handen ontvalle en ons voor eeuwig de macht om te schrijven ontga. De Re dak tie. Eindelijk schijnt in de Balkansche landen de vrede zich te vertoonen liet ware te hopen d it die broederenkrijg tusschen Serviërs en Bulgaren wei- Goed, dat rekent hij al mede om nog aan eene winst te komen van 104.25 fr. dus geen 300 frs. zooals de schrijver van de Chronique met zijn vergrootbril gezien heeft. Doclidie schrale winst is den landbouwer nog niet toegekend indien hij zijn s trooi moest verkoopen, waarmede zou hij dan zijne paar den, koeien, zwijnen, kalvers en schapen strooien? Die zouden clan op de steenen moe ten slapen? In ons kanton verkoopt de boer geen tarwe strooi, dat houdt hij voor zijne bees ten die hem lief zijn, en is er een gi.vonden die het verkoopt, dan is het dikwijls om met het weinige dat er van komt zijnen handel te doen voortgaan. Bij ons is het spreekwoord wie zijn strooi verkoopt besteelt zijn beesten. Het strooi is bij den landbouwer omgewe kt in mest die hij voor de trouwste vette aan schouwd. Dus dat van die 146,25 frs. die van het strooi van eene hectaar tarwe kan gemaakt zijn, den landbouwer en niets van te ziene krijgt. In plaats van dat hij nog 104,25 frs. winst heeft, steekt hij eenvoudig 42 frs. toe. Doch dat is nog niet alles Al het graan van die hectaar is verkocht en nog komt hij 42 frs. te kort. Zijnen zolder is ijdel waarmede zal hij dan vrouw en hinders en dienstboden te eten geven? Of denkt men mioschien dat den lahdbourwer en den zijnen, met den dauw des hemels en de gratie Gods leven Dat zal "de Chronique vooizeker niet ver staan even als de eigenaars, die het wel zullen ondervinden wat schatten er met boeren te vergarderen zijn. haast een einde nam want heide partijen hebben machtige beschermers die,moester, zij zich naderbij de zaak hunner kliënten ter harte nemen, Europa in een onmetelijk bloedbad zouden herschapen. Nu echter is er, tusschen de twee oorlogvoerende mo gendheden, dank aan de bemiddeling der Euro- peesche mogendheden, een wapenstilstand, tot 1 Maart gesloten elk land zal, van zijnen kant, de inbezitgenomene vijandelijke streek moeten ver laten. Geen twijfel of de vrede zal uit dien wapen stilstand spruiten. In Frankrijk houdt zich de Afgevaardigden ka mer bezig met de bespreking der kredieten, noodig voor de expeditie naar Tonkin. De twist bestaat bijzonderlijk tusschen do radikalen en de konings- en keizersgezinden, van de eene zijde, die zouden willen dat Frankrijk dit deel van Azié verlate, en de gematigde republikeinen, van den anderen kant, die begeeren dat Frankrijk zich sterk in den Ton kin zou nestelen en van die streek eene Fransche kolonie zou maken. Deze republikeinen, en zij heb ben het ministerie Brisson met zich, willen de kre dieten toestaan, de anderen willen ze verwerpen, voor het minst toch tendeele. De bisschop Freppel, van Angers, koningsgezind afgevaardigde heeft zich, in deze zaak, van het meerendeel zijner ge- loofsgenooten gescheiden en ondersteund de vraag tot kredieten, door het ministerie gedaan. Men ge looft dat dit laatste, doch met kleine meerderheid, den strijd zal behalen. De vredo is gesloten tusschen de Hovas (eiland Madagaccaij en de Franschen. In Spanje is de toestand nog altijd geruststellend; men zie echter, hierachter, nader nieuws uit dit land. Volgens algemeen gevoelen zal de koningin Maria-Christina, ongestoord, het land der hidalgos en pronunciame-ntosals regentes barer dochter, mogen blijven besturenalthans de oproerige ge beurtenissen, waarvoor men beducht was, hebben zich tot heden, nog niet toegedaan. Uit Engeland heeft men het gerucht verspreid, dat de heer Gladstone, hoofd der liberalen, met Parnell, hoofd der Iersclie - home rulers een ver bond had gesloten. Van den eenen kant wordt het gerucht gelogenstraft, van den anderen kant, schijnt het waar te zijn. Wij zullen de gebeurtenissen af wachten en er, de toekomende week, nader over spreken. Argus. In zijn nummer van zondag laatst,.doet de Denderbode een artikel 'verschijnen onder den titel Verjaardag van 1789. Is het noodig te zeggen dat dit artikel geen ander doel heeft dan de liberale partij hatelijk te maken? De Etoile beigezoo zegt de Dender bodekondigde eenige weken geleden aan, dat onze Belgische liberalen in 1889 naar Parijs den I0ücn verjaardag der eerste fransche Revolutie, van bloedige en akelige memorie, zulen gaan meevieren. Dit is het thema dat hij uitbreidt en waar hij middel zal vinden om eens duchtig op den rug der liberalen te kloppen. Dit feit, zegt hij nog, zal niemand verwonderen die met de historie dezer zoo beroerde tijden bekend is, en onze liberalen zijn immers de broeders der Fransche bloedhonden die, in de jaren 90, op verzoek der liberalen van dien tijd, ons vader- land kwamen overweldigen. Een woord tot den H Minister en zijne ingenieurs. Daar eenmaal de vertwijfeling ons de pen doet op vatten, leggen wij ze niet meer neder. In de zitting van den 5 mei, zegde de minis ter de volgende woorden die waardig zijn her haald te worden Dat er maar al te veel grondeigenaars zijn, die hun leven in de steden slijten, zonder dat zij zich eens op de hoogte houden van wat er met den landbouw omgaat, terwijl ook hunne zonen bun leven slijten, 111 ledigheid en gemak kelijke genoegens. Zoo gaf het de heer minister te verstaan en die maar al te waar is. Velen der eigenaars ziens niet eens op het jaar hunnen pachter, alleen den landbouw kwijnt, verontrust hun maar voor eene zaak, en dat is, dat zij vrees hebben niet ten vollen betaald te zijn; dan geven zij hunne zaken aan eenen notaris of zaakgelastigde, en wee de boer die aan zulk een onderworpen is! Dezen, voor eenen vleidank van den heer, gebruikt de al gekende barbaarsche middels om het noodige geld te hebben zonder uitstel, of zoo de man niet kan betalen, dan gebruikt men het algemeen middel men verkoopt alles en werpt den ongelukkige op straat.. En de zonen van dergelijke heeren, die niet eens een roggeveld uit een tarweveld erkennen wat help hei den landbouwer dat li j hem zijne grieven blootlegt, dat hij hem den kwijnenden landbouwstaat voor oogen legt? Niets Het is eene taal die hij niet verstaat, die hem de ooren verscheurthij heeft dat niet noodig te weten Wij zullen hem doen opmerken dat het zeer gauw en zeer gemakkelijk gedaan is van de baldadigste gruwelen van het verachte- lijkste grauw ten laste te leggen op liberalen of geuzen zooals hij ze noemt; het verfoeielijk gepeupel dat hier alsdan de beroerten veroor zaakte noemt hij liberalen of geuzen en daar mee is de grap gespeeld op den rang van zulk volk stelt hij de hedendaagsche libera len denkende van op die wijze treffelijke, acht bare en verlichte burgers hatelijk te maken, want het is toch de gewoonte der katholieke dagbladen van wanneer er ergens een schelm stuk gebeurt, den verbreker ne geus of ne liberaal te noemen. Dit moge nu lukken bij dweepers-of bekrompene geesten maar toch niet bij'menschen met gezonde rede en onpar tijdig oordeel. Wie met de historie dier beroerde tijden bekend is, en eenigszins den geest der fransche Revolutie verstaat, zal verbluft zijn over de bekrompenheid van den Denderbode en verder over de onbeschaamdheid waar mede hij zijnen boozen laster durft neer schrijven. Onder de somberste kleuren schildert hij die tijden af. Het is dan ook een tijdperk waarin de afschuwelijkste gruweldaden ge pleegd werden dit zullen wij geenszins ont kennen want wij eerbiedigen de waarheid waar zij zich voordoet, en overigens zijti die wanbedrijven waar al te wel bekend. Wij zullen het dus ook niet eens wagen van de schelmstukken van het schrikbewind te ver- schoonen noch te verrechtvaardigen. Zeker is de Revolutie hier en daar hoogst schuldig ge weest. zeker heeft zij veel onschuldig bloed doen vlieten, zeer veel. Maar toch zal het booze haat en dweeperij alleen ontkennen dat zij iets goeds heeft voortgebracht. Dan, op wie moet de verantwoordelijkheid vallen van de gepleegde euveldaden? Mep vraagt zich af welke de drijfveeren waren die het fransche volk aandreven, een volk dat, niettegenstaande enkele gebreken, on danks zijne lichtzinnigheid toch in den grond veel goedheid des harten diepe menschlievendegevoelens heeft. Men kan afmeten wat het moet geleden hebben, welke overgroote mate van wrok zich in zijn hart heeft moeten vergaderen, om, wanneer de maat te vol was, zich tot allerlei wanbedrij ven ie laten verleiden. En wat was dus de staat geweest van het volk gedurende de •tijden die de Revolutie voorafgingen Daar ligt de uitlegging van die dolle razernij. Diep ongelukkig was zijn staat geweest! Somber tafereelSlaven en meesters daaruit bestaat de maatschappij. Men hoort zeggen, en het is de waarheid, dat het tegenwoordig slecht is voor de landlieden. Maar hoe slecht ook de tijden zijn, onze boeren zijn toch vrij gelukkig mogen zij zich achten, overgeluk kig, vergeleken bij de deerniswaardige fran sche boeren vandien tijdzij hangen van niemand af geene tienden te betalen aan de geestelijkheid, geene belastingen aan den edelen heer van het naburig slot, geene Alleen het geld, het andere scheelt hem niet... En de man mag gaan. Wij zijn er! riep de heer Bouvier uit, toen den heer Moreau zegde zes landbouwkundige ingénieurs te benoemen. De scheikundige meststoffen worden slecht gebruikt, z gde de minister, de landbouwers weten niet dat er verscheidene soorten van mest noodig zijn, voor verscheidene soorten van cultuur. Goed en wel, doch die vleiende taal kon hij ons besparen. Wij hebben alreeds van die scheikundige vet ten beproefd, en waar men scheikundige vetten veilü opt, bezit men eene -catalogue met de noodige aanduiding, dus... dat men niet kan missen. II wil niet zeggen dat die vette in het geheel niets waard is, oh, neenl Zij is go.ed, zooals men bij ons zegt, om andere vruchten op te helpen en voor het beestenvoeder, doch dat wij er mede al onze landen zouden vetten.... oh, dat laten wij ons noch van minister noch van ingenieurs aanpraten. Et het is daerom dat men ingenieurs wil benoemen? Om de boeren het vetten te lecren? Oh, die moeite is nutteloos! Wij vragen stechts iets Verkoopt 011s de guano en de koeken zuiver, en wij zullen weten hoe vetten gebreuikt de ingenieurs om het vervalschen der vette te beletten, en wij zullen u dank wijten. Het is niet alleenlijk volgens de cultuur dat men de vetten moet gebruiken, maar ook volgens de grondenwant bedenkt dat er op eene hoeve van zeven hectaren er soms vier en koninglijke belastingen, geenen leendv verkoopen zij hunne veldvruchten of 1 vette koe, in hunnen zak gaat het geld de Fransche boeren was het wat anders r eigen welvaart mag hun zwoegen nietged slechts tot nut van anderen allerlei zijn hun opgelegd mijnheer de pastoor zijne tienden hebben de vetste hoende beste boter, de schoonste eiers gaan na pastorijzware lasten aan den heer te len, leendienst, allerlei andere zware h zoo ziet de arme landman zijne winst andermans kist overgaan, en hij die werken en zwoegen schoone oogsten verworven, vette beesten heeft gekv heeft ternauwernood genoeg gewonne zich een stuk zwart, zuur brood te ver fen. Niet alles zij die met de opbreng; zijn zweet prinselijke en ook wel lied leven hebben voor hem alleen mispri foei de lompe dorpeling In de steden Zoo jammerlijk als 0 land. Overmanschappen (jurandes) me schappen zijn onoverwinnelijke hinder voor de nijverheid; inlandsche tolrecht octrooien zijn hinderpalen voor den hr geene spraak van vrijheid van geweten gereformeerden is de bekleeding van openbar ambt ontzegd; de grootste overdraw: zaamheid; geene gelijkheid voor de we1 ij die de grootste, vetste renten hebben, bt geene belastingen, deze drukken alleen waar op het volk: de openbare vrijhe een ijdel woord de verzegelde brieve voor ontucht of baatzucht een gemakl middel om zich van houderende person ontmaken de geheime gevangenissen Bastille hebben den hongerdood van zoo slachtoffers gezien De staat der geestelijkheid zij bezit meetbare goederen. In 1740 beloopen e grondbezittingen tot het derde van Frank ks bodem, en bedragen eene waarde van milliardsIn 1789 kan men hare r< ten schatten op tweehonderd vijftig millioenen, en daar sedert de verledene eeuw het ge de helft zijner waarde verloren heeft, zoude hedendaags het dubbel in waarde bedra Worden die inkomsten gebruikt voor d hoeften van den eeredienst, besteed aan dadigheidswerken In 't minste niet! overgroote rijkdommen sleepen een onvei delijk gevolg na zich het zedenbederf or de hooge geestelijkheid. Het zedenbede walgelijk! Hoeven wij denamen te noemer eenen Talleijrand. eenen Rohan Op do vindt men nog enkel goede priesters, prie; die het verheven karakter van hun ambi grijpen, die met het arme volk lijden en troostenwant die priesters zijn zelf i den bischop uitgebuit; daar waar zij lij, waar zij eenen versleten rok dragen, be een Rohan een bisdom dat hem acht hond duizend pond, naar heden daagsche scl ting, een millioen zes honderd duizend frani opbrengtEn die Rohan kan zijne schub niet betalen II M at al zoo erg is, die hoog adelijke gees soms vijf soorten van gronden zijn, en om e< - hoeve van zeven hectaren te kennen, is er n-ee wijzeren ingenier dan den landbouwer die 1 een tiental jaren opwoont. Alleen het zaaien van eene partij vlas, op, het niet zou uitbranden, is een geheim dat boer alleen bezit,daartoe sehieten al de w< schappen van ingenieurs te kort.—En om v te vetten met scheikundige vette, oh, dat m ons dat niet wijs make. Di<j is niets waai Voor het vlas verlangt men een geel kleur dat verkrijgt men alleen door koekpale. Dat men zich tot Brussel niet ongerust mak en dat men den ondergang van den landboc aan de onkunde van den landbouwer niet to schrijve; hijweet wat hij moet vetten, leve hem goede vette en hij zal weten wat er lie te doene staat. In het eerst dat de guano in gebreuik kwan moest men voorzichtig zijn de zakken op c vrucht met te zetten, of alles ging dood, me zette hem op de straat of in de graskant, zo- fel was hij. En thans? Oh, plant er aardappels in, zij zullen nie verbranden Dan, wanneer men in het magazijn -i moest men even sterk van reukorganen als' hoofde wezen, zoo sterk was z jnen geur En thans? Oh, zicht en klop, dat het stuif als 111 eenen zand molen en gij zult nog niet moeten niezen Geef ons ware voor ons geld, wij vragen niets meer, cn dat zal den eersten grooten stao zijn die men tot redding van del landbouw ffinsr. vai '^nsr^sesssssBir?. -,rt -W- ^'3^ «giegaag'-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1886 | | pagina 1